Vrijdag, 1 November. N°. 44. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Dertiende Jaargang. Een bijzondere Regenval. Prijs van het Abonnement: in het .Jaar6. Prijs der -Advertentien van 16 regels 75 Centelke regel meer 12 Cent. Rijnland. Een belangrijk advies in een gewigtige zaak. Aan de Vereenigde Vergadering van Rijnland. HAARLEMMERMEER Prijs van een enkel Nommeb 15 Cent. AXLE TOEZENDINGEN, EEDAKTIE EJJ UITGAVE BETKEFFENDE, te adresseren aan VAN BOAGA C°.te Amsterdam. Uiterly k JFoensdag.) Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. Omtrent de regenval in den laatsten tijd is het niet onbe- langrijk mede te deelen, dat van den 17 September tot en met den 19 October ongeveer is gevallen aan den Leeghwater283,9 strepen. Cruquius248,4 Lynden302,6 het Hoofddorp294,1 gemiddeld alzoo 282,25 streep of 28 duimen na aftrek der verdamping 232 strepen. De verdamping is echter te groot. Vergelijk Weekblad van 19 April 1872. Van 17 September tot en met den middag van 28 September, of in elf dagen vielen aan den leeghwater152,9 strepen. Cruquius148,8 lynden157,2 het Hoofddorp161,9 Deze hoeveelheden zijn buitengewoonvooral wanneer men in aanmerking neemt wat door de ingenieurs Conrad, Reuvens en Stieltjes in hun rapport omtrent het verzekeren van een vasten boezemstand aan Rijnland gezegd wordt, dat de hoe- veelheid regen na aftrek der verdamping, in November 1866 bij den Leeghwater waargenomen, ten bedrage van 135 streep, buitengewoon groot was, en in 123 jaren slechts werd over- troffen door zeven maandente weten. November 1755 165,68 streep. October 1760 143,88 Januarij 1764 151,51 Junij 1822 138,46 October 1841 196,20 October 1843 152,64 Augustus 1844 170,08 Nog belangrijker is de regenval in dit jaar, wanneer men bedenkt, dat op bladz. 42 van meergemeld rapport staat„Wij besluiten dus dat een regenval, na aftrek der verdamping, van 40 streep hoogte gedurende vier etmaleneen maximum is, doch in den winter van 1866 op 1867 voorkwam", terwijl thans in vier etmalem, van 19 tot en met 23 September, na aftrek der verdamping, waargenomen is: aan den Leeghwater92,5 strepen. Cruquius84,9 Lynden73,6 het Hoofddorp87,9 of gemiddeld 84,7 strepen. In 36 urenen wel van 8 uur des avonds van den 14 tot 8 uur des morgens van den 16 dezer, zijn gevallen: aan den Leeghwater55,0 strepen. Cruquius5 3,5 n Lynden 61,6 het Hoofddorp64 1 of gemiddeld 58,5 strepen. In 24 uren, van des morgens 8 uur van den 15 tot des morgens 8 uur van den 16 viel er: aan den Leeghwater 38,7 strepen. Cruquius33,3 Lynden 42,9 het Hoofddorp44 5 of gemiddeld 39,8 strepen. Het is alzoo niet te verwonderen dat de waterstand in den polder belangrijk is gerezen. De werking der stoomtuigen was als volgt, gedurende de maand September tot den 26 October jl. De Leeghwater is den 20 September in werking gekomen en den 3 October gestopt wegens het breken van een bout van de hydraulique pooldoch kwam den 6 October weder in werking, en is den 9 October bij een waterstand van 5,09 meter A. P. aan het Hoofddorp gestopt, om ketels schoon te maken cn zuigers te verpakken. Den 14 October bij een stand van 4,82 in werking gekomen, heeft hij den 16 October moeteti stilstaanwegens het breken van een zuigerstanv van de luchtpomp. Ten gevolge van de welwillende medewerking van heeren directeuren van de fabriek de Prins van Oranjete 's Hage was- de gebroken stang in den avond van den 17 October her- steld en de Leeghwater den 18 October weder in werking. De Cruquius is den 22 September in werking gebragt en heeft onafgebroken doorgewerkt tot den 9 October; al«toen gestopt bij een waterstand van 5,09 aan het Hoofddorp om de zuigers te verpakken en den 12 dezer bij een waterstand van 5,01 aan het Hoofddorp weder in werking gebragt. De TAjnden is den 20 September in werking gekomen en heeft onafgebroken doorgewerkt tot den 1 2 October', alstoen gestopt by een waterstand van 5,01 aan het Hoofddorp, om de zui gers te verpakken en is den 15 dezer weder in werking gebragt. Van af den 20 September tot den 26 October hebben de stoomtuigen gewerkt: de Leeghwater623% uren. Cruquius736 /2 Lijnden768'/2 Te zamen alzoo .2128.