1873
Vrijdag, 26 September.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEE-BELANGEN GEWIJD.
Veertiende Jaargang.
JETS OVER EEN STAMBOEK VOOR
HET RUNDVEE.
Haarlemmermeer-Polder.
Haarlemmermeer.
Prijs van het Abonnement
in het Jaar6.
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Centelke regel meer 12 /2 Cent.
Aan Heeren Dijkgraaf en Heeinraden van
den Haarlemmermeerpolder.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
HAARLEMMERfUEER
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAYE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN B0NG.4 C°.te Amsterdam.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ITiterHfk Woensdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
Mijnheer de Redacteur
In het begin van dit voorjaar begaf ik mij op reis naar
Schotland en Engeland, om kennis te maken met al het voor-
treffelijke, dat daar vooral op het gebied van veefokkerij tot
stand gebracht wordt.
Toen ik in Augustus terugkeerde, vernam ik, dat er sprake
was van het oprichten van een stamboek voor het Hollandsche
rundvee. Gedurende mijn verblijf in Engeland was ik in de
gelegenheid om met eenige beroemde veefokkers kennis te
makenen zelfs bij een liuuner een veertien dagen door te
brengen en zijne veestapel, bestaande uit omstreeks 250 stuks
veredelde short-hojns, te bewonderen. Aan dezen heer vroeg
ik per brief eenige inlichtingen aangaande het reeds sedert
geruimen tijd opgerichte stamboek van het beroemde short-
horn-vee. In bet belang der zaak. en met het oog op de
ophanden zijnde vergadering der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw te Amsterdam, mag het wel niet onbelangrijk zijn
om het ontvangen antwoord hier mede te deelen, en verzoek
ik u daarom vriendeiijk het in uw geacht blad te plaatsen.
De brief luidt als volgt:
„Met groot genoegen schrijf ik n over het Engelsche
stamboek. Er bestaat toch zeer weinig kans om de verbete-
ring van eenig veeras te bestendigen, zonder voldoende zeker-
heid voor de zuiverheid van afstamming te hebben. Om deze
te verkrljgen schijnt een register der dieren met afstammings-
lijsten (pedigrees) en met vermelding van de namen der fok-
kers, in een of anderen vormhet eenvoudigste middel te
zijn. Het Engelsche stamboek werd omstreeks 1820 opge-
richt door Mr. Coatesdie zelf fokker geweest wasdoch
arm geworden zijnde, deze zaak als middel van bestaan ter
baud nam. Gij weet zonder twijfel, dat de tegenwoordige,
verbeterde short-horns uit het gewone veeras uit het noorden
van Yorkshire en Durham ontstaan zijn. De twee Gebroeders
Colling, Charge, Booth, Hutchinson en anderen waren de
eersten die hunne aandacht vestigden op het uitkiezen van
de beste mannelijke dieren. Wanneer goede beesten verkregen
waren, hetzij door toeva! of door oordeelkundige paring,
werden deze veelvuldig gebruikt en hunne nakomelingen als
fokdieren aangehouden.
De bovengenoemde farmers hielden aanteekeningen van
hunne handelingen bij het fokken of bewaarden ze in hun
geheugentotdat al deze gegevens, op overleveringen of be-
wijsstukken steunende, omstreeks het jaar 1820 door Coates
verzameld en als stamboek uitgegeven werden. Van sommige
uitstekende fokstieren bestonden reeds gedurende 17601800,
en misschien later, afstammingregisterszoo als die van
..Studley's witten stier", ..Hubback", ..Coding's witten stier
„John Brown's rooden stier", enz. Deze dieren onderscheidden
zich waarschijnlijk door het voortbrengen van uitstekende
afstammelingenen werden de voorvaderen van het grootste
gedeelte der tegenwoordige short-horns.
