Politiek Overzigt,
23 29 Febr. 1872.
Gemengde IJferlgten.
REGTSZAKEN.
Jngczuubcu.
IDA LAURA PFEIFFER,
in Haarlemmermeer.
is besloten om bij provisie alle vergaderingen en maaltijden
te surcheerenzoo als ook het betalen van contributien en
boetcn, totdat meer rustige en aaugename dagen zouden zijn
aangebroken.
Sedert dien tijd was Ilel loffelijJc Ossenweiders Gild" blijven
slapentotdat nu onlangs eenige voorstanders der vetweiderij
te Haarlemzich hebben vereenigd om te trachten dat ge-
nootscbap te doen herleven, en zoo al niet door den aan-
koop en het overbrengen van Deensche ossen dan ten minste
door bespreking van al wat de veeweiderij betreftden toestand
van het weilandde middelen tot meest voordeelige vleeech-
productie, enz. enz. eenig nut te kunnen aanbrengen.
Die poging is dan ook ten voile gelukt, zoodat het Gild
weder tot stand is gekomen met het voile getal leden daartoe
bepaaldzijnde 25, die niet alleen in Noord-Hollandmaar
ook in Zuid-HollandUtrecht en Friesland woonachlig en
grondbezitters zijn.
De volgende opmerkingen zijn geraaakt door den heer I. J.
de Beucker, ex-leeraar aan de Kon. Ned. Tuinb.-Maatsch.
Linnaeus te Watergraafsmeer:
Wat is het gelukkig voor den veldbouw, dat juist de dagen
voor de vernielende vorstde hemel een zacht en dik laken
van sneeuvv over onze veldgewassen heeft gelieven uit te sprei-
den. Daardoor zijn de klaver-, graan- en worlelgewassen
gespaard gebleven, want door den regen en vroege herfstvorst
zijn de granen in het algemeen niet zoo vroeg kunnen gezaaid
worden als men wel gewoon is. Op de meeste velden lagen
dus de granen, tijdens de hevige vorst van 78 Decem
ber 11., nog in hunne ontkieming, en in dien toestand zijn
die natuurtelgen veel eerder getroffen en veruietigd dan in
verderen leeftijd.
Doch door de sneeuw gespaard gebleven, heeft men na de
vorst, en vooral thans bij het goede en betrekkelijk drooge
weder, de zaden en gewassen in ontkieming, ontwikkeling en
groei zoodanig zien ;toenemen dat elkeen er door getroflen is.
Met een woordde natuur werkt tot dusverre mede, om
op den akker datgene te helpen vergoeden, wat zij voor een
deel in boomgaarden en kweekerijen benadeeld en bedorven
heeft.
Het is dus zeer aangenaam om bij dit groeizame weder
eene veldwandeling te doen; echter in dene zaak zal men zich
ergerenen dat is om de groote, de verbazend groote hoe-
veelheid jonge rupsen, die met ongeduld in hare uesten zitten
te waehtenom bij het ontluiken der loofbotten, het werk
van vernieling te beginnen.
Men zou kunnen denkendat de vroege en hevige vorst
die kleine diertjes wel zou benadeeld of veruietigd hebben
doch neen, zij hebben zieh in den laten zomer, ojj de na-
deelen van den winter voorzien; zij hebben een donsachtig
en vastgesloten nest gesponuenwaarin zij zeer goed tegen
koude en vochtigheid beschut zijn.
Als men nu eenige dagen een takje met een rupsennest in
een warm vertrek zet, dan ziet men de kleine woekerzuchtige
O
kereltjes naar buiten komenom te kijken in hoeverre de
ontluiking der botten plaats heeft.
Die rupsen-vermenigvuldiging duurt nu op eene reusachtige,
jaop eene schrikwekkende schaal reeds drie jaren in onze
gewesten voort. Men heeft ze van uit Hanover herwaarts
zien toenemen, doch in den beginne, voor jaren geleden,
waren er slechts hier en daar eenige boomen en struiken
aangetast; alstoen was het kwaad gemakkelijk te overwinnen
geweest, door de nesten gedurende den winter weg te snoeijen
en te verbrandenmaar nu heeft de vermenigvuldiging zoo
danig toegenomen, dat zij door menschelijke handen schier
niet kan gezuiverd worden.
