- 120 -
Landbouw.
Vlasteelt te Haarlemmermeer.
Oeiueng'de Heriglen.
MAIM 3
Zonder discuasie of hoofdelijke stemming wordt deze Supple-
toire Begrooting vastgesteld.
9°. Ann de goedkeuring der Vergadering wordt onderworpen
het navolgende. concept-besluit:
De Baad der gemeente Haarlemmermeer
Heeft besloten:
Op de begrooting van uitgaven, voor de dienst van 1873,
te doen de navolgende af- en overschrijvingen
Jfschrijviug
Hoofdst. 7, Art, 7, Volgnr. 93, subsidie aan het Burger-
lijk Armbestuur 200; Hoofdst. 7, Art. 1, Volgnr. 90
belooning van geueesheeren vroedvrouwen enz. 32.99 J/2;
te zamen 232.99
Overscbrijving
Hoofdst. 1, Art. 10, Volgnr. 31, scbrijf- en bureaubehoef-
ten, drnk- en bindwerk, vrachtloonenbriefportenenz.
84.66 Z2~, Hoofdst. 1, Art. 20, Volgnr. 31 kosten van
zegels 4.92 J/2; Hoofdst. 2, Art. 1, Volgnr. 43, kos
ten van toezigt en van invordering der plaatselijke belastingen
143.40 ]/2te zamen 233.99 J/2.
En zal dit besluit aan de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten der provincie Noord-Holland worden onderworpen.
Gedaan te Haarlemmermeer, ter openbare Baads-vergadering
van den 4 Junij 1874.
Ook dit besluit wordt zonder discussie of hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
10°. Wordt overgegaan tot de benoeming van hulp-onder-
wijzeressen voor de schoien N°. 5 en 6.
Als zoodanig zijn door Burgemeester en Wethouders voor-
gedragen
Voor de school N°. 5: mejufvr. Jacoba D'huij, van Zierik-
zee; mejufvr. Geertruida Maria Beijl, van Gouda, en J. van Tijn.
Voor de school N°. 6: mejufvr. G. M. Beijl, mejufvr. J.
D'huij en mejufvr. J. van Tijnboven vermeld
Voor school N°. 5 wordt benoemd mejufvr. D'huijen voor
school N°. 6 mejufvr. G. M. Beijl, beide met 12 stemmen.
De in-functie-treding wordt bepaald voor Mejufvr. D'huij op
1 Julij, en voor Mejufvr. Beijl op 22 Junij 1874.
11°. Wordt gelezen een adres vnn L. Kieviet en B. van
Albada, bulp-onderwijzers aan de school N°. 4, verzoekeude
verhooging hunner jaarwedde.
Wordt besloten dit adres te stellen in handen van de Plaat
selijke Schoolcommissieom advies.
12°. Komen weder in behandeling de adressen van de Hoofd-
onderwijzers D. Bijnenberg en E. van Zwetselaarom hoogere
toelage voor de kweekelingen op hunne schoien werkzaam
welke adressen laatstelijk vermeld zijn in de notulen van 26
Maart 11., N°. 13, en 29 April 11., N°. 9.
En tevens het voorstel van den heer Schone, gedaan in de
zitting van 26 Maart 11.: Om aan elken kweekeling, die twee
jaren in dienst is geweest, eene verhooging te geven van/20
en vervolgens elk jaar 20 meerzoodat een kweekeling na
2 jaren dienst zou krijgen 120, na 3 jaren dienst 140,
na 4 jaren dienst 160, enz.
En eindelijk het daarop uitgebragt advies van Burgemeester
en Wethouders, in hoofdzaakinhoudende, dat bij de minst
kostbaarste opvatting van dat voorstel, op de begrooting van
187 5 al dadelijk 140 meer voor kweekelingen zal moeten
wordeu geraamd.
Neemt men echter, als de bedoeling van het voorstel, aan,
dat een kweekeling, die 2 jaren dienst heeft, over het tweede
jaar reeds de verhooging van 20 zal erlangendan bedraagt
de verhooging voor 187 5 reeds 240. Die som zal elk jaar
zeker 100 hooger worden, en dus na verlooj) van enkele
jaren eene zeer belangrijke verhooging der kosten van het
onderwijs teweeg brengen.