Omstreeks 1790 begonnen Ch. Colling en andere beroemde
fokkers hooge prijzen voor hun vee te maken, en deze werden
des te gereeder betaald daar hun vee over 't algemeen als
goed bekend stonden van dieren met buitengewone goede
eigenschappen afstamde. Iu 1810 verkocht Ch. Colling zijnen
stam, waarvan vele dieren vijf- of zesmaal met goede stieren
gekruist waren en behaalde zeer hooge prijzen. Zoo was het
op de verkooping van Robt. Colling in 1818, wiens beesten
veel langer en zorgvuldiger gehouden stamregisters hadden.
Zoo ziet gijdat het Engelsche stamboek niet eer werd aan-
gevangen voordat er een aantal bijzondere stamregisters be
stonden en men algemeen overtuigd was van de waarde van
goed en zuiver fokvee. Daarom was het dan ook eene ge-
makkelijke zaak om alle bestaande stamregisters in een stam
boek te vereenigen, daar alien, die zebezaten, hunne dieren
gaarne wilden doen inschrijven, ten einde hunne afstamming
buiten alien twijfel te stellen. Het stamboek ging van Mr.
Coates over in handen van Mr. Strafford, die zijne zaken
begonnen was als makelaar (auctioneer) op veilingen van
short-horn-vee. Sinds dien tijd is het in zijne handen geble-
ven, en alhoewel zijn privaat-eigendom, bestaat er niet de
minste verdenking omtrent onbehoorlijke partijdigheid of on-
eerlijkheid. De inteekenaren krijgen een afschrift van iedere
aflevering, tegen betaling van 2.40, en kunnen voor/1.50
hunne dieren doen inschrijven. Zijdie niet ingeteekend
hebben, moeten voor elke inschrijving 3 betnlen. Indien de
zaak op nieuw op touw moest gezet worden, zou het stam
boek waarschijnlijk niet in handen van bijzondere personen
mogen blijven, maar zou eene commissie, die de fokkers uit
alle deelen van het land vertegenwoordigdehet beheer daar-
over moeten voeren. De tegenwoordige regel aangaande het
opnemen van nieuwe families van dieren is: dat iederbeest,
om ingeschreven te kunnen worden, minstens viermaal met
zuivere short-horn stieren moet gekruist zjjn. Bij de oprich-
ting van een stamboek is de groote moeijelijkheid echter om
een onderscheid te maken tusschen de dieren, die opgenomen
en die welke niet opgenomen zullen worden. Indien het
meerendeel der fokkers wenschte hun vee te doen inschrijven,
zou zulk eene commissie eene zeer lastige taak hebben bij
het beoordeelen van de dierenwelke aan de gestelde ver-
eischten om opgenomen te kunnen worden al of niet voldoen.
W anneer echter ieder soort van vee opgenomen werdzoudeo
alle die dieren als veredeld moeten beschouwd worden
zonder daarom beter te zijn dan het gewone slag van vee.
Ik voor mij denk, dat de zaak in het klein zou moeten be
gonnen worden om langzamuhand in omvang toe te nemen.
De bestuurs-eommissie zou zich door persoonlijk onderzoek
van de juistheid der opgaven moeten overtuigen, en wel elk
lid in zijn eigen district. Wat de stieren betreft, zouden zij,
die bewezen hebben het best te zijn, ingeschreven kunnen
worden, terwijl men hunne nakomelingschap in het oog
hield om ook daaruit weder de beste op te nemen. Misschien
zouden zij, die prijzen op de tentoonstellingen wonnen, even-
eens in aanmerking kunnen komen; alhoewel zulke prijs-
winnersuitsluitend vetgemest met het doel om ten toon ge-
steld te worden, zoo als hier meer en meer mode wordt,
zeer weinig waarde als fokdieren hebben.
Indien er onder de veefokkers in Holland een algemeene
wensch naar zuiverheid van afstamming bestaat, of indien bet
fokken met oordeel geschiedt, zal men waarschijnlijk weinig
moeite ondervinden; maar indien het meerendeel der farmers
zorgeloos is, en indien niemand de vereischte tjjdgeld en
kennis besteed heeft om een begin te maken met de verede-
ling van het bestaande veeras, zal menvrees ik, gedurende
geruimen tijd weinig succes hebben. Evenwel leidt het geen
twijfel of£enmaal in het klein begonnen en met ernst vol-
gehoudenzal alleen reeds het feit van het bestaan van zulk
een stamregister de aandacht van de farmers tot zich trekken,
en het middel kunnen zijn om eene veredeling van het veeras
op groote schaal krachtig te bevorderen."
