Politick Overzjgt.
11 17 Augustus 1871.
&emeng,cle Itersgten.
De opbrengst der wintergarst wordt mede op die van een
half gewas geraamd.
De zomergarst daarentegen staat even als de haver schoon
te velde; heide beloven eene ruirae opbrengst.
De loekweit en de erwten staan mede veel belovende.
l)e paarden- en duivenboonen staan goedmen verwaclit
een ruirn bescbot.
Het koolzaad is als mislnkt le bescliouwen.
De aardappelen stouden uitmuntend tot. dat de ziekle zich
weder openbaarde, die reeds niet alleen het loot', nianr ook
de knol heeft aangetast. ldierdoor is het uitzigt op een
goeden oogst zeer verminderd.
Ofsclioon op enkele plaatsen het best goed door wind en
hagel schade leed heeft men van den tabak goede verwachting.
De suikerpeen groeit goed en belooft eene mime opbrengst.
Del klavergewaswaarvan de eerste snetle niet meer dan pen
half gewas heelt opgeleverd belooft wat de tweede snede be-
treftruimer opbrengst.
De graslanden hebben, wat de hooge niterwaarden en bin-
nenvelden aangaat, veel gras en liooi opgeleverd. Op de lage
uitervvaardendie tot twee maal toe door rivierwater werden
overstroomdis veel gras verloren gegaan.
De naweiden laten zich goed aanzien.
De boomvrucliten wordenmet uitzondering van pruiraen en
noten, schaars gevoridende voorjaarsvorst heeft zoowel de
kersen als de appelen eri peren doen mislukken.
Het vee is reeds vrij goed gegroeid. De prijs van het vette
vee is bijzonder hoog. De gezondheidstoestaud van den vee-
stapel laat over het algemeen weinig te weuschen over.
Over het geheel genomen schijnt de oogst van 1871 geene
ongunstige uilkomsten te zullen opleveren.
T 0 E S P R A A K
vvaarmede de Heer J. .J. Habselman, als Voorzittcr dbr
Algemeene Vergadering der Geldersche Maatsch. van Landbouw
die Vergadering op den 2 Augustus heeft geopend.
Ik beet U alien welkom op deze plants, en acht mij ge-
lukkig ons otnringd te zien door voorstanders van den landbouw
een tak van bedrijf vvaarvoor ook ik de grootste symphatie
heb. Tiel is feestelijk getooid en geeft daardoor het bewijs
er hoogen prijs op te stellen dat de vergadering hier vvordt
gehouden.
„Uw vertrouwen heeft mij geroepen om deze algemeene ver
gadering als Voorzitter te openen en te leiden. Voor deze
onderscheiding ben ik zeer erkentelijk en heb gemeend die
voor mij nieuwe en dus moeijelijke tank te moeten aanvaarden
in de hoop dat ik zij het dan ook minder volkomen
ten minste eeriigermate aan Uwe verwachting zal kunnen be-
autwoorden.
Het doel der Landbouw-Maatschappijen en ook van deze
algemeene vergadering, is bevordering van vooruitgang. Voor-
uitgang is bovendien het wachtwoord van den tegenwoordigen
tijd, en het komt mij daarom eigenaardig en gepast voor te
dien aanzien bij deze gelegeuheid eenige beschonwingen in 't
midden te brengen.
Op den voorgrond stel ik de vraagwelke zyn bij den land
bouw en veeteelt, in den uitgebreidsten zin van het woordde
meest krachtige factoren van vooruitgang? De vraag is in 't
bijzonder der overweging waardig want, zooals een otule wijze
spreuk zegt, elke verandering is nog geen verbetering." Hoe
inenigvuldig en uiteenloopend zijn beproefde nieuwigheden en
aangewende pogingen van vooruitgang en hoe dikwijls zag men
zich te leur gesteldDit zieude zou men geneigd zijn het
burgerregt te verleenen nan de treurige phrase van den sehrijver,
die zich een allegorisch beeld schiep en den vooruitgang ver-
geleek met een spiraalvormige gekronkelde slang die zich zelve
den staart afbijt.
Hoe dit zij, te groote gehechtheid aan ouden sleur is
evenzeer af te keuren als overdreven veranderingsmatiie. Het
landbouvvbedrijf vooralzal het voordeelig zijn, vordert stabi-
liteit en volharding. Een boom die gestadig wordt verontrust
en verzet, dien men geen rust laat, kan niet tieren en nog veel
minder vruchten geven.
