Advertentien.
- 128
Oemen^de MSerfgten.
Vyftig-jai'ige Eclitvereeniging
Re graanhandel van Xoortl-Amerika heeft in den
laatsten niensclienleeftijd eene verbazend
groote uitbreiding verkregen.
Het ploegen met stoomkracht verkrijgt in Xoord-
Duitseblaml eene groote uitbreiding.
REGTSZAKEN.
doen. Het is intusschen geen loos gerucht, door spekulatie-
geest in bet leven geroepen, maar een feit, dat de ziekte
onder de aardappelen heerscht. Vooral in de late komt zij
het hevigst voor, dat wil zeggenniets minder dan andere
jaren. Het zou dan ook wel tot de merkwaardigheden be-
hooren als poters, die dan tocb in meerdere of mindere mate
van zieke struiken gewonneu zijn gezonde aardappelen voort-
bragten. De bijzonderheden daarover zijn reeds vroeger ver-
meld. Groeizaamheidhoe schaars in de lente ook voorge-
komen kenmerkt dezen zomer vvelke met bet volste regt dien
naam verdient. Tegen zooveel somberheid in Mei volgde een
heerlijk tijdperk van zonneschijn en warmte, De druiven hebben
gebloeid en vrucht gezet; het is bijna niet denkbaar, tenzij
het najaar zicb door buitengewoon koud weer liet gelden, dat
de oogst daarvan zal mislukken. In de waruie kassen zijn
reeds lang geleden voortreffelijke rijpe druiven gesneden; in
de koude kassen die thans niet eens naauwlettende zorg ver-
eischen, beginnen de menigte trossen rijp te worden. Aard-
bezien zijn er in overvloed geweest en van alle kanten aange-
voerd. Door zonnewarmte gestoofd ziju zij vlug rijp geworden
het vervoer begint nu af te nemen. Aalbezien zijn er geenszins
overvloedig ook peren en appelen niet, ofschoon van de laatste
op sommige plaatsen nog wat zal te plukken zijnzoo is het
ook gelegen met de perziken die niet dan op eenige beschutte
plaatsen de vruchten hebben behouden. Groenten van alien
aard zijn volop te verkrijgenook de snijboonen, die achter
waren, beginnen aan te komen. De Weilanden staan best in
het gras en de hooibouw geeft een ruira gewinbij een uit-
muntende hoedanigheid van liooi. Er is geklaagdgezucht en
gehoopt, en ten slotte zal de bouwman met de welgevulde hooi-
bergen of graanschuren den winter kunnen trotseren. Een
tallooze verscheidenheid van krachtig ontwikkelde bloemen
bieden thans, meer dan voor eene maandkweekerijen en
lusthoven aan; onder de koele schaduw van het heerlijke ge-
boomte zou de bespiegeling veilig gemaakt kunnen worden
dat ook deze zomer tot een der bloemenrijke behoort gerang-
schikt te worden.
In het Tijdschrift De Volhclijl leest men
De westelijkeoudste staten brengen bij lange na zooveel
tarwe niet meer op als zij beboevenen worden dus voor-
zien door de oostelijke, en wel voornamelijk door Illinois,
Iowa en Minnesota, die soms 7 300 000 hectoliters voort-
brengen. California levert van 6 600 000 tot 8 000 000 hec
toliters, die, na aftrek van bet noodige voor eigen gebruik,
bijna geheel en al naar Liverpool worden verscheept. Hoe
groot die hoeveelheden zijn kunnen wij ons voorstellen bij
vergelijking met onzen tarwe-oogst van 1871, de grootste
die"ooit hier te lande verkregen is, namelijk 2 223 000 hecto
liters; terwijl wij gedurende de laatste tien jaren gemiddeld
1 776 000 hectoliters hebben ingevoerd.
