- 124 - Vergiftiging van vee. Suikerbictteelt in de Iletuwe. Bin Aarpappeleii langen tijd smakelijk te houden. Gemengde Berigten. Ten onregte evenwelmet moedbeleid en trouwe volhar- ding is ook op dit gebied eene groote overwinning te behalen. Dezer dagen ontvingen wij daarvan een bewijs. Wie than9 bet landgoed „Denk-en-werk" onder Spankeren bezoekt, zal waarlijk niet vermoedendat de bodem in 1865 nog slechts barre heide was. De 30 bunders waren ter naauwernood een paar duizend gulden waardthans gelden zij na acht jaren misschien het twintigvoud. Voedzarne gewasseu en edele vruchten werden geteeld op de plekwaar zoo korten tijd geleden slechts eene kudde schapen haar onderhoud vinden kon. De mnisplanten, door den eigenaar verbouwdwerden op de landbouwtentoonstelling bekroonden de aardbezien die de grootte van aardappelen hebben bewijzen wat de land- bouw vermag wanneer de beoefenaar gedachtig is aan de spreuk, die het landgoed tot naain is gegeven. De heer W. F. G. L. van Booff heeft door den moed om dit gedeelte der nalatenschap te ontginnen; het beleid, waarmede hij zijn taak waarnam niet enkel zijn kapitaal twintig maal misschien ver- groot, maar bovendien een krachtig bewijs gegeven, welke schatten de bodem in Nederland nog bevat. De onafzienbare, onvruchtbare heidevelden vragen slechts energie kennis en vol- harding, om in bloeijeude landouwen herschapen te worden. Wij geloovendat wat op „Denk-en-werk" plaats had, vermeld verdient te wordenals bewijs ouogt het ook zijn als een voorbeeld dat navolging vindt. (Purm. Ct Dezer dagen stierveu in de gemeente Schijndel plotseling twee schoone melkkoeijen, twee anderen tuimelden eenige malen neder en schenen zeer ziekterwijl aan de twee overigen van den stal eene ligte ongesteldheid was waar te nemen. Met alle haast werd door den burgemeester, aan wien ken nis hiervan was gegeven, de rijksveearts van Driel ontboden intusschen had een koemeester het vee gezien, die verklaarde dat miltvuur aanwezig was. Genoemde rijks-veearts kwam des anderen daags, onderzocht de cadavers en den toestand der zieke runderen en weldra bleek dat geen spoor van miltvuur was te bespeuren. Een uaauwkeurig onderzoek bragt hern tot de overtuiging, dat eene vergiftiging had plaats gegrepen. Wat was no het geval? Ter gelegenheid van eene feestvieriug had men groeue guir- laudes gevlochtendaartoe waren takjes van den taxisboom gebezigd, welke later op de mest, onder de koeijen werden geworpen; twee daarvan hadden zooveel daarvan gegeten.dat zij dientengevolge bezweken bij de overigen, die een mindere hoeveelheid opgenomen haddenwas de uitwerking niet doo- delijk geweest. Het volgende moge tot eene •waarschuwing strekkenDe bladen ett takjes van den taxis (taxis baccata), die wel tot heggen gebezigd wordt, zijn stellig vergiftigvers.chillende voorbeelden zijn opgeteekenddat dieren door het eten van snoeisel van dergelijke heggen zijn vergiftigd gewordende dood volgt daarbij dikwijls en onder stuiptrekkingen de tak jes worden gewoonlijk nog groen in de maag aangetroffen. De landbouwers in de Betuwe maken tegenwoordig enorme sornmen voor de gronden, die zij voor de suikerbietteelt ver- pachten Elk jaar worden er meer landerijen voor be9temd. Zijdie er vroeger tegen warenlaten zich door het vele geld tot andere gedachten brengen. En toch erkent men, dat door die teelt de Betuwe eerlang eene schrale streek zal wor den. De meeste verpachters beginnen dan ook reeds in de pachtkondilien de teelt van suikerbieten te verbieden. Daar- entegen zijn er ook verpachters, die, om des te hooger pacht te maken en van den grond zooveel raogelijk te trekken voile vrijheid geven om te