Doch er is een wet tot het verpligtend rupsenvangeu
waarom is die wet in den beginne niet toegepast? En, als
die wet ontoepasselijk geacht wordt, waarom wordt ze dan
niet uit onze wetboeken geschrapt?
Zou de eigenaar, die altijd de rupsen verweert en zijne
boomen zuiver gehouden heeft, het regt niet hebben om het
Staatsbestuur voor den regter te dagenwegens verzuim dezer
wets-uitvoering?
Of moet elkeen de rupsen maar laten woekeren De plaag
is nu zoo toegenomen, dat alle eikenbosschenvan Groningen
tot in Erankrijk er mede overladen zijn.
Het woelen der partijen in Frankrijk houdt aande toe
stand van onzekerheid in dit land duurt voort; regering en
nationale vergadering vreezen aanvallen tegen haar gerigten
om deze te voorkomen of af te weren is een ontwerp van
wet aanhangig gemaakt, dat zeer waarschijnlijk zal aangenomen
worden. Wat de monarchale partij betreft, nl. de partij
welke van Frankrijk weder een koningrijk wenscht te maken
zij blijft als steeds verdeeldde legitimisten willen van nie-
mand auders dan van hunnen Hendrik V (den graaf van
Ghambord) weten, en de orleanisten zijn onophoudelijk in
de weer voor den graaf van Parijs, kleinzoon van Lodewijk
Filips. Eerstgenoemde pretendent, die, het moet tot zijnen
lof gezegd wordenzich als een strikt eerlijk man doet ken-
nenheeft eenige dagen te Antwerpen vertoefden werd door
zijne vrienden en partijgangers, uit verscheidene landen tot
hem zamengestroomdals koning bejegend en geeerbiedigd.
Zijn verblijf in die belgische stad veroorzaakte om deze reden
eene geweldige opschudding, rustverstoringvergezeld van
ernstige straatgevechtenen menig burger misschieu wel
schuldelooze toeschouwer kreeg letsel. Men bescbouwde
hem als een zamenzweerder tegen de regering van een met
Belgie bevrienden nabuurstaat, zoodat koning Leopold II en
zijne ministers erg in de verlegenheid er door waren geraakt.
Gelukkig duurde het niet langde graaf van Chambord
ziende wat door, of om, of over, of wegens hem was ver-
oorzaakt, handelde als verstandig man en verliet Antwerpen.
Hij begaf zich naar Dordrecht, doch vertoefde daar slechts
twee dagen. Op dit oogenblik i3 hij te Breda.
Te Londen is eergisteren (27 Febr.) het groote officiele
kerkelijke feest gevierd ter gelegenheid van het herstel van
den prins van Wales. De buitengewone dank-godsdienstoefe-
ning in de Paulskerk werd bijgewoond door de koningin van
Lkgelandden prins en de prinse3 van Wales en door de
overige leden der koninklijke familie, die alien zich in pleg-
tigen optogt naar het kerkgebouw begaven. Het luisterrijke,
hoogst zeldzame schouwspel werd door honderdduizenden men-
schen bijgewoond, waarvan, als men goed geteld heeft, het-
geen o. i. te betwijfelen valt, zeventig kwetsuren hebben
bekomen en 66n den dood gevonden heeft in het gedrapg.
Een londensch gedrang is geen gewoon gedrang.
Pruissengeheel Buitschlandis aan een groot gevaar
ontsnapt. Een poging tot moord was beraamd tegen prins
Bismarck, doch het bestaande plan werd ontdekt en de ver-
moedelijke misdadiger bevindt zich in handen der justitie.
De Alabama-VwesWedat eindeloos geschil tusschen TZnge-
land en Noord-Amerilcais harer oplossing nog niet nabij.
