1871.
Vrijdag, 25 Junij.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Twaalfde Jaargang.
IPrijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
Ifaaiiemmermeer-PolUIer.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 1,3/2 Cent.
if 11RLEMMERMEER
Prijs van een enkel No mm eh 15 Cent.
ALLE TOEZENDlNt-DNREDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAiV ItO.VCA C°.te Amsterdam.
Utterly h Woenadag
op Woensdag 5 April 1871 des morgens ten 10 J/2 ure,
in het Lokaal van Staats te Haarlem.
Voorzitterde Heer J. IF. M. van de PollDijkgraaf.
Tegenwoordig 14 Leden, te weten: de Heeren Dr. C. E.
HeynsiusD. W. P. Wisboom van GiessendamJhr. Mr. J.
W. H. Eutgers van EozenburgH. F. Bultman J. W. M.
van de Poll, J. Lanser, IP. van Wickevoort CrommelinMr.
J. P. Amersfoordt, J. G. SchoneA. Wijnands, J. J. Kort-
halsG. A. van Houweninge Gz.Mr. C. Cock en Mr. T.
L. L. Prins; terwijl van de Heeren A. H. van Tienhoven
Mr. ,T. D. Viruly en A. van der Beek berigt is ontvangen,
dat zij deze Vergadering niet kunnen bijwonen.
I. De Voorzitter opent de Vergadering; de notulen van
18 Jannarij jl. worden gelezeii en goedgekeurd.
II. De navolgende mededeelingen worden gedaan
a. dat van den Heer H. J. C. Lammerts, C. Apfeld, IP.
Vermooten en P. Knottenbelt een adres is ingekomen van den
volgenden inhoud:
Geven met eerbied te kennen de ondergeteekendenalien
eigenaren in Sectie C, afdeeling Vijfhuizen, van dezen polder:
dat zij vernomen hebben uit het verslag
Uwe Vergadering
van 13 Julij 1870 dat er in die Vergadering besloten is
aan den eerst-ondergeteekende een uitweg te geven langs mijl-
paal 29 in Sectie C van voornoeinde afdeeling mits de andere
eigenaren afstand willen doen van liun regt van uitweg op den
Vetdweg, liun bij premitieve verkoop als eenigsten uitweg
aangewezen, en zulks ter tegemoetkoming aan de herhaalde
aanvragen tot bcgrinding van dien Veldweg, welke zijn gedaan
door den eerst-ondergeteekende. Zij kunnen in dien verkoop
niet berustenaangezien die weg als het ware gelijk staat met
een lengtewegals loopende aan het eene einde (dat reeds lang
begrind is) uit op den Kanaaldijk, en het andere op den
Spaarnwouderdvvarswegen ook dat bij eventuele verkoop of
verhuring hunne landerijen meer waarde zouden bezitten met
behoud van dien uitwegterwijl bij gemis daarvan de kooper
of huurder verpligt zoude zijn tot daarstelling van eene brug
over den togt (eene onkosten die bij bezit van dien uitweg
onnoodig is). Ook is die uitweg hun van te veel nut bij
het bewerken van het land, dat aan dien weg grenst, hetzij
tot bemesting of tot afvoer van produeten, als zijnde den
naasten weg naar het Kanaal. Zij gelooven tevensdat er
voor den polder niet zoovecl voordeel in is gelegen om een
nieuvven uitweg te maken1". omdat de aankoop van grond
door den eigendom van den Heer Eutgers van Eozenburg
nog al van aanzienlijke lengte zal wezenen 2°. omdat het
onderhoud en ook de daarstelling nog al bezwaren en kosten
zal opleverendewijl de grond daar laag en zeer slap is
en zoodoende alle jaren nog al veel geld zal kostenwil men
er van hebben wat er van een goeden harden weg wordt
vereischt; terwijl zij meenen dat bij begrinding van den Veld
weg en polder en eigenaren (al mogen ook nu de kosten iets
meer bedragen) op den duur meer gebaat zullen worden dan
door den nieuwen uitwegomdat die uitweg doorloopend meer
onderhoud zal kosten dan het begrinden van den Veldweg
om reden als reeds gezegd isde uitweg te veel aan ver-
zakking onderhevig is door zijn slappen bodem.
