Suikerbiet te vervoederen
isin de oogen van sommigenvrij wat voordeeliger dan om
die aan de suikerfabriek te leveren en zich met het terug
ontvangen der pnlpe te vergenoegen. Dat het niet in de
hersenen van een' goeden denkenden landbouwer opkomt om
zonder terug-ontvangst van pulpe, de suikerbiet te leveren
veronderstelt men algemeen in het noorden van Frankrijk
vanwaar het hiemavolgende ontleend is. Bietwortelen telen
zonder meer mest-makenten gevolge van het pulpe-voederen
beschouwt men als onvergeeflijkenop den duur den boer ver-
armenden roofbouw. De meeste onzer Nederlandsche bieten-
telerszoo niet aliendenken er anders overen zullen vroeg
of laat het verkeerde daarvan ondervinden.
Politick Overzi^t.
12 18 Jan. 1872.
Cilemeiigde Iferigten.
/Sngcsonben.
De Cornelia en Sophia IVaai- en Breischool te Abbeues.
zoo gemakkelijk, dat er volstrekt geen raeer dan gewone lig-
chaamskraeht of liandigheid wordt vereischtom dien in wer-
king te brengen en te houden. Het behoeft wel niet gezegd
te worden, dat zulk een werktuig tevens alle waarborg ople-
vert, dat men brood eet van zuiver meel."
In het TijdschriltBe Volhsvlijt"leest men
De vraag omtrent het al dan niet voordeelige van vee-
voederen op stal wordt op de volgende wijs becijferd door
een landbouwer uit de omstreken van Rijssel, die in 1870
ten gevolge van den oorlog, zijne 190,000 kilogr. verbouwde
suikerbieten niet aan de fabriek geleverd, maar op stal aan
zijn vee vervoederd had.
350 gewigtsdeelen suikerbiet leverden zooveel voederwaarde
als 100 deelen hooi en eveneens 350 deelen pulpe, terwijl
het hooi op 100 gulden de 1000 kilogram gesteld wordt
en men de suikerbiet tegen 7.50 gulden de 1000 kilogram
aan de fabriek betaalde. 1000 kilogram suikerbiet worden
geacht 650 kilogram pulpe te leveren.
AaD de fabriek geleverd zou dus de landbouwer voor zijne
190,000 kilogram suikerbiet ontvangen hebben 1425 gl.
en terug 123 500 kilogram pulpe, waard 3520
4945 gl.
190,000 kilogram suikerbiet als veevoeder heb
ben daarentegen eene waarde van5429
zoodat het vervoederen eene winst geeft van. 484 gl.
of op elke 1000 kilogram suikerbiet van. 5.10
De 1000 kilogram pulpe wordt hier alzoo op eene waarde,
als voeder, van 28.60 gulden gesteld, en dit is zeker
evenzeer te hoog als de bepaling van het hooi op 1 00 gulden.
Een ander Franschman merkt dit op en stelt den prijs van
pulpe op 4 tot 5 gulden de 1000 kilogram; maar dit is
weder te weinig. Hier te lande is zij aan de fabrieken te
verkrijgen voor 8 gulden. De suikerbieten worden daar gele
verd voor 8 tot 11 gulden de 1000 kilogram, laat zijn 9.50
gulden, en het koehooi gold in 1870 te Amsterdam 36
gulden. Deze prijzen op de bovenstaande opgaven toegepast,
verkrijgt men:
190,000 kilogram biet aan de fabriek geleverd 1805 gl.
123 500 kilogram pulpe terug, waard 988
2793 gl.
Waarde als veevoeder van 190 000 kilogram
suikerbiet, (350 als 100 pond hooi) 1669
Zoodat hier het vervoederen een verlies zoude
hebben gegeven van1124 gl.
Ilieruit blijkt dat het voordeel van vervoederen boven het
verwerken tot suiker nog bij lange navoor ons althansniet
is uitgemaaktmaar nog wel eens naauwkeuriger becijferingen
behoeft. S.