In Belgie worden de rijtuigen en spoorwegen met gas verlicht, waarbij
men met gemak de courant lezen kan. Boven op de wagens is een gaspijp,
met verbinding van cautchouc tusschen elken waggonin een goederen-
waggon bevindt zich een reservoir, gevuld met geperst gas, dat te Brussel
gemaakt wordt, Thans vernemen wij, dat ook Nederland bierin niet achter
zal blijven; ten minste de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij zal gas in
de waggons gaan branden en heeft met de Photogenische gas-maatschappij
te Amsterdam te dien einde eene overeenkomst gesloten. De Voorloopige
proeven zijn genpmen en hebben boven verwachting voldaan. Op onder-
scheidene eindstations zullen fabrieken worden gebouwd, en de inrigting
is zoodanig dat iedere waggon van een reservoir voorzien wordt, waardoor
het gevaar, dat aan het belgische stelsel kleeft, vermeden wordt, dat nl.
bij mogelijke ongelukken met den trein, het licht over den geheelen trein
werd uitgedoofd.
Uit Zwolle wordt gemeld dat het 7-jarig zoontje van den schoen-
maker K. Rigter aldaar, dat zich te digt bij het opendraaijen der prachtige
ijzeren brug aan de Kamperpoort begaf, tusschen de leuning en lantaarn-
paal geraakte, waardoor een zijner ribben gebroken werd, en hij daarna te
water viel. Geneeskundige hulp werd te vergeefs aangewend. Het ware te
wenschen, dat van stadswege aan de verschillende bruggen bij het open
draaijen afsluitingen werden gemaakt ter voorkoming van ongelukken, daar
dit geval niet het eerste is.
iTe Oostzaan is brand ontstaan in de stijfselfabriek van den heer
Corn. Avis niettegenstaande de spoedig aangebragte hulp, zoo wel van
Oostzaan als van de buitengemeenten, is de fabriek totaal afgebrand.
Te Nieuwediep is in een herberg twist ontstaan tusschen een sloeper-
man en een koopman in vogels en eijeren. Op het onverwachts trok laatst-
genoemde een met ganzenhagel geladen pistool uit zijn zak en schoot dat
op den sloeperman af. Deze werd boven het linkeroog gewondmen hoopt
dat hij zijn oog zal kunnen behouden. De vogelenkoopman, die bekend
staat als liefhebber van sterken drank, werd terstond in verzekerde bewa
ring genomen.
In den nacht van Zaturdag op Zondag, omstreeks half twaalf, is te
Haarlem een hevige brand uitgebroken in de Bogaardstraat, is het dansnuis
Het generate hoofdkwartier. Het geheele pand, dat ten 11 ure door de
bewoners gesloten en verlaten was, is geheel uitgebrand. De inboedel was
verzekerd. In den beginne was men zeer bevreesd voor een belendend
pakhuis van verfwaren en vernissendoch het mogt aan de ijverige pogingen
van de brandweer gelukken dit te vrijwaren.
Eerlang zal voor het hof van het departement Oise (Frankrijk) eene
misdaad behandeld worden. Eene vrouw in de omstreken van Clermout
maakte er haar beroep van kleine kinderen te doen verdwijnen. Er zijn
vier-en-twintig beschuldigden. Een honddie den arm van een kindje in
den bek droeg, heeft de justitie op het spoor gebragt dezer lange reeks
van misdaden.
Bij gelegenheid van de feestviering van het herstel van den prins
van Wales (27 Febr.), zijn te Londen niet minder den 70 personen gekwetst
en heeft men het verlies van een menschenleven te betrenren. De illuminatie
was des avonds schitterend. De menigte was opgepropt in de straten,
doch de orde bleef ongestoord.
Als een staaltje van Chinesche vereering en regtspleging diene het
volgende: Een eereboog werd opgerigt ter eere der nagedachtenis van
een jong meisje datna dertig dagen lang haren bruidegom te hebben
verzorgd, na zijnen dood zich het leven ben amen een man werd ver-
brand, omdat hij den dood zijns vaders had verzwegen met het dqel de
kosten van rouwgewaad te vermijden.
Twee reizigers, staande bij een spoorwegstation, waar beesten opgela-
den worden. Eerste reiziger: //Dat moet die koeijen vreemd zijn, zoo op
een spoortrein te ryden!" Tweede reiziger: u Ja, toen de weg pas lag;
maar nou beginnen ze er aan gewoon te raken."
