n
1874.
Vrijdag, 8 Mei.
19.
VAN
AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vijftiende Jaar gang.
Haarlemmermeer-Polder.
m
Iff
■ill
VGV'G/-
mmm
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN,
Prijs der A.dvertentien
IIA 4 R L E M M E It M E E It
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
Witterl{jk Woensdag.)
Uitslag van de op 28 April 1874 door Dijkgraaf en
Heemraden van den Haarlemmermeerpolder gehou-
den aanbestedingen.
1°. Het onderhoud der Ringvaartsboorden gedurende 1874.
Daarvoor was ingeschreven door J. van den Heuvel Az. te
Haarlemmermeer, voor 11,392.
2°. Het makcn van een verdeelde Kolenbergplaa.ts aan den
Cruqnins. Ingeschreven door: P. van Essen, voor 5749;
J. Bruijn, voor 5993 B. Kruikemeijer, voor 6400; Gebr.
Bos, voor 5970P. van Vliet, voor 6330; C. Alkmade,
voor/ 7268, en C. van Diest, voor /6S79.
3°. Het onderhoud der Ponten en Roeibooten. Ingeschre
ven door: H. T. Peltenburg, voor 1420; M. v. d. Toorn,
voor 1463 en D. van Seggelen, voor 1646.
4°. Het onderhoud der Grindwegen. Ingeschreven werd
voor Perceel 1 en 2door A. Faas, voor /22o0; voor
Perceel 3, door C. Betlemvoor 839; voor Perceel 4,
door A. van Son, voor 850; voor Perceel 5 en 6door
B. van den Heuvel, voor /2175; voor Perceel 7 en 8
door C. Boogaard voor 3095.
A1 deze werken zijn aan de laagste inschrijversvoor de
door hen ingeschreven sommhn,
gehouden op Woensdag 28 Januarij 1874, des morgens ten
10 ure, in bet Lokaal van Staats te Haarlem.
Voorziiter.- de Heer J. TP. M. van de PollDijkgraaf.
Tegenwoordig 17 ledenalsde Heeren: Jhr. W. A. L.
Mock, A. J. G. Timmermans, P. Knaap Gz., A. Wijnands,
H. VAN WlCKEVOORT CkOMMELIN J. G. SCHONEP. LaNGER-
huizen Lz. Dr. C. E. Heynsius Jhr. Mr. J. W. H. Butgers
van Bozenburg, D. W. P. Wisboom an Giessendam, Mr.
J. P. Amersfoordt, J. W. M. van de Poll, H. A. Hane-
does J. J. Korthals Jhr. Mr. J. A. Bepelaer Mr. T. L.
L. Prins en Jhr. J. B. van Merlen. Afwezig, met ken-
nisgeving, de HeerenMr. J. D. Viruly, J. Blokland Jz.
en A. van der Beek.
I. De Voorzitter opent de vergadering.
De Notulen van den 10 December 1873 worden gelezen en
goedgekeurd.
II. Daarna worden de volgende mededeelingeu gedaan
dat de kas van den Penningmeester op den 27 Januarij
j. 1. een bedrag aanwees van /,4710.94s aan divers papier
en contautenb. dat de voorraad steenkolen aan de drie
stoomtuigeuvolgens opgave van den Hoofdopzigterop den-
zelfden datum bedroeg 30000 hectoliters c. dat van Dijk
graaf en Hoogheemraden van Bjjnland de'goedkeuring is ont-
vangen op de Eerste Suppletoire Begrooting des Polders voor
het dienstjaar 1873 d. dat van Heeren Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland de goedkeuring is ontvangen tot
het opnemen van geldenhoogstens tot een bedrag van
50,000.voor de dienst 1874 e. dat eene missive,
houdende dankbetuigingis ontvangen van de Opzigters bij
den polder, ter zake der aan hen toegestane verhooging van
tractementdat door Heeren Dijkgraaf en Hoogheem
raden van Bijnland de goedkeuring is geschonken aan de
Begrooting des polders voor het dienstjaar 1874; g. dat
door tusschenkomst van dat Collegie de goedkeuring is ont
vangen door Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
verleend, aan de Verordening op het berijden der bruggen
van den polder; h. dat van Heeren Gedeputeerde Staten
voornoemd de goedkeuring is ontvangen tot den verkoop van
Veldweg aan den Heer C. J. Berkemeier i. dat de
verkooping van dijksgrond, gelegen tusschen den Lisserweg
en de Hillegommerpontalsmede bij het noordelijk einde
van den IJwegbenevens een perceeltje veenslik tusschen
de Kruis- en Bennebroekerdwarswegenop den 2listen Maart
e. k. zal plaats hebbenk. dat in de Vergadering, te
houden in de maand Maart e. k.ten gevolge der periodieke
aftredingeene verkiezing moet plaats hebben voor den Dijk
graaf, den heer Heemraad D. W. P. Wisboom van Giessen
dam den Secretaris en den PenningmeesterI. dat de
verkiezing voor de aftredende heeren Hoofd-Ingeianden G. A.