De spoorwegen en de graanpakhuizen werken dien handel
verbazend in de hand. Het op 't veld gedorschte graan wordt
in zakken naar het meest nabij liggend spoorwegstation ge-
bragt en daar in wagons gestort, die hiervoor opzettelijk
zijn ingerigt en 110 hectoliters inhouden. De spoorwegen
voeren dit naar de groote stapelplaatsenChicago en Milwau
kee aan het meer Michigan, Toledo aan het Erie-meer, en
Sint Louis aan de Mississippiwaar de stoombooten het weder,
tot verder vervoer, opnemen. De inrigting dier zes tot
zeven verdiepingen hooge pakhuizen maken het verplaatsen
van het graan uiterst gemakkelijk en goedkoop. De spoor-
wegwagon komt naast een grooten trechter te staanwaarin
de ladFng in eenige weinige minuten door twee arbeiders
uitgestort wordt, om in een vergaarbak uit te loopen. Hier
nemen ijzeren bakken van een vierde hectoliter inhoud, aan
een keten zonder eind bevestigd en door stoom bewogen
het graan op en voeren het tot op een der verdiepingen
waar het gewogen en door trechters en buizen gevoerd wordt
in andere bakken. Van alle verdiepingen voeren uit deze
bakken buizen naar de waterzijde van het gebouwtot het
laden van de aldaar gereed liggende schepen Een schip van
250 ton (2500 hectoliter) is in twee uren tijds geladen. Het
grootste gedeelte van de voor den uitvoer bestemde granen
wordt gemalen. De zemelen en het afval blijven daardoor tot
veevoeder in het land, en de vracht vermindert alzoo aan-
merkelijk.
Hoeveel kunnen wijEuropesche graanhandelarendaarvan
leeren
In het Maandblad van Euhling vindt men berigten over
niet minder dan negentien stoomploegendie in het Oder-
bruchin Brandenburgverder omstreeks Maagdeburgm de
proviu'cie Sachsen en in het aangrenzende gedeelte van Han
noverbij Hildesheim en Gottingen, in werking zijn. Voor
een gedeelte doen zij uitstekende diensten bij de teelt van
suikerbietenmaar ook zijn zij op goederen aanwezig waar
aardappels en zelfs waar granen de hoofdgewassen zijn. Het
schijnen genoegzaam alien ploegen volgens het stelsel van
fowler met twee stoomwerktuigente zijnalleen de beide
laatstgenoemde Hannoversche boerderijen hebben het stelsel
van Howard den werktuigdat met een' zeer langen draad-
kabel langs ankerschijven den ploeg heen en weder trekt.
De kosten van beide stelsels worden hier met nauwge-
zetheid uitgecijferd. Men rekent 120 ploegdagen 's jaars. De
Howardsche stoomploeg kost in aankoop 14 000 gl.ploegt
184 hectaren ruim 3 decimeter diep in dien tijdot 1,5
hectaren daags, met eene uitgaaf, alles en alles, van 6 800 gl.
of 37 gl- de hectare. De Eowlersche ploeg kost daarentegen
24 500 gl.maar ploegt in 120 dagen 551 hectaren, of 4,6
hectaren "daagsruim 36 centimeter diep, voor 11 970 gl.
of 21 gl. de hectare. Onder de uitgaven zijn 10 ten honderd
aflossing en 5 ten honderd rente gebragt voor de kosten van
aankoopof 2100 gl. voor het eerste en 367 5 gl. voor het
tweede stelsel.
Datin weerwil van hunne groote kostbaarheidde
stoomploegen groote voordeelen aanbrengenwordt duidelijk
bewezeu door het zoo verbazend toenemend aantal. S.
Uit zeer vele gemeenten is ons rijk worden berigten vermeld omtrent
het zware onweder, dat in den nacht van Zaturdag op Zondag jl. heeft
gewoed. Zoo zijn te Genemuiden twee woningen en een hooiberg afgebrand.
Terwijl te Zwartslnis twintig personen onder een grooten boom stonden te
kijken naar dien brand, sloeg de bliksem tien hunner tegen den grond, en
twee hunner, van der Sluys, zeilmaker, en de 18-jarige Clara van den Berg,
die vooraan stonden, bleven op de plants dood.
In het Ambt-Vollenhove is een hooijer en in het nabijzijnd Blanken-
ham een maaijer in het land dood gebleven, ten gevolge van het overma-
tige drinken bij de drukkende zomerhitte.
Door het gemeentebestuur van 's Hage wordt op het Plein aldaar het
eerste cabinet inodore voor vrouwen gesteldhet is een eenvoudige en zeer
nette inrigting; wanneer zij voldoet zullen er meer van regeringswege ge-
plaatst worden.
Uit Hoorn wordt gemeld, dat aldaar een koppel kippen, eindeMaart
1873 uitgebroed, reeds sedert eenige dagen geregeld eieren legt. Deeitjes
zijn klein van stuk, maar zeer smakelijk. Dat driemaanda-kippen reeds leggen
wordt als een groote zeldzaamheid beschouwd.
