1874.
Vrijdag, 15 Maart.
j*K 11.
V A IV
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEft-BELANGEN GEWIJD.
Vijftiende Jaargang.
Haarlemmermeer-Polder.
Haarl emmer meer.
Gemeenteraad van Haarlemmermeer.
Landjbouw.
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
Zitting van Donderdag den 29 Jaimarij 1874.
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent.
HAARLEMMERMEER.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGENREDAKTIE EN TjITGAVE BETRJEFFENDE
te adresseren aan VAN BOiVGV C0., te Amsterdam.
tfiterl{fte Woensdag
Volgens het Kohier van Omslag van den Haarlemmermeer-
polder, over het jaar 1874, is die polder verdeeld onder 600
verschillende grondeigenaren te zamen bezittende circa 17,130
hectaren.
Van deze 600 eigenaren bezitten
386 minder dan 10 hectaren;
129
M
20
11
50
71
M
50
>1
100
1)
27
if
100
M
200
8
n
200
300
a
2
300
if
400
a
Statistieke opgaaf van het Rijks-Telegraafkantoor
te Haarlemmermeer,
over de maaod Eebruarij 1874.
Verzonden werden 97 binnenlandsche berigten, als: 86
naar Rijkskantoren en 11 naar kantoren van bijzondere Tele-
graaf-Maatschappijen.
Ontvangen werden 69 bijzondere berigten, waaronder 1
buitenlandsch en 19 dienstberigtenalgemeen totaal der
ontvangen en verzonden berigten 175 stuks.
Opbrengst 101 enkelvoudige berigten.
Verdeeling der verzonden berigten naar hunne onderwerpen
13 handels- en scheepvaart-4 dagblad- en 80 gemengde
berigten.
Van 6 aangeboden berigten werd het antwoord betaald.
van 4 tot 10 Maart 1874.
GEBOREN, Johannes Hendrikus Cornells, zoon van H. van Rooden
en D. Blommaert. Eranszoon van F. de Bonte en M. Drooger.
Johannes, zoon van H. Lippns en J. Ligthart. Willemzoon van J.
Luimee en G. van der Maas. Cornelia, dochter van P. I. Zwart en C.
Ans. Grietje, dochter van P. Boor en A. Duringshof. Aaltje, dochter
van M. Verbeek en A. Wegman. Trijotjedochter van J. Selser en
A. Nieuweboer.
OVERLEDENJasper Jacobns oud 15 maanden, zoon van A. van Diemen
en E. van der Laan. Sara, oud 6 maanden, dochter van G. de Bie en
A. van Zoest. Willem, 9 jaren, zoon van A. van Wijk en E. Duurhout.
Jaunetje, oud 3 weken, dochter van J. A. Schmidt en 1). Visser. Herman,
oud 7 maanden, zoon van J. i.akeman en A. van Es. Maartje, oud
rnim 2 jaar, dochter van G. Gorter en K. Wortel. Cornelis, oud 11
maanden, zoon van H. v. Donselaar en A. F. Beumer. Chield, oud 18
jaren, dochter van T. Verboom en J. Markus. Johannes, oud 14 jaren,
zoon van J. Stolwijk en C. Zuidervliet. Alida Mens, oud 28 jaren, ge-
huwd met Johannes van Rijn.
ONDERTROUWD, H. van Gelderen (wednr.) en K. Nottelman (wed.)
I. J. J. van Opstall en R. W. van Ekeris. N. van der Pol (wednr.)
en A. Meurs. C. Kromhout en W. van der Tuin.
GEHUWDgeene.
Het door deze gemeeote te leveren aandeel in het contingent
der ligting 1874 voor de Nationale Militie bedraagt 37 man.
Voorzitter: de Heer J. W. Lantzendorffer
Vervolffzie ons vorig nommer).
3°. Wordt gelezen een schrijven van den heer inspecteur
van het middelbaar onderwijs vao den 31 December 11.waarbij
er op wordt aaDgedrongen over te gaan tot de benoeming
van eene Commissie van Toezigt over de-teekenscholen alhier,
dewijl die moeten gerekend worden te behooren tot de inrig-
tingen van middelbaar onderwijs.
Nadat bepaald was dat de te benoemen Commissie zal be-
staan uit vijf ledenwordt met algemeene stemmen vastgesteld
het navolgende besluit:
De Gemeenteraad van Haarlemmermeer,
Overwegende dat het noodzakelijk is, om het toezigt over
e teekenscholen in deze gemeentete regelen in overeen-
stemming met Art. 46 der wet van 2 Mei 1863 Staatsblad
N°. 50,
Besluit:
1°. met intrekking van Art. 4, 12 en 13 van het regle-
meDt vastgesteld bij raads-besluit van 5 December 1867 vast
te stellen de navolgende:
INSTRUCTIE voor de Plaatselijke Com
missie van Toezigt op de Teekenscholen
in Haarlemmermeer.
Art. 1. De Commissie vsd Toezigt bestaat uit vyf leden.