Hetgeen ik hier als in 't voorb'ijgaan, opmerk heeft
natpurlijk niet ten doel om het onbestannbare van vooruitgang
te gaan betoogenmaar juist om vooruitgang te bevorderen
en om te wijzen op de factoren die daartoe het zekersteik
herhanl het, zekerste leiden, en verder kunnen leiden.
„Beantwoorden wij daarom, naar best vermogen, de op
den voorgrond gestelde vraag:
De krachtigste hefboom dan van vooruitgang moetmijns
inziens, gezocht worden in toe«emende behoefte en vraag naar
verbeterde en veredelde landbouwproducten. Naarmate deze
vraag toeneemt, naarmate voor zoodaniae producten hooger
prijzen kunnen worden bedongennaar die mate voelt de Iaml-
bouwer, de veehouder, de warmoezenierde hoomkweeker
de bloemist zich als door eeu onweerstaanbare magt geprikkeld
en aangespoordom zijn bedrijf zoodanig in te rigten en uit
te oefenen, dat zij die vraag kufmen bevredigen en bun be
drijf het meeste voordeel en voldoening geeft. Men verlieze
wijders niet uit het oogdat het landbouwbedrijf, met uit-
zondering der bloementeelt, hoofdzakelijk bestemd is, om te
voorzien in materieele behoeften en het kunstgevoel daarbij uit
den aard der zaak een ondergeschikte rol vervult.
„Ik zal trachten de zooeven geuitte stelling met eenige
voorbeelden te staven.
De Londensche markt mag, geloof ikin de eerste plaats
genoemd worden. De vraag op die markt naar allerlei uit-
gezocht slagtvee, boter, kaas, eijerenvruchten, enz. enz. is
zeker een der krachtigste hefboomen ter .bevordering van vee
teelt hier te lande.
Het beste is daar niet te goed en kan in den regel tegen
hooge prijzen worden van de hand gezet. Het is eene Diet
te loochenen daadzaak, dat vooral onze veestapel alleen daar
door aanmerkelijk is verbeterd en uitgebreid en thans een
hoofdbestanddeel uitmaakt van onzen nationale rijkdom.
„De in den regel in Erankrijk bestaande behoefte aan onze
beste paarden doet den landbouwer gestadig ev op uit zijn
om schoone paarden aan le fokken. Het paardenras wordt
daardoor gaandeweg verbeterd en veredeld.
„Voor vruchtenteeltwarmoezerij en bloementeelt komen
het eerst en voornamelijk in aanmerkiusr rijke groote steden
in eigeu land en naburige landen. Om zich hiervan te over-
tuigen is het voldoende, om te gaan zien en optemerkeu, hoe
vooral in de omgeving van zoodanige steden vruchten groenten
en bloementeelt als 't ware in steeds vooruitgaanden toestand
verkeeren.
,rIk zou deze voorbeelden nog met vcle kunnen vermeerderen
doch de aangestipte zullen voldoende zijn, om dejuistheid in
't licht te stellen dat de vraag naar en de behoefte aan
landbouw-VQortbrengseleri in 't algemeen de meest overheer-
sehende kracht is bij de uitoefening van het landbouwbedrijf.
„Kan er zoo als uit de heantwoording der gestelde vraag
blijkt veel aan den natuurlijken loop der dingen worden
ovcrgelaten, niet met attes is dit't geval. Waar de vraasr naar
landbouw producten toeneemt, de prijzen gestadig stijgen neemt
ook de concurrentie toe. Wij moeten ons in tijds in staat
stellen daaraan het hoofd te kunnen bieden wij moeten zorgen
dat onze producten de meest gewilde zijn, en daartoe is noodig
dat bij hot landbouwbedrijf wetenschap en praktijk hand aan
hand gaan.
Er wordt tegenwoordig in hen die zich met landbouw bezig
houden meer wetenschappelijke opleiding en praktische be-
kwaamheid vereischt dan vroeger. Hierin kan worden voorzien
hoofdzakelijk door een doelmatig ingerigt landbouwonderwijs,
waarbij men vooral voor oojen dierit te houden, dat het land
bouwbedrijf een bovenal praktisch bedrijf is. Engeland, Belgie en
meer andere landen hebben in eigen bodem rijke bronnen voor
een uitgehreid fabriekwezen en bloeijen door fabrieken. Wij
missen die hulpmiddelendoch legden ons in vroegere tijden
schier algemeen op den handel toe. Landbouw stond destijds
niet zoo zeer op den voorgrond als thans. In de laatste tijden
is het de landbouw zoowel bier als in onze Indisehe be-
zittingeu die de hoofdbron van onze welvaart uitmaakt en
die handel en industrie voedt. Kwijnde onze landbouw hier
of in Indie, alles zou kwijnen.