De groote kavalerie-manege, staande op het bolwerk bij Haarlem,
moest verplaatst worden naar een op tamelijk grooten afstand gelegen terrain
aan de overzijde van de Nieuwe Gracht. Men heeft het gebouw daartoe op
rollen geplaatst en het Woensdag eenige ellen in de breedte voortgetrokken,
om het regt tegenover zijne aanstaande standplaats te krijgendat gedeelte
van het werk is goed afgeloopen. Donderdag werd een aanvang gemaakt
met de werkzaamheden om het verder in de lengte, dwars over de Nieuwe
Gracht, voort te bewegen, en Maandag middag is zij op hare nieuwe stand
plaats aangekomen. Het hier te lande tamelijk ongewone werk is door
den aannemer Zuithoff zonder tegenspoed te ontmoeten volbragt.
De Brabantsche eenten, die ons land in zoo groote hoeveelheid over-
stroomen, worden te Utrecht op de verschillende rijkskantoren niet meer
aaugenomen. Het ware te wenschen dat dit hier te lande algemeen navol-
ging vond.
Zaturdag kocht eene dienstmaagd op de markt te Utrecht eijeren
naauwelijks had zij ze in hare maud of uit een der eijeren sprang een kieken
Door den schrik liet de meid de mand vallen en toen bleek hetdat al
de eijeren vuil of bedorven warende bedriegster was genoodzaakt het geld
onmiddellijk terug te geven, daar anders de omstanders haar daartoe ge-
dwongen zouden hebben.
Een kleine jongen stond te Luik met zijn hond aan een touwtje op
den oever der Maas, en liet het dier baden, terwijl hij het koord vasthield.
De jongen had het koord om zijn arm gewonden, toen de hond in eens naar
den tegenovergestelden oever wilde zwemmen en zijn kleinen mcester mede-
trok. Op zijn gillen echter bij het in 't water vallen, schoot de hond
toe, greep hem bij de kleeren en bragt hem behouden aan wal.
Verleden week zijn den juwelier Spinelli in het Palais Royal te Parijs voor
niet minder dan een half millioen aan diamanten en andere kleiuoodien
ontstolen. De dieven zijn thans gearresteerd zijn zoon (16 jaar oud) en zijn
neef (18 jaar).
De zelfmoorden, in de voorgaande week te Londen bedreven, bereikten
op nieuw het buitengewone getal van elf. Er werden vier menschen over-
reden en 70 door paarden en rijtuigen bezeerd. Er verdronken acht menschen
en zes kinderen stikten. fen moedwillige moord is gepleegd.
Frederik de Groote zag niet gaarne de musschen in zijn kersenboomgaard
te Potsdam, en schreef premien uit om die vogeltjes in zijn rijk uit te
roeijen. Dat hielp en voor 50,000 th. raakte Pruissen de musschen kwijt.
Maar de insecten, vooral de rupsen, namcn daarop zoo de overhand, dat
er geen vruchten meer in het geheele land te vinden waren. Zelfs het oott
voor 's konings tafel moest van buiten 's lands komen. Er werden toen
premien gegeven voor het invoeren van musschen en de ramp werd weer af-
geweud, maar dat kostte de schatkist 400,000 thaler.
Een aardig staaltje van naif geloof: Mevr. D. had van een reis in
het departement Finistere (Frankrijk) een arm maar zeer schoon weesmeisje
meegenomen. Zij hield veel van dat kind, dat zeer vroom en vlijtig was,
en maakte haar tot hare kamenierdoch niet lang daaraa stierf mevr. D.
Terwijl nu het lijkgereed om gekist te worden een oogenblik alleen lag,
zau een heer uit de aangrenzende kamer de schoone kamenier stil op de
doode afsluipenhet laken opligten en zich daarna we&r verwijderen De
heer dacht, dat zij het lijk van de ringen, welke de overledene volgens haren
wensch in het graf zoude medenemen had beroofd en deelde zijne achter-
docht een anderen mede doch bij onderzoek bleek hetdat geen enkele
ring gemist werd, maar men vond aan den biunenkant van het laken een
papier vastgespeld, dat het naive kind uit Bretagne voor hare moeder die
twee jaren geleden gestorveu was, had bestemd. Er stond op geschreven:
n Beste moeder, ik schrijf u, dat de heer P. mij ten huwelijk heeft gevraagd
Daar gij niet meer bij mij zijt om mij raad te gevenverzoek ik u my
in den droom te laten weten of ik hem trouwen mag. Ik maak, om u te
schriiven gebruik van de gelegenheiddat mijne meesteres ten hemel vaart
Het adres luidde: nAan mijne moeder in den hemel." Verleden week is de
kinderlijke briefschrijfster in het huwelijk getreden met den heer P., een
rijken winkelier, die hare schoonheid en eenvoud had opgemerkt en be-
wonderd.
