1874 Vrijdag, 2 Januarij No. 1. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEE-BELANGEN GEWIJD. Vijftiende Jaar gang. Haaiiemmermeer-Polder. Prijs van het Abonnement: in het Jaarg, Prijs der Advertentien van 1 6 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent. VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN IIAARLEM1ERMEER Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE te adresseren ami VAN BOIVGA C0., te Amsterdam tliterl{fk Woenadag.) Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend gehouden op Woensdag 24 September 1873 des morgens ten 10 ure, in het Lokaal van Staats te Haarlem. Voorzitterde Heer J. IV. M. van de Poll, Dijkgraaf. lugenwoordig 16 ledente wetende lieeren Mr. J. P. Amersfoordt, J. W. M. van de Poll H. van Wickevoort CttOMMELIN, J. RlOKLAND Jz., J. G. ScHONEA. J. G. TlM- Meii,mans Jlir. W. A. L. Mock, H. A. Hanedoes, Dr. C. E. IIe%nsius D. VV. P. Wisboom van Giessendam, J. J. Kortiials Jhr. J. B. van Merlen, P. Knaap Gz.A. V\ UNANDsMr. T. L. L.Prins en Jhr. Mr. J. A. Repelaer afwezigmet kennisgeving, de HeerenG. A. van Houwe- ninge Gz.A. VAN der Beek Mr. J. D. Viruly P. Lan- oerhuizen Lz. en Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg. De Voorzitter opent de Vergadering en herdenkt het verlies dat de polder heeft geleden door het overlijden van den Heer Hoofd-Ingeland Mr. J. P. A. van Wickevoort Crom- melin en de diensten door dien heer aan den polder bew.ezen. Daarna rigt de Voorzitter het woord tot Jhr. J. B. van Merlen, voor het eerst als HooM-Ingeland in deze Vergade ring tegenwoordigwenscht dien heer gelnk met zijne benoe- miug en beveelt dc belangen des polders in zijne belangstel- ling aan. Vervolgens worden de notulen van den 28 Mei jl. gelezen en, na rectificatie in punt 8, goedgekeurd. II. De volgende mededeelingen worden daarop gedaan a. dat de kas van den Penuingmeester op 23 September jl eene waarde aanwees van 8201.82 aan divers papier en contanten; I. dat de voorraad steenkolen aan de diverse stoomtuigen bedraagt 37650 hectoliter. De Voorzitter geeft daarbij een overzigt van het vermocde- lijk- sfeenkolenverbruik en de daarvoor tot hcden gedane uit- gavenwaarop door de Vergadering aan het Dagelijksch Be- stuur magtiging wordt verleend om den voorraad zoodanig aan te vullen, dat op 1 Januarij 1874 een voorraad aan- wezig zij van 30000 hectoliter; c. dat het onderhoud van pouten en roeibooten voor den jare 1873 en het eerste kwartaal van 1874 is aangenomen door en gegund aan W. van den Toren, voor de som van 693.— d. het verdiepen van een gedeelte ringvaart bij het Nieuwe Meer aau J. van den Hedvel Az.voor een bedrag van 949. e. het verdiepen van eenige vakken togt aan denzelfden, voor 689. het kroozen van vaarten en togtenPerceel 1 nan P. Dol, perceel 2 aan B. Grtekspoor perseel 3 aan B. van den Heuvel, perseel 4 aan A. Griekspoor; g. dat het onderhoud van de gebouwenbruggenenz. over den jare 1873 en de drie eerste maanden van 1874, is gegund als volgt: Perceel 1, aan M. van Essen, voor 2338. perceel 2, aan J. Bruin Jr., voor 845. perceel 3, aan G. van der Starre, voor 1256 per ceel 4, aan S. Guldemond, voor 799.perceel 5, aan VAN DEK Hokst Foor 1420.— perceel 6, aan G. van der Starre, voor 1194.perceel 7, aan J. Hulsbos, voor 1985. h. dat het onderhoud der grindwegen in de afdeeling Cruqvin* voor de laatste helft van 1873 en de eerste helft van 1874, is gegund aan N. Wamsteker, voor 1895. i. dat het daarstellen van twee steenen bruggen aan het Venneperdorpis aangenomen door P. van Vliet voor f 9150. k. dat het onderhoud der stoomtuigen des polders is ge gund aan de fabriek Be Prins van Oranjete's Gravenhage; l. dat op den 23 September jl. heeft plants gehad de aan- besteding voor het gelijkmaken van den Ringdijk, tusschen den Vijf hiuzer- en Kruisweg, waarvoor laagste inschrijver was J. van den Heuvel Az.voor een bedrag van 5239. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit werk als zijnde beneden de rainingaan dien inschrijver te gunnen m.. dat van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is ontvangen de goedkeuring tot verkoop van gedeelten Pol- derkaden aan de besturen van den Vijfhuizer- en de Ver- eemgde Groote en Kleine Polders alsmede een zelfde goed- ceunng toj verkoop van gedeelten Veldwegen aan den Heer J. C. Bast, te Hoorn en aan Mejufvr. A. van der Ster Wed. P. Klaassente Haarlemmerineer dat van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland een schrijven is ingekomennaar aanleiding van het door het Dagelijksch Bestuur ingediend bezwaarschrift tegen het voor dit jaar opgemaakt gaarde'rboek. Dit schrijven luidt als volgt: N°. 