Florence is sints eenigen tijd in rep en roerwegens een man die
bij eene poging om Japansche goochelaars na te bootsen, eene vork in de
keel stakmaar ongelukkigerwijze door eene hoestbui werd overvallen
zoodat zij door het keelgat schoot. Reeds drie weken ligt hij in het hos-
pitaal plat te bed, terwijl de geneesheeren allerlei boringen op hem be-
werkstelligen. Hij staat deze pijnlijke kunstbewerkingen met veel geduld
door, ofschoon zij nog zonder eenig gunstig gevolg zijn gebleven. De man
eet en drinkt overigens met veel smaakenindien dit zoo voortduurt
is het niet onmogelijk dat zijn maag de vork nog verteert, in spijt van
de geneeskundige faculteit.
Mevrouw Poitevin heeft met twee harer kinderen te Bordeaux eene
luchtreis ondernomendie echter niet zeer gelukkig is uitgevallenmaar
zonder toch nog die noodlottige gevolgen te hebben welke de verschrikte
toeschouwers er zich van voorspeld hadden. Overeenkomstig het programma
hadden de zoon en de behuwdzoon van mevrouw Poitevin ten drie ure des
namiddags in de mand onder de luchtballon plaats genomen en had de on-
versaagde luchtreizigster zich op een aan deze mand vastgehecht paard of
pony geplaatsten alles deed eene statige opstijging van den ballon met
het drietal voorzientoen aan den oprijzenden ballon ten gevolge der on-
handigheid van de personen die de touwen vasthielden, en deze op het
gegeven commando slechts gedeeltelijk lieten glippen, zulk eene verkeerde
rigting werd gegevendat hijmet alles wat hij medevoerde eerst tegen
eene rij hoogc en zware boomen en vervolgens tegen de daken van huizen
slingerdeten gevolge waarvan zijne vaart eensklaps door een schoorsteen
werd gestuit. Mevrouw Poitevin zattoen men haar kwam bevrijden
nog steeds op haren pony. De moedige luchtreizigster vertoonde zich wei-
nigc seconden later met hare twee zoons op het balkon van het hotelop
welks dak zij waren nedergekomenmaar zoowel zij als hare zonen hebben
verscheidene wonden en kneuzingen bekomen; eerstgenoemde is dientenge-
volge bedlegerig en bevindt zich onder geneeskundige behandeling.
Doctor Chenu, gewezen directeur-generaal der ambulances tot hulp-
verschaffing aan de gekwetste militairen, is dezer dagen alleraangenaamst
verrast en een man in bonis geworden. Een rijk Amerikaan die gedu
rende het beleg te Parijs woonde en als vrijwilliger aan de zijde van doc
tor "Chenu in de ambulances werkzaam was is onlangs te Philadelphia
overleden en heeft zijn geheele vermogengroot vijf millioen guldenaan
den doctor vermaakt.
Dezer dagen is te Parijs een zelfmoerd gepleegddie zonder voor-
beeld in>de geschiedenis is. Zekeren Cratzmeijer heeft men in zijne werk-
plaats gevonden met het hoofd tnsschen de bankschroef geklemd en zijn
hand was om den hefboomwaarmede hij de schroef had toegedraaid, be-
storven.
In December des vorigen jaars is op de la-Plata-rivier een stoomboot
de Americain brand geraakt en gezonken. Thans wordt de volgende
treffende episode uit die vreeselijke rampgeschiedenis in een dagblad van
Buenos-Ayres wereldkundig gemaakt. Aan boord,bevond zich een passagier,
Viale geheafrendievan een zwemgordel voorzienzich in den stroom
gestort had, en, dank zij dit vrij zekere hulpmiddel, alle hoop mogt koes-
teren behouden aan den oever te komen. Hij wasongehuwd, reisde alleen
en had zich, door niets ter wereld gebonden, om niemand te bekommeren.
Terwijl hijdoor zijne zwemgordel ondersteundzich landwaarts voort be-
woog, ontdekte hij te midden van de rivier een ander reiziger, die met
eene jeugdige vrouw tegen den stroom worstelde. Het was een pasgehuwd
paar. De jonge man, die zijne bezwijmde echtgenoot niet dan met de
grootste inspanning het hoofd boven water kon houdenterwijl hij daardoor
slechts een arm over had om te zwemmen, was op het punt met zijn
dierbaren last te zinken. Liever wilde hij met haar te gronde gaan, dan
haar aan den stroom ten prooi te laten en zich zelven, met de hem
restende kracht, te redden. Naauw heeft Viale den ijzingwekkenden toestand
begrepen, of hij maakt zijn zwemgordel los, werpt dien de in doodsnood
verkeerende jonge vrouw met een: //Salvese, Sennora!" toe, heeft nog
enkele sekonden de zelfvoldoening het jonge paar door zijn hulpmiddel de
redding nabij gebragt te zien, en zinkt toen zelf in de diepte. Het be
houden echtpaar heet Marco del Pont, en de man zelf heeft Viales edele
daad verkondigd.
