Advertentien. - 128 Oemen^de MSerfgten. Vyftig-jai'ige Eclitvereeniging Re graanhandel van Xoortl-Amerika heeft in den laatsten niensclienleeftijd eene verbazend groote uitbreiding verkregen. Het ploegen met stoomkracht verkrijgt in Xoord- Duitseblaml eene groote uitbreiding. REGTSZAKEN. doen. Het is intusschen geen loos gerucht, door spekulatie- geest in bet leven geroepen, maar een feit, dat de ziekte onder de aardappelen heerscht. Vooral in de late komt zij het hevigst voor, dat wil zeggenniets minder dan andere jaren. Het zou dan ook wel tot de merkwaardigheden be- hooren als poters, die dan tocb in meerdere of mindere mate van zieke struiken gewonneu zijn gezonde aardappelen voort- bragten. De bijzonderheden daarover zijn reeds vroeger ver- meld. Groeizaamheidhoe schaars in de lente ook voorge- komen kenmerkt dezen zomer vvelke met bet volste regt dien naam verdient. Tegen zooveel somberheid in Mei volgde een heerlijk tijdperk van zonneschijn en warmte, De druiven hebben gebloeid en vrucht gezet; het is bijna niet denkbaar, tenzij het najaar zicb door buitengewoon koud weer liet gelden, dat de oogst daarvan zal mislukken. In de waruie kassen zijn reeds lang geleden voortreffelijke rijpe druiven gesneden; in de koude kassen die thans niet eens naauwlettende zorg ver- eischen, beginnen de menigte trossen rijp te worden. Aard- bezien zijn er in overvloed geweest en van alle kanten aange- voerd. Door zonnewarmte gestoofd ziju zij vlug rijp geworden het vervoer begint nu af te nemen. Aalbezien zijn er geenszins overvloedig ook peren en appelen niet, ofschoon van de laatste op sommige plaatsen nog wat zal te plukken zijnzoo is het ook gelegen met de perziken die niet dan op eenige beschutte plaatsen de vruchten hebben behouden. Groenten van alien aard zijn volop te verkrijgenook de snijboonen, die achter waren, beginnen aan te komen. De Weilanden staan best in het gras en de hooibouw geeft een ruira gewinbij een uit- muntende hoedanigheid van liooi. Er is geklaagdgezucht en gehoopt, en ten slotte zal de bouwman met de welgevulde hooi- bergen of graanschuren den winter kunnen trotseren. Een tallooze verscheidenheid van krachtig ontwikkelde bloemen bieden thans, meer dan voor eene maandkweekerijen en lusthoven aan; onder de koele schaduw van het heerlijke ge- boomte zou de bespiegeling veilig gemaakt kunnen worden dat ook deze zomer tot een der bloemenrijke behoort gerang- schikt te worden. In het Tijdschrift De Volhclijl leest men De westelijkeoudste staten brengen bij lange na zooveel tarwe niet meer op als zij beboevenen worden dus voor- zien door de oostelijke, en wel voornamelijk door Illinois, Iowa en Minnesota, die soms 7 300 000 hectoliters voort- brengen. California levert van 6 600 000 tot 8 000 000 hec toliters, die, na aftrek van bet noodige voor eigen gebruik, bijna geheel en al naar Liverpool worden verscheept. Hoe groot die hoeveelheden zijn kunnen wij ons voorstellen bij vergelijking met onzen tarwe-oogst van 1871, de grootste die"ooit hier te lande verkregen is, namelijk 2 223 000 hecto liters; terwijl wij gedurende de laatste tien jaren gemiddeld 1 776 000 hectoliters hebben ingevoerd. De spoorwegen en de graanpakhuizen werken dien handel verbazend in de hand. Het op 't veld gedorschte graan wordt in zakken naar het meest nabij liggend spoorwegstation ge- bragt en daar in wagons gestort, die hiervoor opzettelijk zijn ingerigt en 110 hectoliters inhouden. De spoorwegen voeren dit naar de groote stapelplaatsenChicago en Milwau kee aan het meer Michigan, Toledo aan het Erie-meer, en Sint Louis aan de Mississippiwaar de stoombooten het weder, tot verder vervoer, opnemen. De inrigting dier zes tot zeven verdiepingen hooge pakhuizen