- 14 - Koloniale Landbouw Over vooruitgang bij den Landbouw Politick Overzigt. 19 25 Jan. 1872. Gcmeng^dc fSeriglen. Het vleesch werd daarna naar eene herberg gebragt en daar publiek verkocht. De gelegenheid wa3 zeker gunstig voor menigen minvermogende, om eens goedkoop aan een stuk rundvleesch te komen. Maar de vraag isr of die maairegel de besmetting niet in de hand werkt, niet in strijd is met de andere verordeningen der wet, die ten doel hebben de ziekte ten strengste te keeren? Of zit de besmetting den die- ren misschien niet in het vleescb en bloed, zoodat het geen kwasd kan dat eene longzieke koe, in stnkken verdeeldve- ler woningen binnengaat? Houders van koeijen koopen het vleesch wel liiet ligtmaar de wet mag in dezen toch niet de roekeloosheid der burgers op de proef stellen; dezelfde wet, die den landbouwers verbiedt hunne koeijenstrookaf te verkoopen, vreemden in den stal te latenenz. Het komt mij voor, dat de wet zich hierin niet gelijk blijftdat ze aan de eene zijde streng werendaan de andere zijde ta- melijk vrijgevig is. In 't belang van den Staat zelven en in dat der veehouders, zou het, dunkt mij, beter wezen het vleesch te begraven al is het dan ook dat menigeen dit met leede oogen zou aanzien. {(iron. Cour.) In de maandelijksche vergadering van het departement der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van nijverheid werd 11. Dingsdag de rekening en verantwoording des afgeloopen jaars overgelegd. Zij getuigde den gunstigen financielen staat, waarin het departement verkeert. Vervolgens sprak de heer G. H. Hoorn over het gebruik van koolzure en dnbbel koolzure natron bij het roomen der melk en de bereiding van boter, zoowel uit versche als uit zuur geworden melk. Yerschillende proeven waren door spreker zelven als door anderen op zijn verzoek daarmede genomenwaarvan de uitkomsten uitvoerig werden medegedeeld. Dr. D. J. Coster wees aannaar aan- leiding van hier aangevoerde en verkochte scheepsbeschuit in bedorven staatvan hoeveel beteekenis een wetenschappelijk onderzoek in dergelijke gevallen te achten is, ter voorkoming van onjuiste gevolgtrekkinger. ten opzigte der omstandigheden, waardoor dit bederf is te weeg gebragt. Voorts vestigt bij er de aandacht op, hoe noodzakelijk het is voor partikulieren en handelaarseen ruimer gebruik te maken van de te Am sterdam zoo vrijgevig opengestelde gelegenheid tot keuring van voedingsmiddelen. Gramsberg'eil23 Jan. Voor ongeveer 20 weken liep te Iboltherne een bond, die vermoed werd dol te zijn. Hij beet den hond van den landbouwer L. aldaar, die onmiddellijk werd afgemaakt. Het is thans gebleken datdie hond ook een der runderen van dien boer gebeten hadin de vorige week vertoonde zich sporen van dolheid bij een zijner koeijen. Het dier is gisteren gestorven en heden verbrand. In het Tijdschrift: Be Folksvlijt", leest men: vvordt tegenwoordig niet aan de aanstaande ambtenaren voor onze Oostindische bezittingen onderwezen, en ook de parti kulieren die zich op den landbouw willen toeleggenhebben geene andere gelegenheid om het bedrijf te leeren kennen dan om hetop de plaats zelvete gaan afzien aan de prak- tijk. En evenwel is men het algemeen eens dat er aan die praktijk verbazend veel te verbeteren valten dat die tegen- over den landbouwzooals hij wezen kon en wezen moest staat als de oude Germaan, met zijn gebogen boomstam tot ploeg, tegenover den tegenwoordigen Engelschen boer, met zijne werktuigen voor de rijenteelt. In Britsch-Indie maakt men meer werk van den verbeterdeu landbouw, zooals o. a. blijkt uit de oprigting eener Eijksmodelhoeve te Madras', waarvan onlangs het jaarverslag over 1870 tot 1 Maart 1871 is uitgekomen. Zeer veel is er in dat verslag te lezen waarvan wij groot voordeel zouden kunnen trekken. Zoo zijn hier de groote voordeelen van diepploegen proefondervindelijk aangetoond, vooral doordien de planten hierdoor veel beter bestand bleken te zijn, zoowel