Nog is de netelige belasting-diskussie in de nationale ver-
gadering van Frankrijk niet ten einde; nog weten de Fran-
schen niet wat en hoeveel ten behoeve van 's lands scbat-
kist van hen gevorderd zal worden boven en behalve hetgeen
zij reeds opbrengen. De voordragt van de regering belrelfende
deze zaak valt niet in den smaak van de volksvertegenwoor-
diging, en het verzet van deze tegen de ontworpen belasting
op de gfondstuffen wordt versterkt door tallooze adressen
van duizenden en duizenden onderleekeningen voorzien. Thiers
doet zijn uiterste best om als overwinnaar uit den strijd te
treden en wordt hierin krachtig ondersteund door zijnen mi
nister van financier)maar het is en blijft zeer onzeker of
liunne protektionistlsche begrippen de zege zullen belialen in
dien fellen strijd met de liberale beginselen, welke, in overeen-
stemming met den tijdgeest, al meer en meer ingang vinden.
Het besehermend stelsel, dat Thiers weder ten eenenmale in
toepassing wil brengenmet welk doel hij ook de handels-
traktaten wenscht op te zeggen door Frankrijk met Engeland
Belgie enz. geslotenheeftte oordeelen naar den toestand
van het oogenblik, al bitter weinig kans de goedkeuring van
de nationale vergadering weg te dragen.
In Entjeland steekt nu en dan de republiekeinsehe partij
het hoofd op, dochgelijk te verwachten is, telken keere
vruchteloos. Een der drie afdeelingen waaruit het rijk van
koningin Victoria bestaat, t. w. Ierland, blijft aanhoudend in
gisting verkeeren ten gevolge van het woelen der fenians, van
de volksopruijers, die Ierland wel onder het gezag der brit-
sche Kroon willen laten, maar voor dit land een afzonderlijk
parlement, een afzonderlijk stelletje ministers verlangen op de
wijze zooals een en ander eenige jaren geleden in Hongarije
als deel van de oostenrijksche monarchicis tot stand gekomen.
Bekend is het dat een ander onderdeel van Oostenrijkeen
ander zoogenaamd kroonland, niet zoo gemakkelijk in dienzelfden
toestand zal geraken, als waarin Hongarije reeds verkeert en al
aan Gallicie is toegezegd. Bohemen nl. heeft tot dusverre
weinig kunnen uitrigten met zijne vertoogen dienaangaande
en de boheemsche landdag moge nog zooveel bekluiten nemen,
het cisleithaansche kabinet te Weenen is alles behalve geneigd
om aan dien wensch gehoor te geven. Keizer Frans Jozef
heeft twee nieuwe ministers van financien benoemddeze
souverein heeft namelijk aan 6en niet genoeg; of 's rijks geld-
middelen er door gebaat of geschaad wordenweten wij niet
te beoordeelen; als rijksminister van financien is opgetreden
de heer Holzgethan en als cisleithaanseh minister van finan
cien de heer De Pretis. Van oneeninheid tusschen deze twee
hoofden van een der gewigtigste departement.en van algemeen
bestnur is olis nog niets ter oore gekomen.
Tn Pruissen treedt de heer von Miihler af als minister van
onderwijs en eeredienst; zijn opvolger zal zeer zeker afwijken
van de beginselen, die tot dusverre bij de pruissische regering
gegolden hebben op het gebied van onderwijs, en waartegen
de liberalen altoos strijd hebben gevoerd.
De italiaansche minister van financien zit, bijna even erg in
de klem als zijn fransche kollega; ook tegen de belasting-
ontwerpen van den heer Sella openbaart zich een krachtig
verzet.
De koning van Zweden en Noorwegen heeft gisteren de sit
ting van den zweedsehen Bijksraad geopend met een troon-
rede, waarin o. a. gezegd wordt dat geen voorstellen tot
leger-reorganisatie te verwachten zijn. Wij vinden het zeer ver-
slandig van den koning en zijne ministers dat zij, vooreerst
althans, eene zaak laten rustenwier regeling reeds zoo dik-
wijls is beproefdzonder dat zij kon tot stand komen. Alle
ontwerpen van wet belreffende de militaire aangelegenheden
zijn tot dusverre zonder eenige genade afgekeurd geworden
en in dit opzigt is de zweedsche rijksdag wel eenigermate te
vergelijken bij den amsterdamschen gemeenteraaddie reeds
jaren achtereen alle voorstellen, welke op de verbetering van de
bestaande of tot den bouw van nieuwe gasthuizen betrekking
hebben onmededoogend afkenrt.