IPet is daarom nogmaals dringend ons verzoekdat Uwe Ver
gadering besluiten moge den meergenoemden Veldweg aan te
nemen als lengteweg en hem te laten begrindenwaarop de
ondergeteekenden vermeencn regt te hebben (als kebbende
gelijkelijk bijgedragen tot verbetering van al de veldwegen,
waarvan de andere eigenaren reeds zoo lang hebben geprofi-
teerd)opdat onze landen niet langer benadeeld worden door
zulk een slechten uitweg, die minstens de helft van het jaar
onberijdbaar is.
De Voorzitter stelt voor dit stuk om advies in handen te
stellen van het dagelijksch bestuur.
De Heer Mr. J. P. Amersfoordt geeft in overweging om
eene commissie uit Hoofd-Ingelanden te benoemen tot onder-
zoek dezer zaak.
De heer van Houweninge Gz. vraagt hoe dergelijke aan
vragen tot begrinden van veldwegen vroeger zijn behandeld
en wenscht op het ontvangen antwoord, waaruit blijkt dat
die vroegere aanvragen steeds zijn afgewezen, ook nu conse-
rpicnt te handelen, door op dit verzoek afwijzend te beschikken.
De Voorzitter licht nader toe, waarom hij het geraden acht
dit verzoek in handen van Dijkgraaf en Heemraden gesteld te
zien, als in verband staande met een nieuwe grensregeling, aan
te gaan met den heer Apfeld voor zijne gronden gelegen tegen
den Eingdijk.
Na nog eenige discussiebrengt de Voorzitter in stemming
of het adres al dan niet om advies aan het dagelijksch bestuur
zal worden verzondenwaarbij een staking van stemmen plaats
heeft, als 7 tegen 7 stemmen.
Daar de Voorzitter, volgens het reglement van orde, eene
beslissende stem heeft, wordt het adres verzonden naar het
dagelijksch bestuur om advies.
b. Dat is ingekomen een adres van F. Boukuis en 43 andere
onderteekenareninhoudendeom daarbij vermelde nog al
belangrijke redenenhet verzoekhet pontveer te Heemstede
door een brug te doen vervangen.
De Voorzitter stelt voor ook dit adres om advies te stellen
in handen van het dagelijksch bestuur.
Hierover ontstaat diskussie tusscken de heeren mr. J. P.
Amersfoordt, J. G. Schone, D. W. P. Wisboom van Giessen
dam, jhr. mr. J. W. H. Eutgers van Eozenburg en PI. F.
Bultman, omtrent het al of niet aanhouden dezer zaak, en
wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
den heer mr. J. P. Amersfoordt aangenomen, om een afsckrift
van dit request te zenden aan de gemeente-besturen van Haar-
lemmermeer en Heemstedemet de vraag of beide genegen
zijn die brug op eigen kosten daar te stellen, met een sub-
sidie van den polder, ten einde na het bekomen antwoord
dier gemeenten een beslissing in deze te nemen.
c. Dat de heer F. W. Oewel heeft bedankt als Hoofd-Ingeland
des polders.
d. Dat op den 22 Maart jl. tot Hoofd-Ingelanden voor dezen
polder zijn benoemd de heeren mr. J. P. A. van Wickevoort
Crommelin, P. Knaap Gz., jhr. W. A. L. Mock, A. .1. G.
Timmermans en J. B. Snellen.
De Voorzitter benoemt tot ledeil der Commissie van onder-
zoek der geloofsbrieven dier heeren, de heeren G. A. van
Houweninge Gz.mr. T. L. L. Prins en mr. C Cock, welke
zich die benoeming laten welgevallen.
Dat de voorraad steenkolen aan de diverse stoomtuigen
bedraagt 25,160 hectoliters.
g. Dat de opbrengst van verpachtGrasgewns, dienstjaar 1871,
bedraagt aan dijksgronden 10,583.— en aan polderkaden
2,408.te zamen 12,991.zijnde 4999.meer
dan over 1870.