tegen droogte als tegen nat. Algemeen reeds schijnen ook de inboorlingen daarvan over- tuigd te zijn geraaktzoodat men ook hen Engelsehe ploegen ziet gebruiken in plaats van hunne eigene gebrekkige werktuigen. Eene verbeterde vruchtopvolgingwaartoe men hier, na veelvuldige proevengekomen isgeeft een voorbeeld van de verbazend groote opbrengstendie wetenschappelijk gedreven landbouwonder deze gezegende luchtsgesteldheidte verwach- ten geeft. Men prijst hier namelijk aan: Herfstoogst. Mais (lste oogst), goed gemest en op- gevolgd door paarden gran(2) Bolichos unifloruseen peul- gewas, als wikke omtrent, dat groen op den akker door seha- pen afgeweid wordt. Lenteoogst. Sesamzaad, Sesamum orientale(3) het bekende oliezaad, dat hier waarschijnlijk door gingelly be- doeld wordt. Herfstoogst. Katoen, (4) gemest met goed verganen vaaltmest en omstreeks 125 kilogram beendermeel op de hektare. Lenteoogst. Cumboo? een voedergewas (5), afgeweid door rundvee en schapen. Herfstoogst. Sorghosorghum, vulgaregoed gemest met vaaltmest, de eerste snede (6) rijp, voor bet zaad geoogst, de tweede (7) afgeweid door runderen en schapen. Lenteoogst. Cumboo? als in het vorige jaar (8). Herfstoogst. Paarden gran (9)goed gemest en opge- volgd door Tenney? (10) Lenteoogst. Indigo (11), na drie maanden geoogst of afgesneden, en de overblijvende struik ondergeploegd. Herfstoogst. Maisals in het eerste jaar. In vier jaar alzoo elf oogsten, twee graangewasseneen oliegewas, katoen en indigo en vijf op 't veld afgeweide voe- dergewassen Wat hier onder Cumboo en Tenney verstaan wordt, is niet duidelijk. is onlangs gesproken door zekeren John Dawbij de inlei- ding tot eene voordragt over den stoomploeggehouden bij de Kamer van Landbouw van Devonshire, in Engeland. Hij verbaasde zich over den onophoudelijken vooruitgang van den landbouw in dit graafschap gedurende de laatste vijftig en dit met toenemende snelheid in de laatste twintig jaren. Vijftig jaar geleden vond men geene andere dan houten ploegen en houten eggen geen rijenteeltzeer weinig knollen koolraap als eene zeldzaamheid, geen mangelwortelsgeen toebereid veevoedergeen handelsmest behalve alleen kalk en deze dan nog van verre streken aangevoerd. Op goeden grond werd een tarwe-oogst van 18 hektoliter van de hektare als uitmuntend beschouwd. Kleine akkersbreede heggen (greppels en grasboorden)niet drooggelegd land, magere veeweidenkleine boerenvaak armoediger dan daghuurders, en slecht betaalde pachten. Alles is sedert dien tijd geheel veranderd. Terwijl de heer John Daw dit uiteen zette en de veranderingen aantoonde die de vrije handel, zoowel bij landbouw als nijverheidten gevolge had gehad, kwam hij op den stoom nederals de grondoorzaak van al die ver- beteringen, en wees daarop den stoomploeg aan als den grootsten bevorderaar der kunst van voedsel voort te brengen, en den invloed dien hij zal uitoefenen op grondeigenaars pachters en verbruikers tevens. Waar verdient nu den Nederlandschen landbouw in 't al gemeen zijne plaats aangewezen te worden: voorte midden of na dit vijftigjarig tijdperk van den landbouw in Devons hire S Jl. Zaturdag, 20 Januarij, was Prankrijk onthoofddoch slechts voor korten duur, zoo onthoofd nl. dat het weer een hoofd krijgen konen toch niet zoo als de goochelaar en hofmechanicus Bamberg zijn kleinzoontje den kop afnam. Thiers, het hoofd van den Staat, de president der republiek, was boos over een besluit der nationale vergadering, een be- sluit dat hij niet wenschte genomen te zien en dat desniettemin genomen werd, en zijne verbolgenheid was van dien aard, dat hij meende niet langer de eerste overheidspersoon in den Staat te kunnen blijven en zijn ontslag inzond. Wat was dan dit rampzalige besluit? Doodeenvoudig de oplossing van een verschil van gevoelen tusschen Thiers en de volksvertegen- woordiging over de belasting op de grondstoffen. Thiers en zijn minister van financien willen met alle kracht