Met het oog op het twijfelachtige nut van dergelijke jeug-
dige kweekelingen, als hier in den regel slechts te vinden zijn
en den uiet zeer voordeeligen staat der gemeente-kas meenen
Burgemeester en Wethouders den Gemeenteraad in overweging
te moeten gevenOm het voorstel van den heer Schone niet
aan te nemenen op de aanvrage van de Hoofd-onderwijzers
Bijnenberg en Zwetselaar afwijzend te beschikken.
Bij de daarop gevolgde discnssie verklaren de Heeren Bult-
manAmersfoordt en 't Hooft zich voor het verhoogen van
de toelage der kweekelingenin den geest van het voorstel
vnn den heer Schone; de heer Bultman zou de verhooging
willen doen ingaan den 1 April 1874, en in dier voegedat
zij zal worden toegepast op het tweede dienstjaar van den
kweekeling; terwijl de heer Amersfoordt de verhooging
zou willen geven als gratificatieaan den kweekeling zelf te
betalen.
Bij stemming wordt met 12 stemmen tegen 1 (zijnde die
van den heer Tensen), in dien geest op de adressen beschikt.
De secretaris redigeert daarop het raads-besluithetwelk is
van den volgenden inhoud
De Gemeenteraad van Haarlemmermeer,
Gezien de raadsbesluiten van 30 November 1865 goedge
keurd door gedeputeerde Staten bij 20 December 1865 N°.
13, van 4 April 1867, goedgekeurd 26 April 1867, N°. 24
van 28 Sptember 1869, goedgekeurd 27 October 1869, N°.
7; van 25 Augustus 1870, goedgekeurd 7 September 18 70
N°. 2; van 2 November 1871, goedgekeurd 15 November
1871, N°. 19; van 30 Janunrij 1873 goedgekeurd 19 Fe
bruary 1873, N°. 16; van 3 April 1873, goedgekeurd 30
April 1873, N°. 13, waarbij ziju vastgesteld de toelagen te
verstrekken voor de kweekelingen aan de schoien N°. 1,2,
3, 4, 5, 6, 7, 9 en 10.
Overwegende, dat het wenschelijk is die toelagen te verhoogen.
Gelet op art 19 der wet van 13 Augustus 1875 Staats-
blad n°. 103);
Besluitmet intrekking der bij de hierboven aangehaalde
raadsbesluiten gemaakte bepalingen omtrent de toelagen voor
kweekelingenwordt de toelage, te verleenen aan de hoofd-
onderwijzers voor elken kweekeling, werkzaam aan de schoien
N°. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 10, bepaald op 100 'sjaars.
Voorts zal aan elken kweekeling over het tweede jaar, dat
hij in dienst is geweest, worden betaald eene gratificatie van
20, over het derde jaar 40en vervolgens elk volgend
jaar 20 meer, tot een maximum van 100.
Deze gratification worden betaald aan den kweekelingzelven.
Dit besluit zal gerekend worden te zijn ingezaan den 1
April 1874, en zal worden onderworpen aan de goedkeuring
van Heeren Gedeputeerde Staten.
Haarlemmermeer, den 4 Junij 1874.
De gemeenteraad voornoemd.
Dit ontwerp-besluit voorgelezen zijnde wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
13°. Komt weder in behandeling het adres van de gemeente-
geneesheeren M. van der Horst, J. Bolkestein en A. C. van
Dorsten (reeds vermeld in de notulen van 2 8 Maart 1. 1. n°.
19), en waarbij zij verzoeken
a. dat, bij gebreke van eene vroedvrouw het aan die vroed-
vrouw bij art. 8 der instructie voor de geneesheeren en vroed
vrouwen toegekend tractement worde gegeven aan adressanten
of, hun voor elk geval, dat hun hulp als verloskuridige wordt
ingeroepen, zes gulden als honorarium worde toegelegd
b. Wijziging van art. 4 van het reglement voor bet Bur-
gerlijk Armbestuur, wat aangaat den maatstaf, welke daarin is
vastgesteld voor het verleenen van kostelooze geneeskundige hulp.