Art. 2. De leden der Commissie worden benoemd door den
Gemeenteraad voor zes jaren.
Om de twee jaren met den laatsten December treden twee
der leden af, de derde maal echter, treedt een lid af.
De aftredenden zijn dadelijk weder verkiesbaar.
Een tusschentijds benoemd lid treedt in de dienstjaren van
hemin wiens plaats hij is gekozen.
Art. 3. Voor elke vacature wordt door Burgemeester en
Wethouders eene aanbeveling van twee personen aan den Ge
meenteraad gedaan.
Voor de eerste maal geschiedt die benoeming regtstreeks
door den Raad.
Art. 4. De Commissie benoemt nit haar midden een Voor
zitter en een Secretarisen deelt die benoeming aan Burge
meester en Wethouders mede.
Art, 5. Het lokaal voor de vergaderingen der Commissie
wordt door het Gemeente-Bestuur verstrekt.
Art. fi. De besluiten der Commissie worden opgemaakt bij
volstrekte meerderheid van stemmen.
De Commissie besluit niet, zoo niet ten minste drie leden
tegenwoordig zijn.
Art. 7. De Commissie dient van berigt en raad op alle
stukken, betrekking hebbende op de teekenscholen welke haar
tot dat einde door den BaadBurgemeester en Wethouders
of door den Burgemeester worden toegezonden.
Art 8. De eerste aftreding heeft plaats den 81 December 1875.
Het lot bepaalt den tijd waarop elk der leden zal aftreden.
Vastgesteld enz.
2°. Het tegenwoordige bestuur over de teekenscholen is
als zoodanig eervol ontslagen bij het in functie treden der
leden van de Commissie van To«zigt, ingevolge vorenstaande
instructie te benoemen.
4°. Aan de orde is de aanvraag van F. Timmer, boofd-on-
derwijzer, om onderwijs te mogen geven in het teekenen naar
de methode van Citters (reeds vermeld in de notulen van 27
December II., N°. 10), en waaromtrent werd besloten de
School-Commissie te verzoeken om te onderzoeken of het be-
doelde teekenondenvijs behoort tot de vakken van het lager
onderwijs, en wel als vormleer.
In het daarop van de School-Commissie ontvangen antwoord
wordt verwezen naar een door den schoolopziener in het 5
district van Noord-Holland, op daartoe gedane aanvraag, ge-
geven advies, en waaruit blijkt dat het onderwijs in het tee
kenen, naar welke methode ook gegevenbehoort tot de vak
ken bij Artikel 1 der wet van 1857 gerekend tot het meer
uitgebreid lager onderwijs. Voorts dat het ZEd. bij onderzoek
niet is geblekendat de methode van de Witte van Citters,
voor dat vak, eene uitzondering zoude makeozoodat ZEd.
meent te mogen betwijfelen dat het onderwijs in het teekenen
naar die methode met eenigen grond tot de vormleer zoude
kunnen worden gebragt. Wanneer evenwel de betrokken hoofd-
onderwijzerof wel een hulp-onderwijzer aan zijne school acte
of aanteekening voor het teekenen bezit, dan ziet de school
opziener voornoemd er geen bezwaar in het onderwijs daariu
onder de leervakken der school op te nemenen in de ge-
wone schooluren te doen geven. In het tegenovergestelde ge-
val, zou Artikel 8 al. 2 der aangehaalde wet van toepas-
sing zijn.
De heer Amersfoordt merkt aan dat de schoolopziener wel
zegt onderzoek gedaan te hebben, maar niet waar; dat on
derzoek is zeker niet voldoende ingesteldwant anders zou
zijn gebleken dat bedoeld teekenonderwijs in *s G-raveribage en
elders in Zuid-Holland algemeen wordt beschouwd als vorm
leer. Spreker stelt daarom voor de zaak nogmaals te renvo-
ijeeren aan de School-Commissie, tot het instellen van een
nader onderzoekook bij den heer de Witte yan Cittersen
bij hoogere autoriteiten dan den schoolopziener.
De heer van Riessen meent dat de zaak eigenlijk niet te
huis behoort bij de School-Commissie, maar bijBurgemeester
en Wethouders.
De heer Amersfoordt heeft er niets tegen dat Burgemeester
en Wethouders een nader onderzoek instellen.
De heer Bultman meent, dat nu de School-Commissie deze
zaak reeds eenmaal in handen heeft gehadmen ook het ver-
der onderzoek aan haar moet opdragen.
Zulks wordt algemeen goedgevondenen wordt overeenkom-
stig het voorstel van den heer Amersfoordt besloten de School-
Commissie tot een nader onderzoek uit te noodigen.
5°. Gelezen een verzoek van B. van Cornewal, om eervol
ontslag uit zijne betrekking van hulp-onderwijzer aan de school
NQ. 8, en wel tegen 15 Februarij 1874, wegens vertrek
naar elders.
De Voorzitter stelt voor ommet het oog op het onlangs
gewijzigde schoolreglement, het eervol ontslag te verleenen, doch
met ingang ran den 1 April 1874.
Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
6°. Een verzoek va:. den hoofd-onderwijzer E. van Zwet-
selamr, om
1°. vergrooting van de school N°. 9
2°. verhooging van tractement;
3°. aanstelling van een hulp-onderwijzer,
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
en van de plaatselijke School-Commissieom advies.
7°. Een schrijven van h£t onderwijzers-gezelschap Haar
lemmermeer, houdende aanvraag om geld voor het oprigten
van school-bibliotheken wordt medei gesteld in handen van de
Plaatselijke School-Commissieom advies.
8°. Een schrijven van C. Donker te Nieuw-Vennep, waarbij
hij intrekt zijne aanvraag om koop van dorpsgrond te Nieuw-
Vennep, wordt aangenomen voor kennisgeving.
9°. Gelezen een schrijven van J. G. Legel, concierge in
het Raadhuis, waarbij hij vraagt te mogen weten hoe in het
vervolg te handelen met het schoonmaken en reinigen der
gevangenis in het raadhuis na de opmerking daaromtr.ent
gemaakt door de Financiele Commissie in haar rapport om-
trent het onderzoek der gemeente-rekening over 1872.
Nadat aan den raad was voorlezing gedaan van het Raadsbe-
sluit van den 1 Julij 1869, N°. 11, waarbij voor bedoeld
schoonhouden en reinigen aan den concierge is toege9taan
tien gulden 'sjaars, zegt de heer Amersfoordt dat dit be
sluit aan de Financiele Commissie niet bekend was, maar
dat er nu ook geen bezwaar tegen is, om de zaak op den
bestaanden voet te doen voortgaan.
De overige leden vereenigen zich met dat gevoelen, zoodat
deze zaak geene verandering ondergaat. Slot volgt.)
Den 11 Maart 1874 werd alhier onteigend en afgemaakt
66n aan longziekte lijdend rundvan den Heer Mr. J. P.
Amersfoordt.
Ingezonden
Reeds dikwerf werd door onderscheiderie dag- en weckbla-
den uit de verschillende provincien van Nederland de aan-
dacht gevestigd op de builengewoon gunstige resultatenver-
kregen door het gebruik van Minerale Guano (eene volledige
meststof, berustende op het stelsel George Ville).
In de laatste zes maanden zijn door vele landbouwers proe-
ven genomen op diverse plantensoortenen de uitslag was
vooral uiterst bevredigend.
Vele onder-afdeelingen der Noord-Brabantsche Landbouw-
Maatschappij, aangespoord door een welbegrepen ondernemings-
geest, hebben, na genomen proeven op alle gronden en plan-
ten, dan ook volkomen de uitmuntendheid dier meststof beaamd.
In Groningen en Drenthe (zie de verslagen) waren de uit-
komsten op beetwortels rogge en tarwe verbazend.
In Zuid-Holland werden insgelijks op uitgebreide schaal
proeven op vlasland genomen, die niet alleen aan de ver-
eischten voldedenmaar elks verwachting overtroffenvoorna-
melijk teu opzigte der hoedanigheid van dit gewas. (Eene
aanzienlijke proefneming op vlas, tegenovervPeru-guanovoor
gelijke waarde in koopsomgaf 5% procent kwantiteit en
ruiin 6 procent kwaliteit meer dan de Peru-guano, hetwelk
een verschil gaf per hectare van 45.80).
Maar voofal op de dorre zandgronden in Noord-Brabant is
't grootste bewijs van de deugdelijkheid der bemesting met
Minerale Guano gebleken. Boekweit en aardappelen zijn daar
zoo uitnemend geslaagd, dat men nooit gedacht had van
schrale gronden -dien wasdom te kunnen verkrijgen.
In Nederweert (Limburg) en omstreken, alwaar deze mest
stof bijna algemeen in gebruik is, werden de fraaiste kool-
rapen geteeld.
Aanzienlijke land-ODiginners en landbouwers in de Meijerij
te 's Bosch gebruiken gteene andere meststof dan de Minerale
Guano van de heeren van Sandding 8f Comp. te Willemsdorp
en beweren met grond dat die meststof de voorkeur boven
de Peru-guano verdient.
En als wij nu n:igaan dat de Landbouw-Courant van den
16 Oct. j. 1. het volgende berigt uit de Landw. Anzeiger van
den 20 Sept, 1.1. ove rneemtUit Amerika wordt gemeld
dat de geheele voorrnad guano op de Peruaansche eilanden
nog slechts drie millioim tonnen bedraagt, en dus in weinige
jaren verbruikt zal zijn dan kunneu wij niet anders dan
de pogingen van de he eren van Sandeling Comp. toejuichen
die den landbouw door de Minerale Guano eene meststof le
veren waarvan zij de 'ruchtbaarmaking guaranderen en waar-
van de uitmuntendheid bewezen is.
Semper Crescendo!
(Gedeeltelijk ontleend aan het blad Limburg van 8 Nov. 1873).