verbouwen wat men wil. Daartoe moet men ze uitzoeken en in lagen op drooge houts- kolen leggenop deze wijze voorkomt men het kiemenen houdt ze versch en smakelijk tot de nieuwe aardappelen ko- men. Zoo zij nog niet volkomen rijp en dus nat zijnmoet men ze op den warmen haard of achter den oven gedurende acht dagen laten liggen daardoor worden zij droog en meelig. Men leest in Semper Virens het volgende over de Ooftboomen langs de wegen. Het onderstaande stuk van den Hoogleeraar H. G. van Hall komt voor in de le afl. van dit jaar in het Tijdschift van de Ned. Maatschappij ter bevordering van nijverheid. De hierin voorkomende mededeelingen zijn wel waard dat ze ook ja dat ze inzonderheid bekend zijn bij hen die zich met den tuinbouw bezig houden endaar het genoemde tijdschrift slechts in hauden van zeer weinigen van dezen komt, meenden wij in het belang der zaak te handelen door het hier over te nemen. Mogeu de hier gegeven wenken er iets toe bijdragen dat het planten van ooftboomen lang9 de wegen ook hier te lande op eenigzins uitgebreide schaal beproefd wordt. Deze zaak zij ook door ons aan iederdie hiertoe iets kan bijdra gen ernstig aanbevolen. In 1870 heeft zich de Maatschappij ter bevordering van Nijverheid (zie Handelingen der Algemeene Vergadering van genoemd jaar, bl. 40—41) gewend tot den Minister van Binnenlandsche Zaken om Zijner Excellence's aaudacht te vestigen op het nut om de wegen in ons land, daar, waar zij breed genoeg zijn en de grond daarvoor geschikt is, met vruchtboomen te beplanten. Zij gaf daarbij (t. a. pi.) eenige wenken voor de beste uitvoering dezer, naar haar inzien nuttige zaak. Dit adres schijnt hier en daar goede gevolgen gehad te hebben, maar nog niet algemeen genoegwaarom de aandacht nogmaals daarop gevestigd is bij de aankondiging van een werkje van Parisius over hetzelfde onderwerp in het Tijdschrift der Maatschappij, Mededeelingen bl. 94 en 95. In het Zeitschrift des landwirtschaftlichen Vereins fur Rhein- Preussen van Junij 1870, p. 129—137, wordt als een na- volgenswaardig voorbeeld gewezeu op Baden en Wurtemberg, waar prachtige ooftboomwouden mag men wel zeggenaan de Bergstrasse en vooral in den Neckarkreitzgezien worden. De wortelen van Populieren, Iepenenz.die men elders veelal aan de wegen vindt, 9trekken zich 23 roeden ver in de aangrenzende landerijen uit, waaruit het schrale aanzien der veldvruchten in de nabijheid dier boomen verklaarbaar is. Met de ooftboomen is dit kwaad in geen noe.nenswaardige mate aanwezig. De wortels der Peren- en Kersenboomen gaan naar de diepte; die der Appelboomen groeien wel iets meer in de breedtemaar de omtrek dier wortels bedraagt geen derde van hetgeen men bij EsschenIepen, enz. ziet. Op het rooven der vruchten langs de wegen staan in Wurtemberg zeer strenge straffen. Men loopt daarvan echter het minst gevaar, wanneer de ooftboomen algemeen voorkomen en belang daarin gesteld wordt door de gansche bevolking die dan medewerkt om het vernieleu der boomen en het stelen van het ooft tegen te gaan. Een ander bezwaar bij het planten van boomen langs de wegen is gelegen in het beschadigen der pas geplaute telgen door voorbijgangersiets dat dikwijls, al is het niet altoos met het doel om te vernielengeschiedt. Als hulpmiddel daartegen plaatst men doorgaans doorneutakkenmeest van den Hnagdoorn of Meidoornora deu jongen stam. Op Wal- cheren zag ik langs de wegen de jongen (Iepe-) stammen schroefsgewijs omwonden met repen schors van de struik-Braam- bes Ribes fruticosusde braam of brummel met vijfkantige steugenwelker van buiten stekelige schors een goede beschut- ting geeft. In streken echter, waar, zooals op het zandde