maken het verplaatsen van het graan uiterst gemakkelijk en goedkoop. De spoor- wegwagon komt naast een grooten trechter te staanwaarin de ladFng in eenige weinige minuten door twee arbeiders uitgestort wordt, om in een vergaarbak uit te loopen. Hier nemen ijzeren bakken van een vierde hectoliter inhoud, aan een keten zonder eind bevestigd en door stoom bewogen het graan op en voeren het tot op een der verdiepingen waar het gewogen en door trechters en buizen gevoerd wordt in andere bakken. Van alle verdiepingen voeren uit deze bakken buizen naar de waterzijde van het gebouwtot het laden van de aldaar gereed liggende schepen Een schip van 250 ton (2500 hectoliter) is in twee uren tijds geladen. Het grootste gedeelte van de voor den uitvoer bestemde granen wordt gemalen. De zemelen en het afval blijven daardoor tot veevoeder in het land, en de vracht vermindert alzoo aan- merkelijk. Hoeveel kunnen wijEuropesche graanhandelarendaarvan leeren In het Maandblad van Euhling vindt men berigten over niet minder dan negentien stoomploegendie in het Oder- bruchin Brandenburgverder omstreeks Maagdeburgm de proviu'cie Sachsen en in het aangrenzende gedeelte van Han noverbij Hildesheim en Gottingen, in werking zijn. Voor een gedeelte doen zij uitstekende diensten bij de teelt van suikerbietenmaar ook zijn zij op goederen aanwezig waar aardappels en zelfs waar granen de hoofdgewassen zijn. Het schijnen genoegzaam alien ploegen volgens het stelsel van fowler met twee stoomwerktuigente zijnalleen de beide laatstgenoemde Hannoversche boerderijen hebben het stelsel van Howard den werktuigdat met een' zeer langen draad- kabel langs ankerschijven den ploeg heen en weder trekt. De kosten van beide stelsels worden hier met nauwge- zetheid uitgecijferd. Men rekent 120 ploegdagen 's jaars. De Howardsche stoomploeg kost in aankoop 14 000 gl.ploegt 184 hectaren ruim 3 decimeter diep in dien tijdot 1,5 hectaren daags, met eene uitgaaf, alles en alles, van 6 800 gl. of 37 gl- de hectare. De Eowlersche ploeg kost daarentegen 24 500 gl.maar ploegt in 120 dagen 551 hectaren, of 4,6 hectaren "daagsruim 36 centimeter diep, voor 11 970 gl. of 21 gl. de hectare. Onder de uitgaven zijn 10 ten honderd aflossing en 5 ten honderd rente gebragt voor de kosten van aankoopof 2100 gl. voor het eerste en 367 5 gl. voor het tweede stelsel. Datin weerwil van hunne groote kostbaarheidde stoomploegen groote voordeelen aanbrengenwordt duidelijk bewezeu door het zoo verbazend toenemend aantal. S. Uit zeer vele gemeenten is ons rijk worden berigten vermeld omtrent het zware onweder, dat in den nacht van Zaturdag op Zondag jl. heeft gewoed. Zoo zijn te Genemuiden twee woningen en een hooiberg afgebrand. Terwijl te Zwartslnis twintig personen onder een grooten boom stonden te kijken naar dien brand, sloeg de bliksem tien hunner tegen den grond, en twee hunner, van der Sluys, zeilmaker, en de 18-jarige Clara van den Berg, die vooraan stonden, bleven op de plants dood. In het Ambt-Vollenhove is een hooijer en in het nabijzijnd Blanken- ham een maaijer in het land dood gebleven, ten gevolge van het overma- tige drinken bij de drukkende zomerhitte. Door het gemeentebestuur van 's Hage wordt op het Plein aldaar het eerste cabinet inodore voor vrouwen gesteldhet is een eenvoudige en zeer nette inrigting; wanneer zij voldoet zullen er meer van regeringswege ge- plaatst worden. Uit Hoorn wordt gemeld, dat aldaar een koppel kippen, eindeMaart 1873 uitgebroed, reeds sedert eenige dagen geregeld eieren legt. Deeitjes zijn klein van stuk, maar zeer smakelijk. Dat driemaanda-kippen reeds leggen wordt als een groote zeldzaamheid beschouwd. De groote kavalerie-manege, staande op het bolwerk bij Haarlem, moest