en geweld de invoering van deze belasting doordrijven, niettegenstaande de groote meerderheid der nationale vergadering, de handels- stand de industrielenbijna het geheele land er bepaald tegen zijn; eene poging van Thiers en zijne ministers, om bij wijze van verrassing genoemde belasting als een post van inkomsten op de staatsbegrooting te brengen, mislukte, en in strijd met hunne begeerte, besloot de vergadering'tot het benoemen van eene kommissie, die in last heeft te onderzoeken of wer- kelijk geen ander middel hoegenaamd uit te denken ware om het evenwigt op de begrooting te verkrijgen(d. i. inkomsten en uitgaven te doen sluiten, althans voor het oogenblik, later sluiten zij toch nooit), dan juist die belasting op de grond stoffen. Het besluit van fibers „heen te gaan", schriftelijk door hem aan den voorzitter der nationale vergadering mede gedeeld had een besmettelijken invloed op zijne ministers en ook deze zeiden „wij gaaa heen"; meer nog, het ik ga heen" werd ook uitgesproken door den prefekt van het Seine- departement, (de eerste overheidspersoon van het departement waarin de hoofdstad, Parijs, gelegen is). Maar zie, de nationale vergadering wilde van het ontslag van Thiers niets weten, en te regtwant hoe men ook over dezen staatsman denke, op dezen oogenblik is hij voor het ongelukkige Erankrijk onmis- baar; zij zond eenige leden uit haar midden tot hem af, ora hem tot een andere zienswijze te brengenendeze poging tot verzoening gelukte. Men wil dat Thiers vooruit wist dat deze poging zou gedaan worden en dat de nationale vergade ring zeker was van haren goeden uitslag; het kan wezen, wij weten het niet, doch wat er ook van zij, Thiers blijft presi dent, zijne ministers blijven dezelfde, de prefekt der Seine gaat niet heen, en het ik blijf" van den president werd door het „wij blijven" van de anderen gevclgd. Is de fransche republiek nu geredna uit deze moeijelijkheid te zijn geraakt Volstrekt niet. Thiers zelf heeft gezegd dat zeer spoedig het een of ander kan voorvallen, waarin hij weer aanleiding tot pruilen vindt, en, afgescheiden van deze presidentsbuijen en luimen, verkeert het land, wat de politieke zaken betreft, in een alles behalve veiligen toestand, daar de partijen onop- houdelijk de rust bedreigen door vvoelingen die de bestaande orde onzeker maken. Een kabinetskrisis is in Spanje niet iets buitengewoons integendeel, men is er daar aan gewoonen in de nu afloo- pende week was te Madrid weer zulk een lastige zaak voor den koning ontstaan. De nieuwe ministers van Amadeus I kwamen den eersten dag, toen zij voor de Cortes verschenen, bij de hervatting der parlementswerkzaamhedenna een lange vakantiein de kamer met een programma dat door de meer derheid der volksvertegenwoordigers werd afgekeurd, welke meerderheid bovendien tot voorzitter der kamer benoemde den man, die door de ministers niet was aanbevolen. „Wij gaan heen", zeiden de raadsmannen der kroon tot elkander, „of de koning moet de Cortes ontbinden." Nu gaat zulk een ontbinding in Spanje ook al zeer gemakkelijk, en de koning die, misschien heeft hij gelijk, aan deze ministers meer hecht dan aan deze Cortes, heeft de Cortes en den Senaat boven dien ontbonden. Nieuwe verkiezingen zijn natuurlijk hiervan het gevolgen deze zullen een aanvang nemen op 2 April. Waarom niet op den eersten April? Dacht de koning mis schien dat, wierden op dien dag de vertegenwoordigers des lands gekozen, de natie zou meenen dat het een fopperij was? Of koos hij niet den eersten April, omdat hij wist dat dien dag in ons land, in Brielle voornamelijk, feest wordt gevierd, ter herinnering aan een feit voor Spanje alles behalve roem- rijk, alles behalve eervol? Intusschen hebben de ministers ongeveer tien weken rust, en lien weken, zonder ge'interpel- leerd te wordenzonder de kabinetskwestie te moeten stellen zegt in Spanje al zeer veel. Van ministers gesprokenmoeten wij ook meldendat Pruissen