54 - Proeveu over den invloed van het voetler op de melk bij Roeijen Het vervoer van vee op de spoorwegen Fabriek van verdikte melk in Zwitserland. Over den Landbouw van Eug-elaiul. Graan of Veevoeder? Wemensde iferig'teii. teelen van de vroegste aardappelsoortendie gerooid kunnen worden alvorens de schimmelplant zich vertoont. S. zijn door den bekenden Dr. Kiihn, den directeur der land- bouw-akademie te Halle, bekend gemaakt, die tot de eenig- zins verrassende uitkomst geleid hebbendat de hoedanigheid van het voeder geen' invloed heeft op de hoedanigheid, maar wel "op de hoeveelheid der melk. Men wist dit wel zoo on- geveermaar door cijfers was het nog niet bewezen. Er werden koeijen gevoederd met hooi, garstenstroo en knollen. Na eenige weken verdubbelde men de hoeveelheid eiwitstof in het voeder door het toevoegen van gekneusde boonen en, drie weken daarna, werd het vet verdubbeld door bij- voeging van raapolieterwijl men vervolgens weer tot het eerste voeder terugkeerde. De samenstelling der melk was nu, bij dit voeder, met: gewoon. Dagel. hoeveelh. melk kgr. 7,14 Daarin ten 100 drooge be- standdeelen11,56 De melk, tot 12 ten 100 ver- damptbevatte ten hon- derdboter kaasstof. eiwitstof. suiker Terwijl de melk het beste zijn eiwit houdend. 7,58 12,36 eiwit en vet houdend. 8,27 12,54 gewoon. 7,16 12,02 3,38 2,61 0,51 4,52 3,32 2,66 0,48 4,41 3,34 2,62 0,45 4,49 3,23 2,57 0,57 4,54 voedsel voor moet zijn heeft de natuur wijselijk gezorgd van voedsel bij het moederdier geen nadeeligen invloed op de zamenstelling der melk kan uitoefenen. Welke praktische lessen uit die proeven voor den veehouder te trekken zijn behoeft hier niet gezegd te worden. S. het jonge dier dat verandering is in Engeland, bij een besluit van Mei 1870 geregeld, en bepaald dat de dieren behoorlijk van water voorzien en in wagens met veerende stootplaten vervoerd moeten worden. Er wordt echter algemeen geklaagd dat deze bepalingen zeer slecht worden nagekomen en dat ze ook beter en meer uit- gebreid dienden te zijn, om een einde te maken aan het martelen van het arme vee. De Schotsche Maatschappij van Landbouw heeft in December van het vorige jaar besloten, om zioh tot de Regering te wenden en op verbetering van dat besluit aan te dringen. De bestuurders der spoorwegen moes- ten verpligt worden om op hunne kosten de dieren, bij het gaan in de wagens en bij het verlaten daarvan tevensdrin- ken te verschaifen', engedurende de reisdrinken enop kosten der verzenders van 't vee, voedsel daarenboven. Beiden zouden boetpligtig moeten zijn wanneer de dieren bevonden werden langer dan, bij voorbeeld, zes uren zonder water en twaalf uren zonder voeder te zijn gebleven. De beestenwa- gens behoorden volstrekt overdekt, aan de eindeu gesloten en van drinkbakken en voederruiven voorzien te zijn Ten onzent is dit nu juist eene taak voor de Vereeniging tot bescherming van dieren. Dat zij zich het lot van't arme vee aantrekkeligt voor de handwant dat't diep beklagens- waardig is, daarvan kan men zich bij ieder vee-transport overtnigen. Elk geloei of geblaat toch, dat uit eenen vee vernomen wordtverraadt honger en dorstdit zal wagen geen kenner van vee ooit tegenspreken. S. De door Amerikanen opgerigte fabriek van verdikte melk in Zwitserland, te Cham, op den oever van het Zugermeer, breidt zich verbazend uit. In 1866, bij het begin der werk- zaamlieden, gebruikte zij eenmaal 's weeks de melk van 350 koeijen, waarvoor zij