van Houweninge Gz. Mr. J. D. Viruly en Jhr. J. B. van
Merlen zal plaats vinden te Amsterdamen daarbij tevens
moet worden voorzien in de vacature veroorzaakt door het
overlijden van den Heer Mr. J. P. A. van Wickf.voort
Crommelin terwijl alle heeren Hoofd-Ingelanden door den
Voorzitter tot Leden-plaatsvervangers van het Stembureau wor
den benoemd.
III. Wordt aan de orde gesteld de vaststelling van het
Kohier van Omslag voor het dienstjaar 1874, ter grootte van
17,138 hectaren, 68 aren95 centiaren, en ten bedrage van
188,525.56s; terwijl de betalingstermijnen bepaald worden
op 2 Maart4 Mei6 Julij en 5 October e. k.
De Heer J. J. Korthals bespreekt daarbij de wenschelijk-
heiddat bij eene vervroegde afbetaling van polderlasten eene
korting van twee procent worde toegekend.
De Heer Mr. J. P. Amersfoordt zegt dat deze zaakals
vreemd zijnde aan de orde, niet kan worden behandeld in
deze vergadering, en stelt voor dat dit punt, nadat daar-
omtrent door den Heer J. J. Korthals een schriftelijk voor-
stel zal zijn ingediend, door de Einantieele Commissie uit
het Dagelijksch Bestuur worde overwogen en de zaak met
het advies dezer Commissiein eene volgende vergadering worde
ter tafel gebragt.
Met welk voorstel de vergadering zich vereenigt.
IV. Daarna brengt de Einantieele Commissie voor het
dienstjaar 1873, in wier handen was gesteld het voorstel van
Dijkgraaf en Heemraden tot verkoop van de zoogenaamde
„Dobben" aan Mevrouw de Weduwe Heineke te Amsterdam
bij monde van den Heer P. Langerhuizen Lz. rapport uit,
met advies om dezen verkoop toe te staan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Volgt een praeadvies van het Dagelijksch Bestuur,
naar aanleiding van een adres door eenige Ingelanden des
polders ter zake het in huur uitgeven van gedeelten dijksgrond
ingediendwelk stuk is van dezen inhoud
Van den Heer H. A. Hanedoes en eenige andere eigenaren
en eigenaressen van gronden gelegen aan den Veldweg en
Bingdijk, hebben wij ontvangen het navolgende adres:
Aan het Bestuur van den Haarlemmermeerpolder.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden, alien grondeigenareu en eigenaressen. langs den
Kanaaldijk en Veldweg in den Haarlemmermeerpolder;
dat zij bezwaar hebben tegen het bouwen van woningen
pakhuizenenz. enz. op den Kanaaldijk van den Haarlemmer
meerpolder, op de wijze zoo als thans plaats heeftimmers
toch daardoor staan zij blootvlak voor hunne woningen ge-
bouwen te zien verrijzendie hun van uit hunne woningen
niet alleen alle uitzigt benemenmaar ondergeteekenden daar-
enboven nog aan vele verdrietelijkheden blootstellenterwijl
ze hunne landerijen belangrijk in waarde verminderen.