Bij den vreeselijken brand, die dezer dagen te Parijs woedde en het
groote magazijn le grand Monge en aangrenzende perceelen m de asch legde,
en waarbij zooveel menschen jammerlijk zijn omgekomen(zie ons vong
nommer), heeft eene der inwonenden de redding van haar leven aan hare
papegaai te danken gehad. Zij lag in diepen slaap en zou ongetwyfeld ver-
brand zijn, indien de vogel, den rook bemerkende die in het vertrek drong,
niet luidkeels zijn geheel repertoire was gaan kakelen en haar daardoor ge-
wekt had. Ulings ontvlood zij reeds niet zonder levensgevaar den drei-
genden vuurdood, met achterlating van alles wat zij bezathaar trouwe
papegaai uitgezonderd.
Een ander vermeldenswaard feit vinden wij in de breedvoenge verslagen
der parijsche bladen opgeteekend. Een meisje dat in hare vroegste jeugd
een spraakgebrek gekregen had, en jaren lang met dan byna onver-
staanbare klanken kon uitbrengenheeft door den schrik eenskiaps het spraak-
vermogen volkomen terug gekregen.
De amerikaansche bladen komen met verontwaardiging op tegen een
schandelijken handel in kinderen, die thans in de Nieuwe Wereld gedreven
wordt Een met dit doel opgerigte maatschappy brengt geheele ladmgen
kinderen naar Amerika, waar zij de jongens tegen een bepaalden prys per
hoofd verkoopt en de meisjes aan de laagste mishandelmg prys gedt. De
jongens moeten zien dat zij als orgeldraaijers zooveel verdienen om zich
vrij te koopen, en de meisjes bevolken later de hmzen van ontucht. In
e'e'n week zijn, zoo meldt de New York Timeshonderd van die ongeluk-
kige kinderen aangekomen, en drie stoombooten met dergelyke lading zyn
op weg.
Aan het Melbournsche blad the Argus is het volgend verhaal ontleend
der ontvlugting van een tot deportatie veroordeeld commune-man Het
fransche transportschip V Orne met 500 veroordeelden bestemd naar Nieuw-
Caledonie, deed 20 April Melbourne aan, om versche levensmiddelen in te
nemen daar de meeste gevangenen zeer aan scheurbuik leden Den 30
stevende het schip weder verder. Maar den avond voor het vertrek wist
een der veroordeelden, zekere Michel Serigre, volgenderwyze teontkomen.
Bij het vallen van den avond klom hij over boord en klemde zich vast aan
een kabel die aan een der masten bevestigd was; In dien moeyelyken
toestand bleef hij hangen, tot dat het volkomen duister was, en liet zich
toen vallen op een kolenschip, dat boord aan boord met de Ornelag. y
kwam gelukkig en ongedeerd teregt, en verbergde zich tusschen de koleu-
zakken Hij hield zich doodstil, ja vreesde zich te verroeren, omdat hy
geduri" gevaar liep van ontdekt te worden door het volk, dat zich aan
boord van het kolenschip bevond. De schildwaoht op de Orne, met gela
den geweer in den arm, wandelde boven zijn hoofd op en neer, en hy
verkeerde iedere minuut in doodsgevaar. Tegen half tien besloot hy een
nieuwen stap op den weg der verlossmg te wagen. Hy wikkelde zynepor-
tSe en zijne papieren in zijn zakdoek, om ze zooveel mogelyk droog
te houden, liet zicli vervolgens van het kolenschip te water glyden en zwom
naar een boot die bij een schip lag, dat in de nabyheid geankerdw-as. j
sneed het touw los, hield zich vast aan het emde dat aan de boot bevestigd
was en trachtte nu, met de voeten zwemmende, het vaartuigje in de rigting
der baai voorwaarts te bewegen. Het was inmiddels stik donker geworden
en het plasregende geweldig. Serigne was nu op ongeveer 300 el van het
schiptoen hij eenskiaps geschreeuw hoorde. Hy dacht niet andersofhet
gold hem: dat hij ontdekt was en alarm gemaakt werd. Hy liet het bootje
fos en trachtte zwemmende de bakenvuren te bereiken die op de kusten
van Sandridge branden. Hij raakte eindelijk uitgeput en besloot m zyn
doodsangst, het mogt dan afloopen zoo het wilde, na al zyne overmatig
inspannfng een schip te bereiken, dat niet verre van hem verwyderd was.
