I I - 26 - Graan of Veevoeder? Politick Overnigt, 9 15 Febr. 1872. ©eweng-de Herigten. REGTSZAKE1V. renOnder een warm sneeuwklecd gedekttoen wij een kort en dreigend bezoek van den kouden koning ontvingen heeft zijn groei maar naauwelijks stilgestaan en neemt hij dezer dagen met kennelijke wij willen hopen, niet met voorba- rige snelheid toe. Het koolzaad, die milde en vooral zoo regt lijdige goudmijn des landmans, die in het vooruit- zigt zoo verrukkelijke aanblik van zijne goudgele akkers, stond zelden zoo heerlijk, als het oog van den in hoop ver- blijden landman het heden aanscbouvvt. Van die verdachte koperkleur geen spoor zelfs! Krachtig van Stengel, kort aan den grondgezond en breed van blad, zooals het wezen moet om een' goeden oogst te voorspellen. Verlaat gij het kagchel- vertrek om ,in Gods vrije natuur het eerste lenteleven in te ademen, dan luistert gij met de oude bewondering naar het jubelende lentelied, dat de leeuwerik hoog boven in de lucht in kunsteloozen en toch melodischen zang nit voile borst kweelt. Ook de vriend van onze huisdakende bontgevederde en fluitende spreeuwis nog wel niet en corps, maar loch als enkele lentebode uit zuidelijker streken reeds weSrgekeerd. En hij zal spoedig gevolgd worden door den klepperenden ooijevaardie van den Nijl zeker reecjs in aantogt is en tooneu zal, dat hij in den vreemde zijn dorp en zijnen boom, waar hij bruiloft vierde, niet heeft vergeten. Wees ons dan welkomgij lentebijzonder ook otg der armen wilvoor wie gij bronnen van werk/aamheid en ver- dienste ontsluit. En gij, winterkoning, heb dank uit hun naam, dat gij zoo zachtmoedig uwen schepter gezwaaid hebt Uwe strenge heerschappijdie wij een oogenblik begonnen te vreezenkan het ons menscheu en vooral den armen soms zoo lastig maken. door Dr. Otto Pitsch. Overgenomen uit het TijdschriftDe Volksvlijt." Vervolgzie N°. 5 eri 6.) Voor de prijzen van het vleesck is geen markr van zooveel belang als de Londensche. Uit alle oorden der wereld Spanje, Frankrijk, Belgie, Nederland Pruissen, Denemarken enz. wordt naar deze wereldmarkt vleesch of levend vee gevoerd, en daarom geeft geen markt tot het beoordeelen der prijzen van het vleesch zulk een zekeren maatstaf als deze. De belaas te vroeg gestorven Dr. Hartstein geeft, in zijne uitstekende ver- handeling over de Londensche markt van 1867 een overzicht van de vleeschprijzen aldaardat hier tot grondslag moge dienen voor een verder uiteenzetten. De jaarlijksche gemiddelde prijs van het vleesch stond daar in 1852 op 5f pence of 28J cent. 1860 op 7} pence of 38f cent. 1853 1854 1855 1856 1857 1858 1859 6i 6| 7 7i 7 7! 30 32! 33f 35 36! 35 36| 1861 1862 1863 1864 1865 1866 7! 7! 7! 8 8! 8! 37! 37! 37! 40 41! 43| „Vergelijken wij met deze getallen de prijzen van het vleesch in Pruissen," zegt de schrijver verder, „zoo blijkt hieruitdat ook aldaar eene ten minste even groote rijzing heeft plaats gehad, ofschoon de prijzen van het vleesch op zich zelven lager staan dan in Engeland. Terwijl deze prijzen echter niet voor een algemeenen maatstaf kunnen dienen, omdat zij aan eene bijzondere boerderij ontleend zijn, zoo voegen wij daarbij de meer naauwkeurige veranderingen der prijzen van het rundvleesch op de Londensche markt. Deze prijzen zijn naar de kwaliteit van het vleesch in drie rubric ken verdeelden berekend voor het stone van 4 kilogram, welk gcwigt hier algemeen als een- heid door de slagers bij de veeprijzen wordt genomen. Rundvleesch kostte de 4 kilogram in Minste Gemiddelde Beste Minste Gemiddelde Beste kwalit. kwaliteit. kwalit. kwalit. kwaliteit. kwalit. 