1873
Vrijdag, 15 Augustus.
N°. 33.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BEL ANGEN GEWIJD.
Veertiende Jaargang.
Haarlemmermeer.
Gemeenteraad van Haarlemmermeer.
fx^VVRZ/'
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar
Utterly le Woensdag
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Centelke regel meer 13 /2 Cent.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
van 6 tot 12 Augustus 1873.
Zitting van Donderdag den 19 Junij 1873.
IIAARLEMMERMEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
Bij den landbouwer P. Pijl, Sloterweg Q Q 8, heeft zich
weder een geval van longziekte onder het rundvee voorgedaan.
GEBOREN Johanna Wilhelminadochter van A. J. G. Timmermans
en J. Streefkerk. Hermanzoon van J. Lakeman en A. van Es.
Nicolaas, zoon van C. van Dregt en A. van Immerzeel. Adriana, doch
ter van J. Keijser en M. Kaptein. Aagje, dochter van J. Koole en A.
Kersseboom. Arie Pieter Jasper, zoon van L. de Kraaij en G. Mullers.
Jacobzoon van L. Houtkooper en E. de Jong. Nicolaaszoon van
W. P. Mens en N. Kempenaar.
OVERLEDEN Wilhelmina Corneliaond 11 dagendochter van H.
Kluck en J. Stipdonk. Simon, oud 4 jaren, zoon van S. Thuis en M.
Kroon. Elisabeth, oud jaar, dochter van C. Staphorst en C. van
den Berg. Heiltje oud 6 jarendochter van J. Roodenburg en H. de
Rijk. Willem de Brnijn oud 57 jaren ongehuwd. Bernardus Al-
bersoud 62 jaren, weduwnaar van G. van derHoeven. - Jan Vermeer,
oud 57 jaren, gehuwd met A. Krijns. Trijutje Blootshoofdoud 37 ja
ren, gehuwd met P. Eveleens. Adrianusoud 4 maanden zoon van
E. P. Blankert en G. Vermeer.
ONDERTROUWDA. de Haan met A. van der Plas. T. Kooij met
G. van Leijen. L. M. den Ouden met A. G. Ides. F. van der
Peijl met M. Damen.
GEHUWDW. van Dalen met H. Godvliedt. E. van der Kieft (wednr.)
met A. S. van Beutem (wed.)
Jl. Maandag was het voor de bewoners van het Hoofddorp
een dag van schrik. Naauwelijks had men gehoord dat er aan
den IJweg twee voeren vlas waren omgevallen en geheel te
water geraakt, en, naar men zeidede voerman er onder
lag (hetwelk later bleek gelukkig niet zoo te zijn), of men
zag eene vigelante, komende van Haarlem, in voile vaart, in
plaals van over de brug over de Hoofdvaart, daar naast regt
uit in het water rijdenten gevolge waarvan dat voertuig om-
kanteldeen de daarin zittende drie passagiers in zeer ver-
warde en scheeve houding, een water- en modderbad werd
bezorgd. Gelukkig dat het kanaal niet hoog van water was,
anders had dit geval wel eens minder goed knnnen afloopen
want een koddig gezigt was het de drie daarin zittende pas
sagiers om het meest pogingen te zien aanwenden, om eerst
van hun hoofd op hunne beenen te komen en daama uit een
portierraampje te kruipen.
Tot besluit had men dien avond, ten half tien ure, nog
eene agitatie, daar men vermoedde, dat bij den Lijnden brand
was uitgebarsten; hetwelk zich dan ook later bevestigdemaar
bleek zaadstroo te zijn.
Wanneer zal men toch eens begrijpen dat men door's avonds
stroo te branden, eene gemeente in onrust brengt en soms noo-
delooze kosten veroorzaakt.
Dingsdag-middag heeft eene vrouw pogingeu aangewend om
zich in het Hoofdkanaal, tegenover de Protestantsche kerk,
aan het Hoofddorp te verdrinken. Terwijl het nog dag was
en hare vreemde handelwijze de aandacht trokmogt het ge-
lukken haar van dat voornemen terug te brengen, althans zij
is weder huiswaarts gekeerd. Naar men zegt, is de min goede
behandeling, welke zij van de overige huisgenooten ontvangt,
de oorzaak van haar voornemen geweest.