verplaatst worden naar een op tamelijk grooten afstand gelegen terrain aan de overzijde van de Nieuwe Gracht. Men heeft het gebouw daartoe op rollen geplaatst en het Woensdag eenige ellen in de breedte voortgetrokken, om het regt tegenover zijne aanstaande standplaats te krijgendat gedeelte van het werk is goed afgeloopen. Donderdag werd een aanvang gemaakt met de werkzaamheden om het verder in de lengte, dwars over de Nieuwe Gracht, voort te bewegen, en Maandag middag is zij op hare nieuwe stand plaats aangekomen. Het hier te lande tamelijk ongewone werk is door den aannemer Zuithoff zonder tegenspoed te ontmoeten volbragt. De Brabantsche eenten, die ons land in zoo groote hoeveelheid over- stroomen, worden te Utrecht op de verschillende rijkskantoren niet meer aaugenomen. Het ware te wenschen dat dit hier te lande algemeen navol- ging vond. Zaturdag kocht eene dienstmaagd op de markt te Utrecht eijeren naauwelijks had zij ze in hare maud of uit een der eijeren sprang een kieken Door den schrik liet de meid de mand vallen en toen bleek hetdat al de eijeren vuil of bedorven warende bedriegster was genoodzaakt het geld onmiddellijk terug te geven, daar anders de omstanders haar daartoe ge- dwongen zouden hebben. Een kleine jongen stond te Luik met zijn hond aan een touwtje op den oever der Maas, en liet het dier baden, terwijl hij het koord vasthield. De jongen had het koord om zijn arm gewonden, toen de hond in eens naar den tegenovergestelden oever wilde zwemmen en zijn kleinen mcester mede- trok. Op zijn gillen echter bij het in 't water vallen, schoot de hond toe, greep hem bij de kleeren en bragt hem behouden aan wal. Verleden week zijn den juwelier Spinelli in het Palais Royal te Parijs voor niet minder dan een half millioen aan diamanten en andere kleiuoodien ontstolen. De dieven zijn thans gearresteerd zijn zoon (16 jaar oud) en zijn neef (18 jaar). De zelfmoorden, in de voorgaande week te Londen bedreven, bereikten op nieuw het buitengewone getal van elf. Er werden vier menschen over- reden en 70 door paarden en rijtuigen bezeerd. Er verdronken acht menschen en zes kinderen stikten. fen moedwillige moord is gepleegd. Frederik de Groote zag niet gaarne de musschen in zijn kersenboomgaard te Potsdam, en schreef premien uit om die vogeltjes in zijn rijk uit te roeijen. Dat hielp en voor 50,000 th. raakte Pruissen de musschen kwijt. Maar de insecten, vooral de rupsen, namcn daarop zoo de overhand, dat er geen vruchten meer in het geheele land te vinden waren. Zelfs het oott voor 's konings tafel moest van buiten 's lands komen. Er werden toen premien gegeven voor het invoeren van musschen en de ramp werd weer af- geweud, maar dat kostte de schatkist 400,000 thaler. Een aardig staaltje van naif geloof: Mevr. D. had van een reis in het departement Finistere (Frankrijk) een arm maar zeer schoon weesmeisje meegenomen. Zij hield veel van dat kind, dat zeer vroom en vlijtig was, en maakte haar tot hare kamenierdoch niet lang daaraa stierf mevr. D. Terwijl nu het lijkgereed om gekist te worden een oogenblik alleen lag, zau een heer uit de aangrenzende kamer de schoone kamenier stil op de doode afsluipenhet laken opligten en zich daarna we&r verwijderen De heer dacht, dat zij het lijk van de ringen, welke de overledene volgens haren wensch in het graf zoude medenemen had beroofd en deelde zijne achter- docht een anderen mede doch bij onderzoek bleek hetdat geen enkele ring gemist werd, maar men vond aan den biunenkant van het laken een papier vastgespeld, dat het naive kind uit Bretagne voor hare moeder die twee jaren geleden gestorveu was, had bestemd. Er stond op geschreven: n Beste moeder, ik schrijf u, dat de heer P. mij ten huwelijk heeft gevraagd