ruim 4 /2 cent de liter betaalde. De navraag is zoo vermeerderddat er thans dagelijksden Zon dag niet uitgeslotende melk van 1500 tot 2000 koeijen gebezigd wordt, waarbij men dagelijks 1000 kilogram suiker bezigt. In 1872 hoopte men dagelijks 10 000 bussen te zul- len leveren, waarvan de helft op het vasteland blijft, terwijl de wederhelft door Engeland, de kolonien en de schepen verbruikt wordt. S. Leonce de Lavergnein zijn beroemd werk over den Land bouw van Engeland, berekent de gemiddelde en znivere op- brengsten van de hektare in Engeland op 112 guldenin de Schotsche laaglandpn, Wales en Ierland op 34, en in de Schotsche hooglanden op 12,5 gulden, terwijl die in Erank- rijk, hoewel de grond even vruchtbaar is, sleclits de helft van deze zouden bedragen. Ten onzent spreken de cijfers geheel anders, want de gemiddelde en zuivere opbrengst der 704,400 hektaren die gemiddeld van 1861 tot 1870 met trranen en handelsgewassen bezel zijn geweestheeft de mark- waarde van 146,372,000 gulden; alzoo 207 gulden van de hektare; of acht men deze opbrengst te zijn geweest die van alle de 788,800 hektaren bouwland te zamen, dan verkrijgt men 186 gulden van de hektare. S. door Dr. Otto Pitsch. Overgenomen uit het Tijdschrift: De kolksvlijt. Vervolgzie N°. 5, 6, 7 en 10.) Natuurlijk volgt hieruit, dat een streek die het hoogst be de luchtsgesteldheid veel beter psst, omdat zij in de gele- genheid kwamen, om koren naar verre streken te vervoeren. Daar dit feitbekend is, zoo bepaal ik raij in plnats van eene uitvoerige beschrijving van de landbuishoudkundige toestanden dier streken te gcvenom een kort berigt daarover uit het tijdschrift van Eiihling, 1870, bladz.- 1 8, aan te halen: Onder de vele vragendie de gemoederen in Oostenrijk bezig houden, is thans de vleeschvraag van het uiterste ge- wicht, omdat hier gebrek aan vleesch steeds sterker wordt gevoeld en verhooging der vleeschprijzen vooral te Weenen naar zich sleept. De wezenlijke oorzaak van dezen jatnmer- lijken toestand is, volgens de Oesterreichische Oekonomistin de volgende omstandigheden te zoeken. Het tneer dan 1000 vierkante paijlen gronte Hongaarsch- Banaatsche laagland dreef vroeger, dat is voor 10 tot 20 jareu, uitsluitend veeteelt, en ofschoon het klimaat dier streken voor het welig groeijen der voedergevvassen gefinszins bij- zonder gunstig is, kon toch op die groote uitgestrektheid veel vee gevoed worden. De veeteelt, hoe ougunstig daar ook geplaatstbehield het veldomdatbij gebrek aan middelen van vervoer, de voortbrengselen zich Zelven op de markt konden brengen. Maar met het aanleggen van spoorwegen had het kwiju-uur der veeteelt geslagen. Het aankweeken van graan- gewassen, voor het klimaat aldaar veel beter geschikt dan die van voedergewassenbegon te bloeijen. De uitkomsten mce- digclen tot uitbreiding aan de weiden krompen binnen korten tijd geweldig in, en het buitengewoon drooge jaar 1 863 be- sliste volkomen ten voordeele van den graanbouwzoodat de veeteelt grootendeels een einde namen de graanbouw alge meen werd ingevoerd. De veeteelt zal daar des te minder weder tot groote beteekenis koraenomdat, zoo als gezegd is, de luchtsgesteldheid voor het vonrtbrengen van voederge wassen hinderlijk is, en alfe andere takken van den landbouw betere renten zullen geven dan de veeteelt." Het ligt voor de hand, dat, wanneer Hongarije met zijne natuur-voortbrengselen op Duitsche markten met de inlandsche kan mededihgen, eene