- 134 - Verslag- van <lc verwachtingen omtrent den oogst in de provincie Zeeland. 1871. Versing van de verwachtingen omtrent den oogst in de provincie Drenthe in Augustus 1871. Verslag- van tie verwaclitin«en omtrent den oogst in het hertogdom Limbing, 1871. Over teekenen van gepleeg'ilen roofbonw SPoiilielA Over/Jsl. 1824 Augustus 1871. Ocmengde KtcHgtcn. REGTSZAKEN. vele regens. Het gewas kon dan ook rp verre na Diet in de behoeften van het vee voorzienzoodat veel hooiland tot wei- land moest vvorden gebezigd. De lieiwinning was bij gevolg zeer achterlijk. Van de tweede snede heeft men goede verwackting. De gezondheidstoestand van het vee is bevredigend. De longziekle, die in de eerste maanden van het jaar vele offers heeft geeischt, is meer en meer geweken. De zuivel was van goede kwaliteit, docli door de schaarschte van grasvoeder niet rniin. De vruchlboomen staan slecht, deels door de strenge naoht- vorsten in het voorjaar, deels door de rupsen, die vooral aan de kruis- en aalbessen en op enkele plaatsen ook aan de appel- en perenboomen groote schade hebben toegebragt. De appeloogst is als mislukt te beschonwen; de perenboomen zullen waarschijnlijk weinig vruchten daarenboven van slecbte kwaliteit, opleveren. De winter-Atnce bleek na den strengen winter, vooral door de snelle afwisseling van vorstendooi, op weinig uitzondering na, te zijn verloren gegaan. Deze hoofdvrucht is daardoor be- langrijk minder vertegenwoordigd dan in andere jaren. De uitkoinst der voorjaarszaaijingvooral wat de verscheidenheden, Engelsche, Essex en Australische betreft, is boven verwachting goedzoodat men op 25 a 30 bektoliters per heklare scliijnt te mogen rekenen. De rogge heeft als altijd den winter het beste doorgestaan, hoewel in het voorjaar mede een groot gedeclte moest worden omgeploegd. Het overgeblevene stoat vcelal dun te velde, doch heeft zicli goed ontwikkeld. Opbrengst waarschijnlijk niet hooger dan 20 a 25 hektolilers per hektare. De v/\\\i<zx-gerst werd door de vorst geheel veruietigd. De daarvoor in de plaats gebragte Maartsche en zomergerst zijn met uitzondering van eenige streken waar men ten gevolge van de slapheid van het stroo nog al afwijking in hoedanigheid verwacht, zeer goed geslaagd. De uilkomst wordt bij gunstige omstandigheden op 45 hektoliters van de Maartsche en op 40 hektolilers van de zomersoort geschat. De haver is laat, doch voorspoedig gegroeid en belooft eene goede opbrengst, sreschat op 30 a 40, in sommige streken zelfs op 50 hektoliters per hektare. De paardenboonen zijn welig opgegroeid en bij gunstigen bloei meestal goed aangeslagen. De opbrengst. wordt verschillend geraamd, meestal op 2 5 a 30, in enkele streken eehter op 16 hektoliter per hektare. Van de bruine en witte boonen verwacht men door den in het voorjaar vertraagden groei sleehts een middelmatig besehot begroot op 16 a 20 hektoliter per hektare. De erwten vertoonen meestal een gunstigen aanslag en laten 20 a 30 hektoliter per hektare verwachten. llet koolzaad is overal bevroren. Op enkele plaatsen ver- ving men het door zomerkoolzaaddat tot hiertoe gelukkig is geslaagd en voldoende peulzetting vertoont. Het vlas groeide zeer voordeelig op, zoodat men over het algemeen op goede uitkomsten sehijnt te rekenen. Verkoop- prijzen worden opgcgeven van/250 tot /550 per hektare. Van de meelerap is de verwachting niet gunstig. Na den strengen winter en koelen voorzomer blijft zij klein van besehot en gering van hoedanigheid. Ook de nieuwe aanplant werd min of meer beraoeijelijkt en bleef achterlijk in groei. De aardappelen hadden tot dusverre eene gunstige ontwik- keliug. Hoedanigheid en besehot bleken zeer goed te zijn, doch thans begint de gewone ziekte zieh algemeen te vertoonen waardoor de uitkomst (en eenen male onzeker wordt. De beetwortelenmangelwortelen en paardenpeen geven uilzigt op een ruimen oogst. Van de voedergewassen heeft de roode Haver meestal geringe uitkomsten gegeven. Alleen de iAicerne is goed door den win ter gekomenkrachtig