een nieuwen minister van eeredienst en onderwijs gekregen heeft: de heer von Miihler is opgevolgd door dr. Falk ,C aan wien de titel is gegeven..minister voor de zaken van eeredienst, onderwijs en geneeskunde." Met het oog op dit laatste woord, zou men misschien meenen dat de heer Falk een medicus is, doch hierin zon men zich vergissen het dr. voor Falks naam beteekent meester in de regten. De nieuwe minister is een bekwaam regtsgeleerdeen zijne denkbeelden over onderwijs en over de betrekkingen tusschen Kerk en Staat zijn van dien aard, dat hij niet zoo dikwijls met de landsvertegenwoordiging overhoop zal liggen als met zijnen voorganger het geval was. In Spanjes nabuurstaat Portugal heeft de koninggelijk men weetonlangs bij het openen der zitting van de wetge- vende kamers, in de trocnrede verscheidene grondwetswijzi- gingen aangekondigd. De ontwerpen van wet daartoe strek- kende ziju thans ingediend en getuigen inderdaad van grooten vooruitgang op den weg van het liberalisme. Het is te hopen dat dit liberalisme het ware zij, en niet, gelijk dikwijls in de meeste landen het geval iseen woord datletterlijk ver- taaldeigenlijk niet anders dan dwang beteekent. Ook in Zwitserland wordt de grondwet herziendeze arbeid duurt uit zijnen aard zeer lang, doch in den laatsten tijd is men er wat mee vooruitgekomen. De regering van dit gemeenebest gedraagt zich wel wat al te vriendelijk tegenover de Internationale en de parijsche commune-mannenen dien- tengevolge hebben Rusland en Pruissen het nuttig en noodig geoordeeld, haar in krachtige vertoogen te verzoeken zorg te dragendat niet door haar zijdelingsch en onwillekeurig toe- doen de rust van Europa in gevaar gebragt worde. De kroonprins van Pkgeland is gelukkig bijna geheel her- steld van zijne bijna-doodelijke ziekte; hij rijdt reeds uit en jl. Zondag is in al de-kerkea een dankgebed uitgesproken. Na 20 February zal weder zulk een buitengewone kerkelijke plegtigheid verrigt wordendoor de koningin zelve bij te wonen. Waarom Victoria zoolang moet wachten om met de natie in het openbaar God te danken voor het herstel van haren zoon, weten wij niet. De koning van Qriekenland heeft gekregen: 1°. van den koning van Spanje, de ridderorde van het Gulden Vlies; 2°. van zijne gemalin, koningin Olga, een zoon. Van den koning van Spanje is dit het eerste geschenk dat George I, koning van Griekenland, ontving; maar de gemalin van George I heeft reeds in 1863 een zoon, in 1869 nog een zoon en in 1870 eene dochter aan haren gemaal geschonken. In de Vereenigde Staten van Noord-Amerika is door de wetgevende magt een belangrijk besluit genomendat juist niet het eerste van dien aard is, daar gelijk voorstel als dat het- welk nu was gedaanreeds meermalen verworpen werdhet voorstel nl. tot afschaffing der grondwetsbepaling, dat iemand, die niet in de Vereenigde Staten geboren is, niet mag worden president der Unie, werd ook dezen keer verworpen. In Zuid-Afrika worden onophoudelijk diamanten gevonden en in al grootere en grootere hoeveelheid. In Britscli-Indie is tbans de koning van Siam de gevierde gast. Het heeft Z. K. H. prins Frederik behaagd aan de Vereeniging Uit Liefde te Leidenbij gelegenheid van het 25-jarig bestaan dier Vereeniging, eene gift van f 100 te doen toekomen. Te Oldebroek is brand ontstaan in het huis bewoond door den bakker en winkelier A. v. d. B. aan den Zwartenweg, onder die gemeente; in korten tijd lagen, niettegenstaande de spoedig aangebragte hulp, het huis en de inboedel in de asch; terwijl mede 3 koeijen in de vlammen om- kwamen. Te Groningen heeft men de verregaande baldadigheid gepleegd om in een der brievenbussen brandende lucifers en andere brandende stoffen te werpen, waardoor zeer vele brieven verbrand en andere gezengd zijn. Als eene zeldzaamheid wordt uit Nieuwediep medegedeeld, dat de beide aldaar van Oost-Indie binnengekomon schepen Aurora en Elisabeth in het afgeloopen jaar op denzelfden