dergelijke mededinging ook in het buitenland ontstaat Daarbij voegt zich Rusland in't bijzoncler de provincien aan de Zwarte Zee, en in den laatsten tijd vooral Amerika, dat op de Engelsche markt reeds grooten in vloed uitoefent. Wij willen, zoo als gezegd is, niet verder tot deze oorzaken doordringenomdat het op gelijke hoogte blijven van den prijs, den geheimen verrader van den stand der voortbrenging, sedert het volmaken der middelen van ver voer, te overtuigend de meening bevestigt, dat eene veran dering in de nanste toekomst niet te verwachten is. Ook zal het nagaan van de oorzakendie eene verhooging van de prijzen der dierlijke voortbrengselen ten gevolge hebben gehad tevens den gang der graanprijzen in een helderder licht steilen. Terwijl met de vermeerdering der bevolkingen de daardoor toegenomene behoeftede voortbrenging van graan, hetzij dan hier of elders in dezelfde verhouding is toegenomenzoo is de voortbrenging van dierlijke stoffen aanmerkelijk ten achteren geblevenen heeft eene verhooging der prijzen veroorzaakt, die bij boter en kaas sedert 1830 meer dan 200 ten honderd bedraagt, en bij vleesch aanzienlijk genoeg is om in 't oog te vallen. In dit geval kon de mededinging van liaburige staten niet te hnlp komen, omdat hier het vermeerderen van den veestapel niet in dezelfde mate toenain. Van het gebrek aan vleesch in Oostenrijk is reeds melding gemaakt; en vraagt men, of de vermeerderde opbrengst van dierlijke voortbrengselen in het Hongaarsch-Banaatsche laagland niet door een ander kroonland van Oostenrijk vergoed is, zoo geeft het reeds aan- gehaalde artikel uit Fiihling's Neue Landtc. Zeit. ook daarop een antwoord. „Indien nu een ander kroonlandzoo leest men in het vervolg van het artikel van de Oestereichische Oekonomist, „zich even snel op de vermeerdering en verbetering van den voederbouw, en daarmede op eene betrekkelijke uitbreiding van de veeteelt had toegelegdzou het verlies wederom op- geheven zijn. Doch daar dit niet geschiedde, zoo ontstond er in de geheele landbouw-voortbrenging van Oostenrijk eene groote lecmte, die nog vergroot werd door het toenemende verbruik van vleesch door de bevolking, ten gevolge van grootere welvaart, als ook door grooteren uitvoer. Om in die leemte te voorzienblijft aan Oostenrijk sleehts over ook hier zich zelf te helpen, zoo als het gedurende den laatsten tijd op eenen anderen bodem tot zijn voordeel gedaan heeft. Ten dezen opzigte is er geen ander middel dan om te streven dat de voederbouw in 't groot vermeerderd en verbeterd worde, ten einde het vee in hoeveelheid en hoedanigheid toeneme. Dit is des te meer noodig omdat de invoer van vee uit Rus land niet zoo veel kan worden vermeerderd als door velen wordt verwacht; en indien ook hoogere prijzen de daar aanwezige veehouders tot grooteren uitvoer zouden kunnen verleiden zoo heeft dit toch zijne grenzen. Want alvorens meer zal kunnen worden uilgevoerdmoet er meer voortgebragt worden, en dit vereischt wederom de vermeerdering van den voeder bouw. Alvorens deze echter in Podolic in het groot worde ingevoerd, zal er nog veel tijd moeten verloopen-, terwijl de landbouw in die streken nog op een allerlaagsten trap staat. Fan Wallachije eindelijk kan ook worden vooronderstelddat de uitvoer van vee jaarlijks minder zal wordenomdat de vee teelt daar een even ongnnstige kans van slagen heeft als in het tlongaarsch-Ranaatsche laagland." Dit artikel bevestigt met betrekking tot