- 126 - Dorsclivloeren. Politick Overzigt. 4 10 Augustus 1871. 4>ieisicii^dc ilcrigtcn. De Groninger Courant bevat het volgende: Dnnr het thans voor den landbouw de tijrl is om nieuwe dorsclivloeren aim te leggen of de omlen te verbeteren meenen wij, dat het niet ondienstig is een nog weinig bekend iniddel om goede dorsclivloeren te verkrijgen den belanghebbenden door middel van dit blad aan te bevelen. Gelijk men weet, neernt men zware klei, wel dooreen gevverkt en taai gemaakt evenals dit op de steenfabrieken plaats lieeften bestrijkt dnar- mede den onden vloer of de gatendie aangevidd moeten worden. Docli zal deze nieuwe klei zich ann de oude goed hechten dan rnoet de oude vloer vooraf degelijk nat gemaakt zijn. Nadat de vloer wel ditrt geplakt, sligt gemaakt en goed droog is, neemt men gewone koolteer en bestrijkt daarmede twee of driemalen den vloer tot de klei bijna verzadigd is. Telkens moet men de teer eenige dagen laten droogen. Ein- delijk beslrooit men, om het kleveu tegen te gaanden vloer met eene duune laag haardasch. IIet bestrijken met kool teer en het bestrooijen met asch moet ieder jaar herhaald worden. Dusdoende verkrijgt men een dorsehvloer, die sligt, digt en toch niet te hard of brokkelig is, en waarop het dorschen gemakkelijker en spoediger verrigt wordt en het koren zui- verder blijft. G. H. J. H De Amsterdamsclie Courant bevat het volgende: Van een onzer landgenooten ontvingen wij uit Versailles de volgende partikuliere mededeeling «De heer Drouyn deLhuys lieeft verslag uitgebragt, van de under stand door vreemdelingen aan fransche landbouwers verleend, om voor hen de rainpen des oorlogs zoo veel mogebjk te leuigeu. Onder de vrcemde landen noeiut hij Engeland het eerst.hierop volyt onndddeltijk Nederland, zoodat ons laud nQ. 2 staat. l)e neder- landsche laudbouwers waren door hem aangczocht 0111 aan hunne fran- sche vakgenooten het noodige zaad voor de landerijeu te verschatfen. »Gedurende niijn verblijf in Nederland, reeds vele jaren geleden," zegt Drouyn de Lhuys in zijnen brief van 27 December 1670, »heb ik gczien hoe milddadig alio beurzen, alie harten zich openden tin behoeve van de slagtoffers der openbnrc rampen welke dit landnu en dan ondervindt." Dit beroep der nederlandsehe liefdadigheicl bleet' niet onverlioord. Reeds den 7 January 1871 antwoordde dc heer Jacobson te 's Gravenhagc aan den heer Drouyn de Lhuys, dat hij dieus verzock had menegedeeld aan den graaf van Bylandt, door wien te Sedan een ambulance was bestuurd geworden, en die bij zijne terugkomst een coinite tot het verstrekkeu van den verlangden bijstand had opgerigt. Den 8 Januarij gaf de heer van Bylandt zelf kenuis van de instelling van bcdoeld eomite, dat hem tot voorzittir had. Den 7 February herigtte de heer Drouyn de Lhuys dat reeds verscheidene subcomites indeprovincienwerkzaam waren. Voortsont- ving de heer Drouyn de Ltiuys brieven betreffende deelueming aan de speciale inschrijvingen, die door de laudbouwmaatschappij te Breda en door die in Liinburg geopend waren. Laatstgenoemde zond hem den 19 Mei een wissel van 10,000 fr. In naam van de fransche landbouwniaatschappij, waarvan de heer Drouyn deLhuys voorzitter is, heeft deze dan ook onlangs schriftelijk zijne iunige erkentelijkheid aan de nederlandsehe coinites en vereenigingen betuigd." Wij liebben onlangs Weekblad van 21 Julij) kortelijk mel ding gemaakt van eene belangrijke brochure, getiteldDe Boomleelkunde op de Haarlemmer Tentoonstelling en in de omstreken van Haarlem, door H. J. van Hulle, Rijks-hor- tulanus te Gent. Dat uitmuutend verslag, hetwelk den schrijver eer doet, omdat het hem ons doet kennen als een door en door kundig, mnar tevens lioogst onpartijdig beoor- deelaardie een onbeneveld oog heelt voor het goede dat hij ook elders opmerkt, en die er zich een genoegen van maakt het goede te huldigen en aan te wijzen waar hij het vindt, dat uitmuntend verslag, zeggen wij, is ook opge- noraen in het Tijdschrift van den boomteelkundigen kring van Belgiiite