Nu vraag ik wordt dit feit bij de wijze van opleiding onzer
jeugdzoowel voor hier als voor Indie, voldoende voor oogen
gehouden. Bij de hoogere burgerscholen staat de menig'vuldigbeid
van leervakken zoodanig op den voorgrond dat er de degelijkheid
ouder lijden moet en wij op het eenvoudig praktisch gebied
waar een goed ontwikkeld gezond verstand de hoofdrol speelt
weldra overstelpt zullen worden met veel meer geleerdheid dan
voor een eenvoudig bedrijf noodig is. Willen wij, zoowel
hier als in. Indie, met den landbouw ons voordeel blijven
doen, zoo als ons wel begrepen belang vordert, dan dienen
wij in tijds te zorgen, dat ons onderwijs vooral ook aan die
dringende behoefte beantwoordt. In dit opzigtnamelijk in
de bevordering van een doelmatig ingerigt landbouwonderwijs
valt bij hetgeen reeds gedaan is nog veel te doen. Voor eene
Maatschappij van landbouw beschouw ik onder anderen dit
als hare meest eigenaardige roeping en schoonste taak.
„Een tweede stoot is en wordt aan vooruitgang gegeven door
aanwending van meer werktuigelijken arbeid. Er behoort echter
beleid, kennis en tact toe, om te heooideeleu in boever werk-
tuigelijke boven handen-arbeid te verkiezen is. De bakermat
van machinalen arbeid bij den landbouw zijn Amerika en En
gelandmaar waarom? niet omdat werktuigelijke arbeid altijd
en in alles te verkiezen is boven hamlen-arbeid, maar omdat
de laatste dikwijls niet tegen matig loon beschikbaar is. Wat
aan handen ontbreekt moet in dat geval door machines worden
verrigt, als eene wet der noodzakelijkheid. Hieraan is het toe
te schrijven dat geen volk zooveel hebbelijkheid bezit om met
machines om te gaan, om van machines bij den landbouw
partij te trekken als de Amerikanen en Engelschen. Bij hen
is daarop bovendien alles zooveel mogelijk ingerigt. Waar
echter tegen billijk loon voldoende handenarbeid beschikbaar
is, zal daarvan voor vele werkzaamheden gebruik worden ge-
maakt, waar men elders omdat men dit voorregt mist,
machines bezigt. Spoed eu uitsparing van handenarbeid is
eene gewenschte zaak, doch er dient op meer te worden
gelet. Laat ik dit met een eenvoudig voorbeeld duidelijk
maken.
„Appels, peeren en meer ander fruit laten zich spoediger
afschudden en oprapendan ze een voor 66n met zorg te
plukken, dat meer tijd en arbeid vordert. Toeh is het laatste
te verkiezen. Ditzelfde is van toepassing op sommige machines.
Hierdoor verklaart zich het verschijnseldat hier iu onzen
maatschappelijken toestand en gesteldheid van den landbouw,
niet elke machine voldoet waarvan men zich in Amerika of
Engeland bedient. Dit belet echter niet, dat er in dit opzigt
nog veel te doen en te leeren valt. Er zijn reeds verscheidene
machines, die hier als 't ware het burgerregt hebben verkregen
en als een werkelijke vooruitgang kunnen worden beschouwd.
Met kennis en beleidwaartoe een verbeterd onderwijs vee!
kan bijdragen, ligt er ook in dit opzigt nog een ruim veld
voor ons open. Vooral door gaandeweg de bestaande instru-
menten, waarvan men zich bij land- en tuinbouw bedient,
te verbeteren en meer gcschikt voor het gebruik te maken.
„lleb ik stilgestaan en riaar best vermogen in het. licht ge
steld de vooruaamste factoren van vooruitgang, onze taak
dient het ook voornamelijk te zijn om te zorgen dat er bij
den landbouw geen beleuimeringen bestaan of worden in den
weg gelegddie den vooruitgang vertragen of verhinderen.
Goede kommuriikatiemiddelen zoowel te land als te water,
zijn voor den landbouw eene levenskwestie. Er is en wordt
in dit opzigt veel gedaan, doch dit dient nog altijd een punt
van gestadige zorg te blijven uitmaken. Het afvoeren van
overtollig, schadelijk kwelwater voor laag gelegen landen,
verdient nog steeds meerdere aanstrenging en betere middelen.