het vergrooten van den veestapel drie feitenten eerste dat de wanverhouding in Oostenrijkten gevolge van de vermindering der veehouderij niet op een andere wijze is uit den weg te ciele statistieke opgaven, welke echler beneden de werkelijk- heid blijven. Twee feiten kunnen hier, ten opzigte der rund- veehouderijworden aangewezenhet land heeft geen runde- ren genoeg, en de liooge prijzen daarvan leveren nog ruime rente, niettegenstaande de toenemende kosten van voortbren ging." Vervolg hierna.) langrijke hulpmiddel voor de voortbrenging, goede middelen van vervoer, als kanalen en spoorwegen, mist, daardoor dik- wijls geheel in haren landbouw ten achteren blijft, omdat geen kwaal een land meer ter neer drukt dan gebrek aan middelen van vervoer. Er zijn strekendie alleen omdat zij wegen en spoorwegen bekwamen, hunnen landbouw in weinige jaren geheel veranderden en reed3 daardoor tot een aanzien- lijke verhooging van opbrengsten aanlciding gavenongere- kend nog het voordeel dat de bloei van handel en nijverheid aanbraehtdie niet minder van het bezit van goede wegen afhankelijk is. Hiertoe behoorenonder anderen streken in Oostenrijk en in de Donauvorstendommen welke den vroeger gedreven weidebouw veranderden in den graanbouwdie voor in Hongarije, de Donauvorstendommen de veeteelt geva dinging mede- voortbrengselen ruimen; ten tweede dat in achteruit gaat, maar de graanbouw in omvang toeneemt; en ten slotte"dat uit Rusland in de eerstvolgende tijden geene aarlijke mededinging is te vreezen, d. w. z. geen die op den prijs van de dierlijke een grooten invloed uitoefent. Over den toestand der veeteelt in Frankrijk geeft eene verhandeling, die naar aanleiding van een onderzoek door de commissie opheldering. „In de laatste prijs der ossen en der koeijen van van de Societe tf agriculture is uitgegeven 10 jaren zegt deze commissie stieren van 149 op 316 franken 89 op 211 franken gerezenvolgens „is de en die de offi- Bij de Brielsche hoofdeommissie is vau H. K. II. mevr. de groother- togin van Saxen-Weimar-Eisenach, geb. prinscs Sophie der Nederlandeo, de toezegging ontvangen eener bijdrage van f 1000, waarvan f 800 voor het Asyl en 200 voor het monument. Als een voorbeeld van vaderlandslievende ontboezemingdient de volgende in eenige hladen voorkomende advertentie van J. B. Toseani, in hammen, worst, spek, enz., te Rotterdam Zandstraathoek HofetraatBurgersVrinden 1 Kunt gij mijn nieuwen Winkel vinden Ik heb VrijheidshammenYrijheidsworst, Zoo fijn als gij ooit denken dorst; Gij vindt, als gij er goed in bijt, Een smaak van onafhankelijkheid. Door den kantonregter te Deventer zijn A. C. en S. U., te Rijssen, ter zake van het in vereeniging en gelijktijdig vervoeren van bedorven vleesch te Deventer, zonder toestemming van de politie, veroordeeld ieder tot eene geldboete van 20suhsidiair 7 dagen gevangenisstraf voor ieder en in de kosten, solidair, met verbeuidverklaring van het in heslag geno- men vleesch en met last tot vernietiging daarvan. Dit de communiebank der R. C. kerk te Zutphen is de offerbus gestolen. Het is der politie nog niet gelukt den dader op te sporen. -Het prov. geregtshof in Gelderland heeft W. J. K., uit Eibergen, schuldig verklaard aan valsche getuigenisen hem veroordeeld tot vijf jaren tuchthuisstraf. Uit het WeeUlad van het Regt blijkt, dat onlangs in ons land een voorzeker niet alledaagsch feit zich heeft voorgedaan. Een kantonregter werd door zijn eigen kantongeregt