In ZmiUerland is men druk bezig met de herziening der
grondwet.
Japan is op den weg zich te europa'iseren (nieuw woord
heden voor het eerst gebruikt).
Door den kerkeraad der herv. gemeente te Aalsmeer is pnbliek aanbesteed
het bouwen van een nieuw en het amoveren van het oude wees- en armen-
huis. Het werk is aangenomen door den heer D. Been aldaar voor/13,649.
Bit Sloten (N.-Holland) wordt gemeld //Aan den Overtoom, onder
deze gemeente, heeft een zeer tragisch voorval diepen indruk geinaakt. Een
tapper kreeg over een beuzeling met zijn vrouw een hevigen twist, die
weldra zoo hoog liep, dat de vrouw, die de veroiigelijkte partij scheen te
zijn, in hartstogtelijke opgewoudenheid het besluit nam zich te dooden.
Bij het water gekomen, bedacht zij zich, keerde naar huis terug, greep
haar kind, dat zij zorgvuldig in haar kleederen wikkelde, en sprong met
dien last in de diepe" sluis. Gelukkig werd haar wanhopige daad opge-
merkt, en moeder en kind beiden werden gered. Maar also? deze gebcur-
tenis nog niet treurig genoeg ware, heeft nu de man vervolging tegen zijn
vrouw ingesteld, wegens poging tot moord op hun kind!
Te Antwerpen heeft men een dronkaard, die niet meer op zijn beenen
kon staan, in een zak gestoken en in een voddenhuis te koop aangehoden.
Dezer dagen verspreidde zich door Rijssel het gerucht, dat twee
huizen in de rue des Tanneurs iugestort en verscheidene persouen onder
de puinhoopen begraven waren. Spoedig was eene groote menigte op de
plaats des onheils bijeen en stelde alle pogingen tot redding m het werk.
Dit ging echter door de groote massa puin niet gemakkelijk. De muur
tusschen twee naast elkander geiegen huizen, waarvan een onbewoond en
het andere een druk bezochte herberg was, was ingestort op,een oogenblik,
dat in het eene huis achttien personen aanwezig waren. Men vreesde het
ergste omtrent het lot dier ongelukkigen, doch als door een wonder zijn
alien gespaard gebleven. Door het gekraak gewaarschuwd, hadden ver
scheidene van hen gelegenheid zich onder en achter stevige voorwerpen eene
schuilplaats te bezorgen. Onder een tafel vond men vier personen, die hij
het instorten met kaartspel bezig waren een van hen hield de kaarten
nog in de hand geklemd. Allen werden ten slotte uit hun onaangename
positie bevrijd.
In den nacht van 5 op 6 Januarij werd de aandacht van eenige
voetgangers gewekt door een buitengewone hoeveelheid water in den polder
van "het dorp Oldelamer. Onraad vermoedende, hegaven zij zich" terstond
op weg naar de Scheene, eene vaart waarin het water van den aangrenzenden
polder van Oldetryne geloosd wordt. Daar betrapten zij op heeterdaad een
inwoner van laatstgenoemd dorp, bezig met het doorsteken van de water-
keering. Inspanning van vele krachten was noodig om den reeds op vijftien
verschillende plaatsen doorgegraven dijk te herstellen. De wensch om zijn
eigen stukje land van het overtollige water te bevrijden, had hem ver-
moedelijk tot het misdrijf hewogen. Van het gebeurde is terstond aangifte
gedaan.
Het gehouw Odeon te Zwolle, waar in den regel de notarissen hunne
openhare verkoopingen houden, is het tooneel geweest van een vreeselijk
ongeluk. De henedenzalen zonden gebruikt worden voor een bal, door mr.
van Roijen, notaris aldaar, te geven. Dientengevolge werden de publieke
verkoopingen op de 2de etage gehouden, die niet ruim is. Door de groote
hoeveelheid menschen, die de verkoopingen bijwoonde, viel de heer ter
Moolen, mr. metselaar aldaar, van de trappen, en bleef beneden dood
liggen. Men stelle zich het oogenblik voor, toen de vrouw bij het lijk
van harcn man kwam. Negen kinderen treuren met de diepbedroefde
moeder om het onherstelbaar verlies.