It. Dat het onderhoud der Eingvaartsboorden voor 1871 is
aangenomen door J. van deHeuvel, voor 11,540.en het
ophoogen van jaagpad door denzelfden, voor 9,742.als-
mede de nieuw te bouw'en pontwachterswoning bij het nieuwe
Meer, door G. van der Starre', te Sloten, voor 1361.
i. Dat in de openbare veiling niet zijji aangekocht de gron
den van de familie Eutgers van Eozenburg, bij het Nieuwe
Meerdaar die boven de taxatie van dit bestuur zijn verkocht.
k. Dat een adres is ingekomen van W. van den Berg, tot
het alsnog bekomen eener schadeloosstelling voor zijn geleden
verlies bij de ophooging van het jaagpad in'1870.
Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten dit verzoek af
te wijzen.
I. Dat de op de Agenda vermelde staat van af- eu over-
schrijvingen nog niet gereed isen in de volgende vergadering
zal worden behandeld.
m. Dat in die vergadering tevens ter tafel zullen worden
gebragt de concept-verordeningen op de sckeepvaart en het
kroozen van vaarten en togten.
III. Komt aan de orde een voorstel tot verkoop van Veld
weg aan de Wed. A. 't Hooftte Haarlemmermeer, zijnde de
kavels n°. 1 gedeeltelijk, n°. 2 3, 4 geheel en n°. 6 gedeel-
telijk, van Sectie LL, tegen den prijs waarvoor sommige percee-
len Veldweg in dezelfde sectie verkocht zijn.
Door den Hoofdopzigter was daaromtrent het navolgende
rapport uitgebragt
Tegen den- verkoop der Veldwegen voor kavels n°. 2, 3,
4 en het gedeelte van n°. 6in sectie LLaan adressanten
toebehoorende zijn geene bezwarenterwijl de waarde van het
in sub 2 bcdoeld gedeelte veen bedraagt de som van 45.
Dijkgraaf en Heemraden stellen derhalve voor te besluiten
behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland, en nadat de bedoelde grond aan de publieke
dienst zal zijn onttrokken, aan de Wed. A. 't Hooft in koop
af te staan den eigendom van genoemden weg, voor de som
van 300.per hectare, en dus voor beide gedeelten te
zamenmet inbegrip van het zich daarin bevindend veen
alzoo voor een gezamer.lijk bedrag van 304.35 vrij geld,
en verder onder voorwaardenals aan anderen toegestaan.
De heer mr. J. P. Amersfoort meent dat de nalatenschap
van den heer A. 't Hooft onverdeeld is en acht het beter dat
die verkoop geschiede ten name van de gczamenlijke erven.
De vergadering, dit gevoelen deelende, schenkt onder die
voorwaarden zonder hoofdelijke stemming hare goedkeuring tot
dezen verkoop.
IV. Wordt gelezen een dergelijk voorstel tot verkoop van
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend-
Veldweg aan de Erven van jhr. mr. D. Eutgers van Eozenburg,
eigenaren van do kavels n°. 5 eu 8 van sectie CCafdeeling
Eijk, uitwegende op den Veldweg tusschen de mijlpalen 36
en 37 en wenschende den eigendom te verkrijgen van den
weg, bij welke, zoo zij meenen, geen ander als uitweg belang
heeft, redenen om welke zij verzoeken hun dcu Veldweg voor
gezegde kavels te verkoopen tegen den verkoop van voor zulke
wegen aangenomen prijs, verhoogd met een bedrag dat men
zal kunnen overeenkomen voor de waarde van daarin aan-
wezig veenslik.
Het rapport van den Hoofdopzigter daarop stelde voor
indien deze Veldweg aan het aangrenzende land wordt ge-
trokkende adressanten vergunning te geven tot het' maken
van vier uitwegen over den ringdijk, op plaatsen in overleg
met het polderbestuur te kiezen. Deze uitwegen kunnen echter
alvorens de verveening van de dijksgronden aldaar is afgeloopen
niet gemaakt worden dan met toestemming van de veenders.
De waarde van het veen in dien Veldweg bedraagt de som
van 447.