Met ware achting teeken ik mij
LeidenUw dienstwilligen Dionaar,
23 September 18 78. Willem de Clercq.
Onze lezers zullen zeker met belangstelling kennis nemen
van het volgend rapport, ons welwillend ter opname af-
gestaan.
N°. 298. Haarlem, 20 Augustus 1873.
Door de waterpassingen van het vorig jaar en het begin
van dit jaar tusschen Amsterdam en de Oude-Wetering, ver-
rigt door Rijnlands ambtenaren en den ondergeteekende, is uit-
gemaakt dat werkelijk het peil voor Rijnland en den Haarlem
mermeerpolder aangenomenaanzienlijk beneden het wezenlijk
A. P. ligt.
De hoofdpunten in Rijnlands boezem zijn bij verschillende
waarncmingen en waterpassingen, ten aanzien van A. P., aan
de Kraanswaterkeering te Amsterdam als volgt gevonden
Groef in
de Hakkelbout
aan
den Lijnden.
Nul van
de Peilschaal
te
OudeWetering.
Volgens water-waarnemingen in
1 870 onder het ijs (zie brief des onder-
geteekenden van 20 Mrt. 1870, N°. 92)
Volgens waterpassing van den on
dergeteekende in 1871
Volgens waterpassing van van der
Sterr in 1871
Volgens waterpassing van Rijnland
in 1872
Volgens waterpassing vau Haarlem-
mermeer in 1872
0,040
0,048
0,043
0,039
0,037
0,096
0,067
0,063
Volmaakte zekerheid van hoogte-ligging tot in millimeters
is bij uitgestrekte waterpassingen niet te verkrijgen; als men
echter tot in halve of gebeele centimeters zeker is van de uit-
komstendan is aan de eischen der praktijk geheel voldaan
en nu blijkt uit bovenslaand tafeltje dat de groef van den
bout aan den Lijnden met zekerheid van niet meer dan een
halve centimeter van de waarheid te verschillenkan worden
aangenomen te liggen op 0,04 meter onder A. P.
Ten aanzien vau de nul der schaal te Oude-Wetering werd
bij de laatste waterpassingen van Rijnland en Haarlemmermeer
een niet onbelangrijk verschil gevonden met de waterpassingen
van van der Sterr in 1871. Wij vonden die nul 6/2 centime
ter, van der Sterr vond haar 9/2 centimeter te laagj juist
om dat belangrijk verschil hebben wij ons eigen werk herhaal-
delijk zoo naaUwkeurig mogelijk geverifieerden de uitslgg
daarvan was dat werkelijk de peilschaal te Oude-Wetering moet
worden aangenomen 6/2 centimeter onder A. P. te liggen;
van der Sterr heeft bij zijne waterpassingen tusschen den
Kruisweg en den Lisserdwarsweg vergissingen begaan.
De peilschalen in de Ringvaart zijn sedert 1870 met de
nul gesteld op 5 centimeter onder de groef van den bout aan
den Lijnden. Die schalen staau dus 9 centimeter onder het
ware A. P.
De peilschalen in den Haarlemmermeerpolder staan niet op
hetzelfde peil als die in de Ringvaart. Zij zijn gemiddeld
slechts 4 centimeter te laag en dus betrekkelijk 5 centimeter
hooger dan die in de RiDgvaart.
Wil Haarlemmermeer nu het ware A. P. fnvoerendan zul
len dus de schalen in de Ringvaart gemiddeld 9 centimeter,
die in den Polder gemiddeld 4 centimeter moeten rijzen. Het
gevolg zou zijn dat bij voorbeeld de hoogste stand vau
Rijnlands boezem, tot heden 0,11 meter onder A. P. genoemd,
voortaan 0,20 -5- A. P. zou teekenen, en dat bijv. de hooge
polderwaterstand, thans 4,70 -5- A. P. genoemd, voortaan
4,74 -5- A. P. zou heeten.
