it 1872. RHnland. Haarlemmermeer. No. 45. VAN AAN LANDB0UW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJ1). Dertiende Jaargang. Prijs van tret Abonnement: in het Jaar6.- Prijs der AAdvertentien van 16 regels 75 Centelke regel meer 12 Cent. BENOEMINGEN. Aan Zijne Excellence den Minister van Binnenlandsche Zaken. Aan de Vereenigde Vergadering van Rijnland. 1 Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven Prijs van een enkel Nommer 15 Gent. ALLE TOEZENDINGENEEDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE, te adresseren aan VAX ISOXGA C0., te Amsterdam. tJilcrlijk Woenadag.) Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. Zijne Majesteit de Koning heeft benoemd: tot lid van het bestuur der Vier polders, genaamd GrootepolderZandberg, Nieuwendijk en Nieuwe Eijnaart (Noord-Brabant)A. Hagens Jztot dijkgraaf van het polderdistrikt Neder-Betuvve (Gelderland)M. J. Versteegh; tot secretaris van het pol derdistrikt de Circul van der Ooy (id.), Backer; tot dijk graaf van den Galathee- en Mariapolderden polder het Ou- deland, den Weipolder en Altekleinden polder het Rietveld den Anna Wilhelminapolder en den polder den Bommel (Zuid Holland), mr. D. van Weel; tot heetnraad van den Assen- delver Zeedijk (Noord-Holland)K. Jongejans Gz.; tot lid van het hoofdbestuur van het ivaterschap Hunsingo en voor- zitter van het 5e onderdeel (Groningen), A. G. Lanting. Terwijl wij ons voorstelden den toestand van Bijnland se- dert de afsluiting van het Y te behandelen, en de noodige gegevens voor die beschouwing verzameldenkregen wij ken- nis dat Dijkgraaf en Hoogheemraden zich reeds tot den Mi nister van Binnenlandsche Zaken hebben gewend en aan de Vereenigde Vergadering van Rijnland in een uitvoerig rapport den stand van zaken hebben medegedeeld. Welwillend wordt ons van beide belangrijke stukkendie onzen arbeid overbo- dig makenafsclirift gegeven. Wij laten ze bier volgen Leiden, 5 October 1872. De zeer bijzojider hooge stand van het boezemwater, welke sedert eenigen tijd in Rijnland wordt ondervonden en reeds belangrijke schade heeft aangebragt, noopt ons de aandacht van Uwe Excell. te vestigen op den toestand waarin dit Hoog- heemraadschap thans verkeert, sedert de afsluiting van het Y de werking van eb en vloed uit dien zeearm heeft geweerd. Terwijl toch voor de afsluiting het Y gewoonlijk na laug- durige zuidwestelijke windenzoo als laatstelijk geheerscht hebben, een zeer lagen stand verkreeg, die de gelegenheid gaf voor zeer krachtige spuijingen te Spaarndam en te Halfweg, en dus tot outlasting van den boezem in het noordenook wanneer de lozing te Katioijk door den te hoogen stand van de Noordzee niet kon plaats hebbenheeft thans het geval zich voorgedaan, dat de natuurlijke lozing op het Y evenzeer als op de Noordzee belemmerd was door te hoog buitenwater. Meermalen werden door ons bij Uwer Excell. voorgangers vertoogen ingediend over het onvoldoende der bestaande mid- delen om het Noordzeekanaal te houden op den stand van 0.50 m. A. P. Wij verwijzen dienaangaande naar onze brieven van 28 Augustus 1868 N°. y,98, 19 September 1868 N0, 37 24 Junij 1871 N°. 2%,0 en 9 December 1871 tj° tay -1 1460' Sedert werd door ons beweerd dat, zoo in gewone omstan- digheden de bedoelde middelen krachtig genoeg zouden zijn om het kanaalwater op peil te houden", het tegendeel zou worden ondervonden in buitengewone gevallenwanneer juist de behoefte aan sterke lozing voor de op het Y uitwaterende waterschappen het grootst zou zijn. Wat thans plaats heeft bevestigt dit volkomen. Wanneer men toch nagaat, dat het stoomgemaal aan den Paardenhoek voortdurend in werking is geweest; dat desniet- temin het A tot 6 c. m. A. P. is gestegen, dus 44 c. m. hooger dan het kanaalpeildatingeval het kanaal ware vol- tooid geweest, het water, thans door de omliggende water schappen op natuurlijke en kunstmatige wijze op het ruime 1 geloosdalsdan op de zooveel kleinere oppervlakte van het kanaal zou zijn gestort; en dat daarbij nog zou zijn gekomen al het water dat de stoommachines van de drooggemaakte 1-polders zouden hebben uitgeworpen, dan mag naar ons oordeel hetgeen thans ondervonden is veilig worden aange nomen als een nieuw bewijs voor de meermalen door ons ont- wikkelde stelling, dat het stoomgemaal aan den Paardenhoek op verre na niet voldende is, om ten alien tijde het kanaal op peil te houden. Immers, zelfs als men let op de waar- schijnlijk groote doorkwelling van den afsluitdijk en op het. niet voltooid zijn van het kanaalis het verschil tusschen 6 c. m. en 50 c. m. A. P. zoo grootdat men niet kan aannemen dat die twee oorzaken daarop van afdoenden invloed hebben kunnen zijn. Wij gevoelen ons daarom verpligt de aandacht van Uwe Excell. andermaal bij deze zaak van hoog gewigt te bepalen en Uwe Excell. te verzoeken de noodige middelen te doen beramenwaardoor de belangen van het Hoogheemraadschap gemiddeld 144.7 m. m. met betrekking tot de lozing op het Y voor verdere nadeelen worden gevrijwaard. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, de Clercq Dijkgraaf. (w. g.) W. G. de Bbuijn Kops Secretaris. Leiden, 12 October 1872. De toestand waarin de boezem sints een paar weken heeft verkeerd en de daaruit voor vele ingelanden te vreezen na deelen hebben niet weinig onze bezorgdheid gewekt. Wij ach- ten ons dan ook verpligt U eenig verslag te doen omtrent den zeer bijzonderen overlast van waterwaarmede Rijnland in den jongsten tijd is bezwaard geweest, ten gevolge waarvan niet alleen de molens bezuiden den Rijn sedert den 24en Sep tember verpligt zijn geweest stil te staan, maar ook de pol ders benoorden den Rijn grootendeels in hunne bemaling zijn belemmerd geworden. Sedert den 23en September heeft de boezem aan de Oude Wetering voortdurend een hoogeren stand gehad dan 40 c. m. beneden A. P., afwisselende tusschen 38 en 17 c. m. A. P., terwijl hij te Halfweg tot 15 en te Spaarndam zelfs tot 13 c- m- A. P. is gestegen. Te Oouda is de hoogste boezem- stand geweest 18 c. m. A. P. Onderscheiden oorzaken hebben dezen vooral iri dit saizoen buitengewonen toestand doen ontstaan. In de eerste plaats de zeer zware regenval, die zoo hevig is geweest, dat volgens de waarnemingen in den Haarle'.nmermeerpolder gedaan, in het tiendaagsoh tijdvak van 20 tot en met 29 September, na aftrek der verdamping, gevallen is: aan de Leeghigater 143.9 m. m. j Cruquius 118.2 Lijnden 165.3 het Iloofddorp 151.4 De gemiddelde val van 144.7 m. m. in tien dagen, na aftrek der verdamping, heeft dus gemiddeld voor 4 dagen 57.88 m. m., dat is ruim 17% m. m. meer dan het door de Commissie van Ingenieurs in haar eerste rapport (biz. 42) als maximum aangenomen cijfer van 40 m. in. regen na aftrek der verdamping in vier dagenhetwelk gegrond was op eene vergelijking van de sedert 1743 gedane waarnemingen. In de genoemde 10 dagen is er nog meer regen gevallen dan in de geheele maand November 1866, die zoo bijzonder rijk aan regen was. Gedurende en na de vele regens was en dit is mede eene voorname reden van het ondervonden waterbezwaaf de stand van de Noordzee zoo hoog, dat te Katioijk slechts weinig sluisgang is geweestte weten op 23 September gedurende 2 uur met een grootste ver- val van 4 c. m. en op 24 September gedurende 5 uur met 6 c. m. grootste verval. Eerst op 30 September is de gelegenheid gunstiger gewor den zijnde op dien dag en de tietj volgende dagen te zamen gedurende 110% uur geloosd met een grootste verval reg- pectivelijk van 13, 25 24, 12, 18, 23, 25, 25, 13, 11 en 6 c. m. De natuurlijke lozing op het Y was van weinig beteekenis, althans in verhouding tot de behoefte en bij vergelijking met hetgeen zou hebben kunnen geloosd worden, indien het Y, even als vroeger, onderworpen ware geweest aan de werking van den vloed en de eb, als wanneer hoogstwaarschijnlijk een zeer lage ebstand zou hebben plaats gevonden, die de gele genheid zou hebben aangeboden om het overtollige boezem- water met groote massa's op het Y af te voeren. Nu echter heeft van den 20en tot en met den 23en September en van den 30en September tot nu toe in het geheel geen sluisgang op het Y kunnen plaats hebben omdat het buitenwater hooger dan het boezemwater stond of daarmede gelijk was. Op de overige dagen is de spuijing geweest als volgt te Spaarndam. op 25 September 24 uren 26 27 28 29 te Iialfweg. op 24 September 25 26 27 28 29 24 15 12 18J 10 5 c. m. grootste verval. K I) 6 11 11 4 1 t 2 c. m. grootste verval. 