Voorzitter: de Heer J. W. Lantzendorffer.
De Vergadering wordt geopend des morgens ten 10 ure.
Tegenwoordig 14 leden, zijnde de heeren: van Riessen, de Breuk, Kui-
per, van Vuuren, Tensen, Amersfoordt, Klapwijk, de Jong, Knaap, Tim
mermans, Bultman, Dorbeck, 't Hooft en Schonealsmede de Secretaris.
Afwezig de heer Buis.
De Secretaris leest de notulen van den 29 Mei j. 1.welke worden
goedgekeurd.
1°. Aan de Vergadering wordt mededeeling gedaan van het volgende:
a. de Staatsbladen van 1873, u°. 46 tot 61, en n°. 74 tot 77
b. de Provinciale bladen van 1873, n°. 38 tot 45 en 46
r. Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 28 Mei 1873,
n°. 36, waarbij goedgekeurd wordt teruggezonden het raadsbesluit dd. 1 Mei
1873, tot het doen van af- en overschrijving in de begrootiug, dienst 1872;
d. Brief van idem, dd. 11 Junij 1873, n°. 79, waarbij goedgekeurd
wordt teruggezonden het raadsbesluit van 29 Mei 1873 tot aanvaarding
van eene der gemeente aangeboden schenking van dr. J. P. Heije c. s.
e. Brief van mejw. M. Liethoff-Roeringberigtende dat de benoeming
tot gemeente-vroedvrouw door baar wordt aangenomen
Brief van den heer J. Samson waarbij vermeld wordt dat hij om
bijzondere redenen is teruggekomen van zijnen wensch om te worden benoemd
tot makelaar en hij mitsdien het desbetreffende verzoek intrekt.
A1 deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
2°. Is aan de orde een voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het aangaan eener geldleening groot f 10,000.
Bedoeld voorstel luidt als volgt
N°. 1163 A. Haarlemmermeer, 9 Junij 1873.
Wij hebben gemeend aan owe vergadering te moeten doen het navol-
gende voorstel
Gedurende de eerstvolgende drie of vier maanden bedragen de Ontvang-
sten der gemeente ongeveer wegens grasgewas yi96, opcenten f 500
schoolgelden f 1100 diversen f 100, zamenf 1896.
Er is in kas1669.
Totaal3565.—
Daartegen zijn te doen de volgende Uitgaven aan jaarwedden f 4975
schoonhouden der scholen f 65 verpleging krankzinnigen f 90 subsidie
Armbestuur f 1500 renten f 1400 aflossingen 2500 afwerken der
onderwijzerswoningen n°. 9 en 10 f 1100, huur van het post- en telegraaf-
kantoor f 89 veldwachters f 400 zamenf 12,119.
Zoodat er een tekort zal zijn om de dienst gaande te houden
vanf 8,554.
Voegt men daarbij voor verschillende kleine en
onvoorziene uitgaven1,446.
Dan wordt het tekortf 10,000.
Deze toestand wordt veroorzaakt doordat van de gemeente-opcenten en
van het 4/5 der personele belastinggedurende de eerstvolgende drie
maanden zeer weinig wordt ontvangen, en zulks ook het geval is met den
hoofdelijken omslag.
Er schijnt ons toe geen ander middel te bestaan om in dezen toestand
te voorzien, dan het aangaan eener geldleening voor den tijd van zes maan
den tot een bedrag van f 10,000.
Wij stellen uwe vergadering voor ons te magtigen bedoelde geldleening
aan te gaanwaartoe wij een ontwerp-besluit bij dezen aanbieden.
Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer,
(get.) J. W. Lantzendorffer, Burgemeester.
(get.) D. Eggink Secretaris.
Dit voorstelgesteld geweest zijnde in handen der Financiele Commis-
sie is daaromtrent door die Commissie uitgebragt het volgende rapport
De Financiele Commissie uit den Gemeenteraad van Haarlemmermeer
vergaderde Zaturdag 14 Junij jl., 's morgens elf urein het Raadhuis.