22/600. Leiden, 31 Mei 1873. W ij hebben de eer U mede te deelendat uw bezwaar schrift van 26 dezer tegen het voor dit jaar opgernankt gaar- derboek van dit Hoogheemraadschap, gisteren ter tafel vau de Vereenigde Vergadering is gebragt, en dat deze, oordeelende dat de kwestiedaarin gemotiveci'dvan te ingewikkelden aard is om terstond te worden behandeld, besloten heeft haar te maken tot een onderwerp van gezet onderzoek, om spoedig in deze eene beslissing te nemen. Dat zij dit onderzoek aan eene speciale Commissie nit haar midden heeft opgedragen maar dat zij inmiddels gemeend heeft het bewuste deel der ringvaart op het gaarderboek als belastbaar te moeten laten zoodat het voor het bundergeld voor dit jaar, even als vroe- gerzal worden aangeslagen. Dijkgraaf eu Hoogheemraden van Rijnland, (get.) DE CLERGQ, Dijkgraaf. n DE 111' L1J X KOPS Secretaris Heeren Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder. o. dat aan Hoofd-Ingelanden van dezeu polder is toegezon- den cen missive van den Hoofdopzigterbetreffende den nit- slag der waterpassing in 1872 en 1873, van dezen inhoud N°- 298- Haarlem, 20 Augustus 1873. Aan Heeren Ditkgranf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder. Door de waterpassiugen van het vorige jaar en het begin van dit jaar, tusschen Amsterdam en de Oude-Wetering, verrigt door Kijnlands ambtenaren en den ondergeteekende' is uitgemaakt dat werkelijk het peil voor Rijnland en deii Haarlemmermeerpolder aangenomen, aanzienlijk beneden het wezenlijk A. P. ligt. De hoofdpunten in Bijnlands boezem zijn bij verschillende waarnemingen en waterpassiugen, ten aanzien van A. P., nan de Kraanswaterkeering te Amsterdam als volgt gevonden.' Groef in de Hakkeibout aan den Lijnden Volgeus water-waarnemingen in 1870 onder het ijs (zie brief des ondergeteekenden van 7 Mnart 1870, N°. 92) Volgens waterpassing van den ondergeteekende in 1871 Volgens waterpassing van van der Sterr in 1871 Volgens waterpassing van Rijn land in 1872 Volgens waterpassing van Haar- emmermeer in 1872. 0,040 0,048 0,043 0,039 0,037 Nul van de Peilschaal te Oude Metering. 0,096 0,067 -0,063 \olmaiikte zekerheid van hoogte-ligging tot in millimeters is bij uitgestrekte waterpa^singen niet te verkrijgen; als men echter tot in halve of geheele centimeters zeker is van de uit- komstendan is aan de eischen der praktijk geheel voldaan cn nu blijkt uit bovenstaand tafeltje dat de groef van de bout aan den Lijnden met zekerheid van niet meer dan een halve centimeter van de waarheid te verschillenkan worden aangenomen te liggen op 0,04 meter onder A. P. Ten aan zien van de nul der schaal te Oude-Wetering werd bij de laatste waterpassiugen van Rijnland en Haarlemmermeer een niet onbelangrijk verschil gevonden met de waterpassincen van van der Sterr in 1871. Wij vonden die nul 6/2 centimeter, van der Sterr vond haar 9 '/2 centimeter te laag.; juist om dat belangrijk verschil hebben wij-ons eigen werk herhaalde- lijk zoo naauwkeurig mogelijk geverifieerden de uitslag daar- van was dat werkelijk de peilschaal te Oude-Wetering moet worden aangenomen 6 j/? centimeter onder A. P. te liggen ian der Sterr heeft bij zijne waterpassingen tusschen den kruisweg en den Lisserdwarsweg vergissingen begaan. De peilschalen in de Rihgvaart zijn sedert 1870 met de nul ge steld op 5 centimeter onder de groef van de bout aan d'en Lijnden. Die schalen staan dus 9 centimeter onder het ware A. P. De peilschalen in den Haarlemmermeerpolder staan met op hetzelfde peil als die in de Ringvaart. Zij zijn gemid- deld slechts 4 centimeter te laag en dus betrekkelijk S^centi- meter hooger dan die in de Ringvaart. Wil Haarlemmermeer nu het ware A. P. invoeren, dan zullen dus de schalen in de Ringvaart gemiddeld 9 centimeter, die in den Polder gemiddeld 4 centimeter moeten rijzen. Het gevolg zou zijn dat bij voorbeeld* de hoogste stand van Rijulands boezem, tot heden 0,11 meter onder A. P. genoemd, voortaan 0,20 A. zouteekenen, en dat bijv. de hooge polderwater- stand, thans 4,70 -s- A. P. genoemd, voortaan 4,74 A. P. zou