Dijkgraaf en Heemraden stellen voor te besluiten, be
houdens goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland, en nadat bedoelde grond aan de publieke dienst
zal zijn onttrokken, het verzoek toe te staan, voor het ge-
zamenlijk bedrag van 816.15 vrij geld, met inbegrip der
som van 447 voor het daarin aanwezig veen, en verder
onder de voorwaarden als aan anderen toegestaan.
Welk voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd.
V. Daarop komt ter tafel een voorstel van Dijkgraaf en
Heemraden tot aankoop van grond ter grootte van 8 aren
55 centiaren, van den heer A. L. Dijserinck, luidende als
volgtZoo als Uwe Vergadering bekend isis met den heer
A. L. Dijserinck een railing van gronden aangegaan, ter ver-
krijging van eene gelijkmatige breedte van 50 meter voor den
Eingdijktusschen de zoogenaamde Eusiehoek" en de brag
van de stad Haarlem, nabij de Fuikvaart. Bij het uitzettcn
van de lljn van 50 meters uit het Eingvaartsboord is echter
gebleken, dat, ingevolge de voorwaarden waarop aan den
heer A. L. Dijserinck zijn verkocht de gronden in 1865 en
1870, liggende tusschen de gronden waarover de railing
heeft plaats gehad, de geheele breedte van de sloot is gescho-
ten op de, gronden van den heer Dijserinck. In de acte van
railing is aangenomen, dat de lijn van 50 meters zal zijn,
het midden van de sloot welke moet worden geschotenwaar
van het gevolg zal zijndat het hart der nieuw te graven
sloot in het hart van de bestaande sloot niet kome teleggen
in dezelfde lijnwaaruit een misverstand zal worden geboren.
Ter voorkoming daarvanachten wij het raadzaam om van
den Heer A L. Dijserinck aan te koopen een strook grond,
ter breedte van l/2 meter, over eene lengte van ongeveer
570 meters of ongeveer 8 aren 55 centiaren, tegen 100.
per hectarewaarvoor wij bij deze magtiging vragen.
Welk voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
VI. Wordt gelezen een voorstel van Dijkgraaf en Heemraden
tot verhooging van het tractement van den Secretaris des
poldersluidende als volgt
Bij besluit Uwer Vergadering van 18 Januarij jl.n°. 5, is
besloten aan den heer J. C. van de Blocquery, Secretaris van
den Haarlemmermeerpolder eene jaarlijkschc toelage te ver-
leenen van 200en op dat besluit de goedkeuring van
Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland te vragen.
Aan dat Collegie hebben wij de navolgende missive gezonden
ter begeleiding van het door U genomen besluit, luidende
als volgt
N°. 60/12. Haablem 31 Januarij 1871.
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe goedkeuring te onder-
werpen een besluit van Hoofd-Ingelanden van onzen polder, in
dato 18 Januarij jl., n°. 5, strekkende tot toekenning aan
den Secretaris, den heer J. C. van de Blocquery, van eene
jaarlijksche toelage van twee-honderd gulden; waarbij wij de
eer hebben de volgende toelichting te voegenDe oorzaak dat
de Vergadering van Hoofd-Ingelanden heeft gemeend op voor-
meld besluit Uwe goedkeuring te moeten vragen, is hierin
gelegen, dat in die Vergadering de vraag is gedaan, of men
tot de aanvraag niet verpligt was, uit aanmerking van art.
6 van het Bijzonder Eeglement van den Haarlemmermeerpolder,
waarbij het tractement van den Secretaris op 1400.
's jaars is bepaald. Ofschoon nu de meerderheid van oordee.l
wasdat het genomen besluit in geenen deele strekte tot ver
hooging van het tractement van den Secretarismaar tot het
toekennen van eene persoonlijke uitkeering aan den heer J. C.
van de Blocqueryals erkenning van diens verdiensten in de
waarneming van zijne betrekkingheeft zij gemeend Uwe
bekrachtiging, zij het dan ook ten overvloede, te moeten
vragen. Trouwens de beweegreden welke tot het besluit geleid
heeft, was veel minder de bestaande overtuiging, dat het trac
tement van 1400.hetwelk door geene emolumenten hoe.