gewone Acacia dikwijls uit zijne ver voortkruipende wortels opslaat, is het de gemakkelijkste en. zooals de ondervinding mij geleerd heeft, de zekerste wijze van beschutting als men de jonge, eenjarige, altoos sterk gedoornde, uitloopers van dezen boom om de pas geplante jonge boomen met een twijg vastbindt. In Wurtemberg krijgen opzieuers van den weg eu de boom- wachters een perceutsgewijs aandeel in de opbrengst der vruch ten, waardoor hun ijver zeer wordt aangemoedigd. In Zwaben vindt men haast geen weg, die niet met boomen beplaut is. In 1860 ontving de stad Reutlingendoor den verkoop van het ooft aan de wegen, een som van 51000 florijnen. Daar er echter niet bijgevoegd wordt, hoe groot de uitgestrektheid der wegen aldaar is, is de waarde van deze opbrengst eenig zins onbepaald. Wanneer men, lezen wij p. 131, de gezamenlijke lengte der wegen in een gemeente door elkander rekent op 200 ,000 roeden,1 zoo kunnen daar 160,000 vruchtboomen geplant worden, daar, volgens de zeer goede instructie, die voor zoodanige aanlagen in het distrikt Trier bestaat, op elke 5 roeden, in een dubbele rij4 boomen te staan komen. (p. 131). Daar nu een Pruissische roede is 3.742 Meter, komen de boomen in de lengte op den afstaud van meer dan 18 meter van elkander in een dubbele rij te staan, en dus zeker op een zeer ruimen afstand, hetwelk op de wegen, waar het ook altoos licht geaoeg moet blijvenvan belang is. In de gewone boomgaarden en tuinen toch behoeven zij zoo ver niet van elkander verwijderd te zijn. Zie ook het Tijdschrift van Nijverheid 1869, waar (bl. 2 06) de onderlinge afstand voor Peren op 811, voor Appelen op 9 tot 12 meter gesteld wordt. In Belgie vindt men langs deu spoorweg tusschen Brussel en Leuven overal vruchtboomen, als leiboomen aangeplant die wel schijnen te slagen. Men behoort slechts weinige, maar goede soorten te kweekenen die door hun fraai voor komen of dadelijke bruikbaarheid niet te zeer tot het afplukken uitlokkcn. Als men de boomen van fiene soort heeft, wordt de inzameling en het ter markt brengen veel gemakkelijker en voordeeliger. Een voornaam middel, waaraan de ooftboomteelt in Zuid- Duitschland veel te danken heeft, is de inrichting lot op- leiding van boomwachters. Reeds voor verscheidene jaren heeft men uit vele gemeenten aldaar jougelieden van goeden aanleg gezonden naar Hohenheim, en later naar Reutlingen, om behoorlijk onderricht in de ooftboomteelt te ontvangen en alzoo in staat te zijn, later voor de boomen der gemeente behoorlijk zorg te dragen. De toevloed van leerlingen te Reutlingen was in 1869 zoo groot, dat, de hekwame onder- wijzer Dr. Lucas niet alle jongelieden aldaar kon plaatsen. Ook de Regeeringen van Beijeren en Oostenrijk hebben in hetzelfde jaar ongeveer 20 jongelieden naar Reutlingen gezon den, om daar op staatskosten onderricht te ontvangen en later in hun vaderland als gemeente- en kreits-boomwachters aan- gesteld te worden. De schrijver uit den wensch dat zoo iets ook in de Rijnprovincie geschiedde. Het zoude ook in Ne derland zeker van groot gewicht zijnals hier maar eerst ooftboomen genoeg door de beheerders der openbare wegen geplant waren. Ten slotte meen ik nog te moeten wijzen op een stuk van den Heer Danckaets in de Landbouw Courant van 7 Nov. 1872 waariu hij wijst op het nut vooral der teelt van Aalbessen Kruisbessen en Frambozen op vele thans ongebruikt liggende plekken langs de spoorwegenen tot welke beplanting dit klein ooft meer geschikt zoude zijn dan de grootere Appel- of Perenboomen. Ik zoude er willen bijvoegen of de Mispelen hiertoe ook niet geschikt zouden zijn? Deze groeien niet hoog en kunnen veel koude verdragen. Dit