opgegroeid en zal eene mime lioe- veelheid hooi opleveren. De wikken, waarmede vele in het voorjaar verstorvene klaver- v el den werden bezel, beloven mede eene ruime opbrengst De hooi- en graslanden zijn eerst laat tot voldoenden wasdom gekomen. Thans is eehter zeer veel voedsel in de weiden tervvijl de hooiopbrengst, ofschoon niet ruim, bevredigend kan worden geacht. De winterrogge heeft door de strenge vorst veel geleden doch zieh later hier en daar hoven verwachting hersteldde aren zijn groot van stuk en goed geladen, zoodat het koren zwaar en ook daardoor de opbrengst waarschijnlijk middelmatig zal zijn; in de veenatreken eehter beter dan in de zandstreken. De zomerrogge heeft veel stroo en goed geladen -aren zoodat de opbrengst zeer goed belooft te worden. De zand- en veen-boekweit heeft in het voorjaar door de vele regens gepaard met koude geleden; ook is ten gevolge van het natte weer het veen sleehts voor een gedeelte gebrand. In de laatste dagen is de boekweit eehter veel bijgekomen en men heeft nog hoop, bij gunstige weersgesteldheid op een meer dan middelmatig gewas. t Haver, garst en paardenboonen staan voordeelig en beloven eene goede opbrengst. De aardappelen staan goed. Hier en daar begint zieh eehter de ziekte te openbaren, in sommige streken in vrij erge mate. Daar de aardappelen, bij 't vorig jaar gerekend, achterlijk zijnis het te voorzien dat zij ten gevolge van de ziekte hier en daar klein van stuk zullen blijveo en een besehot beneden het middelmatige zullen opleveren. De toeilanden hebben in het voorjaar veel geleden door het koude en schrale weer, doch zij herstelden zieh in het laatst van Mei, en leverden sedert dien tijd overvloedig gras op. Ook de hooilanden hebben door de koude en het ijswaar door vele graswortels zijn gestorven veel geleden zoodat de op brengst, van de eerste snede beneden het middelmatige bleef. De tweede snede is beter of belooft beter te zullen worden. De appel- en perenboomen beloven bijzonder weinigappelen zullen er nagenoeg in 't geheel niet komen. De strenge en aanhoudende vorst, maar vooral de nachtvorst op het einde der maand February heeft een uiterst nadeeligen invloed op de wintertarwerogge en gerst uitgeoefend. De oogst dier graansoorten is als schier geheel mislukt te be- schouwen. Van hetgeen gespaard bleef wordt weinig verwacht. De meeste velden zijn in het voorjaar omgeploegd en, bij uitzondering, met zomergewassen ingezaaid. De zomertarwe belooft eene zeer goede opbrengst. Deze wordt, oppervlakkig gerekend, op 25 a 30 hektoliter van de hektare geschat. Ten gevolge van gepleegd bedrog door zaad van wintertarwe, min of meer gemengd met korrels van zomer tarwe, als zaad van deze in den handel te brengenis eehter aan ondersclieidene landbouwers groote schade berokkend. De zomerrogge staat over het algemeen vrij gunstig. De zomergerst geeft zeer gunstige vooruiizigten. Van de spelt verwacht men een uiterst schralen oovst. Over de haver is men ten hoogste veldaan. Met (lit zomer- gewas is dit jaar, ten gevolge van het mislukken der winter- granen eene veel grootere oppervlakte beteeld dan gewoon- lijk het geval is. De boekwvit heeft over het algemeen een gunstig aanzien. De opbrengst der veenboekweit zal waarschijnlijk sleehts mid delmatig wezen. De boonen en erwten zullen een goederi oogst opleveren. De stamboontjes hebben een vrij gllnstig aanzien. De vroege aardappelen, die aauvankelijk veel beloofden verliezen thans veel door de ziekte. De late zijn tot dusverre welig gegroeid. De suilcerbieten en mangelwortels voorspellen een goedeu oogst. Het winterlcoolzaad is slecht gelukt. Van de zomer-oliezaden ziet men niet meer dan een middcl- matigen oogst te gemoet. De cichorei staat vrij goed. Omtrent het vlas en de hennep luiden de meeste berigten gunstig onderseheiden zelfs zeer gunstig. Over de hop is men niet zeer voldaan. De koolraap mag goed genoemd worden. De wortels en knollen beloven eene gunstige opbrengst. De spurrie is zeer goed. De wilcken