Uit Murom (gouvernement Wladimir) schrijft men het VolgendeOp
de bank der beschuldigden zat onlangs eene schoone, zestienjarige boerin,
met nog bijna kinderlijke trekkendie zich door middel van vergif van
haren man had trachten te ontdoen. Uit het regterlijk onderzoek bleek,
dat de jeugdige vrouw voor eenige maandep tot een huwelijk met eenen
42-jarigen soldaat, weduwnaar en vader van een bereids gehuwde dochter,
gedwongen was. De vrijer was, om niet te spreken van zijn ouderdom,
een bij uitstek leelijk man, bovendien een volslagen dronkaard en met
asthma gekweld. Hij moest om al deze redenen de bruid ten hoogstemis-
hagen, die onder tranen nu eens hare moeder smeekte haar niet tot een
huwelijk te dwingendan weder haren bruidegom om van haar af te zien
maar de een zoowel als de andere hadden slechts smaadredenen tot ant-
woord en de verzekering, dat. zij zich met der tijd wel in het geval zou
schikken. In de kerk bij het trouwen antwoordde de.bruid, op de vraag
van den geestelijke, of zij in het huwelijk toestemde, met neen, ma^r het
antwoord werd overstemd en de plegtigheid voltrokken. Reeds in de
eerste dagen van het huwelijk vermeerderde de haat der jonge vrouw zoo
danig, dat zij eindelijk besloot of aan haar of aan zijn leven een einde
te maken. Toen na drio weken de man haar dwingen wilde brandewijn
te drinken en op hare weigering haar mishandelde, mengde zij arsenicum
in zijne spijzen, om den gehaten band los te maken. De misdaad was
volkomen bewezen en de aangeklaagde had ook hare schuld volkomen be
kend; niettemin werd zij door de gezworenen, na een kort beraad en tot
oogenschijnlijke tevredenheid van het publiek, vrijgesproken.
Een kondnkteur 3e kl., belast met het overbrengen van brieven-
malen en het op tusscbenstations afgeven van brieven en paketten,
welke eerst brieven besteller was te Rotterdam en later "als kon-
dukteur werd aangesteld op de lijn 's Gravenbage—Gonda van den
Nederlandschen Rijnspoorweg en den 1 September 1870 in zijne
betrekking werd overgepiaatst op den Hollandseben spoorweg, lijn
Rotterdam-Amsterdam, en die als zoodanig een traktement genoot
van f 450 's jaars, stond heden voor het provinciaal geregtshof
in Zuid-Holland teregt, besehuldigd van in de maand Oktobervan
het vorige jaar tweemalen te hebben verduisterd of onttrokken akten
en bescheiden, welke hem in zijne betrekking waren overgegeven.
De verduistering bestond daarin, dat hij de gomsluiting en lak-
verzegeling had losgemaakt van brieven, waarvan een aangeteekend
was, en aaaruit zieh een bankhillet van f 200 en drie coupons
a f 19.80 heeft toegeeigend. Daartoe bediende hij zich van eene
schaarhij wist dan op verrultige wijze de enveloppe weder te
sluiten, zoo zelfs, dat de direkteur van het postkantoor te 's Gra-
venhage, wien een van de bestolen brieven werd ter hand gesteld,
niet dan na naauwgezet onderzoek kon ontdekken dat de brief
was geopend geweest. Berouwvol bekende besch. zijne misdaad
en ook dat al de ten processe aanwezige, in zijne woning te Rot
terdam gevopden geldswaardeu, door diefstal op gelijke wijze
gepleegd, in zijn bezit waren gekomen. Toen- de president hem
vroeg hoe hij de eerste maal tot dergelijke ontvreemding was ge
komen, antwoordde hij, dat de enveloppe van een brief zoo dun
was, dat hij duidelijk den inhoud kon zien en toen met zijne
sehaar den brief heeft gtopend. Ten aanzien van den aangeteekenden
brief zeide besch. dat de zegels van het paket waren geschondep
en dat ook de brief half geopend was toen hij dien had ontvangen.