Adressanten meenendat de billijkheid vordert dat aan
dezen toestand een einde worde gemaakt, en nemen de vrij-
heid U het navolgende te verzoeken1°. dat door het
Bestuur van den Haarlenrtnermeerpolder geen dijksgronden
tot het bebouwen met woningen, pakhuizenenz. enz. worden
uitgegevenwelke gelegen zijn binnen een afstand van vijf-en-
zeventig meters ter wederzijde van een daarachter gelegen Boer-
derij of Heerenhuizing2°. datzoo er aan- het Bestuur
van den Haarlemmermeerpolder aanvrage gedaan wordt om
nevens dien voorschreven grond te bouwen, dit niet vergund
wordt alvorens den eigenaar of bewoner van een daarachter
gelegen hoeve de vrijhjid gelaten is, dien grond al dan niet
in gebruik, huur of erfpacht te nemen, voor den prijs door
het Bestuur van den Haarlemmermeerpolder bepaald, bij het
in gebruik, huur of erfpacht uitgeven van dijksgronden.
't Welk doende
Haarlem, (get.) H. A. HANEDOES.
8 December 1873. D. G. MEIJER.
u H. F. BULTMAN
en anderen.
De adressanten vragen in de eerste plaats dat geene gron
den ter bebouwing worden uitgegeven gelegen voor hunne
boerderijen of heerenhuizingenen wel over een afstand van
7 3" meters ter wederzijde eener daarachter gelegen boerdery
alzoo over een afstand van 150 meters. Wordt aan het ver-
zoek van adressanten gevolg gegevenzoo zal een groot deel
van den ringdijk onbebouwd blijventen nadeele van de
Polderkas.
Wat het tweede punt van hun verzoek betreft, om voor
elke aahvrage ter verkrijging van opstalgrond naast den boven
omschreven grond kennis te dragen en de voorkeur te erlaugen
om dien grond zelf in gebruikhuur of erfpacht te nemen
daaraan in de uitvoering zooveel moeijelijkheden verbonden zal
zijnen de gelegenbeid om te bouwen worden afgesneden op
die gedeelten van den ringdijkwaar eene bebouwing voor
het algemeen zeer wenschelijk is.
Het is op grond van bovengemelde redenendat wij ons
verpligt zien U te moeten voorstellen het verzoek van adres
santen niet in te willigenmaar hun mede te deelendat
zij ter bereiking van hun doelom geene woningen voor hunne
erven op den ringdijk te zien verrijzenzich kunnen wenden
tot het Bestuuromeven als aan Vrouwe A. 't Hooft en
den Heer H. A. Tinholt is toegestaanden ringdijk voor
ettelijke jaren in huur te verkrijgen.
Dijkgraaf en Heemraden van den Haarleminermeevpolder,
(get.) J. W. M. VAN DE POLL, Dijkgraaf.
u J. C. VAN DE BLOCQUERYSecretaris.
Over dit pnderwerp wordt het woord gevoerd door de Heeren
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
H. van Wickevoort Crommelin, H. A. Hanedoes, Dr. C. E.
Heynsius, Mr. J. P. Amersfoordt, Jhr. Mr. J. W. H.
Butgers van Bozenburg den Voorzitter J. G. Schone
P. Knaap Gz.Jhr. W. A. L. Mock en Jhr. J. B. van Mer
len en doet laatstgenoemde heer het voorstelom gedeelten
dijksgrond aan de eigenaren van gronden gelegen aan den
ringdijk, gedurende het jaar 1874 de bevoegdheid te geVen
om den ringdijk in huur te verkrijgen tegen den prijs van
2 cents per vierkanten metermits het in huur gevraagd
gedeelte meer dan een honderd strekkende meters bedrage en
onder uitdrukkelijke voorwaardedat op het in huur verkregen
gedeelte dijk geen woningen worden gebouwd.
Dit voorstel-genoegzaam ondersteund in stemming gebragt,
wordt echter met 8 tegen 9 stemmen verworpen.
Alsnu brengt de Voorzitter het voorstel van het Dagelijksch
Bestuur in omvraag, dat met 15 tegen 2 stemmen wordt
aangenomen.
VI. Daarop komt ter tafel een nader adres van den Heer
H. J. C. Lammerts, van den navolgenden inhoud:
Aan Hoofd-Ingelanden van den Haarlemmermeerpolder.