staan goed te velde. De klaverzoowel de eerste als de tweede snede, de ser- radellajnpinen, het gras en het nagras geven reden tot tevredenheid. Over het fruit wordt in nagenoeg al de berigten geklaagd. In het Tijdschrift voor Volksvlijt leest men worden in een Duitsch weekblad eenige woorden geuit, die wij Nederlanders ook wel mogen ter harte nemen. In plaats van Westphalen, dat hier besproken wordt, kunnen wij ge- rust Nederland stellen althans daar waar het drieslagstelsel en de korenbouwerij op de rivierklei heerschen. „Van het zuivere drieslagstelsel met braak is men in Westphalenreeds sedert eene eeuwteruggekomenen men drijft eene soort van vruchtwisselingmaar grootendeels met eene geheel ver- keerde vruchtopvolgingwaarbij men verzuimt aan den grond de delfstoffelijke bestanddeelen terug te gevendie de oog- sten er aan ontnemen. Wat is het gevolg daarvan Dat men aan den bouwgrond in de eerste plaats het laatste greintje phosphorzuur ontnomen heeftwaardoor thans op plaatsen, waar vroeger van alles groeijen wilde, nu over klavermoei- heidaardappelziekteonwil van tarwe- en garst-groei rogge met lang stroo maar weinig graan, en dergelijke kwa- len meer geklaagd wordt. Rogge wordt hier door den klein- sten boer verkocht, maar het stroo is niet te krijgen. „Zon- der stroo geen rnest," zeggen ze, maar zien niet in dat stroo- mest sleehts stroo, maar graan-mest graan door het ligchaam van het huisdier tot mest verwerktnamelijkalleen graan kan voortbrengen. Ook vatten zij niet datom genoegzaam vee voor den mest te houden, een groot gedeelte van het land veevoeder moet voortbrengen. Het toenemen van het onknxid en verminderen der bevolking ten platten lande ge- tuigt alom van de uitputting der akkers." S. „Langzaam gaat zeker", denkt men te Versailles, en welk besluit de nationale vergadering nldaar ook ncme, met betrek- king tot het gezag van Thiers als hoofd van het, uitvoerend bewind in Frankrijk, er zal niet gezegd kunnen worden dat overijld is te week gegaan. Bij de voorstellen, die op deze zaak betrekking hebben komen dagelijks nieuwe, en de kom- missie, die het eerste voorstel (van Rivet c. s.) had te onder- zoeken, moet nu rapport uitbrengen misschien over zes of nog meer. De uitslag van den strijd tusschen de pnrtijen en die stiijd is nog al hevig, zal zijn: de verlenging van den duur der volmagt reeds te Bordeaux aan Thiers verleend. Hoe zal hij eehter zijne taak volbrengen? Zal hij zijn president der republiek? Zal hij zijn hoofd van het uitvoerend bewind P Zal hij verantwoordelijk zijn? Zal hij in de nationale vergadering het woord mogen voeren? Voor hoe lang zal Frankrijk zieh aan hem toevertrouwen? Op al deze vragen zal binnen kort het antwoord gegeven zijn. Voor het oogenblik eehter bepaalt alles zieh nog tot gissingen, De andere groote handeling, die thans te Versailles wordt volbragtkomt ook niet veel vooruit; wij bedoelen het proces der achttien parijsche communemannen het verhoor van de beschuldigdeii en dat van de getuigen zijn eehter eergisteren afgeloopen, en nog deze week zal men wetcn wat de openbare aanklager in deze zaak, de regeringskom- missaris, tegen hen eischt. In Fhgeland is de zitting van het Parlement geslotenof liever geschorst. De toespraak, bij deze gelegenheid gehouden, was wel ingerigt als las de koningin zelve ze voordoch Victoria was ongesteld en dus verhinderd deze taak te vol brengen namens haar werd dus door den lord-kanselier den leden van het Hooger- en Lagerhuis medegedeeld al wat de vorstin hun zou gezegd hebben. In Oostenrijk heerscht groote gistingbij gelegenheid van de ophandeu zijnde verkiezingen voor de Tweede Kamer van den Rijksraad en voor eenige Landdagen deze ligchampn zijn ontbonden geworden, omdat de meerderheid der leden duitsch- gezind is, dat wil zeggen: het cisleithaansche kabinet Hohen- wart bestrijdt. Niets wordt onbeproefd gelaten om deze meerderheid nog meer duitschgezind en de duitscbgezinde meerderheid nog talrijker te maken dan nu het geval was. De