4 4 T W II 4 H H 4 1 it 7 II l» II Men ziet hieruit dat het grootste verval slechts heeft be- dragen te Spaarndam 6 en te Halfweg 4 c. m. Dit moet on- 12 uren 19 9 13 14 tegenzeggelijk worden geweten aan de afdamming van het Y, zonder welke het door de geheerscht hebbende zuidweste winden aanmerkelijk zou zijn verlaagd. Maar tevens levert de tegenwoordige toestand een eerste bewijs dat de bemalings- en lozingsmiddelen te Scliellingwoude in buitengewone omstau- digheden onvoldoende schijnen om het kanaal te houden op den stand van 0.50 m. beneden A. P. Wij hebben ons ver- pligt geacht hierop de aandacht van den Minister van Bin nenlandsche Zaken te vestigen. Van den brief, dien wij te dezer zake aan Z. Exc. schreven, hebben wij de eer U hierbij een afschrift aan te bieden. Gelegenheid tot lozing door sluisgang op den IJssel te Gouda heeft bestaan gedurende drie uren op den 2en dezer, 4 uren op den 5en, 5 uren op den 6en, 6 uren op den 7en en 3 uur op den 8en. Het grootste verval daarbij was 5 c. m. Tot ons leedwezen waren van de drie stoomgemalen alleen dat te Halfweg in staat om tot de outlasting des boezems mede te werketi. Het is dan ook sedert den 20en bijna onaf- gebroken in werking geweest, en wel op den 2len gedurende 16, op den 25en gedurende nagenoeg 20, op den 28en ge durende 21 uren en op de andere dagen gedurende het gansche etmaal. Wij betreuren het dat de stoomgemalen te Oouda en te Spaarndam buiten dienst zijn moeten blijvenomdat de daar- aan te verrigten werken nog niet waren afgeloopen. Het eer ste zou wel den algeraeenen toestand niet hebben geredmaar toch aan den Gouweboezem zeer belangrijke diensten hebben bewezen, ware het maalvaardig geweest. De redenenwaarom zulks het geval niet was, zijn aan Uwe Vergadering bekend. De redenwaarom ook het stoomgemaal te Spaarndam wer- keloos moest blijven, is dat, ofschoon de herstelling der ke- tels en de geheel vemieuwde bemetseling op den 15en Sep tember gereed waren, de stoomzuigers en andere werkende deelen der machine eerst op den len October van de fabriek de Atlas ontvangen werden, hoewel de termijn van oplevering bij contract op 1 September bepaald was. Wij mogen echter niet ontveinzen dat met het sluiten van dat contract meer spoed had kunnen en behooren te zijn in acht genomen. Dit heeft ons aanleiding gegeven, aan den In- genieur Hoofaopzigter ons ongenoegen te betuigen over het niet gevolg geven door hem aan de vroeger herhaalde aansporingen van den Dijkgraaf om de Zaak zoo veel mogelijk te bespoedigen. Wij kunnen nu mededeelen dat het stoomgemaal te Spaarn dam op Zondag den 6en dezer in werking is gekomeneerst met 6, later met 8 en op den 8en met 10 raderen, en dat zulks op den 1 len ook met dat te Gouda het geval is geweest met vier raderen, te weten met het versterkte en het onver- sterkte pomprad van de eerste constrnctie en met de twee buitenste thans van houten schoepen voorziene raderen. Voorziende dat het maalsaizoen daar zou zijnvoor dat de twee, volgens de laatstelijk aangenomen constructie te ver- anderen pompraderen gereed zouden zijn, hebben wij namelijk op den 7an September beslotengevolg te geven aan een denkbeeld van den opzigter J. D. Rijk, waarmede zoowel de Ingenieur Hoofdopzigter als de heer Henket zich hadden ver- eenigd, om namelijk de twee buitenste raderen, met het be- houd van den trommel, te voorzien elk van 12 stevige houten schoepen, bewerkt naar den vorm van de opleiders en krimp- muren der pompraderen. De werking der stoomgemalen te Spaarndam en te Gouda is aanvankelijk zeer voldoende, zoodat wij thans de hoop mo gen koesterendat de kunstmatige en natuurlijke lozingen den boezem weldra tot eenen gewenschten stand zullen hebben terug gebragt. Ten slotte hebben wij de eer hierbij over te leggen een ver- gelijkenden staat van de standen der Noordzee, het Y en den boezemzoomede van de spuijingen en de werking der stoom gemalen gedurende het tijdvak van 20 September tot 8 October. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, (ic. g.) de Clekcq Dijkgraaf. W. G. de Bkuijn Kops, Secretaris. Tot predikant bij de Hervormde gemeente Haarlemmermeer is beroepen Ds. Hasselmante Heukelom. lot zetters voor 's Rijks directe belastingen te Haarlemmer meer zijn door den Comraissaris des Rollings benoemd de lieeren G. B. t Hooft, H. F. Bultman en A. J. G. Timmermans. van 16 tot 22 October 1872. GEBOREN: Willem Hendrikus Cornells, zoon van J. W. Verhoeve en G. de Bruin. Huibertus, zoon van J. Verhaar en T. Zoetemelk. Antonia, doehter van H. Boterbloein en J. van Kooten. Govert Pieter zoon van Lena Vervoorn. Johannes Hendrik Pieter, zoon van J. II..Kok a i it 11: 11 u i: it ii i: i: it.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1872 | | pagina 1