laatste is niet altoos het geval met de Aalbessen van welke ik menigmaal de bloemeu voor meer dan de helft door nachtvorst vernield zag; maar de verkoop van mispelen is niet zoo gemakkelijk en niet zoo zeker als van bessen. v. H. De Minister van Oorlogontvangen hebbende een aautal rekwesten waarbij door of ten behoeve van milicien-verlofgangers vrijstelling wordt verzocht van het opkomen onder de wapenen voor de eerstdaags te houden najaars-oefeningen brengt ter kennis van de adressantendat de belangen van de dienst niet toelaten in hun verzoek te bewilligen. Te dezer gele genheid worden de betrokken miliciens tevens herinnerd dat zij die we- gens ziekte niet op den bepaalden dag onder de wapenen komen overeeu- komstig de daaromtrent bestaande voorschriften zich na hunne herstetlmg bij hun korps zullen moeten vervoegen ten einde alsnog in den wapen- handel te worden geoefend gedurende een tijd gelijk aan dien welkeu zij andcrs in werkelijke dienst doorgebragt zouden hebben. Men meldt uit Antwerpen dat aldaar jl. Vrijdag op het Belgische Staatsspoor de eerste proef is genomen om een trein in voile vaart te doen stoppeu. Elk rijtuig was voorzien van een remtoesteldie door middel van stoom in verband met de lokomotief werd in werking gebragt De proef slaagde volkomen de trein van Brussel kwam met voile kracht aan- stoomen tot onder de overdekking van het stationsplein maar op eens werd de trein in zijne vaart gestopten dit geschiedde zelfs zoo zacht dat de reizigers bijna geen schok gevoelden. In het bestelkantoor van den Nederl. Rijnspoorweg aan het station te Utrecht is in den nacht tusschen 18 en 19 dezer een inbraak met dief- stal gepleegd men heeft den lessenaar met het daarin aanwezige geld medegenomen benevens eene mand met petten doch eenige voorwerpen van minder waarde heeft men onaangeroerd gelaten. Naar men veronder- stelt moet de diefstdl zijn gepleegd door personen die met de lokaliteit niet onbekend waren en zeer goed den weg wisten tot het bnreau waar het geld geborgen was. Het opmerkelijkste van de zaak is dat ook de waker niets ontdekt heeft. Door het bestuur van deu polder Westzaau is als opzigter van het waterschap benoemd de heer P. C. Dekker, te Zaandam, thans opzigter van den polder Oostzaan. Met belangstelling ziet men den afloop van het volgende proces te geuioet. Eene boerendeern zich van haar woning in het veld naar het dorp den Burg will elide begevenondervond op den pnbliekcn weg een hevigen tegen9tand en aaurandingnamelijk door een grooten haan. Der boerin gelukte het, echter niet zonder veel moeite, en na een duchtige blessuur aan haar arm gekregen te hebben zich een doortogt te banen en haren weg te vervolgen. Zij heeft nu een aktie tegen deu eigenaar van den haan ingesteld, met sommatie tot betaling van de kosten der geneeskundige hnlp, enz. Zaturdag is door den heer Noorbeek te Oldeboorn eene //merkwaardige vondst" gedaan. Uit den steel van eene bloemkool in zijnen tuin is een gouden ring te voorschijn gekomen. Men vraagt, hoe de ring er in kwam. Het gemeentebestuur van Lemmer zal f 50,000 toestaau voor een locaal-spoorweg op Groningenin vereeniging met het Noorderspoorwegnet. Bij de op 15 Julij te Elst gehoudene verkiezing van leden voor deu gemeenteraad, zijn er onder meer twee briefjes in de bus gevonden van den navolgenden inhoud: 1°. Berend Diesvelo te Lent, deze is wel dom, doof wil ik zeggen, maar kan tog ja en nee wenken zoo als veel van de voorgestelde kandidaten ook maar kunnen," en 2°. //Burgemeester van Weezel Daams Lent op pastoor Claassen voorstemuier op de preekstoel en verhuurder van meiden en knechts te Elden en op Kees Kobussen." In de