Gent in het licht verschijnende. Wij komennu plaatsruirnte ons daartoe de welkome gele- genheid hiedt op een en arider terug. Vooreerst om de aandacht op genoemd Tijdsclrift te vestigen. Het was ons onbekend. Welligt ook velen ouzer lezersen sedert wij er kennis mee maaktenjuist door het mecrgesielde verslag kwam het ons zoo degelijk en belangrijk voor, dat tvij het in het vervolg met alien nadruk wenschen aan te bevelen. Bij den boekhatidelaar J Noordendorp te Amsterdam, op de Haarlemmer Tentoohstelling in Maart 11. bekroond voor zijne rijke verzameling van boekwerkefi op het gehied der land- en tuinbouwkundeen bij wien men nimrner te vergeefs de beste buiten- en binnenlandscbe werken of vlugscliriften vraagtis ook het genoemde Tijdschrift ter inzage te ontbieden. De heer Noordendorp is agent van den Boomteelkundigen kring en door zijne tusschenkomst kan men zich daarmede op de gemakkelijkste wijze in verbinding stellen. Maar, gelijk wij zeidenwij hebben nog een reden om op het verslag van (leri heer van Hulle terug te komen. Het oude spreekwoorden, helaas, te dikwijls een „waar woord/' zegt, dat een profeet nooit geeerd is in zijn eigen land. Zoo gaat het met „profeten"maai zoo gaat bet ook met zaken Hoeveel goeds en schoons op eigen bodemjain ouze digtste nabijheid, is en blijft ons onbekend, terwijl wij op een haar weten boe het er elders uitzietNu wij gelooven, en zien er met tegen op het ronduit te zeggen, als de heer van Hulle niet uit Belgie gekomen was om bier eens goed rood te kijkenen als hij niet de moeite genomen had om zijne bevindingen ten papiere te stellen en door (len druk open- haar te makenwie weet of de sluijer der onbekendheid niet over alles was blijven hanger:zoo waardig in bet licht gesteld te worden. Eu hebben nu alien die zijn verslag behoorden te lezenhet wel reeds gedaan? Wij zullen bij die vraag maar een speidje stekenwant in verlegenheid willen wij niemand brengen. Menige naam die op de lijst der inteekenaren van het Tijdschrift van den boom teelkundigen kring behoorde te staanzal er, vreezen wij, nog niet op gevonden worden. Wij hopendat het beter zal gaan. Onbekend maakt onbemind. Welnu, om de be- kendmaking te bevorderen, willen wij een en ander aan het verslag van den heer van Hulle ontleenen. Het bevordere het „bemind" maken van een orgaan, dat zoo degelijke mede- werkers heeft en zooveel bladzijden wilde wijden aan de hul- diging van het goede en schoone, in ons land opgemerkt. De heer van Hulle noemt in den aanhef van zijn verslag de Haurlemsche tentoonstelling van model-fruitboomen een „treffend schouwspel." Rond en flink komt hij er voor uit dat hij tot in 1864 geloofde, dat de beredeneerde boomstudie in Holland weinig geleerd of toegepast werd. Hij herinnert wat dienaangaande op het kongres te Amsterdam werd bespro- ken. „Maar het moet ter eere onzer Noorderhroeders gezegd zijn", voegt de beer van Hulle er hij, „daarbij heeft de znak zich niet bepaald hoe groot de tegenstnml destijds ook was. welke ook de bezwaren zijn geweest die men alsdan tegen het stelsel inbragt, enkele personen toch waren van een andere gedachte, eri met dat bedaard praktisch karakter dat de Hollandsche untie kenschelstword bet besprokene onpar tijdig op proef gesteld Zoo ernstig nam men de zaak op, (hit kort daarna, zegge in 186S, de Hollandsche Maalschappij van Landbouw eene in 1871 te opeuen tentoonstelling uit- schreef, waarop zij in Holland gekweekte modelboornen van het oude en van het zoogezegde nieuwe stelsel aanvroeg." De beer van Hulle was lid van den jury, die de nieuwe vorm van boomen te beoonleelen had. Hij behoorde tot hen, van wien men zeggen kan „de regte man op de regte plaats." Het verslag kan, door de vele juiste opmerkingen en wcriken die het geeftdoor de humane kntiek die wij er iu aantrof- len, van grooten eu weldadigen invloed op latere tentoon- stellingen van dien aard zijn, en het is daarom vooral ook dat wij uogrnaals zeggen men late bet toch niet ongelezen. Maar wat wij iu den