keizer van dien Staat zal weldra een tegenbezoek brengen aan den keizer van Duitschlanddaar deze hem op oosten- rijksch grondgebied een visite is komen brengen. Ook de eerste staatsdienaren van deze twee souvereinenvon Beust en von Bismarck, hebben te Gastein eenige bijeenkomsten gehaddie uog door andere, gevolgd zullen worden. Spanje heeft weer geld noodig; als het met zijne nieuwe leening een zoo gunstigen uitslag heeft als die waarop de Vereenigde Staten van Noord-Amerika kunnen bogendan mag het zieh gelukkig rekenen. In Duitschland, voomamelijk in Beijeren, wordt de strijd op kerkelijk gebied onvermoeid voortgezet, en elken dag levert op nieuw het bewijsdat de koning van dit land en zijne regering niet afzien van hun besluit, om prof. Dollinger, dim moedigen bestrijder der onfeilbaarheidsleerde hand bo ven het hoofd te houden. Twee souvereinen bevinden zieh thans buiten hunne staten: de keizer van Brazilie en de koning van Griekenland. Dezer dagen heeft zieh te Alkmaar het vreemde geval voorgedaan dat ieraand die eene portefeuille met waarde gevonden heeftzieh daarover beklaagt. De vinder heeft aan den commissaris van politie dadelijk daar van kennis gegeven, doch nu bevveert de verliezer dat aan den inhoud een bankbiljet van 300 ontbreekt. Niet alleen dat zijne eerlijkheid en moeite tot heden onbeloond zijnmaar nu rust nog min of meer de verdenking op hem dat hij het bankbiljet verduisterd kan hebben. In de Alkm. Cou- rant wordt het biljet eenigzins uitgeduid en men verzocht kennis te geven aan den commissaris van politie aldaar, wanneer het soms in betaling mogt worden aangeboden. Aan de badplaats te Zandvoort heeft een Duitsch rentenier in het water een beroerte gekregen. Hij was pas van tafel opgestaan (een tijd- stip, dat om te baden altijd zeer wordt afgekeurd) en had geweigerd den persoon mede te nemen die de badenden gewoonlijk vergezelt. Hij was dan waarschijnlijk ook al dood, eer het water hem verstikken kon. Werd onlangs in verschillende dagbladen berigtdat aan de leerlin- gen der brei- en naaischool te Wassenaar van wege H. K. H. Prinses Ma rie een aandenken was geschonken, bestaande in een zilveren naaldenkoker en vingerhoed dan ma<* ook niet verzwegen worden, dat aan de onderwij- zeressen, mejufvr. P. Keck en mejufvr. S. M. Both, weinige dagen later, ieder een gouden cylinder-horologieals souvenir van wege de Prinses werd aangeboden. In d6 schouwburgzaal van Lourens te Rotterdamzijn de kleederen van een der zangeressen door een oubekende oorzaak in brand geraakt, waarop zij van het tooneel in de zaal sprong. Daardoor 'deelde de vlam zieh aan het tooneel en de daarbij geplaatste bloemen mede. De zangeres heeft daarbij zulke ernstige brandwonden bekomen dat zij sedert aan de gevolgen daarvan in het Ziekenhuis is overleden. Een kuiper te Tilburg, M. S. genaamd, heeft aangifte gedaan van de geboorte van zijn drie-en-twintigste kind. Door onvoorzigtigheid is te 's Hage een ongeluk gebeurd. Een jon- gen van omstreeks acht- jarentrok uit baldadigheid op de Heerengraeht aldaar aan den staart van een der paarden, die van het land kwamen. Het paard gaf hem daarop een slag met een zijner arhterpootenwaardoor hij zoodanig getroffen werd, dat hij dood ter neder stortte. In het dorp Arum is een arbeider van het rijtuig gevallen en zooda nig aan het hoofd gekwetst, dat hij niet buiten gevaar is tervvijl een an- der arbeiderdie voor eene menschlievende daad een rijksdaalder present kreegdezen besteeddc voor den aankoop van een lot //Weerbaarheld'> en daarop f 1000 trok. Het lot bedeelt al zeer verschillend. Te Nieuwediep is een zeer noodlottig voorval gebeurd. Er lag een schip op de reede in quarantaine, waarnaast een vlet met twee opvarenden om assistentie te biedeu. Het vaartuigwaarmede de doctor van boord zou worden gehaald, kwam met harde bries en zware deihing aanzeilen en moestom niet op de sloep te loopenwaarin de doctor van boord was afgezet, met alle kracht loevenmaar liep nu op de eerstgenoemde vlet