vorige week vielen er te Londen vijf zelfmoorden voor, drie kindermoorden werden bedreven, zes kinderen stikten, drie personen wer den overreden en 61 verwond. Onder de sterfte komt een geval voor van vergiftiging, schilderskoliek genaaiml, en een ten gevolge van de steek van een insekt (de glazenmaker) Bij 's Hage is geboreu een kalf met twee koppen uekken en staar- tendat voor f 10 is verkocht aan iemanddie het te Leiden zal ver- toonen. Men meldt uit Charleroi//Een landbouwer te Carnieren was deze week bezig met het fondament van eene nieuwe sehuur te bouwentoeu zijne werklieden op eene soort keldcring stietenwaarin zij weldra eene opening maakten. De landbouwer was natuurlijk zeer nieuwsgierig om te weten wat die kelder mogt bevatten. Hij daalde er in af, voorzien van eene lamp, en waarlijk zijne moeite bleef niet onbeloond. Hij vond er een lederen zakdie door de schimmel geheel verrot was en bij 't openen rolden de goudstukken om zijne voeteu het waren oude stukkenwelbe- waard uit den tijd der Spaansche regering. ledcr stuk heeft eene waarde van nagenoeg 10 francs, en alzoo telde men tot eene som van 80 duizend francs. Dat het werkvolk niet meer voortwerktemaar voor dien dag hamer en truweel liet liggen, is ligt te begrijpen. Den ganschen nacht dronk men in gezelschap van den boer die niet gierig wasmaar ontzag- gelijk veel vrolijkheid aan den dag legde." Men schrijft uit Amsterdam aan de Asser Crt.Dikwijls worden er ware of overdrevene staaltjes in de dagbladen medegedeeld van de buiten - gewoon hoogc verdienstcn der diamantwerkersdoch wat ik daarover uit deu mond van een hunner heb vernomen wensch ik hier mede te deeleu. Het loon van de diamantklovers looptvolgens bekwaamheidvan 140 tot /2Q0 wekelijk9, dat der diamantslijpers is lager, doch die/ 70's weeks Verdient behoeft nog geen heksenmeester in 't vak te zijn. Hun iverktijd is hoogstens 10 uren daags eu ze zijn onderling zoo vereenigddat nog geen vader zijn zoon bij 't vak mag opleiden buiten toestemming der ver eeniging. Dat de fabriekanteu evenwel ook goede zaken maken kan uit het volgende staaltje blijken. Eenige dagen geleden kwam een juwelier met een grooten diamant aan een der fabriekeu alhier om dien te laten kloven. Hij vroeg naar den arbeidspri.js en outving ten antwoord tachtig gulden." /'Dat is veel," zei de juwelier, en 't antwoord was een onver- schillig schouderophalen. Eerst besloot de iuwelicr naar eene andere fabriek te gaan, maar bedenkende dat hem daar wel 100 kon worden gevraagd vroeg hij wanneer hij den diamant kon terughalen. »Och, wacht maar even," zeide de chef der fabriek, en waarlijk binnen 15 minuteu was de diamant naar opgave gekloofd. De Gazette de Palermo deelt mede, dat professor Federice met den schitterendsten uitslag als middel tegen de cholera aaangewend heeft de on- derhuidsehe inspuiting met morphine. De genezing moet onmiddelijk vol- gen. Genoemde geleerde is voorneraens een werk uit te geven over de on dervinding, in dit opzigt in het hospitaal van Palermo verkregen. Twee collega's. De scherpregter van Parijs Itoehheeft het bezoek ontvangen van zijn collega, den beul van den shach van Perzie. Het gesprek dezer heeren is zeer belangrijk geweest en heeft geloopeu over de verschillende wijzen van teregtstellingin de vijf werelddeelen in zwang. De Oostersche scherpregter heeft aan Roch uitgelegd, hoe hij het aanvmg om met een enkelen houw het hoofd der schuldigen te klieven, welke door den koning zijn meester, worden veroordeeld, en Roch heeft op zijne beurt hem de kunstmatige mechauiek eener minatuur-guillotine getoond. De beul zijner perzische majesleit scheen een levendig belang in dit