% uren. De werking der stoomtuigen wordt per jaar gerekend op 5000 uren; zij hebben dus bijna de helft van dat aantal uren in dien korten tijd gewerkt. De waterstand aan het Hoofddorp, op 16 dezer 4,42 me ter onder A. P. zijnde, was den 27 dezer weder tot op 5,16 meter onder A. P. gedaald. In ons nommer van 30 Augustus 11. deelden wij een uit- voerig adres mede, door Mr. J. P. Amersfoordt „aan de Ver- eenigde Vergadering van Rijnland" gerigt. Wij zien ons thans in staat gesteld het advies van Dijkgraaf en Hoogheemraden ter kennis onzer lezers te brengen. Het luidt als volgt: Leiden, 19 October 1872. Uwe Vergadering heeft in onze handen gesteld het bij haar ingediende adres van Mr. J. P. Amersfoordt, hoofd-ingeland- plaatsvervanger voor het 7de district, en wel ten einde haar van advies te dienen omtrent het 2de punt van des adres- sants verzoek. Wij hebben dat adres "overwogen met al die ernst en naauwgezetheid welke in overeenstemming is met het belang van het onderwerp en de achting, welke wij den adressant toedragen, en geven ons de eer U het resultaat onzer over- wegingen te doen kennen. Bij dat adres wordt een tweeledig denkbeeld geopperd, welke lste lid aan de denkbeelden van de door ons geraad- pleegde HH. Ingenieurs ten aanzien eener vermeerdering der waterloozing te Katwijk zulke wijziging te gevendat de aldaar te stichten werken tevens voor de scheepvaart tusschen de Zee en den Rijn kunnen dienen; terwijl, in verband met zulk gewijzigd plan welks verwezentlijking de adressant teregt voorziet een groot tydvertvijl te zullen behoevenhet 2de lid strekt om voorloopig, ter tegemoetkoming aan den .tijdelijken waterlast, naast de keermuur der Binnensluis, in overleg met de firma W. J. en K. de Wit zoodanige uitmalingswerken te plaatsen als in staat zouden zijn om eene hoeveelheid van minstens 1500 M3 water ter hoogte van 1.5 M. in de minuut, dus in het etmaal 2,160,000 M3, d. i. ongeveer de helft der hoeveelheid van het door de commissie van Ingenieurs voor gestelde stoomgemaal aan zee, te verplaatsenterwijl de adres sant meent dat die te plaatsen werktuigen zouden maken dat de bestaande sluis ten alien tijde dienst zoude kunnen doen en in mindering zoude kunnen komen van de later bij de stichting van den nieuwen Rijnmond te plaatsen stoomgemalen aan Zee. Daar Uwe Vergadering in hare zilling van den 29sten Au gustus 11. reeds geoordeeld heeft des adressants denkbeeld wat het lste lid betreft niet te mogen deelen, uithoofde het stichten eener scheepsvaart-communicatie tusschen den Rijn en de Zee (waartoe bovendien blijkens de werken aan Holland op zijn Smalst en aan den hoek van Holland een aantal millioenen gelds zouden worden gevorderd) geheel buiten de greuzen der roeping Uwer Vergadering is gelegenschijnt daardoor reeds in des adressants oog ook het 2de lid van zijn denkbeeld te vervallendaar het door hem zelf alieen in verband met gezegd grootseh plan en den daarvoor vereischten tijd werd voorgedragen. Door desniettemin ons het onderzoelc van het 2de lid van des adressants denkbeeld, afgescheiden van het lste, op te dragenverlangde zij dan ook door ons de vraag beantwoord te zien of de stichting der door den adressant voorgestelde stoombemaling^ aan de Binnensluis wenschelijk kon worden geacht hetzij in verband met, en wijziging dienovereen- komstig van de hoofdtrekken der door de Commissie van In genieurs voorgestelde nieuwe waterloozingswerkenhetzij op haar zelve. Na raadpleging der Commissie van Ingenieurs meeuen wy eenpang in beide gevallen zulke stichting ten sterkste te moeten ontraden I. In verband met en wijziging dieuovereenkomstig van de hoofdtrekken der door de Commissie van Ingenieurs voorge stelde nieuwe waterloozingswerken. Het hoofdbeginsel door de Commissie van Ingenieurs op I het voetspoor der nota van den hoofd-ingeland Groeiiewegen voorgestaan en zoowel door ons als door Uwe Vergadering in hare jongste zitting omhelsd is, zooveel mogelijk de natuurlijke loozing te bevorderen. Op dat beginsel zou door de stichting aan de tegenwoor- dige Binnensluis van een stoomgemaal, bestemd om het bij de nieuw te bouwen sluis aan zee op te rigten stoomgemaal voor de helft te vervangenin tweeerlei opzigt hoogst be- langrijke inbrenk worden gemaakt. 