Daar gij niet meer bij mij zijt om mij raad te gevenverzoek ik u my in den droom te laten weten of ik hem trouwen mag. Ik maak, om u te schriiven gebruik van de gelegenheiddat mijne meesteres ten hemel vaart Het adres luidde: nAan mijne moeder in den hemel." Verleden week is de kinderlijke briefschrijfster in het huwelijk getreden met den heer P., een rijken winkelier, die hare schoonheid en eenvoud had opgemerkt en be- wonderd. Bij den vreeselijken brand, die dezer dagen te Parijs woedde en het groote magazijn le grand Monge en aangrenzende perceelen m de asch legde, en waarbij zooveel menschen jammerlijk zijn omgekomen(zie ons vong nommer), heeft eene der inwonenden de redding van haar leven aan hare papegaai te danken gehad. Zij lag in diepen slaap en zou ongetwyfeld ver- brand zijn, indien de vogel, den rook bemerkende die in het vertrek drong, niet luidkeels zijn geheel repertoire was gaan kakelen en haar daardoor ge- wekt had. Ulings ontvlood zij reeds niet zonder levensgevaar den drei- genden vuurdood, met achterlating van alles wat zij bezathaar trouwe papegaai uitgezonderd. Een ander vermeldenswaard feit vinden wij in de breedvoenge verslagen der parijsche bladen opgeteekend. Een meisje dat in hare vroegste jeugd een spraakgebrek gekregen had, en jaren lang met dan byna onver- staanbare klanken kon uitbrengenheeft door den schrik eenskiaps het spraak- vermogen volkomen terug gekregen. De amerikaansche bladen komen met verontwaardiging op tegen een schandelijken handel in kinderen, die thans in de Nieuwe Wereld gedreven wordt Een met dit doel opgerigte maatschappy brengt geheele ladmgen kinderen naar Amerika, waar zij de jongens tegen een bepaalden prys per hoofd verkoopt en de meisjes aan de laagste mishandelmg prys gedt. De jongens moeten zien dat zij als orgeldraaijers zooveel verdienen om zich vrij te koopen, en de meisjes bevolken later de hmzen van ontucht. In e'e'n week zijn, zoo meldt de New York Timeshonderd van die ongeluk- kige kinderen aangekomen, en drie stoombooten met dergelyke lading zyn op weg. Aan het Melbournsche blad the Argus is het volgend verhaal ontleend der ontvlugting van een tot deportatie veroordeeld commune-man Het fransche transportschip V Orne met 500 veroordeelden bestemd naar Nieuw- Caledonie, deed 20 April Melbourne aan, om versche levensmiddelen in te nemen daar de meeste gevangenen zeer aan scheurbuik leden Den 30 stevende het schip weder verder. Maar den avond voor het vertrek wist een der veroordeelden, zekere Michel Serigre, volgenderwyze teontkomen. Bij het vallen van den avond klom hij over boord en klemde zich vast aan een kabel die aan een der masten bevestigd was; In dien moeyelyken toestand bleef hij hangen, tot dat het volkomen duister was, en liet zich toen vallen op een kolenschip, dat boord aan boord met de Ornelag. y kwam gelukkig en ongedeerd teregt, en verbergde zich tusschen de koleu- zakken Hij hield zich doodstil, ja vreesde zich te verroeren, omdat hy geduri" gevaar liep van ontdekt te worden door het volk, dat zich aan boord van het kolenschip bevond. De schildwaoht op de Orne, met gela den geweer in den arm, wandelde boven zijn hoofd op en neer, en hy verkeerde iedere minuut in doodsgevaar. Tegen half tien besloot hy een nieuwen stap op den weg der verlossmg te wagen. Hy wikkelde zynepor- tSe en zijne papieren in zijn zakdoek, om ze zooveel mogelyk droog te houden, liet zicli vervolgens van het kolenschip te water glyden en zwom naar een boot die bij een schip lag, dat in de nabyheid geankerdw-as. j sneed het touw los, hield zich vast aan het emde dat aan de boot bevestigd was en trachtte nu, met de voeten zwemmende, het vaartuigje in de rigting der baai voorwaarts te