tot een gulden boete en suhsidiair tot een dag gevangenisstraf veroordeeld, en van dit vonnis voorzag hij zich in kassatiede Hooge Raad vernietigde het inderdaadmaar veroor- deelde hem tot twee geldboeten elk van 1suhsidiair tot gevangenisstraf van een dag voor elite boete. En wat had nu die kantonregter misdaan? Hij was schuldig verklaard aanhet tegen elke schouw niet-zuiveren van waterplanten of ruigten inen het niet behoorlijk opsnoeijen van het hout- gewas langs eene waterleiding," voorzien en strafbaar gesteld. bij de artt. 11, 21 en 24 van het reglement op de waterleiding in Overijssel. In het drijvende paardenspel van Lent dat thans Nederland hezoekt, heeft onlangs te Emmerik een trenrig ongeluk plaats gehad, Als laatste nummer van het programme was aangekondigd //de vliegende mannen, uit- gevoerd door de gebroeders Palmer." Op twee tegenovergestelde punten vau het circus bevond zich een van beiden aan een trapezium en onder lien was een net gespannen. Het grootste waagstuk aan het slot bestond hierin dat de jongste broeder, die zich op het zuidclijk eind bevond, het snel slingerende trapezium verliet, een ruimte van 80 voet doorvloog endevoeten van den tegenover hem hangenden broeder vastgreep. Wat zoo vaak gelukt was, mislukte nu. Hij stortte uit de hoogte naar beneden op het net en hiermede op den grond, om een oogenblik later als lijk te worden wegge- dragen. Men kan zich eenigzins voorstcllen, in welke stemming het pu- bliekdat den 22jarigen jongeling pas te voren had toegejuchtden circus verliet. Het^noordoostelijk deel van Iserlohn in Westfalen, een vierde van de geheele stad, huizen straten enkerken, zinktineen. De hewoners verlaten de bedreigjle wijken. De schadc is groot en niemand kan berckenen, wrat de gevolgen vau het onvoorzigtig uitgraven vau de mijnen ouder de stad zullen zijn. In Berlijn wordt het hoe langer hoe onveiliger. 1 oor eenige maanden zijn twee studenten spoorloos verdwenen. Sedert den 21sten Januarij is de koopman Hendrik Bock uit Bazeldie dien dag met veel geld bij zich zijn logement verlietniet meer gezien. Verleden week is een bediendeeen man van 51 jaar, gehuwd en op wien geen verdenking rust, 36000 thlr. gaan betalen; men heeft niets meer van hem vernomen. De kommandant van Z. Ms. oorlogschip Curasao, jhr. M. W. Bo- wier, ter reede van Sydney; ontving den 4 Aug. 1871 van een Hollandscch inwonev te Sydney het volgend schrijven: Hoog-Edelgestrenge heer ^Vernomen hehbende dat Jan Erederik Willem Schutte, matroos Bekl. aan hoord Zr. Ms. Curasao, in den ouderdom van 20 jaren, op den 28sten Julij jl. is overledenen een manschap was die zich de goedkeuring vau U en nwe officieren had waardig gemaakt, en tevens vernomen hehbende dat hij eene behoeftige moeder achterlaatdie hij gedeeltelijk van zijne gage ondersteundeneem ik de vrijheid u te verzoeken, die ongelukkige vrouw uit naam van //een Hollander te Sydneydie het lofwaardig gedrag van haren overleden zoon op prijs stelt", eene kleine ondersteuning van (f 120), welke sorn ik hier insluit, te doen geworden." In de voorgaande week werden in Londen sleehts twecmenschenoverreden, en het getal verminkten of gewonden, door paard en rijtuig, was sleehts 38. Twee zelfmoorden werden gepleegdzeven personen stikten en drie werden vergiftigd; vier verdronken en eene vrouw verloor haar leven door opium te nuttigen. Te 's Hertogenbosch is de vrouw van E. A. Scheefhals, kamerbe- hanger, bevallen van een