In behandeling kwam een voorstel van Burgemeester en Wethouders aan
den Raad en supplementoire begrooting over 1873.
Uit het gehouden onderzoek bleek, dat de Ontvangsten in 1872 hebben
bedragen y 65,481.94£, en die oi 1873 tot heden f 7,982.58|
terwijl de Uitgaven in 1872 f 62,667.51, en die in 1873 tot beden
f 10,428.76J beliepen.
De ontvangsten zullen in de volgende drie maanden bedragenwegens
saldo in kas memorie wegens grasgewas f 196 opcenten 500school
gelden f 1100 diversen f 100 zamenf 1896.
Terwijl dezelfde drie maanden de volgende uitgaven vereischeujaar
wedden f 4975 schoonhouden scholen f 65 verpleging krankzinnigen
90 subsidie Armbestuur f 1500 renten 1400, aflossingen f 2500
afwerken scholen n°. 9 en 10 /1100, huur van het post- en telegraaf-
kantoor f 89, veldwachters 400; zamenf 12,119.
De posten zijn alien met de meeste naauwkeurigheid door de Commissie
nagezienen dientengevolge stelt zij u voor om in overeenstemming met
het voorstel van Burgemeester en Wethoudersthans over te gaan tot het
aangaan van eene leening voor zes maandentegen 5 pet. rente per jaar.
De Commissie acht zich verpligt haar leedwezen te betuigen over den
ongunstigen toestand van de gemeente-financian te meer omdat deze post
vermoedelijk voorloopig jaarlijks terugkeeren zalen ontstaat door te lage
raming van posten van uitgaaf of te hooge raming van posten van ontvang.
De belangrijke post van aflossing van schuld blijft steeds een bezwaar
en de Commissie beveelt bij voortduring de overweging om in de aflossing
verandering te brengen in de aandacht van Burgemeester en Wethouders.
De Commissie twijfelt niet of de ontvangst van de op te nemen gelden
zal door Burgemeester en Wethoudersin overleg met den Ontvanger, met
de noodige voorzigtigheid worden geeffectueerd.
Haarlemmermeer, 14 Junij 1873.
(get.) Bultman. Amersfoordt. N. T. Dorbeck.
De financieele Commissie uit den gemeenteraad van Haarlemmermeer,
heeft de eer U voor te stellen om de renten eener tijdelijke geldleening
en de kosten op het sluiten dier leening tot een bedrag van f 275 te vol-
doen uit den post van onvoorziene uitgaven.
Haarlemmermeer, 14 Junij 1873.
Namens de Financieele Commissie.
(get.) Bultman.
De Voorzitter opent de beraadslaging omtrent het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De heer Schone zegtdat het de eerstc maal is sedert hij lid van den
Raad is, dat dergelijke voordragt wordt gedaan.
De zaak is Spreker nog niet regt duidelijk, en hij had van de Financi
eele Commissie in deze zaak wel eenige meerdere inlichtingen gewenscht
ook omtrent de vraag waarom de leening voor zes maanden wordt aan-
gegaan, daar over drie maanden toch de ontvangsten reeds weder be-
ginnen.
De heer Amersfoordt licht daarop de zaak uitvoerig toe, en zegt in
hoofdzaak dat dergelijke geldleening vroeger niet noodig was, doch dat de
uitgaven thans moeijelijk zijn te dekken; de oorzaak daarvan is de uit-
breiding die het schoolwezen in de laatste jaren ondergaan heeft; spreker
zal de laatste zijn om zich daartegen te verzettenmaar acht toch de wijze
waarop die zaak in de laatste jaren is geregeld, niet gelukkig want de
scholen zijn niet soliede gebouwd, en de daarvoor aangegane geldlee-
ningen zijn te spoedig aflosbaar gesteld.
Voorts zijn in de laatste jaren voor het armbestuur toegestane sommen
zeer overschreden geworden; daardoor zijn de vroegere saldos verdwenen.
En aangezien de belastingen eerst later inkomen, zoo is er nu geld noodig.