Adv.-gen. mr. Terpstra eisohte de veroordeeling van besch. tot
tuchthnisstraf van minstens 5 en hoogstens 15 jaren. De verde-
diger, mr. van Heusden, wees het hof op het vorig goede levens-
gedrag van zijneu klient en verzoeht met het oog op de verzoeking,
waaraan hij, door zich alleen in een wagon te bevinden, was bloot-
gesteld geweest^ de toepassing van eene ligte straf in eenzame
opsluiting te ondergaan. Het hof deed nog denzelfden dag uit-
spraak en veroordeelde den besch. tot zeven jaren tuchthuisstraf.
Dat althans deze veroordeeling dit goede gevolg moge hebben,
dat er een einde koine aan de vele vermissingen van brieven en
geldswaarden, waarvan in de laatste tijden zoo menigmaal sprake was,
en dat bun, wier gemoed niet genoeg vatbaar schijnt te zijn voor
de grondbeginselen van eerlijkheid en goede trouw, ten minste
een schrik worde ingeboezemd voor de zware straf, die bun, zooals
nu, voor hunne enveldaad wordt opgelegd.
Ouder de merkwaardige personen, die van tijd tot tijd de
Haarlemmermeer hebben bezocht, beboort ook de koene reizig-
ster Ida Laura Pfeiffer.
Geboren den 14 October 1 797 te Weenendochter van
een bemiddeld koopman groot geworden onder het spartaan-
sche opvoedingsstelsel van haar vader, werd zij door velerlei
ervaring en onderviuding gevormd tot die vrouw van groote
wilskracht, welke haar op hare veelvuldige reizen zoo uitne-
mend te stade kwam. Aandrang om dienstbaar te zijn voor
menschelijke navorsching en kennis schijnt de prikkel en
spoorslag van haar onrnstig leven te zijn geweest.
Op eene harer reizen, en wel in Nederland, ontmoeten wij
haar aan het Hoofdkanaal bij den heer Muysken.
Het verblijf aldaar heeft zij later be9chre.ven in haar Laatste
reis naar Madagascar, door Buitschland, Nederland-, de Kaap
en Mauritius; een werk uit het Hoogduitsch vertaald en in
1862 te Utrecht uitgegeven bij J. G. Broese. Hooren wij
voor een oogenblik wat deze dame uit Weenen aan hare oosten-
rijksche lendgenooten te vertellen heeft vau haar bezoek in
Haarlemmermeer
Digt bij Amsterdam", aldus begint zijligt het vermaarde
Haarlemmermeer, welks droogmaking vocrzeker een der grootste
ondernemingen onzer eeuw is. Daar, waar weinig jaren te
voren nog groote schepen voerenwaar de visscher zijne netten
uitwierp, daar weiden thans duizenden koeijen, daar aanschouwt
men welig bloeijende velden en weidenhier en daar verrijzen
reeds huizenen weldra zal men er vlekken en dorpen vin-
den." (Jammer, dat de goede vrouw dood is, anders kon zij
thans hare profetie op treffende wijze bewaarheid vinden 1
De droogmaking van het meer, dat eene gemiddelde diepte
van 13 voeten had, werd in Februarij 1849 begonnen en vier
jaren daarna was het reuzenwerk volbragt. Er werden op drie
verschillende punten stoomvverk'tuigen van 400 pnardenkracht
gebouwd ieder daarvan had acht pompen ,- die het water zes-
maal in de minuut ophaalden en in de afvoerkanalen deden
nitloopen. De 24 pompen van de drie werktuigen schepten
iedere miuuut 20,340 emmers water.
„Dcor de droogmakerij van het meer werden ruim 18,000
bunders land gewonnen; in het jaar 1853 werden de eerste
aanplantingen gedaan.
„De heer Muyskendie de goedheid had mij dit nieuwe
wereldwonder te doen aanschouwen, is eigenaar van een fraai
stuk gronds, dat hem in het vorig jaar den eersten oogst had
geleverd. (De beroemde reizigster was hier in de gemeente