Dit Giethoorn meldt men van 10 Januarij: De familie Migchels,
wonende in de buurtschap Jonen alhier, heeft in de vorige week weer een
daai van zelfopofferende menschenliefde verrigt, die wij gaarne aan de ver-
getelheid ontrukken. De zaak was deze: schipper A. Groenenherg, van
Zwolle, was Dingsdag met hout geladen van de Ronduite naar Steenwijk
vertrokken, doch had een noodboot meegekregen, voor het geval, dat hij
tusschen het opschuivende ijs inogt geraken. Door een onvoorzien toeval
werd de boot in den grond gevaren en weldra raakte hij in het Beulaker
Wijde, bij Jonen, in onmagt, en niettegen staan de schipper IT. van Gulik,
van Blokzijl, hem alle hulp bood, was het dezen niet mogelijk het huisgezin
te redden. Reeds was het Vrijdag geworden en nog zat het vaartuig met
zijne in doodelijken angst verkeerende hemanning tusschen de ijsschotsen.
Naauwelijks bemerkte de familie Migchels, uit 4 personen bestaande, als-
mede de persoon van K. Petten, de noodvlag, of zij aanvaardden den ge-
vaarlijken togt om hulp te bieden; hetwelk hun dan ook, na het aan-
wenden van bijna ongeloofelijke krachtsinspanning en het trotseren van vele
gevaren mogt gelukken. De opvarenden zijn gered eu behouden te Steenwijk
aangekomen. Een der edelmoedige redders, J. R. Migchels, was voor om-
streeks 9 jaren het eerst bij de hand om een tooneelist, zoon van de familie
Wery, hoewel reeds levenloos, uit het water te halen 2 jaren later redde
hij zijn hroeder het leven en in 1870 haalde hij met trotsering van ge
varen twee jongelingen uit een zeer diepen kolk uit het ijs, nahij den
Zeedijk, doeh die ook heiden reeds den geest hadden gegeven.
Te Bakhuizen is eene vrouw bevallen van vier kinderen.
Zondag jl. ten ongeveer 3 ure des namiddagsis er niet ver van
Baarle een dorpje in de nabijheid van Tilburg, een afschuwelijke moord
gepleegd. Een jonge boerendochteroud 24 jaren, die met hare zuster
huiswaarts keerde, werd plotseling aangevallen door een boerenknaap van
22 jarendie vroeger met de verslagene verkeerde en die vergeefs beproefd
had, de oude betrekking weder aan te knoopen. Hij bragt haar met een
mes verschillende wonden in het aangezigt toe, die haar deerlijk misvormden
totdat een wond in de slagader haar het leven benam. De zuster had het
met angst op een loopen gezet. De justitie uit Breda was 's avonds op de
plaats en stelde een onderzoek in, dat de boveugemelde feiten aanhetlicht
bragt. De onmiddellijk gearresteerde misdadiger heeftzelfs in tegenwoor-
digheid van het lijk van zijn slagtoffer, alle schuld ontkend, terwijl de
aanschouwing van het lijk hem op het eerste oogenblik schier deed bezwijmen.
Den 14 dezer, ten ongeveer 6 ure is een brand uitgebarsten aan de
meekrapfabriek van den heer Zocher, even huiten Haarlem, onderSchoten.
De brand heeft veel schade aangerigt, zoowel aan fabriekaat als aan de werk-
tuigen. Gelukkig zijn de pakhuizen bewaard gebleven die aan de waterzijde
staan, waar nog al veel waarde aan meekrap in geborgen moet zijn. Al
de 12 stadsbrandspuiten met het personeel hebben goedc diensten bewezen.
In den middag ten 3 ure kon men berekenen dat de laatste spuit met de
manschap kon inrukken.
Uit Sloterdijk wordt gemeld Als krachtig bewijs van de heilzame
werking der vaccinatie kan dienen, dat van de 850 geemployeerden der
Nederlandsche Palmitinefabriek,' in de nabijheid dezer gemeente, slechts
twee door de heerschende pokken-epidemie zijn aangetast. Het waren juist
de twee personen, die zich dc herinenting niet wilden laten welgevallen.
De overigen zijn geheel ongedeerd gebleven.