dag uit die haven zijn gezeild en op denzelfden dag ter reede van Batavia zijn aangekomenterwijl beide schepen nu weder op denzelfden datum de terugreis naar het vaderland hebben ondernomen en den 19 dezer, slechts 2 a 3 uren na elkander, in die haven zijn binnengevallen- In den morgen van den 21 dezer, omstreeks 5 ure, is een dief inge- klommen in den goudsmids-winkel van den heer Marinkelle te Nieuwediep, en heeft zich meester gemaakt van 11 a 12 zilveren horologien, benevens eenige andere in reparatie liggende uurwerken. De dief schijnt door het een of ander gedruisch bevreesd te zijn geworden, althans den grooten voorraad van gouden en zilveren sieraden heeft hij onaangeroerd gelaten en hij is door de voordeur weggekomen. In de nabijheid van Greenwich (Engeland) is eene geweldige ont- ploffing ontstaan in de patronenfabriek van den heer Henry Gladstone. De aanleiding daartoe werd gegeven door een paar mannen, die chassepot- patronen hadden aangevoerd en op achtelooze wijze er mede omgingen. Voor eenige weken had de regering 366 kisten patronen, die gedurende den oorlog voor het fransche bewind vervaardigd waren, in beslag genomen, als bevattende een grootere hoeveelheid kruid dan geoorloofd was op de fabriek. Later willigde de regering in dat die kisten teruggegeven zouden worden, mits het kruid op zoodanige wijze zou worden vernietigd dat de kogel niet verloren ging. Het werkvolk, waaronder vele meisjes of jonge vrouwen, was daarmede bezig, toen de ontploffing geschiedde, welke onmiddellijk door een tweede gevolgd werd. De opzigter der fabriek bezweek spoedig aan de gevolgen der bekomen wonden, en van de dertig of veertig jonge vrouwen die in brand geraakten, zijn verscheidene zwaar gewond. Het overige werkvolk redde zich door de vensters der belendende werkplaatsen. Er waren kagchels in de fabriek, doch geen vuur was er in aangelegd, en de inspecteur der regering had zijne volkomene goedkeuring te kennen gegeven over de wijze waarop het losmaken der patronen geschiedde, zonder de kogels onbruikbaar te maken. De ontploffing werd op 3 uren afstand, te Erith, gehoord. De amsterdamsche dames, die zich zoo verdienstelijk hebben gemaakt door het kinderfeest in het Paleis voor Volhsvlijthebben nu aan haar stadgenooten medegedeeld, dat zij zich vereenigd hebben tot het stichten van kleine-kinderen-bewaarplaatsen. Zij vragen daartoe eene tonne gouds, maar zullen dan ook het werk, in 1869 wel met warmte aangepakt, maar toen niet doorgezet, thans met volharding ten einde brengen. De amsterdamsche magnetiseur J. J. Weteling, die, zoowel te Am sterdam als in andere gemeenten, door middel van zijne somnambule ge- neeskundigen raad en bijstand aan vereerders van het magnetisme boven de gewone geneeskunde verleent, werd den 23 Jan. bij vonnis der regtbank veroordeeld tot betaling eener geldboete van 100, wegens onbevoegd de geneeskunde als bedrijf te hebben uitgeoefend. -Zaturdag avond jl. bleef de heer Hartogensis, bankier te's Hertogen- bosch, in de Wagenstraat op zijne wandeling plotseling dooden Zondag morgen daaropvolgende viel de heer Suurbeek, terwijl hij voor den spiegel toilet maakte, dood achterover. Voor de weduwe en negen kinderen van den dezer dagen te Zwolle verongelukten metselaar ter Molen, is reeds bijna f 1000 bijeengebragt, De menschlievendheid tracht de vrouw in eenig bedrijf te zetten, waardoor zij in het onderhoud van haar gezin zal kunnen voorzien. Te Nogent-sur-Aube in Frankrijk is in den nacht van den 5den op den 6den dezer eene verschrikkelijke misdaad gepleegd. Terwijl een land bouwer, zekere Verrot, afwezig was om zijnen vader te Pougy een bezoek te brengen, zijn zijne vrouw, 33 jaren oud, zijn 7-jarig zoontje en zijne schoonmoeder, 59 jaren oud, vermoord* De eerstgenoemde vrouw moet, blijkens den staat waarin zij gevonden werd, nog eene worsteling met de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1872 | | pagina 2