1°. Is hettoch, ter bevordering der natuurlijke waterloozing, van het grootste belang de stoombemaling direct op zee te doen plaats hebben. Een voordeel daarvan is de diephouding van de g e u 1 tusschen de leidammenen alzoo bet bevorderen van de natuurlijke loozing. Het is tocli bij ondervinding gebleken, zoowel dat het zand, dat zich telkens en telkens tusschen de leidammen zet, meestal zeer belemmerend is voor de natuur lijke loozingals dat men niet altijd genoegzaam bij magte is dit weg te drijven. Het door de Commissie voorgeslagen stoomgemaal zal bij magte zijn de geul naar believen op te maken, en alzoo aan de nieuwe Buitensluis vrij spel te geven voor de natuurlijke lossing, terwijl de geul voor de oude of tegenwoordige sluis nog grootendeels versperd zal wezenen versperd zal blijven tot tijd en wijle er gelegenheid zal zijn om de binnenkom tot spuiboezem in het werk te zetten waartoe niet altijd goede gelegenheid bestaat. Halveert meq nu de stoombemaling, door een helft aan de Binnensluis te zetten, en de andere helft aan het gemaal op de nieuw te maken zijtakdan is het hoogst gunstige ver- mogen voor beide geulenzoowel de oude als de nieuwe on- toereikend, en zal de natuurlijke lossing niet in de hand ge werkt worden. 2°. De andere boofdreden van afkeuring dier stichting is deze, dat men de Binnensluis zal moeten digthouden zoodra het stoomgemaal moet werken. Men zal alzoo, om de 1500 voorgeslagen kub. el per minuut op te malen de natuurlijke lossing stremmen, wanneer deze minder dan 1500 afvoert. De natuurlijke lossing voert bij voorbeeld 1000 kub. el af. De vraag zal zijn, wat zal men nu met het stoomgemaal doen? Zal men malen, of zal men niet malen? Maalt men, dan strerat men de 1000, de 800, de 600 kub. el natuurlijken afloop. Maalt men niet, dan staat het stoomgemaal werkeloos gedurende al den tijd dat de natuurlijke lossing, al wordt zij zwakker en zwakker, in den gang blijft, en ten gevolge dier zwakte de hulp van het stoomgemaal wenschelijk, ja noodig is. Al ware het dat men met een groot stoomgemaal op afwis- selende wijze kon omgaaneven als met een paard waarop men de zweep legt of waarvan men de teugels inhoudt(het- geen vol strekt het geval niet is): dan zou in alien ge- valle niet mogen vermeld worden, gelijk in het adres ge- schiedtdat het stoomgemaal, hetwelk 1500 kub. el in °de minuut uitslaat, in het etmaal eene waterloozing van ruim twee millioen kub. el zal sohenken. Want er zal in dit getal zooveel moeten wordeD afgetyokkenals de vele uren in het etmaal aangevengedurende welke het aan de Binnensluis geplaatste stoomgemaal wegens de natuurlijke lossing gedwon- gen zal zijn stil te liggen; of, zoo men de natunrlijke lossing belet om te blijven malen, zoo vele kub. ellen water als, bij het niet beletten der natuurlijke lossing, op natuurlijke wijze zou zijn geloosd. Voornamelijk om beide deze praktische redenen heeft dan ook de Commissie van Ingenieurs naar ons oordeel te regt de plaatsing van al het stoomvermogen aan zee als eene der boofdvoorwaarden van doelmatig werk aangenomen. De adressant heeft, volgens het adres, zijne eigene opvatting niet genoegzaam vertrouwd, en is te rade gegaan met eenen welbekenden leverancier of agent in werktuigen, die als zoo- danig onlangs in Amsterdam in korten tijd werktuigen tot waterbemaling geleverd heeft. De HH. de Wit zijn als agenten gunstig bekendmen weet namelijkdat zij met verschillende ijzerfabrikanten in Enge- land en Belgie in relatie staan. Hetzelfde weet men van verschillende andere agenten van buitenlandsche ma- chinericnhier te lande. Maar indien deze heeren, behalve de kennis die zij van de door hunne tussehenkomst geleverde werktuigen moeten hebben, ook de kennis bezateu die men van waterloopkunde en van waterbouwkunde dient te hebben, om over eene voordeelige aanwending en over veilige en doelmatige plaatsing hunner werktuigen te kunnen oo°r- deelendan zouden zij den adressant indachtig hebben ge maakt op het gebrekkige zijner opvatting, en hem hebben behoed voor de dwaling, dat verdeeling der vereischte stoom- kracht tusschen de bestaande Binnensluis en de nieuwe Bui tensluis in een deugdelijk plan van waterloozing hare plaats zou mogen vinden. Voegt men hierbij dat de kostenverbonden aan de plaat-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1872 | | pagina 1