„De meest gevoelige en hinderlijkste belemmering is gelegen
in het bestaan der tienden. Zij vooral zijn een kwellend be-
zwaar, dat vooruitgang en verbetering vertraagt. Ons doel
dient te zijn om dat op den duur onverdragelijke bezwaar op
de eene of andere wijze uit den weg te ruitnen.
Schoon en van het grootste gewigt is de roeping van de
Maatschappijen van Landbouw. Blijven wij streven naar ophef-
fing van bestaande belemmeringen en naar vooruitgang door
onderwijs en meer andere doelmalige middelen. Laten wij
daaraan onze krachten met zorg en beleid wijden ter bevor
dering der algemeene welvaart, zoowel hier als in onze indisehe
bezittingen. De tentoonstellingen hier straks te openen en te
bezigtigen, zullen, naar ik vertrouw, het bewijs leveren, dat
Gelderland niet ten achter is en niets onbeproefd wil laten
om aan de spits te staan van degelijken vooruitgang."
De Zulphensche Courant bevat het volgende adres
»Aan de gemeenteraden in deze omsfreken,
»Geven met den diepsten eerbied te kennen ondergeteekenden:
Musch, van beroep wormenvreter, woonachtig in een der iepen-
boomen in Zufphens wandeldreven; Spreeuw, van beroep ritnaal-
denverdelger, woonachtig in den toren van Martinet; Yink, van
beroep ringrupsvreter, woonachtig in boulevard CoenenEkst.er,
van beroep politie-beambte in het vogelenrijk, woonachtig in den
elfden populier aan den Warnsveldschen straatwegKraai, van be
roep meikeverpasteibakker, woonachtig op den huize Kraaijenhof
alien tot. dezen behoorlijk gemagtigd door den Hoog Ed. Gestr.
heer Ooijevaar;
»dat zij zich sedcrt onheugelijke jarcu, met behulp hunner talrijke
neven en nichten met den meesten ijver hebben bezig gehouden met
de uitoefening van hun beroep en meer bepaald daar, waar zij
ontwaarden dat land- en tuinman en hoomkweeker hunne hulp
noodig hadden
»dat zij onder uwe aandacht brengen een besluit van den Hoog
Ed. Gestr. heer Ooijevaar, waarbij uitdrukkelijk is bepaald om de
beeren Pad, slakkenverdelgers van beroep, niet in het minst te
verontrusten
»dat zij, blijkens missive van den 10 dezcr maand, door het bestuur
der afdecling Anna-Pautownapolder van de Hollandsche maatschappij
van landbouw zijn uitgenoodigd geworden, op zeer aannemelijke
voorwaarden, hun domicilium naar Noord-Ilolland te verleggen
»dat zij hoogst ongaarne tot zulk eene verhuizing overgaan, uit
boofde der overvloedige gelegenheid, die in deze omstreken nog
bestaat, om hun brood te verdienen
//dat zij, zich grondende op het beginsel dat alle burgers gelijk zijn
voor de wet, zich genoodzaakt zien klagten in te dienen bij uwe
besturen, ter zake van verregaande mishandeling
a om nog niet eens te spreken van de tallooze gevallen van kin-
dcrroof, waarbij dat van den jongen Mortara niet in vergelijking kan
komen, vermeenen ondergeteekenden niet voor u te mogen verzwij-
gen dat een geacht bestuurslid der landbouw-vereeniging in de
Hoven te Zutphen zich niet ontziet op onze regten en vrijheden
den schromelijksten inbreuk te maken, door op zijn bouwland en
in de nabijheid daarvanal wat vliegt te dooden. Zagen wij
aanvankelijk met genoegen die jeugdige vereeniging ontstaan en
reeds in de toekomst menig onzer voor zijne onschatbare diensten
geridderd of gedekoreerd, en als kleine belooning in het strenge
wintersaizoen eenig voedsel ons door haar toegeworpen, eene oorlogs-
verklaring van die zijde doet ons hart van weedom inkrimpen. Al
eisehen wij de haver niet, die wij als paarden verdienen, het
gebeurde gaat alles te buiten wat regt is, wat menschelijk is, wat
verstandig en wat voordeelig is
//redenen waarom
//ondergeteekenden Uwe Edelachtb. met den meesten aandrang
verzoeken, met het oog op de belangen van land- en tninlieden,,
boom- en bloemkweekers, paal en perk te stellen aan alle misbrui-
ken, door vogelvangers eu vogelenschieters eigener autoriteit. inge-
voerd. Mogten er eenige personen zijn, die iemand onzer bij U
Edelachtb. hebben belasterd, door zich te beklagen over zaadroof,
eene eenvoudige opening der magen van de lijken onzer broeders
zal ten voile onze onschuld in het duidelijkste licht stellen, bijaldien
dit ondcrzoek sleehts niet geschiede wanneer de oogst te velde staat,
want als echte communemaimen en leden der internationale brengen
onze heginselen mede«het bevorderen der verdceling van te groote
kapitalen."
n't Welk doende enz.