bewegen. Het was inmiddels stik donker geworden en het plasregende geweldig. Serigne was nu op ongeveer 300 el van het schiptoen hij eenskiaps geschreeuw hoorde. Hy dacht niet andersofhet gold hem: dat hij ontdekt was en alarm gemaakt werd. Hy liet het bootje fos en trachtte zwemmende de bakenvuren te bereiken die op de kusten van Sandridge branden. Hij raakte eindelijk uitgeput en besloot m zyn doodsangst, het mogt dan afloopen zoo het wilde, na al zyne overmatig inspannfng een schip te bereiken, dat niet verre van hem verwyderd was. Zoo gezegd zoo gedaan. Hij klauterde tegen de ankerketting op, bond zich er aan vast met zijn gordel, en bleef zoo ongeveer een uur boven water hangende, uitrusten. Tegen middernacht ging hij weer te water en na een half uur van vernieuwde inspanning bereikte hij het strand. Hij liep van Saudridge naar Melbourne, gesterkt door het gevoel zijn vrijheid herkregen te hebben, en klopte nu, in de overtuiging op vrijen bodem te zijn, aau de eerste woning de beste aan. Hij werd er gastvrij ontvangen, maar in tusschen gewaarschuwd, dat hij zich niet al te veilig wanen zou. Gelukkig voor hem echter bleek die voorzigtige raad overbodig toen hij te Melbourne aankwam. De politie heeft hem met rust gelaten, en toen uit zijne papieren bleek, dat hij wel tot de minst schuldige commune-mannen behoorde, vond hij zelfs medelijden, zoodat er nog een inzameling van geld voor hem gedaan werd. Onlangs zijn in het Hoogerhuis in Engeland de rampen en schade ter sprake gekomen door de tijgers in Uritsch-Indie aangerigt. In nog geen zes jaren zijn in Neder-Bengalen 13 ,400 personen door tijgers ver- scheurd, en men achat het aantal dar slagtoffers, die elk jaar in het ge heele schiereilaud dit roofdier ten prooi worden, 10,000. In 1869 heeft eene enkele tijgerin gedurende verscheidene weken het geheele verkeer ge- stremd op een anders druk bezochten handelsweg, en 127 personen gedood. In Hayduaka heeft een en dezelfde tijger van 1867 tot 1868 108 slagtof fers gemaakt, waaronder een geheel gezin van vader, moeder en drie kin deren. De verwoestingen onder het vee aangerigt zijn onberekenbaar. Land- bouw en ontginning, alles lijdt onder de plaag der tijgers. Zij verdrijven de menschen, en in sommige streken is de landverhuiziug zoo algemeen dat zij ontvolkibg mag genoemd worden. In eene provincie zijn de bewo- ners van dertien dorpen door eene tijgerin verdrevenwaardoor ongeveer 250 vierkante mijlen weder tot wildernis vervallen zijn. Men moet hierbij in aanmerking nemen, dat de inboorlingen weerloos gemaakt zijn, dewijl zij ten gevolge van den opstand der sepoys al hun vuurwapenen moesten afgeven en het hun verboden is ze te hebben. De regering heeft daarom kom- pagnien tijgerjagers opgerigt. Maar in de organisatie daarvan is een fout begaan, die een menschonteerende uitwerking heeft. De premie namelijk op iederen gedooden tijger gesteldis grooter naarmate van de gekonsta- teerde schade door het dier aangerigt. De jagers laten dus den tijger zoo- lang vrij speltot dat hij de schrik der landstreek isalorn van zich spre- ken doeten zij voor het dooden aanspraak hebben op de hoogste premie zijnde 300 ropijen. De regering heeft beloofd andere maatregelen te zul len nemen. Een der jongste Amerikaansche uitvindingen van de vreemdste soort is welligt de ploeg-mitrailleuse, welke dienen moet om de landbouwers der binnenlauden tegen de aanvalleu der Roodhuiden te beschermen. Een Yankee is b. v. bezig zijn land te bouwen in de verte bespeurt hij vijanden, die zich gereed maken hem te overvallen onmiddellijk keert bedreigde zijn ploeg naar de zijde van den aanval en begroet de wilden met een lading schroot, die vervolgens zoo staat op de aanbevelings-affiche