aanhef van ons artikel vooral op het oog hadden toen wij zeiden dat er zooveel schoons in onze digtste nabijheid dikwijls voor oris onbekend is, zijn de mede- deelingen die de heer van Hulle, als aanhangsel van zijn verslagten beste geeft. Waarlijk zij verdienen ook in ruimeren kridg verspreid te wordendan dien het verslag of het Tijdschrift, als speciaal orgaan, geopend is. Wij maken er ons een genoegen van dit gedeelte van den arbeid des heeren van Hulle, ook door ons Weekbiadmeer openbaar- heid te geven. „Gedureude ons verblijf in Haarlem," schrijft hij„hebben wij den tijddie ons beschikbaar bleef, ons ten untie ge maakt, niet alleeu om de tentoonstelling van bloemen te gaan beoordeelenmaar ook om in de omstreken wat rond te dwalen." Hij bespreekt, na dit woord tot inleiding gezegd te hebben de etablissemeuten van Zociier C°. en van Krelage Zn.en brengt daaraan de welverdiende liable. Beide zijn echter te algemeen bekend en gewaardeerd, dan dat wij hetgeen hij daaromtrent zegt, hier zouden behoeven over te nemen. Ons doel toch is hem datgene te laten ver- halenwat nu velen in den laude nieuvv is, hoewel het echter bekend verdient te zijn. „Iets verder van de stad," gaat de heer van 11 nlle voort „ligt de buitenplaats des heeren A. van Lennep, het Manpad tp Heemstede namelijk, De eigeriaar voerde ons er heen in gezelschrtp der heeren C. J. van der Oudermeulenlid van het Hoofdbestuurde Beucker en Waldeckadjunct-seeretaris. Wat wij daar zagen overtrof verre onze verwachting onder boomteellkundig opzigt. Niet alleeu de verschillende kroon- boomen, iu grooten getalle en reeds iu dragtmaar ook jongere en zaailingenpas afgeent, en oudere, van welke heer van Lenneps tuinbaas echte modelboornen, eu dat van uit het zaniling af, wil makeu. Velen waren dan ook reeds np goerlen weg, half en drie-kwart gevormden wij moeten het hier getuigen, er viel weinig of niets op af te keuren. Jonge pyramideneo vooral vollen-wiud-leiboomenwaren perfect goed aangelegdeu de fantazy-vormeri had de heer van Lennep hier zoowel als op de tentoonstelling vertegen- vvoordigd. „Maar waren heer van Lennep's jongere boomen goed zijne reeds zeer oude waren bijzouder belangwekkend. A lie waren in den tijd gebrekkiggevormd, te digt van hout gehouden en jaarlijks te kort gesnoeid geweest. De eene na de andere had men hier takken uitgezaagd, daar andere ingegriffeld; alie had men langer, sommige niet gesnoeid en des zomers aan eene doel- matige nijping ondervvorpen. De uitslag er van was treffend De boomen waren sedert in al hunne deelen gezond geworden en met botten beladen. Zietzegde heer van Lennep ons bijna bij elken boom uiet eene overtuigde voldoening, hier ziet gij het jaar dat ik met UE. op het kongres heb kennis gemaakt. Sedert beb ik het Belgiseh stelsel gaan toepassen en sedert zijn mijne boomen niet meer ruwbemostverhard en knoddig als in hunne oudere lidmatenmaar recht van takken, glad van schors eu gedraagzaam op al hunne deelen. „Heer van Lennep's proefondervindelijk hervormde boomen stellen een wezenlijke school daar, die hij dan ook ter vrije bezigtiging aan de belanghebbenden overlaat. Wij zijn er hem hoogst dankbaar overte meer daar bij onze wete weinig per sonen zooveel tot den vooruitgang der boomteelt, iu Neder land door voorbeelden hebben bijgedragen als heer van Lennep. Aan zijn voorkomendvrieudelijk en herbergzaam karakter moeten wij insgelijks de verdiende huide brengen. Heer A. van Lennep bragt ons in zijne buurt op Bosch en Tlovenbuitenplaats des heeren Miiller. Hier, iu eenen zeer zandigen grond vonden wij uiterst mooije rn.odelpeer- pyramiden die alie zonder de minste uitzondering van boven tot beneden met botten overdekt waren. De koemest en de afval der broeijerijdie van belang was, had hier gelijk overi- gens op de meeste plaatsqn eene groote rol gespeeld. De wijngaarden waren meest op zijn Westlands gekweekt, dat is: enkel een snoer aan den grond voor muren van 1 80 m., en maar twee voor muren van 3 meters hoogte. De draagranken