Voor Haarlemmermeer heeft zulk een verandering van peil
geen bezwaren. De eenige verordeningenwaarin van peil
gesproken wordt, zijn die op het inwendig beheer (art 3.) en
die op de afzonderlijke inpoldering en bcmaling (artt. 2 en 9).
Voor Art. 3, verordening inwendig beheer, is de verandering
van geen praktisch belang; voor de verordening op de afzon
derlijke inpoldering zal de verandering het gevolg hebben dat
land 4 centimeter hooger gelegen zal kunnen afpolderen, en
dat de uitmaling tot 4 centimeter hooger mag plaats hebben
dan in die verordening bedoeld werd. En ook hiertegen be
staan volstrekt geene afdoende bezwaren.
In nog e&i opzigt heeft de verandering gevolgen.
Er zijn vele vergunningen gegeven om voor uitwegen den
Ringdijk af te graven tot 0,50 A. P.
Die hoogte zal na de verandering 0,41 A. P. heeten
maar ook dit zal niet hinderen, want het polderbestuur zal
wel niet voornemens zijn na de verandering de uitwegen tot
9 centimeters boven het oorspronkelijk bedoeld peil te doen
verhoogen.
De wcnschelijkheid van juist en overal gelijkgestelde peil
schalen behoeft niet betoogd te worden, en ik stel UEd.
Gest. derhalve voor de schalen van Haarlemmermeerpolder op
zeker bepaald tijdstip, bijvoorbeeld 1°. Januarij 1874, alien
te doen stellen op het ware A. P.en Rijnlands bc3tuur uit
te noodigen met zyne peilschalen hetzelfde te doen.
De Hoofdopzigter van den Haarlemmermeerpolder,
(get.) A. Elink Sterk.
Uitslag der op 23 September jl. door Dijkgraaf en Heem-
raden van den Haarlemmermeerpolder gehouden aanbesteding
van het gelijkmafcen van den Ringdijk tusschen den Vijfhuizer-
en Kruisweg, aan de oostzijde des polders.
Daarvoor werd ingeschreven: door A. Kuijk, te Haarlem,
voor 6525 en door J. van den Heuvel Az. te Haarlem
mermeer, voor 5239. Welk werk aan den laagsten iu-
schrijver voor de door hem ingeschreven som is gegund.
De Landhouw-Courant deelt mede, dat ook de heer Mr. J.
1 Amersfoordt eene uitnoodiging heeft ontvangen van wege
de Oostenrijksche regering, tot bijwoning van het te Weencn
te houden Landhnishondkundig Congresdoch verhinderd is
daaraan gevolg te geven.
Als eene bijzonderheid kan worden vermelddat bij den
landbouwer C. Rikaart te Haarlemmermeer zich een schaap
bevindt, dat medio Maart twee lammeren geworpen heeft, en
dat den 23 September jl. weder twee lammeren heeft ter we-
reld gebragt.
van 17 tot 23 September 1873.
GEBORENAntonie, zoon van A. Kuighaver en G. Jongkind. Wil-
helmus, zoon van J. H. Roose en A. van Eks. Apolonia, dochter vau
A. Bakker en P. van den Haak. Cornelia, zoon van J. I). Bulk en
J. van Vuuren. Dirk, zoon van A. van der Maarl en G. H. Nieuwen-
huisen. Jacoba, dochter van P. Smit en C. van Liemt. Gerrit, zoon
van_~ ^er ^a en Brune. -Nicolaas Pieter, zoon van J. Evers
en M. Reijneveld.Wouter, zoon van S. de Boer en D. Beets. Anna,
dochter van C. Rijkelijkhuizen en A. v. Wieringen. Petronella. dochter
van retronella Scheurwater, ongehuwd.