1852.. 1,40 2 2,30 1860. 1,60 2,40 3,20 1853. u 1,60 2,20 2,90 1861. 1,80 u 2,40 3 1854. 1,90 2,40 a 3 1862. 1,90 n 2,40 2,90 1855. 2 2,50 3,10 1863. 2 H 2,60 3 1856. 1,70 n 2,40 3,10 1864. 2,10 n 2,70 n 3 1857. 1,70 u 2,30 2,90 1865. 2,20 n 2,80 3,10 1858. 1,70 2,40 o 3,10 1866. 2,30 H 2,90 3,50 1859. 1,70 2,40 3,10 Beide tafels toonen een zeer aanmerkelijke verhoogiug der vleeschprijzen, die bijna van jaar tot jaar heeft plaats gehad. Misschien denkt men dat de snelle vooruitgang van Londen met dien van andere Steden in geene verhouding staande hier een aanzienlijke prijsverhooging heeft te weeg gebragt. Maar dat dit het geval niet zijn kan blijkt reeds uit de omstandigheid, dat veel vee van de Londensche markt naar andere fabrieksteden wordt verzonden zooals naar Liverpool en Manchester. Daaren- boven is de toevoer van vee naar de Londensche markt buiten- gewoon gunstig, zoodat hier, niettegenstaande het ongeboord groote verbruik van vleeschde prijzen gemiddeld lager zijn dan in de overige dee'.en van Engelandeen verschijnsel dat bij andere groote steden eveneens niet zelden wordt waargenomen. „Ten opzigte van de prijzen van beide soorten van vleesch (rund en schapenvleesch)", zegt Hartstein in zijne verhandeling moet nu boven alles het merkwaardige feit worden gecon- stateerd, dat deze in Londen gemiddeld lager zijndan in alle andere groote steden van Engeland. De oorzaak van dit verrassend verschijnsel is, dat in de hoofdstaddie voor den invoer van het Buitenland over zee en land uitstekend gunstig gelegen is de - verzendingen van vee van alle punten van het vasteland zamenkomen. Het verschil in prijs is zoo aanzienlijk, dat in enkele steden van Engeland het vleesch per pond 2 pence, dat is 10 cent, duurder is dan te Londen." De rijzing van de vleesch prijzen is dus volstrekt niet enkel tot Londen beperktmaar een algemeen waargenomen verschijnseldat door de statistiek der vleeschprijzen in Pruissen eveneens wordt bevestigd. Hier kostte het halve kilogram rundvleesch gemiddeld over het ge- heele land: in 1S46.. 17! cent. in 1862.. 25 cent. in 1866.. 25! cent. 1848.. 20! 1863.. 24! 1867.. 27! u 1850.. 16 h 1864.. 29! 1868.. 28 a 1853.. 18 n 1865.. 24! 1869.. 28 In de naauwste wederkeerige betrekking tot de vleeschprijzen staan die van melk, boter en kaas, omdat eene aanhoudende rijzing der prijzen van zuivel tegenover die van vleeschtot de vermeerdering van deze voortbrengselen aauleiding geeft, en om- gekeerdeen betrekkelijk hooger staan der vleeschprijzen tot meer vetmesten leidt. Het behoeft ons dus niet te verwonderen dat inderdaad ook de prijzen van die dierlijke voortbrengselen hooger geworden zijn. Terwijl de boter voor 1840 gemiddeld per half kilogram met 36 cent werd betaald, kostte zij in dejaren: 1865 1866 1867 1868 1869 54cent. 53% cent. 53% cent. 52% cent. 59% cent. Bij het Vergelijken van den prijs van graan met dien der dierlijke voortbrengselen komen wij tot het resultaat, dat, terwijl de graanprijzen gedurende eene lange reeks van jaren weinig of niet zijn gerezen of gedaalddie der dierlijke voortbrengselen daarentegen voortdurend en wel tot eene hoogte zijn gerezendie op de rente van het kapitaal, aan de veeteelt besteedniet zonder invloed kan blijven. Het is bekend dat deze waardevermeerdering van den vee- etapel, ten deele te danken aan het tegenwoordig aanmerkelijk gunstiger en beter onderhoud van