Tot antwoord op mijn adres van den len November jl.
ontvangen, een besluit gegeven in den vergadering van den
10 December jl. mijn verzoek te wijzen van de hand zonder
reden hetzij van een of anderware zulks opgegeven aan ie-
mand die buiten den polder of niets daarmede te maken heeft
dit een ander geval zoude zijn doch aan een ingeland die
evenveel als iedereen betaald wat voor den polder noodig is
is zulks zeer vreemduit dien reden moet ik vragen waar
den hard gemaakte Nieuwerkerkerweg dan naar toe moetof
dat daar geen land meer achter iszoo ook de hard gemaakte
weg bij Sectie CN°. 1aan het Kanaalwil de vergade
ring aan weerzijde mijner woning den weg soms verkoopen,
welnu ik ben dadelijk gereed voor mijne landen den zelve
over te nemen als de vergadering mij maar eene uitweg geeft
naar het Kanaalof waarom worden niet alle veldwegen zoo
spoedig mogelijk onteigend tegen den prijs daarvoor gesteld
zal doch wel geen ingeland op tegen zijn of is er iets geheims
in gelegendat geen licht kan veelenof is het die ingelan
den toen er nog •puin genoeg wasdie zelve hier en daar
de veldwegen hard gemaakt hebben^oor hunne moeite te
betalen ik geloof dat de tijd dan toch ook wel gekomen is
zulks te doen even goed als dat mijn weg hard gemaakt wordt
volgens de wet en rechten die op den polder berusten terwijl
om finantieele redene onzen polder niet noodig heeft zulks
uit te stellen. Aan het Dagelijks Bestuur kan het verzuim niet
leggendat geniet het voile vertrouwen van mij dus ver
zoek met ernst en bescheidenheid van inannen zooals het een
polderbestuur behoort recht en billijkheid aan ieder ingeland
van onzen polder.
Verblijve met achting,
Amsterdam YEd. Dw. Dienaar,
5 January 1874. (get.) H. J. C. LAMMERTS.
De Voorzitter zegt, dat Dijkgraaf en Heemraden niet on-
genegen zyn om aan den adressant de door hem in dat stuk
gevraagden Veldweg te verkoopen, doch dat men hierbij op
moeijelijkheden stuit met den Veldweg van Vermoten
en de adressant bedoelden Veldweg niet anders in koop ver-
langtdan onder voorwaarde dat hem daarbij een uitweg
worde gegeven.
De Heer Heynsius meent dat, indien het Dagelijksch Be
stuur er in konde slagen om met beide partijen betreffende
deze zaak eene schikking aan te gaan, welligt deze kwestie
tot een goed einde ware te brengenwaarop Spreker in be-
denking geeft dat deze vergadering op die voorwaarden de
magtiging tot verkoop van bedoelden veldweg zal verleenen.
Waarop besloten wordt de Einantieele Commissie uit het
Dagelijksch Bestuur uit te noodigen om te trachten eene zoo-
danige onderhandeling tot stand te brengen.
VII. De agenda afgehandeld zijnde, wordt nog ter tafel
gebragt de rekening en verantwoording van het Hulpfonds,
dienstjaar 1872, welke rekening ten fine van onderzoek zal
worden gesteld in handen der Heeren Jhr. Mr. J. A. Bepelaer,
J. Blokland Jz. en Jhr. J. B. van Merlen, als leden der
Finantieele Commissie uit Hoofd-Ingelanden voor het Dienst
jaar 1874.
VIII. De Voorzitter vraagt of een der leden nog iets heeft
voor deze vergadering, waarop de Heer Hanedoes bespreekt
den slechten toestand van het jaagpad tusschen de Vijfhuizer-
en Kruiswegen waarnaar de Voorzitter een Onderzoek zal doen
instellen, en bij welke gelegenheid deze ter kennis van de
vergadering brengt, dat het jaagpad tusschen de brug van
Haarlem en de Vijfhuizen door het opbrengen van puin in
berijdbaren toestand is gebragt, hetgeen daardoor eenige meer-
dere kosten zal vorderen en welke meerdere kosten voor dat
werk door de vergadering worden goedgekeurd.
IX. Niemand meer het woord verlangende, wordt deze zit-
ting door den Voorzitter gesloten.