suijdt men sommige op 1 andere op 5 of 6 oogenen de draagscheuten laat men 1.50 m. lengte krijgen, alvorens ze des zomers in te houden. Het kuippen of uitdunnen der trossen wordt zeer streDg toegepast. Wij kunnen dit reeds lang verslag niet eindigen zonder nog een paar woorden bij te voegen over een uitstapje dat wij naar het Haarlemmermeer deden, met heer A. H. van Tienhovente Gorinchem woonachlig en lid van het hoofd bestuur. Na zoo wat een klein uurtje rijdens komt men aan de Ringvaart, en deze over is men op eene vlakte over de 18,000 hectaren groot, en waar, over ruin dan 20 jaren, de grootste schepen elkander kruisteD eene wezenlijke zee was het. „Nu is het reeds sedert jaren, dank aan reuzenwaterwerken herschapenofschoon vijf meters lager liggende dan al de aanpaleude landen en weidenin eeueri der regelmatigst ver- deelde en vruchtbaarste akkers, die wij ooit zagen. Alie duizend meters in de lengte en alie twee honderd meters in de breedte, heeft men afwisselend eenen rijweg en eene aflei- dingsvaart, welks water door drie overgroote machinen in de Ringvaart gepompt wordt, om van daar bij lage tij in de zee gelaten te worden. Daar, waar voor twintig jaren enkel zee- lieden over het golvende water slingerden, wonen thans over de 10,000 inwoners op vasten bodem, bestaan er parochien met hunne protestantscheroomsche en andere kerken, school- gebouwen, mnrkten enz 'tis waarlijk niet te gelooven! Daar ook, bijna nan den overkant van bet meer, had heer van Tienhoven zijnen eigendom. Het is eene overgroote boer- derijTienhoven genaamd, waar er op zoo wat 100 hectaren bouwland en 80 hectaren weide 36 paarden 100 runddieren en het overige in evenredigbeid gehouden wordt, alles zeer praktisch ingerigten, gelijk overigens overal in Holland, van eene onberispelijke reinheid. Boomgaarden of liever kioonfrnit- boomeij had men er ook aangelegd, maar hier ook veel te digt van hout en te laag van kruin. Het eerste nam heer van Tienhoven gewillig aan, maar het tweede punt minder. De zeewindenzeide hij ons, zijn hier te geweldig. En inderdaad, ofschoon men de voorzorg genomen had boschhout-plantingen als windschutters aan te leggen, waren nog al de vruohibuoirien ponder onderscheid, half omgewaaid. „Vele andere meldenswaardige zaken troffen wij hier aan maar wij moeten eindigen. De beste heriunering zullen wij van ons reisje bewarenen bieden onzen hartelijken dank nogmaals aan lie heeren A. 11. van Tienhoven voor zijne vriendelijkheidH. A. Crommelinvoor zijne onbepaalde gaslvrijheid er: aan al degenen die al het mogelijke gedaan hebben om ons verblijf onderrigtend eu aangenaarn te maken te Haarlem en deszelfs omstreken." Veel belangrijks liebben wij deze week niet mede te deelen. Iu Engeland is de aandacht bij voortduring gevestigd op de nieuwe kieswet.wanrbij de geheime stemming (de stembus) wordt ingevoerd. Ofschoon het Lagerhuis deze wet hij derde lezingd. i. voor goed, lieeft aangenomen verwacht men hare verwerping door het Hoogerliuis, bij tweede lezing, niettegeh- staaude zij ook daar de eerste proef doorstaan heelt, nl. bij eerste lezing is goedgekeurd. Als steeds, valt bet ook nu aan de liberalen x uiterst moeijelijk iets er door te krijgen bij de Lords. De tegenwoordigheid van den troonopvolger, en van nog een paar kinderen der koriingin, te Dublin heeft niet belet dat daar een nog al ernstig oproer uitbarstte, ten ge- volge van het, hoewel later ingetrokken verbod van het hou den eener openbare volksvergaderitig. Of de Ieren wannecr zij zoo handelen, zich zullen waard toonen de voor hen en hun land zoo gunstige maatregelenwaartoe de regering van het Vereenigd Koningrijk voornemens is over te gaan, valt zeer te betwijfelen. Iu Frankrijk is de nationale vergadering nog steeds aan het beharidelen van de wet op de departementsraden en aari het kibbelen over het verleeuen van schadevergoediug aan de de- p'arteincnten die door den oorlog zoo zwaar geleden hebben. Over deze twee vooniame punten is de eenstemmigheid lus- schen