het dierlijk ligchaam van jaar tot jaar is toegenomen. Het wordt dus hoog tijd voor den praktischen landbouwer om van dit verschijnsel kennis te nemen, en te berekenen of voor zijne boerderij veevoederteelt geen betere rente geeft, dan sterk gedreven graanteelt. Vervolg hierna.) De Alabama-ruzie tusschen Engeland en Noord-Amerika is nog niet bijgelegdde scheidsregters te Geneve hebben voor het oogenblik niets te doen; de regeringen willen naar het schijnt de uitbarsting van een ernstig konflikt vermijden, en doen daartoe haar best, ofschoon Engelands eerste minister een taal voert die wel wat gematigder kon zijn. Bij het britsche parlement zijn ingekomen het ontwerp van wet op de geheime stemuitbrenging en het ontwerp van wet betreffende het lager onderwijs in Schotland. De Onderkotiing (gouverneur- generaal) van Britsch-Indie is vermoord. Deze afschuwelijke misdaad staat met de politiek niet in verband. In Frankrijk doet de natie al het mogelijke om door vrij- vvillige bijdragen de drie railliarden, welke Duitschland nog hebben moet, bijeen te brengenopdat het grondgebied vroe- ger dan het bepaalde tijdstip van de tegenwoordigheid der duitsche troepen verlost worde. 's Lands toestand laat bij voortduring zeer veel te wenschen over, en de nationale ver- gadering verliest elken dag meer in ontzag en aanzien bij het volken tevens in eigenwaarde. De partijen zijn aan het woelen en eene van haar, de bonapartistischeheeft een flinken woordvoerder in de kamer gekregen Roukergewezen minister van staat, gewezen minister-redenaar, gewezen voorzitter van den senaat in het tweede keizerrijk, is op Korsika tot afge- vaardigde gekozenen in hem zal Thiers een grooten tegen- stander vinden. De tweede kamer van het koningrijk Pruissen heeft een wet op het school toezigtvastgestelddie den katholieken een doom in het oog is. Bij de beraadslaging over dit onderwerp moesten zij, inzonderheid de ultramontanenmenige bittere pil slikken, hun door prins Bismarck toegediend. Ook in Zwitserland, waar men zich bezig boudt met de herziening der grondwet, lijdt de ultramontaansche partij neerlaag op neerlaag. Op de stoep van een huis aan den Z. O. Buitensingel te 's Hage, heeft men 's avonds ten 10 ure zoi^gvnldig in een mandje gepaktgevonden een pasgeboren kind van het vrouwelijk geslachtlevend en wel. De von- deling is dadelijk naar het politie-bureau-overgebragt en de politie houdt zich onledig met de opsporing van de onbekende moeder. Te Laren (in Gelderland) hebben de aangiften bij den Burgerlijken Stand over de maand Januarij jl. een paar meldenswaardige bijzonderheden opgeleverd Ten eerste, dat de maandelijksche geboorten, die in den regel tusschen de 7 en 10 bedragen, alstoen 22 zijn geweestwaarvan juist de eene helft uit jongens en de andere uit meisjes bestond; en ten tweede, dat twee broeders op denzelfden dag ieder eene dochter kregenen twee moeders dezelfde namen dragen als hare echtgenooten. De directeur van het expeditie-kantoor van Van Gend Looste Eindhoven is sedert den 4 dezer spoorloos verdwenen, en heeft eene som van 10,000 francs ten nadeele van genoemde firma medegenomen. Aan de politie in den lande is zijn signalement medegedeeld. Zijn naam is Gerardus Janssen, oud 39 jaren, gestalte middclmatig en zwaar, haar en baard kort en bruin. Er is eene premie van 10 percent uitgeloofd voor de op hem bevonden gelden. De officier van justitie te Eindhoven ver- zoekt opsporingaankondiging en berigt. Verleden week is er te Sliedrecht