heeten. Voor Haarlemmermeer heeft zulk een verandering van peil geen bezwaren. De eenige verordeningenwaarin van peil gesproken wordt, zijn die op het inwendig beheer (art. 3) en die op de afzonderlijke inpoldering en bemaling (artt. 2 en 9). Voor Art. 3, verordening inwendig beheer, is de veran eiing van geen praktisch belang voor de verordening op de afzonderlijke inpoldering zal de verandering het gevol" hebben dat land 4 centimeter hooger gelegen zal kunnen a polderenen dat de uitmaling tot 4 centimeter hooger mag plaats hebben dan in die verordening bedoeld werd. En ook hiertegen bestaan volstrekt geen afdoende bezwaren. In nog een opzigt heeft de verandering gevolgen. •T,.ErJ..^n/ele vei'oUI)ningen gegeven om voor uitwegen den Rmgdijk af te graven tot 0,50 -f A. P. Die hoogte zal na de verandering 0,41 -f- A. P, heeten, maar ook dit zal niet hinderenwant het polderbe'stuur za'l wel met voornemens zijn na de verandering de uitwegen tot 9 centimeters boven het oorspronkelijk bedoeld peil te doen verhoogen. De wenschelijkheid van juist en overal gelijk gestelde peilschalen behoeft niet betoogd te worden, en ik stel UEd Gest. derhalve voor de schalen van Haarlemmermeerpolder op zeker bepaald tijdstipbijvoorbeeld 1°. Januarij 1874, alien te doen stellen op het ware A. P. en Rijnlands bestuur uit te noodigen met zijne peilschalen hetzelfde te doen. De Hoofdopzigter van den Haarlemmermeerpolder, (get.) A. ELINK STERK. Daarop is van den Hoofd-Opzigter een nader schrijven dd. 22 September jl. ontvangen, aldus luidende: N° 322. Haarlem, 22 September 1873. Ingevolge Uw last, zullen de peilschalen des polders met 1 Januarij 1874 alien op het ware A. P. worden gesteld. Het is zeer wenschelijk dat althans de zes schalen in- en de vicr schalen buiten den polder, waaraan de waterstanden worden opgeteekend, zoodanigen vasten stand verkrijgen dat van vcr- zetting geen sprake meer kan zijn. Met de tegenwoordme schalen is dat met het geval De goedkoopste weg, om een onveranderlijken stand aan de schalen te verzekerenis hen met zware schroefbouten tegen stevig ingeheide eiken palen te bevestigen, en ik stel U. E. G. voor, dit voor zeven van de tien_ bovengenoemde schalen te laten doen. Voor de drie overblijvende schalen zijn genoegzaam stevige bevesti- gmgsrmddelen voorhanden. Daar er bij de begrootino- reeds op de aanschaffing van tien nieuwe peilschalen gerekend is zoo komen de daarvoor uitgetrokken gelden a 90.— in mindering op de kosten van dit extra werk. Daarboven zal hoogstens 400.— voor een en ander noodig zijn. Ik verzoek U. E. G. mij te willen magtigen tot die uitgave. De Hoofdopzigter van den Haarlemmermeerpolder, (get.) A. ELINK STERK. Aan Heeren Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder. De ergadering besluit om uit den post onvoorziene uit- gaven der loopende dienst een bedrag van /400.beschik- baar te stellen. A1 de mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. III. V\ ordt aan de orde gesteld het rapport der Commissie, me* onderzoek der rekening van den Penninir- meesterdienstjaar 1872, bestaande uit de Heeren Jhr. W. A. L. Mock, P. Langerhuizen Lz. en A. Wijnands; welk rapport, bij monde van eerstgenoemden Heer, wordt vooro-e- lezen, en is van dezen inhoud: Mijne Heeren 1 Bij de uitvoerige Memorie van Toelichting in zake de rekening over 1872, acht de Commissie, aan wie het onder zoek daarover is opgedragenhet onnoodig een lang rapport uit te brengen, daar het, volgens hare bescheiden meenino-, met mogelijk is duidelyker den staat van zaken bloot te leg- gen als in die Memorie heeft plaats gehad. De verhooging der verschillende posten en de daarnit voort- vloeijende Suppletoire Begrootingen zijn toeh alien reeds door Uwe Vergadering onderzocht en goedgekeurd. Uvye Commissie heeft echteronder voorlichting van onzen geachten Dijkaraaf, de verschillende stukken onderzocht en in orde bevonden! Alleen heeft de waterpassing in den polder, voorkomende onder Hoofdstuk V, Art. 3, kosten van technisch onderzoek 166.66 meer gekost dan begroot was; terwijl ook de goedkeuring Uwer Vergadering gevorderd wordt voor den post 102.94, door den Penningmeester betaald aan provisien van opgenomen gelden bij de Haarlemsche Bank-Vereeniging. Uwe Commissie ineent echter dat deze twee posten tot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1874 | | pagina 1