Muscn. Spreeuw.
»Mij bekend, Vink. Ekster.
//Ooijevaar." Kraai."
Veel nieuws hebben wij deze week niet mede te deelen.
De belangrijkste tijding is, dat in de fransche nationale ver
gadering het voorstel is ingekomen om Thiers voor den tijd
van dlie jaren te benoemen tot president der fransche repu-
bliekdit voorstel heeft veel leans van aanneming, doch al
krijgt de 74-jarige staatsman deze nieuwe, hoogstvereerende
opdragt, is het nog niet gezegd dat Frankrijk drie jaren een
republiek blijft. Wij hopen dat dit wel het geval moge zijn,
niet omdat wij republiekeinschgezind zijn en aan den gemeene-
bestelijken regeringsvorm de voorkeur gevenmaar omdat
wij in die tijdelijke bestendiging van den politieken toestand
het eenige middel zien, vvaardoor het ongelukkige, zwaar ge-
teisterde land zich een weinig zal kunnen herstellen. De
behandeling van het proces der commune-mannen voor den
krijgsraad te Versailles is nog lang niet afgeloopenveel bij
zonder belangwekkends leveren de debatten niet op.
Van groot gewigt voor de toekomst van de politieke ge
steldheid van Europa kan zijn de bijeenkomst die de keizer van
Duitschland met den keizer van Oostenrijlc dezer dagen gehad
heeft.
Te Rotterdam is in den laatsten tijd bij herhaling geblekendat winke-
liers de dupe zijn geworden van eene nieuwe soort industriebij het in
ontvang nemen namelijk van zoogenaamde knappers of rolletjes ad 50 cts.,
waarin zijin plaats van het voile getal centeneen rond stuk kompo-
sitie zonder waarde de plaats innemende van 14 20ook wel 30 centen,
hebben ontvangen.
De Kerkelijke Courant bevat bet volgende berigt uit Sloterdijk
//Een geschil, tusschen den eigenaar en den bewoner van een zeker perceel
in deze gemeente gerezenwerd in dien zin beslistdat de laatsteom
van eene vroeger gesloten verbindtenis te kunnen ontslagen worden zich
verbond voor of op den bepaalden dag aan den predikant ter hand te
stellen eene som van f 1000. Voorts werd bepaalddat die som zou
worden ingeschreven op het Grootboek der-Ned. Werk. Schulden de
renten daarvan zouden strekken ten voordeele van de armen zonder onder-
scbeid van godsdienstige gezindheid die woonachtig zijn in het dorp Slo
terdijk zooals het thans wordt begrensd. De inschrijving is reeds ge-
schied." Het behoeft niet gezegd te worden dat ook deze gifteven
als die van iemand uit Amsterdamwaarvan wij in ons vorig nommer
melding hebben gemaaktdoor de diakonie van Sloterdijk met blijdschap
en dankbaarheid is aanvaard.
De Ned. Sped, is Zaturdag jl. op de helft barer gewone grootte
verschenen. In de rubriek correspondentie wordt de reden van die half-
beid op de volgende wijze medegedeeld: //De redactie van den Nederland-
schen Spectatoroverwegende dat bet te warm is om te lezennog meer
te warm om veel te schrijven en boven alles te warm om veel te zetten
en met de stoompers te drukkengeeft deze week slecbts een half blad
de lezers zullen bij lagere temperatuurscbadeloos gesteld worden."
Er zijn enveloppes in omloop die aan de binnenzijdewaar de gom
is aangebragthelder groen gekleurd zijn. Een chemiscb onderzoek heeft
tot het besluit geleid dat deze kleurstof arsenicum bevaten dat het dus
zeer gevaarlijk is deze enveloppes met de lippen te bevochtigen.
In den ochtend van den 10 dezerten ruim 5 ureis in de stroo-
karton-fabriek te Leeuwarden een versclirikkelijk ongeluk gebeurd. Een
jongeling van 15 jaren geraakte met zijn hoofd tusschen een der machines,
waardoor bet op eene allerdeerlijkste wijze werd gebavend. Nadat hem aan
de fabriek eerst de noodige verbanden werden gelegdis bij naar het stads-
ziekenhuis gebragtdoch men vreest voor zijn leven. Hij is het eenige