drieling, een meisje en twee jongens. Moeder en kinderen maken het naar omstandigheden zeer wel. Voor eenige dagen is in een koffijhuis, in de rue Monge te Parijs zekere Deyanseen gevangenbewaarder onder de communein hechtenis genoinen die naar men geloofthehoord heeft tot het execntie-peloton dat de generaals Lecomte en Clement Thomas fusilleerde. Deyans zou toen hij hij het innemen van Parijs door het leger van Versailles met de wapenen in de hand gevat werd, gefusilleerdmaar niet gedood zijn ge worden. Zijne vrienden hebben hem tusschen de lijken weggehaald en later verplaegd. Sedert van zijne wonden volkomen hersteldwas hij bij een der Iogementen of koffijhuizen van den boulevard St.-Michel in dienst. Dezer dagen is te Luik een jongetje van 14 jaar gestorven, ten ge volge van een ongeval, waarvan men verre was zulke droevige gevolgen te voorzien. Omtrent acht dagen geleden liep het kuaapje blootsvoets over de kamer, waar zijne ouders wonen, en trapte een naald in den voet. Ondauks de pijn, door de wond veroorzaakt, ging het kind als naar gewoonte ter school maar twee dagen later kon het niet meer dan met een stok gaan, en moest het, ondanks al zijn raoed. te huis blijven. Zijn ouders lieten een geneesheer komen, die na onderzoek bevond, dat de wonde door het koudvuur was aangetast en het been moest afgezet worden. De amputatie moest des anderen daags plaats hebben, doch alvorens de doctey hiertoe znn overgaan, had de arme jongen, onder het uitstaan van hevige pijnen, opgehouden te leven. De Western Stareen Indisch blad, geeft de geschiedenis van de ontdekking van verscheidene moordenaars, die als het verhaal w-aarheid behelst den heer Darwin belangrijke bonwstof voor zijn systeem aan de hand geeft. De geschiedenis is in het kort de volgende: Een koopman te Madras hezat een aap, waarvan hij veel liield. Hij moest eene lange reis ondcrhemen, nam geld en juweelen mede, alsmede Jocko. Eenige schurken loerden op den koopman, vermoorden hem en begroeven zijn schat. Het lijk wierpen zij in een uitgedroogde beek, legden er takken over en ver- trokken. De aap had, nit een boom, alles aangezien, en toen de moorde naars afgetrokken waren, zocht hij het huis van den naastbijwonenden /ztahsildar" op. Door schreeuwen en kermen trok hij de opmerkzaamheid van dezen ainhtenaar tot zich en noodigde hem, door gebaren, hem te volgen. Aan de heek gekomen, wees Jocko naar beneden, en toen de /ztahsildar" eenige mannen naar de aangewezen plaats liet gaan, werd het lijk gevouden. Daarop bragt de aap de menschen naar de plaats, waar de juweelen en het geld hegraven waren. Eindelijk geleidde hij zc naar de bazar en, zoodra hij een der moordenaars zag, liep hij op hem toe, beet hem in het been en liet hem niet los, voor hij gevangen genomen was. Op deze wijze werden alle moordenaars gevangen. Zij hebben hunne miis- daden beleden, en bij de eerstvolgende zitting van het geregtshof te Telli- chorry wordt hun proe.es opgemaakt. De Times of India doet het voorstei om dezen wonderbaarlijken aap den titel to verleenen van //buitengewoon inspecteur van politie." Een zestig-jarig heermet veel geldwerd op zijn onden dag be- toovcrd door een meisje van zeventien jaren. Hij was zoo door de liefdeheen, dat hij haar eindelijk ten huwelijk vroeg op de volgende Mejufvrouw ik ben oud en gij zijt jongwilt gij mij de eer wijze aandoen mijne te worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1872 | | pagina 2