weder een poging tot brandstich- ting gedaan. Door voorbijgangers werd namelijk een brandende kool, met petroleum besmeerd bemerkt onder het rieten dak eener arbeiderswoning en door den gevallen regen waardoor het dak natuurlijk nat wasis ge- lukkig grooter onheil voorkomen. Dit is reeds de zesde of zevende maal sedert nieuwjaar, dat er in die gem een te brand was. Aan kwaadwilligheid valt derhalve niet te twijfelen ennaar men zegtis door de justitie reeds aldaar eene dienstbode gearresteerdverdacht als, medepligtig aan die brandstichtingenTe oordeelen evenwel naar het volgende vierregelig vers- je dat men op een der plaatsen van brandstichting gevonden heeftzou- den de onverlaten ten getale van acht zijn //We bennen met zen achten, //Je kan ons elken nacht verwachten, //En als het branden is gedaan N //Dan vangcn we met moorden aan." Het is te hopen dat het aan de justitie moge gelukken al de schuldigen in handen te krijgen. Het klassikaal bestuur van Alkmaar heeft den kerkeraad te Broek op Langedijk voor den tijd van eene maand geschorsten den consulent dier gemeente van zijn consulentschap ontzfct voor den duur der tegenwoordige vacature, wegens het toelaten van ongeoorloofde godsdienst-oefeningen in het kerkgebouw tijdens de vacature. Een poklijder uit Til-burg werd op 3 "a 4 uur afstands van die stad door twee manspersonen op de heide gevonden, waar hij rondliep enkel een deken om het lijf geslagen dat verder slechts door een hemd en een borstrok bedekt was. De twee mannen wisten eerst niet hoe zij het had- den, doch kregen eindelijk eenig begrip van den toestand waarin de onge- lukkige verkeerdedieijlhoofdig door de koorts niet wist waar hij zich bevondnoch wat hij deed. Men nam hem mede naar het digtbij gele gen Oosterhout, riep dadelijk geneeskundige hulp in, en tot ieders ver- woDdering schijnt de man te genezen. - In de Friesche Ct. leest men het volgende schandaalIn de vorige week werd in de Surhuistermiedcn eene zaak ontdekt, welke het treurig lot van Caspar Hauser en Barbara Ubrijck herinnert. Daar werd namelijk in een huisdat tamelijk ver van andere woningen afstaatin een keldertje onder een bed, een levend, doch bijna onkenbaar, geheel naakt mensche- lijk w^zen gevonden. Wel was het bekend, dat de bewoners eene zuster der vrouw bij zich hadden, en dat die zuster sedert ongeveer vijftien jaren het wat in 't hoofd had; doch men wist daarvan niet meer, dan dat de armvoogden. van Surhuizum een daalder per week onderstand ten behoeve der onnoozele gaven. De verstaudsverbijstering der ongelukkige was van geringen en onschadelijken aard, en de leden harer familie maakten steeds door hunne kleeding den indruk van welvarende lieden. Sedert bijna twee jaren werd de toen bijna dertigjarige lijderes door haren zwager en hare zuster gedwongen om altijd op bed te blijven, daar zij geen kleeren voor haar zeiden te hebben. Een ganschen winter lang moest zij dit deelen met een kleinen jongen van een broeder of zwager van den man des huizes de knaap had ook geen kleeren en moest daarom bij //slechte" Fentjemaar op bed blijven. Een paar maal in de week rnogt hij een half uurtje bij den haard komen, doch aan het einde van den winter werd hij uit zijn ellendigen kerker verlost. De krankzinnige was intusschen door het voort durend zitten op het bed geheel vergroeid geworden en de onreinheid had hare gezondheid geknakt. Zij werd met den zomer overgebragt naar het achterhuis en bleef daar tot het begin van dezen winter. Zij