In de zaal Valentino te Parijs, is een eigenaardig feest, hetfeestder
kappers, gevierd, t. w. het jaarlijksche halgegeven door de kappersvereeniging
tot onderling hulpbetoon. Een wedstrijd van dameskappers ging aan het
hal vooraf. Dertig jonge meisjes en vrouwen waren uitgenoodigd op een
estrade te komen, waar evenveel kappers het haar dezer dames losmaakten
en hunne artistieke bekwaamheid toonden op de kopjes der sehoonen.
Tien minuten later waren alle dertig gekapt, deze a la Marie Antoinette,
een andere a la Henri III, een derde a I'Agrippineenz. Nadat de wed
strijd was afgeloopon, defileerden de pasgekapte dames aan den arm der
kommissarisseu door de zaal en besliste de jury, wie de ovcrwinning had
hehaald. Een gouden medaille was de belooning voor den roi des coiffeurs,
met de reine du bal, n. 1. de dame, welke hij had gekapt.
Onder de 750 ledcn der nationale republiekeinsehe vergadering in Frank
rijk, zijn1 prins, de prins van Joinville; 1 aartsbisschop, mr. Dupanloup;
7 hertogen, waaronder de hertog van Aumale; 8 vicomtes; 12 haronnen;
28 markiezen; 43 graven; 20 generaals; 6 admiraals; 3 kolonels, en
2 dokters.
De fransche krijgsraad zal weldra een deserteur te vonnissen
hebben, die voor en gedurende het beleg van Parijs, als een echte
gaauwdief, van de omstanaigheden partij heeft weten te trekken.
Charles Dupont, vergulder van beroep, twintig jaar oud, had vrij-
willig, voor zoo lang de oorlog duurde, dienst genomen, bij het 18e
bataillon jagers te voet. Terwijl hij te Yincennes in garnizoen lag,
haalde hij zich tien dagen politiezaal op den hals. Door deze straf
verbitterd, deserteerde hij, hing den linkerarm in een draagband,
en dekoreerde zich met het legioen van ecr, de militaire medaille
en de i/medaile des sauveteurs". Ziedaar zijn gereedschap, en hij
werkte er behendig mee. Geruimen tijd had hij een goed en ge
makkelijk leventje. Hij bezocht de koffijhuizen en restauratien
ieder wilde den jongen, dapperen gekwetste onthalen en helpen, en
hem, die voor het vaderland in den moorddadigen slag bij Grave-
lotte zoo ongelukkig geworden was, goed doen.
Op zekeren dag was de fortuin hem biizonder gunstig. Hij wan-
delde in de Jardin des plantes, uitkijkende wien hij het best meende
te zullen kunnen plukken, en ontmoette een der voornaamste pro-
fessoren aan die inrigting verbonden, den heer B. Het was juist
in den tijd dat de Parijzenaars gewonden ter verpleging aan hun
huis liamen en de heer B. had er reeds een onder zijn dak. Doeh
Dupont boezemde hem door zijn goed voorkomen, zijn wond, zijn
dekoratien, zoo veel belangstelling in, dat hij ook hem uitnoodigde
zijn intrek te zijnen huize te nemen. Dupont bedacht zich geen
oogenblik en hij had cr een leven als in Luilekkerland. Het
beste was voor den jongen gekwetste niet te goed hij werd als
kind des huizes bebandeld, en die geest van welwillendheid deelde
zich mede tot zelfs aan de vrienden van den heer B., die den
»held van Gravelotte" aan zijn huis hadden leereu kennen. Hij
werd overladen met uitnoodigiugenmen betwistte elkander zijn
gezelscbap. Hij sliep in de kamer en op het bed van den zoon
des heeren B. Zijn beurs werd getrouw gevuld. Er bleef hem
niets te wenschen. Op zekeren dag, dat hij uitgegaan was en
wat veel verteerd had, bragt hij zijn ridderkruis naar de bank van
leening. Onbeschaamd ging hij ongedekoreerd weder naar huis.
Zijn verzorger merkte het gemis van het insigne op. Dupont ver-
haalde dat hij in een koffijhuis zoo omhelsd was, en men zich zoo
om hem verdrongen had, dat het ringetje, waaraan het kruis be-
vestigd zat, gebroken was en hij het op die wijze verloren had.