regering en vertegenwoordiging moeijelijk te verkrijgen. Bovendien bestaat er bij voortduring versehil van gevoelen over het nl of niet verlengen van den duur der aan Thiers opgedtngen bctrekkirig van hoold van het nitvoererid bewind, en over het benoemen van dezen 73-jarigen staatsman tot president der fransche repuhliek. Zijn nieuwe minister van buitenlandsche zaken, de Remusatis 71 jaren ondzoodat men waarlijk niet zeggen kan dat het roer van staat aan jeug- dige, onervaren persoiien is toevertrouwd. Het proces van de eerste reeks der parijsche communemannen dient thans voor den krijgsraad te Versailles; aclittien beschuldigden waarotider de beruchte AssiPaschal Grousset en Courbet staan daar teregt. Het is te hopen dat zij en al hunne me- depligtigen der welverdiende straf niet outgaan. De gisting op kerkelijk gehied. houdt in Buitschland nog niet op; inzonderheid in Zuid-Duitschland staaii de partijen voorstanders en tegenstanders van bet leerstuk van 's pausen onfeilbaarheidscherp tegen elkander over. Uit Italie verneemt men met betrekking tot den pausdat zich te Home eene kommissie heeft gevormd, door welke een manifest is uitgevaardigdhoudende uitnoodiging aan alie katholijken op de geheele wereld tot het sehenken van bijdra- gen om Pius IX den Groote" een gouden troonaan te bieden. De koning van Zweden en Noorwegen heeft den zweedschen rijksdag t it eene buitengewone zittiug bijeengeroepenuitslui- tend ter behandeling van bet ontwerp van reorgatiisatie des legers. Men meldt uit Sloterdijk dd. 5 Augustus: //Ten name van de diakonie ouzer hervormde gemcente, i9 op het grootboek der nationale werkelijke schuld ingeschrev-en een som van 1000, 4 pet. Deze som is een geschenk van iemand te Amsterdam die eigenaar is van een grafstede op ons kerk- hof, en verlangdedat de armen van die gemeente waar reeds het lijk zijner eehtgenoot is ter aarde besteld en later ook zijn stof zal rusten werden vcrkwikt en verblijd. Volgens uitdrukkelijke bepaling van den gever, zal tot dat doel jaarlijks den dag vddr Kersmis eene buitengewone uitdeeling aan de armen geschieden. Deze scbenking, zoo spoedig gevolgd op diewelke onlangs van hier werd berigtis een aangenaarn bewijs van deelueming in het lot onzer behoeftigen. Het goede voorbeeld worde door velen gevolgd." Onlangs vertoonde zich te Schevcningen eene behoeftige vrouw met haar zoontjebeiden in moedernaakten toestand. Door den kommissaris van politie van Schoonboven ondervraagd gaf zij zeer onzamenhangende en verwarde antwoorden, zoodat men dacht met eene waanzinnige te doen te hebben. In bet hulp-gemeentegasthuisje opgenomen en aldaar het noodige voedsel toegediend, heeft zij den nacbt er in doorgebragt en deu volgenden morgen verklaarddat zij in zeer behoeftige en wanhopende omstaudigheden verkeerende, voornemens was zich met haar kind van het leven te berooven en zij zich daarom hadden uitgekleed. Na van kleederen te zijn voorzienzijn zij naar hunne woonplaatsLeiden, overgebragt. De eeuwenoude kermis in de Hoven te Zutphenaan den overkant van den IJsselwelke men anders altijd in de tweede helft der maand Julij vierdemogt dit jaar niet gehouden worden. In plaats daarvan zijn er den 5 dezer gedurende den geheelen dag volksvermakelijkheden gegeven waarvan de kosten door vrijwillige bijdragen onder de welgestelde Hovenaars zijn gevondenzij bestonden in vogelschietenzakloopen, boegsprietloopen, turftelldn lintjesknippen voor de meisjesstroop- en meelhappen voor de jongensalles met eigenaardige prijzen waaronder zeer fraaijevooral die van bet vogelschieten. Het feestdoor heerlijk weder begunstigdis besloten geworden met een landelijk bal, waarbij boerscbe eenvoud en onschuldige vrolijkbeid den boventoon voerden. Door wijlen den heer Johannes Hiddingaoverleden te Heerenveen, zijn de volgende sommen gelegateerd: ann de kerkvoogdij aldaar/10,000, aan de diakonie 2000 aan het blinden-instituut te Amsterdam f 8000,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1871 | | pagina 2