lag bijna geheel naakt en zong nu weer eens vrolij^e liederen, dan weer sloeg zij de jammerlijkste klaagtoonen aan. In het begin van den winter werd een gezelschap jagers door die geluiden getroffeumen ging er op aan en zag hoe zij daar lag als een dierzijdie men vroeger had gekend als eene vlugge, vrolijke, vaardige meid, die over heg en sloot kon springen en arbeiden als de beste. De jagers waren uit Surhuizum en onder hen be vond zich een der wethouders. Weldra werd het in het achterhuis te koud en besloot men haar om de warmte in een keldertje onder het bed te brengen. Daarin is zij nu gevonden in zulk een toestand, dat de knieen bijna aan den mond zitten, en dat zij niet anders kan dan liggen op de eene of andere zijde, zoodat men haar moet verleggen, daar zij zich zelve niet kan omkeeren. Zij was bedekt voor een gedeelte met oude lompen en had voor de borst een oud vuil lapje. Natuurlijk waren alle verstandsver- mogens verdoofd. Het voor eenigen tijd aan het station te Arnhem veripiste spoorwegmandjedat reeds tweemaal tot een strafprocedure aldaar aanleiding g'af, was in de vorige week op nieuw het onderwerp van het .strafgeding voor het hof, thans tegen den stationschef van Brummen, van E.gevoerd, beschuldigd van diefstal van. dat mandje in zijn hoedanigheid van bediende van een voerman(nl. de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen). Vreemd klonk het inderdaad uit den mond van den advokaat-generaaldie nog voor weinige weken de schuld van den toenmaals beschuldigde P. aan dat feit trachtte te staven, nu met niet minder overtuiging de schuld van den thans beschuldigde te hooren volboudeu. En met het oog op de omstandigheiddat niemand had kunnen zien wat er met het bewuste mandje in het station te Brummen gebenrd was dat ook andere personen in deze zaak genoemd werdenge- voegd bij het onbesproken gedvag van den besch.rees bij velen de vraag, of men ook thans wel den wezenlijk schuldige voor zich had. Het Hof deed uitspraaken overvvoog, dat uit de bekentenis van den besch., bevestigd door verschil- lende aanwijzigingende schuld van den besch. wettig en overtuigend was bewezen; dat echter, daar de instructie van den stationschef bij de Staatsspoorwegen dezen niet verpligtte tot het in ontvangst nemen van goederen zonder adres, van personen bij wie die goederen verkeerd bezorgd waren, in casu het mandje niet aan den besch. in zijn hoedanigheid van bediende van een voerman was toevertrouwdmaar hier veeleer aan een gewoon maudaat, inbewaargeving of vriend- schapsdienst moest worden gedacht. Het Hof qualificeerde het feit als diefstal met binnenbraak in een gebouwdat niet als bewoonde behuizing te beschouwen is, en veroordeelde den besch. tot een korrektionele gevangenisstraf van e£n jaar in eenzame opsluiting te ondergaan. Wij ontleenen aan de Amsterdamsche Courant het volgende belangrijke stuk van den heer Mr. J. A. van Eijkover BONDS DOLHEID. Dewijl de verslagen van de Academie des Sciences te Parijs hier te lande zeker niet onder zooveel oogen komen als een dag- of weekblad, geloof ik geen onnut werk te verrigten, door te dezer plaatse een zeer 'oeknopt overzigt te geven van hetgeen over de'hondsdolheid door Bouley aan gemclde akademie als resultaat van een langdurig onderzoek in Frankrijk onlangs is medegedeeld. Het betroft toch een onderwerp van algcmeene veiligheid, waarbij ieder burger belang heeft en voor zooveel hij kan moet medewerken, iets wat dikwijls te veel over het hoofd wordt gezien, terwijl