inoord- tuig te stellen Ten 8 ure was het onderhoud geeindigd en Roch vertrok onmiddelijk naar Lyonwaar hij verwacht werd voor de onthoofding van Seringer Te Heerenveen is gestorven Jetsen Blinksma, nagenoeg 70 jaar oud. Hij was een allerzonderlingst mensch. Hoewel goed bemiddeld leefde hij als een klnizenaar en als een bedelaar. Hij was steeds buitengewoon slor- dig gekleedgeen mensch betrad ooit zijne woning. Het hnis dat voor jaren een knap gebouw was, is nu geschikt voor afbraak. Hij beredderde alles zelftot zelf9 de wasch en het koken van zijn eten. De weinige familie die hij had vond hem in de afgeloopen week nadat ze de denr hadden opeugebrokendood. In zijn huis was het steeds wonderlijk gesteld. Geen mensch zou gaarne bij hem in hebben gewoond. Als vetweider hield hij koeijen en schapen. De laatsten bewoonden met hem het huis en lo- geerden in den winter in het voorvertrek. Hij bezat schoone stukken wet land en men gelooft algemeendat er ook op verborgen plaatsen veel geld voor deu dag zal komen. Meestal was zijn huis bij dag en nacht ge- sloten en waakte hij bij nachtterwijl hij een groot gedeelte van den dag sliep. Gedurende de feestelijkheden te Versailles ter eere van den Shach heeft de politie onder de Engelsche zakkerollers een ware razzia gehouden meer dan 10 dier behendigen zijn in de knip geraakt. Toen zij elkander in zoo grooten getalc aan het politiebureau zagen, riep een hunner blijk- baar een aristoeraat" minachtend uit: 't Ts om van het vak een walg te krijgen. Maandag avond 10i ure is te Parijs een schrikbarende brand uitge- barsten in de modemagazijnen op den hoek der straten Monge en Mouffe- tard Meu kent de oorzaak niet, maar de gevolgen zijn zeer rampzalig. Het vuurdoor vele ligt brandbare stoffen in de magazijnen steeds gevoed verspreidde zich met ongehoorde snelheiden had weldra de boveuste ver- diepingen bereiktbinnen een kwartier stond het geheele gebouw in vlam De angstkreten der bovenbewoners mengden zich met die der winkelbedien- den in de achtermagazijnen de trappen branddenalle uitgang was ver- sperd. Een der bovenbewoners, vijfde verdiepingeen onderwijzer aan het College Rollin, knoopte beddelakens aan elkander en hoopte langs deze af te glijden maar of dat de lakens vlam vatten of dat hij bedwelmd werd en losliethij viel op den grondbrak den schedel en was dadelijk een lijk be brandblusschers stormden intusschen aan. Met de bijl maakten zij een uitgang voor de ongelukkige winkelbedienden die geheel verbijs- terd met gescheurde eu halfverbrande kleederen als zinneloozen om de ma gazijnen bleven doolende een den ander roependeen eenige schreijende als kinderen. Allen waren echter niet behouden; drie ,CailletComte eu Gilet zijn in de vlammen omgekomen. De partikuliere correspondent der N. Rott. Ct. schrijft, naar aanlei- ding van de warmte te New-York: //De handelswijk der stad heeft gedu rende de zomerhitte een wonderlijk aanzien. Uit veel ramen ziet meu volgens echt Yankees-gebruik twee beenen stekenwaarvan de eigenaar in hemdsmouwen zich met den onmisbaren waaijer tracht koel te houden. De helft der zaken wordt in de talrijke koffijhuizen en restauraties gedaan waar het gebrnik van ijs in alle vormen onnoembaar groot is. In vele dezer restauraties, die in de onderhuizen gehouden worden en wuuiryan dientengevolge de verdieping zeer laag is zijn langs de geheele zoldering op kleine afstandenzeilen of schermen van een paar voet breedte aange- bragt, die door stoom of andere beweegkracht in gedurige bewegtng wor den gehouden. 't Is mij onmogelijk de groote verscheidenheid van zomer-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1873 | | pagina 2