Zoo gezegd zoo gedaan. Hij klauterde tegen de ankerketting op, bond zich
er aan vast met zijn gordel, en bleef zoo ongeveer een uur boven water
hangende, uitrusten. Tegen middernacht ging hij weer te water en na een
half uur van vernieuwde inspanning bereikte hij het strand. Hij liep van
Saudridge naar Melbourne, gesterkt door het gevoel zijn vrijheid herkregen
te hebben, en klopte nu, in de overtuiging op vrijen bodem te zijn, aau
de eerste woning de beste aan. Hij werd er gastvrij ontvangen, maar in
tusschen gewaarschuwd, dat hij zich niet al te veilig wanen zou. Gelukkig
voor hem echter bleek die voorzigtige raad overbodig toen hij te Melbourne
aankwam. De politie heeft hem met rust gelaten, en toen uit zijne papieren
bleek, dat hij wel tot de minst schuldige commune-mannen behoorde, vond
hij zelfs medelijden, zoodat er nog een inzameling van geld voor hem gedaan
werd.
Onlangs zijn in het Hoogerhuis in Engeland de rampen en schade
ter sprake gekomen door de tijgers in Uritsch-Indie aangerigt. In nog
geen zes jaren zijn in Neder-Bengalen 13 ,400 personen door tijgers ver-
scheurd, en men achat het aantal dar slagtoffers, die elk jaar in het ge
heele schiereilaud dit roofdier ten prooi worden, 10,000. In 1869 heeft
eene enkele tijgerin gedurende verscheidene weken het geheele verkeer ge-
stremd op een anders druk bezochten handelsweg, en 127 personen gedood.
In Hayduaka heeft een en dezelfde tijger van 1867 tot 1868 108 slagtof
fers gemaakt, waaronder een geheel gezin van vader, moeder en drie kin
deren. De verwoestingen onder het vee aangerigt zijn onberekenbaar. Land-
bouw en ontginning, alles lijdt onder de plaag der tijgers. Zij verdrijven
de menschen, en in sommige streken is de landverhuiziug zoo algemeen
dat zij ontvolkibg mag genoemd worden. In eene provincie zijn de bewo-
ners van dertien dorpen door eene tijgerin verdrevenwaardoor ongeveer
250 vierkante mijlen weder tot wildernis vervallen zijn. Men moet hierbij
in aanmerking nemen, dat de inboorlingen weerloos gemaakt zijn, dewijl
zij ten gevolge van den opstand der sepoys al hun vuurwapenen moesten
afgeven en het hun verboden is ze te hebben. De regering heeft daarom kom-
pagnien tijgerjagers opgerigt. Maar in de organisatie daarvan is een fout
begaan, die een menschonteerende uitwerking heeft. De premie namelijk
op iederen gedooden tijger gesteldis grooter naarmate van de gekonsta-
teerde schade door het dier aangerigt. De jagers laten dus den tijger zoo-
lang vrij speltot dat hij de schrik der landstreek isalorn van zich spre-
ken doeten zij voor het dooden aanspraak hebben op de hoogste premie
zijnde 300 ropijen. De regering heeft beloofd andere maatregelen te zul
len nemen.
Een der jongste Amerikaansche uitvindingen van de vreemdste soort
is welligt de ploeg-mitrailleuse, welke dienen moet om de landbouwers der
binnenlauden tegen de aanvalleu der Roodhuiden te beschermen. Een Yankee
is b. v. bezig zijn land te bouwen in de verte bespeurt hij vijanden, die
zich gereed maken hem te overvallen onmiddellijk keert bedreigde zijn
ploeg naar de zijde van den aanval en begroet de wilden met een lading
schroot, die vervolgens zoo staat op de aanbevelings-affiche van
schrik vlugten.