waarin nog een der beide vletterlieden zat. Het gevaar zier.de aankomen deed hij nog eeu wanhopige poging om het schip op te enteren, maar reeds had de scherpe voorsteven hem bereikt, die den ongelukkigen jongeling te gen het schip verpletterde. Hij werd oogenblikkelijk opgenomen, maar gaf geen teeken van leven meer. Voor ongeveer een jaar was zijn broeder op een niet minder noodlottige wijze om het leven gekomen namelijkdoor het omslaan van een sloep in zee, De hoogbejaarde gebrekkige ouders ver liezen door dit treurig voorval hun laatsteu steun. Generaal Mantenffel heeft onlangs den heer Saint Vallier officieel aan- gekondigd, dat de Pruissische troepen Enghien zullen ontruimen. De Francedit berigt mededeelendevoegt er bijdat zeker niemand zieh door die tijding gelukkiger zal gevoelen dan de heer Villemessanthoofd - redacteur van den Figaro, die aldaar eene prachtige villa heeft, welke ge- durende langen tijd door de Pruissen bezet was. Zij oefenden er een regt van wedervergelding op eigen hand uit. Zoodra namelijk de Figaro en het blad is er voor bekend, een hatelijk artikel of een vuilaardige ziusnede tegen de Duitschers behclsde, hakten zij een boom in het park om, op de rij af, en, maakte Villemessant het in zijn blad wat heel erg, dan werd een bijzonder schoone boom uitgezocht en geveld. Had de bezetting nog veertien dagen geduurdzegt de France, en ware Villemessant blijven schimpen dan zou van zijn geheele park geen enkele boom overeind ge- bleven zijn. Het werd dus lioog tijd dat de Pruissen aftrokken. Gednrende de laatste weken heeft de Engelsche regering eenige proe- ven doen nemen met patronen uit de schiet-katoenfabriek van de heeren Prentice als uitslag dezer proeven werd aangenomendat die patronen niet onderhevig waren aan ontploffing. Dit werd eehter op eene treurige wijze gelogenstraft. Er ontstond eene ontploffing in het mngazijn van schietkatoeu die aan 12 menschen het leven kostte en 40 deerlijk ver- wondde. De heer G. H. Prentice en de heer William Prentice, zoon van den oudsten deelgenoot der firmawaren bezig eene kist patronen aan het gevaar, waaraan eenige brandende gebouwen ze blootstelden, te onttrekken, toen de patronen sprongen en beide heeren werden natuurlijk onmiddellijk gedood. Het magazijn bevatte 12 ton gewigt sehietkatoen, en de slag werd op vier a vijf uren afstand gehoord. De gebouwen der fabriek liggen in puinvan verscheidene huizen zijn de daken afgeslagen en zeer vele glazen van kerkvenstersv en van woonhuizen zijn verbrijzeld. Nog een slagtoffer van den fransch-duitschen oorlog. Een jeugdig fransch officieruit Duitschland in Erankrijk teruggekeerd komt bij zijne zuster, verneemt dat zij met een pruissisch officier gehuwd is en eischt van haar dat zij eene echtscheiding zal vragen. De jonge vrouw weigert aau dien eisch te voldoenwaarop de officier zijnen schoonbroeder gaat opzoe- ken en hem een slag in het aangezigt geeft. Een tweegevecht is hiervan het gevolg en de fransche officier blijft dood op het zoogenaamde bed van eer. De arme vrouw, den dood van haar broeder verncmendewordt door waanzin overvallen, springt in het water en wordt als lijk er uitgehaald. Woensdag 16 Augustus j. 1. werd voor het provinoiaal geregts- hof in Noord-Holland behandeld eene opligterij gepaard met valschheid in onderhandsehe geschriften, die men onder de merk- waardiee handelingen van die soort kan rekenen. Een zekerc Johann Egly of Egli, geboren te Dura ten bij Zurich, heeft zieh namelijk in 1869 en 1870 te Amsterdam voorgedaan als Alfred baron von Liebenstein. Onder dien naam en onder allerlei bedriegelijke voor- wendsels en verhalen, is het hem gelukt van een winkelier aldaar een bedrag van circa f 4000 en van een medicinae doctor een dito van ongeveer f 700 meester te worden. Hij zou namelijk, volgens opgaven van getuigen, den winkelier met zijne vrouw en twee dochters, op een avond gedurende do kermis van 1869, in het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1871 | | pagina 2