De Financieele Commissie heeft alles naauwgezet nagezien en bevonden
dat het noodzakelijk is om geld op te nemen, ofschoon de Finantieele Com
missie haar leedwezen heeft betuigd over den tegenwoordigen toestand. Wat
betreft de objectie van den heer Schone, zegt Spreker dat de leening wordt
aangegaan met de gewone bepaling, dat men ook vroeger zal kunnen af-
lossen voor zoover men daartoe in staat zal zijn; dus zal met October wor
den afgelost, 't geen men dan daartoe in kas zal hebben; daarom is in het
rapport der Commissie ook voorzigtigheid bij de uitvoering van deze zaak
aanbevolen.
De heer Bultman zegt, dat de Commissie alle stukken en boeken naauw-
keurig heeft nagezien en daarom door de Commissie de verschillende op-
gaven, ook die over het vorige jaar, in haar rapport zijn gegeventerwijl
de zaak nog nader door spreker wordt toegelicht.
De heer Schone zegtna de ontvangen inlichtingen zich met de voor
dragt te kunnen vereenigenmaar merkt nog aan, dat de Financiele Com
missie de schuld wel eenigzins heeft geworpen op Bnrgemeester en Wet
houders waar zij zegt dat de oorzaak bestaat in te lage raming der uit
gaven of te hooge raming der ontvangsten maar spreker herinnert dat de
begrooting toch is onderzocht door de Financiele Commissie en behandeld
en vastgesteld door den Raad.
De heer Bultman antwoordt, dat de Commissie geene beschuldiging heeft
willen inbrengen tegen Burgemeester en Wethoudersmaar alleen de fei-
ten heeft aangetoonddie tot dezen toestand aanleiding geven.
De heer van Riessen zou nog willen bepalen dat de leening zal afgelost
kunnen worden in termijnennaar gelang zulks zal kuunen geschieden.
De Voorzitter zegt dit te zullen bespreken met den geldschieter.
De Voorzitter doet daarop voorlezen het Ontwerp-besluit tot het aangaan
der geldleeningwelk ontwerp luidt als volgt
De Gemeenteraad van Haarlemmermeer
Overwegende dattot het gaande houden van de dienst gedurende de
eerstvolgende drie maanden, de in de gemeentekas aanwezige gelden niet
toereikend zijnen hettot voorziening daarin noodzakelijk is tijdelijk
eenige gelden op te nemen
Gelet op art. 136 en art. 194a der Gemeentewet
Heeft besloten
Burgemeester en Wethouders te magtigenom voor den tijd van zes
maandenhetzij in eenshetzij in gedeelten, eene geldleening aan te gaan
tot een bedrag van hoogstens tien duizend gulden (zegge f 10,000.
tegen eenen interest van hoogstens vijf percent in het jaar.
De terugbetaling der op te nemen gelden zal geschieden uit de inkom-
sten der gemeente over het dienstjaar 1873.
Dit besluit wordt onderworpen aan de goedkeuring van Heeren Gedepu
teerde Staten.
Gedaanenz.
Dit besluit wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
3°. Komt in behandeling de eerste Suppletoire Begrooting van Inkom-
sten en Uitgaven voor het dienstjaar 1873, bedragende in ontvangwegens
geldleening tot voorziening in tijdelijke behoefte aan kasgelden f 10,000,
en in uitgaaf: wegens aflossing eener tijdelijke geldleeningaangegaan in
1873 tot voorziening in de behoefte aan kasgelden f 10,000; sluitende
alzoo met nihil.
Deze Suppletoire Begrooting wordt zonder discussie of hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
4°. Is aan de orde de navolgende voordragt
De Raad der gemeente Haarlemmermeer
heeft beslotenuit den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting
dienst 1873te voldoen de volgende uitgavenrenten eener tijdelijke geld
leening ter voorziening in de behoefte aan kasgeldenmitsgaders provisie
en kosten gevallen op het sluiten der leening, f 275.
En zal dit besluit aan Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Holland
worden toegezonden, met verzoek om tot het voldoen der daarin vermelde
uitgaven uit den post voor onvoorziene uitgaven de vereischte magtiging
te verleenen.