over de honds dolheid nog vele verkeerde denkbeelden bestaan, die het wenschelijk is te verbeteren. Reeds 20 jaar geleden had Dumas, toenmaals minister van land- bouw in Frankrijk, gelast dat er in alle departementen voortdurend onderzoek naar de gevallen van hondsdolheid werd in het werk gesteld. Zeer onvolledig werd aan dit voorschrift beautwoord, zoo dat slechts van 49 departementen een bchoorlijk rapport werd ontvangen, terwijl eenige, zoo als dat van de Seine, van de Seine-et-Oise, en van de Rhone, in gebreke bleven, ofschoon het van algemeene bekendheid is dat aldaar zeer vele gevallen van hondsdolheid voorkomen. Ofschoon het gebrek van algemeenheid de waarde der gevolgtrekkingen uit de verzamelde feiten ver- mindert, bevat het rapport echter zeer veel belangrijks en der opmerking overwaardig. In de 49 departementen, waarin de hondsdolheid werd nagegaan, stierven van de 320 personen die gebeten waren 129. De overige ge vallen sehijnen geene noodlottige gevolgen te hebben gehad. Onder de gestorven personen kwamen 100 van het mannelijk en 29 van het vrouwelijk geslacht voor. Onder de gebetenen waren zeer veel kinderen van 5—15 jaren. De reden hiervan is gemakkelijk daaruit te verklaren dat vele kinderen op straat spclen en er genoegen in scheppen honden te sarren. Staan kinderen dus meer bloot om gebeten te worden, zoo schijnt echter dat zij minder vatbaarheid voor deze rampzalige ziekte be- zitten, dewijl van de R7 gebeten kinderen slechts 28 aan de ge volgen daarvan overleden. De honden van het mannelijk geslacht sehijnen volgens het rap port meer aan hondsdolheid te lijden dan de wijfjes. Onder de 320 gevallen toch komen de beten voor van 284 van het man nelijk en 26 van het vrouwelijk geslacht. Bij de overige 10 gevallen was de beet veroorzaakt door vijf katten en vijf wolven van beider geslacht. In tegenstelling met het volksgeloof blijkt uit het rapport, dat er geen noemenswaardig verschil bestaat in het aantal der ge vallen van hondsdolDeid in de verschillende saizoeneu want, van de 320 gevallen komen er voor: in de lente 89, m den zomer 75, in den herfst 64, in den winter 75. Men dwaalt dus grootelijks door de zomermaanden 'als de ge- schiktste ter outwikkeliDg der hondsdolheid te beschouwen. Beten in het gelaat sehijnen de gevaarlijkste te zijn, want van 32 gevallen van die soort liepener 29 doodelijk af. Van 73 beten in handen liepen 27 goed af. Voor de beenen en voeten was de ver- houdipg nog gunstiger. Het onderzoek bevestigde het algemeen gevcelen, dat er alle reden bestaat om geene nadeelige gevolgen te vreezen, als zich binnen 90 dagen na den beet geene verschijnselen der ziekte hebben vertoond. De ziekte ontwikkelt zich in den regel sneller, naar- mate de leeftijd van het individu jeugdiger is. Belangrijk is de beschouwing van den rapporteur betreffende de verspreiding van de hondsdolheid door honden die, gebeten zijnde, niet werden afgemaaktinaar los bleven rondzwerven. In die nala- tigheid ligt de groote oorzaak dat de hondsdolheid blijft heerschen, omdat zij van den eenen op den anderen bond wordt overgebragt. Het onderzoek in de 49 departementen van Frankrijk ieerde dat in de bovengemelde gevallen tevers 785 honden werden gebeten, waar van men alleen met zekerheid weet dat 527 werden gedood. Van de overige 258 is alleen bekend dat 25 werden opgesloten, waarvan 13 door de hondsdolheid werden aangetast. Als men dezelfde

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1872 | | pagina 2