van schrik vlugten. De Fransche dames zijn gewoon hare kinderen gedurende de eerste levensjaren naar eene min op het land te zenden. Eene jonge vrouw, die gewoonte volgende, was niet voldaan over de bijna stereotype mededeelingen omtrent den gezondheidstoestand van het kind en evenmin over de groote hoeveelheden suiker en zeep, die er voor gebruikt werden. Zij besloot persoonlijk een onderzoek in te stellen. In het dorp gekomen, waar de kleine verpleegd werd, ontmoette zij een orgeldraaijer, op wiens orgel een kindje van achttien maanden zat, dat even als de muzikant een aalmoes scheen te vrageu. Zij gaf een kleinigheid en ontwaarde tot hare verwon- dering, dat het kind een jurkje aanhad, hetwelk zij voor het hare had ge- zondeu. Toen zij bij de min kwam, was deze zeer onthutst en weldra bleek het, dat het kind op het orgel hare voedsterling was, die zij op deze wijze „de buitenlucht deed genieten." Een uur later was de kleine met hare moeder op weg huiswaarts. Arnhera24 Julij. Den 21 February 11. vond een wet- houder in de gemeente Eibergen 's avonds in eene sloot een man liggendie erg besclionken bleek te zijn. Hij droeg aan twee personen, G. J. W. en J. t K.op den ongelukkige, welke in die streek welbekend was, naar huis te brengen. Zij begonnen die taakmaar kwamen alras op het denkbeeld dat wegens de koude nachtlueht een borrel niet kwaad was ook niet voor den drenkeling, die doornat en bevend was. Bij een kastelein werd aangeklopt; maar hij wilde niet meer tappen; een ander, te Linteveld, leverde wat bitterwaarvan G. J. W. en J. t. K. ieder iets dronken en waarvan zij ook den man dien zij tliuis bragtenwat gaven. Daarna weer op straat gekomen schijnen zij hem te hebben gedreigd en 30 cent van hem te hebben gevorderd. Hij gaf hun dan ook gedwongen een stuk van 2 /2 gros en 2 van 1 gros. Wegens dit feit stonden G. J. W. en J. t. K. gisteren voor het pro vinciate geregsthofals beschuldigd van diefstal met geweld- pleging. Hun verdediger, jhr. mr. L. v. Nispenachtte een der elementen van het misdrijf, de bedriegelijke bedoeling, hier niet bewezen omdat de beschuldigden in de meening konden hebben verkeerddat de drenkeling hun de borrels moest ver- goeden, en hun vragen om 30 cent dus meer het karakter had van een poging om zich de voldoening eener schuldvorde- ring te verzekeren dan van diefstal. Het hof deed reeds giste ren" uitspraak en veroordeelde beide beschuldigden tot het minimum der straf, bij de wet gesteld op het misdrijf, dat het gepleegd achtte, d. i. tot 3 maanden cellulaire gevangems. Haarlem, 25 Julij. Jongstleden Vrijdag stond voor het kantongeregt alhier teregt de direkteur van het amerikaansche paardenspel J. W. Mijers, wegens overtreding der Zoudagswet, ter zake dat hij op Zondag 22 Julij jl. des morgens te Haar- lemmermeer zijne tent op een weilandgelegen aan den open- baren weg, had doen opslaanen des avonds van dien dag eene voorstelling had gegeven zonder de daartoe vereischte schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur dier ge- meente. De aanklagt werd door drie getuigenwaaronder de burgemeester van Haarlemmermeerbewezen, en het openbaar ministerie koukludeerde tot oplegging van twee geldboeten ieder van 5of een dag subsidiaire gevangenisstraf voor elke boete. Heden (Vrijdag) heeft de kantonregter in deze zaak vonnis gewezen en J. W. Mijers veroordeeld tot twee geldboeten, elk van vijftig cent, of een dag subsidiaire ge vangenisstraf voor elke boeteen in de kosten van het proces. van AHRIAXUS VAX DliS HEliVEL en ELIZABETH DE KEIZER. Namens hunne dankbare Kinderen, Behuwd- en Klein-Kinderen J. VAX DEX HEIJVEL. Aalsmeer, 25 Julij 1873.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1873 | | pagina 2