Gedaan te Haarlemmermeer, den enz.
Dit besluit wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
5°. Komt in behandeling een bezwaarschrift van J. Intveld aan Gede
puteerde Staten tegen zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag dienst
1873 welk adres is gesteld in handen van den Raad ten einde nadat
aan den reclamant mededeeling zal zijn gedaan van de som waarop bij de
regeling van zijn aanslag zijn vermoedelijk inkomen is geschat, en hij zal
zijn uitgenoodigd om binnen een termijn van bijv. acht dagen zijne bezwa-
ren daartegen in te brengenen diezoo mogelijkdoor bewijzen te sta-
ven zoowel omtrent het verzoek, als zoo noodig betreffende de nadere
opgaven van den reclamant, te dienen van berigt, consideratie en advies.
Van het bezwaarschrift wordt voorlezing gedaan alsmede van den brief
door Burgemeester en Wethouders aan den reclamant geschreven, waarbij
hem mededeeling wordt gedaan dat de som, waarop bij de regeling van
zijnen aanslag, zijn vermoedelijk inkomen is geschat, bedraagt f 742en
hij wordt uitgenoodigd om binnen acht dagen, en dus voor of uiterlijk op
den 17 Junij 1873, zijne bezwaren tegen die schatting schriftelijk in te
brengen, en, zoo mogelijk door bewijzen te staven.
De Voorzitter deelt mede dat op dit schrijven geenerlei antwoord van
J. Intveld is ingekomen.
De heer Bultman acht den aanslag te hoogook in vergelijking met an-
deren, en kent geen maatstaf waarnaar de belasting wordt berekent.
De Heer Amersfoordt acht den aanslag niet te hoogen nadat was mede-
gedeeld, waarop de berekening van f 742 steunde, merkt de heer Amers
foordt nog aan dat Intveld ook nog administreert eene boerderij van 160 bun
ders 't geen mede wel mag worden in aanmerking genomen.
De heeren Knaap en Klapwijk achten mede den aanslag niet te hoog.
De Voorzitter stelt voor, aan Gedeputeerde staten te adviseerenom den
aanslag te behouden op 13,86, omdat J. Intveld in gebreke is gebleven
om de gedane schatting van zijn vermoedelijk inkomen te wederleggen.
Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen met 12 tegen 2
stemmen.
Voor stemden de heeren Kuipervan VuurenTensenAmersfoordt
Klapwijk, de Jong, Knaap, Timmermans, Dorbeck, Schone, van Riessen,
en de Breuk. Tegen de heeren Bultman en 't Hooft).
6°. De Voorzitter deelt mede dat op de onlangs gedane oproeping van
sollicitanten voor hulponderwijzeres aan de school n° 7 zich niemand heeft
aangemeld.
Na eenige discussie wordt, op voorstel van den heer Amersfoordt, met
algemeene stemmen besloten om deze zaak voorloopig te laten rustenen de
schoolcommissie te verzoeken om te onderzoeken, of de thans aanwezige
kweekeling nog noodig is op gemelde school.
7°. Komt aan de orde een voorstel van Burgemeester en Wethouders
waarbij, met betrekking tot de reeds eenigen tijd besprokene herziening
van het Plaatselijk Schoolreglementwordt voorgesteld om het gevoelen
der Schoolcommissie in te winnen omtrent enkele punten welke met die
herziening in verband staan.
Tevens wordt hierbij mededeeling gedaan van een adres van Hoofd- en
Hulponderwijzers alhier, waarbij zij verzoeken dat de thans bestaande
schooltijdendie zij meenen dat nu reeds te lang zijnniet mogen wor
den vermeerderd.
Wordt besloten een en ander te stellen in handen van de Plaatselijke
Schoolcommissie, om berigt en advies, ook omtrent de vraag of het wen-
schelijk is te bepalen dat er avondschool zal worden gehouden.
8°. Komt ter tafel de door den gemeente- ontvanger ter goedkeuring in
gezonden staten van restanten en oninbare postenbedragende wegens