Dat kon de goede professor niet aanzien, Zijn hartelijkheid v.oor
Dupont giug zoo ver, dat hij het ridderkrnis van zijn eigen borst
nam en het op den rok van Dupont hechtte. Geruimen tijd
duurde dat zorgeiooze leventje voort. Dupont verhaalde maar uit
en daarna van Gravelotte, van de drie kogels die hij in den arm
had gekregen enz. euz., ging trcuw alle dagen, zoo het heette,
naar de verbandplaats te Val—de-Grace, en kwam stipt met een
medicijnflescbje terug. Niets ontbrak aan het bedrog. Maar - was
de Jardin des plantes zijn gelnk geweest, zij werd ook zijn on
geluk. Een kapitein der Jagers ontmoet en ondervraagt hem.
Dupont is dadelijk klaar, en snijdt het verhaal zijner heldendaden
te Gravelotte op, - zoiider te denken, dat hij, helaas, juist een
offieier van het 18e bataillon voor zich had, waarbij hij, en slechts
een blaauwe.n Maandag, te Yincennes gestaan bad. De. kapitein
luisterde aandachtig, kreeg argwaan en vroeg hem of hij kapitein
X (hier noemde de kapitein zijn eigen naam) ook gekend had.
//Gekend!" riep Dupont uit, #nu, dat'zou ik denken! Een eerste
schavuit De kapitein gaf den armen gewonde een geweldigen
oorveeg, rukte hem het ridderkruis van de borst en liet hem da
delijk voor den kommissaris van politie brengen. Daar werd alles
ontdekt, zijn arm onderzocht en volkomen gaaf bevonden. De
gansehe opligterij was nit, en Dupont zal thans niet slechts als
deserteur, maar bovendien wegens bedriegelijke handelingen en
onwettig dragen van dekoratien teregt staan.
Met is lhans een jaar geleden, dat bovengenoemde nuttige
stichting te Abbenes gevestigd werd. Gelijk iedere zaak,
welke iets goeds beoogt, aanvankelijk hare bestrijders vindt,
zoo ook deze. De tegenwerkiDg kwam echter van eene zijde
van welke zij het minst verwaclit was. Hoofdzakelijk scheen
dit zijn oorsprong te vindeu in de vervanging van de eerste
onderwijzeres door eene andere. Behalve huiselijke omstan-
digheden, drong het belang van het onderwijs en van de ge-
heele stichting tot dezen maatregel. Als men iets goeds wil
dan handele men zonder aanzien des persoons. Wij stellen
er nu eenmaal prijs op, dat de dingen naauwkeurig, ordelijk
en netjes worden gedaan. Wellicht is dat onze zonde geweest.
't Is vreemd dat eenige menschen, waaronder zelfs zeer vrome
Christenen, zich niet kunnen begrijpen, hoe men uit zuivere
menschenliefde of humaniteit zijne gaven en krachten kan
toewijden aan het heil van oud en jong. Doehgelukkig 1
het goede kan wel door het kwade ouderdrukt, maar nimmer
vernietigd worden. Alleen vange men eene goede zaak niet
aan met jeugdige opgewondenheid of ligtzinnige onbedacht-
zaamheid maar met diepen ernst en kracht, opdat het goede
zaaddat in den wereldakker gestrooid zal wordenniet na
korte ontkieming verdorre en sterve 1
Wij hebben alle reden ons te verheugen over den bloei
van de Cornelia en Sophia Naai- en Breischool te Abbenes.
Yeel heeft daartoe allicht bijgedragen de vergunning van
burgemeester en wethouders van Haarlemmermeerna gedaan
verzoek door Dr. J. P. Ileije en het daarop ingewonnen be-
rigt van den hoofdonderwijzerom de gemeenteachool voor
dit doel te mogen gebruiken. Het zoude wenschelijk geweest
zijn, dat bet verzoek in zijn geheel ware toegestemden de
schoollessen der kleine kinderen een half uur vroeger hadden
mogen eindigen; daardoor zou men evenveel tijd voor de
naai- en breilessen gevvonnen hebbenwaardoor eenigzins te
gemoet gekomen ware in de vroeginvallende duisternis der
voor- en najaarsdagen. Om de eigenaardige verbinding der
naai- en breischool aan de gemeenteschoolhad zulks, onzes
inziens, geen bezwaar kunnen maken. De hulponderwijzer
zou den overigen tijd in de groote school dienst hebben kun
nen doen, en voor het ligchamelijk welzijn der 5- en 6-jarige