De Fransche dames zijn gewoon hare kinderen gedurende de eerste
levensjaren naar eene min op het land te zenden. Eene jonge vrouw, die
gewoonte volgende, was niet voldaan over de bijna stereotype mededeelingen
omtrent den gezondheidstoestand van het kind en evenmin over de groote
hoeveelheden suiker en zeep, die er voor gebruikt werden. Zij besloot
persoonlijk een onderzoek in te stellen. In het dorp gekomen, waar de
kleine verpleegd werd, ontmoette zij een orgeldraaijer, op wiens orgel een
kindje van achttien maanden zat, dat even als de muzikant een aalmoes
scheen te vrageu. Zij gaf een kleinigheid en ontwaarde tot hare verwon-
dering, dat het kind een jurkje aanhad, hetwelk zij voor het hare had ge-
zondeu. Toen zij bij de min kwam, was deze zeer onthutst en weldra bleek
het, dat het kind op het orgel hare voedsterling was, die zij op deze wijze
„de buitenlucht deed genieten." Een uur later was de kleine met hare
moeder op weg huiswaarts.
Arnhera24 Julij. Den 21 February 11. vond een wet-
houder in de gemeente Eibergen 's avonds in eene sloot een
man liggendie erg besclionken bleek te zijn. Hij droeg aan
twee personen, G. J. W. en J. t K.op den ongelukkige,
welke in die streek welbekend was, naar huis te brengen.
Zij begonnen die taakmaar kwamen alras op het denkbeeld
dat wegens de koude nachtlueht een borrel niet kwaad was
ook niet voor den drenkeling, die doornat en bevend was.
Bij een kastelein werd aangeklopt; maar hij wilde niet meer
tappen; een ander, te Linteveld, leverde wat bitterwaarvan
G. J. W. en J. t. K. ieder iets dronken en waarvan zij ook
den man dien zij tliuis bragtenwat gaven. Daarna weer op
straat gekomen schijnen zij hem te hebben gedreigd en 30
cent van hem te hebben gevorderd. Hij gaf hun dan ook
gedwongen een stuk van 2 /2 gros en 2 van 1 gros. Wegens
dit feit stonden G. J. W. en J. t. K. gisteren voor het pro
vinciate geregsthofals beschuldigd van diefstal met geweld-
pleging. Hun verdediger, jhr. mr. L. v. Nispenachtte een der
elementen van het misdrijf, de bedriegelijke bedoeling, hier
niet bewezen omdat de beschuldigden in de meening konden
hebben verkeerddat de drenkeling hun de borrels moest ver-
goeden, en hun vragen om 30 cent dus meer het karakter
had van een poging om zich de voldoening eener schuldvorde-
ring te verzekeren dan van diefstal. Het hof deed reeds giste
ren" uitspraak en veroordeelde beide beschuldigden tot het
minimum der straf, bij de wet gesteld op het misdrijf, dat
het gepleegd achtte, d. i. tot 3 maanden cellulaire gevangems.
Haarlem, 25 Julij. Jongstleden Vrijdag stond voor het
kantongeregt alhier teregt de direkteur van het amerikaansche
paardenspel J. W. Mijers, wegens overtreding der Zoudagswet,
ter zake dat hij op Zondag 22 Julij jl. des morgens te Haar-
lemmermeer zijne tent op een weilandgelegen aan den open-
baren weg, had doen opslaanen des avonds van dien dag
eene voorstelling had gegeven zonder de daartoe vereischte
schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur dier ge-
meente. De aanklagt werd door drie getuigenwaaronder de
burgemeester van Haarlemmermeerbewezen, en het openbaar
ministerie koukludeerde tot oplegging van twee geldboeten
ieder van 5of een dag subsidiaire gevangenisstraf voor
elke boete. Heden (Vrijdag) heeft de kantonregter in deze
zaak vonnis gewezen en J. W. Mijers veroordeeld tot twee
geldboeten, elk van vijftig cent, of een dag subsidiaire ge
vangenisstraf voor elke boeteen in de kosten van het proces.
van
AHRIAXUS VAX DliS HEliVEL
en
ELIZABETH DE KEIZER.
Namens hunne dankbare Kinderen,
Behuwd- en Klein-Kinderen
J. VAX DEX HEIJVEL.
Aalsmeer, 25 Julij 1873.