Tevens wordt gelezen het daarop door Burgemeester en
Wethouders uitgebragt advies, waarbij wordt voorgesteld om
te besluiten dat, ingeval eene betrekking van vroedvrouw
vacant is, aan den Gemeentelijken verloskundige die eene ver-
lossing doet bij iemand die in de termen valt van art. 4 van
het reglement voor het Burgerlijk Armbestuur, en woonachtig
is in dat gedeelte der gemeente waar zoodanige vroedvrouw
gewoonlijk hare werkzaamheden verrigtdaarvoor aan den
verloskundige zal worden betaald 5 en onder voorwaarde
dat de verloskundige zich vooraf voorzie van een permissie-
billet van het Burgerlijk Armbestuur, welk armbestuur, zoo
noodig, vooraf het vereischte onderzoek zal instellen."
„Voorls om op het tweede gedeelte van het adres, om wij
ziging van art.. 4 van het reglement voor het Burgerlijk
Armbestuur, wat aangaat den maatstaf vastgesteld voor het
verleenen van kostelooze hulp, afwijzend te beschikken"
Na korte gedachtenwisseling wordt overeenkomstig de voor-
stellen van Burgemeester en Wethouders op het adres beschikt.
Naar aanleiding van eene opmerking van den heer Amers
foordt, dat het van weinige bekendheid is, dat de benoemde
vroedvrouw zich reeds aan de Lijnden met der woonbevindt,
geeft de Voorzitter de toezegging dat daaraan zoo veel mo-
gelijk bekendheid zal wordeu gegeven.
14°. Worden ter tafel gebragt de door den gemeente ont-
vanger ingezouden staten van restanteu oninbare postenwe-
gens hoofdelijken omslag en honden-belastingwelke stuk-
ken zullen worden gesteld in handen der Financieele Commissie.
15°. Gelezen het verzoek van B. Albada, om eervol ont-
slag tegen 1 Julij e. k. uit zijne betrekking van hulp-onder-
wijzer aan school n°. 4.
Wordt besloten het gevraagde ontslag eervol te verleenen,
in te gaan den 1 Augustus 1874.
16°. De heer Amersfoordt zegt vernomen te hebbendat
de veldwachters van tijd tot tijd proces-verbaal hebben opge-
maakt, wegens overtredi&g der politie-verordeningen van de
gemeente; en dat die processen-verbaal of niet worden ver-
volgd, of de beklaagden worden vrijgesproken. Het gevolg
daarvan moet zijn dat geene processen-verbaal meer worden op-
gemaakthetgeen echter met eene goede politie niet is over-
een te brengen. Spreker zou gaarne vernemen wat daarvan
waar is.
De Voorzitter deelt mededat deze week een persoon we
gens politieovertreding is gestraft; en gelooft niet, dat de
zaken onvervolgd blijven liggen; maar dat veel vrijspraak het
resultaat is.
De heer Amersfoordt zou dan wel wenschen dat de Burge
meester hieromtrent met den officier van justitie wilde spreken
en, mogten er meer gevallen voorkomenals door spreker
werd bedoelddan zal hij dat gaarne van den Burgemeester
vernementen einde spreker dan in de gelegenheid zij om
een voorstel te doen, dat de Baad zich bij eerbiedig adres zal
wenden tot den heer minister van justitie, met verzoek, dat
de verordeningen die de Baad met zorg en in het belang der
gemeente heeft vastgesteld inogen worden gehandhaafd.
17°. De heer Bultman doet de vraag of de gemeente-
opzigter, die telken drie maanden de gemeeute-werken moet
naziendaarvan rapport inzendt.
De Voorzitter antwoordt toestemmend en zegt dat met 1
Julij weder zoodanig rapport wordt ingewachl.
De vergadering is daarop gesloten.
Uit het verslag over het te velde staande vlasgewas in
Nederland, op den 24 Junij uitgebragt in de vergadering der
Nederlanckche Maatschappij ter Bevordering van Vlas-industrie,
den 6 Julij 18 74, blijkt: dat de uitzaai te Haarlemmermeer
gescbiedde van ongeveer half Maart tot einde Aprilen ge-
noegzaam 300 hectaren minder bedraagt dan in 1873, zoodat
er pi. m. 1000 hectaren zullen zijn. Ongeveer van het
gewas kwam te dun op en stond met St Jan zeer ongelijk
zoodat men op minder opbrengst per hectare rekent.
Enkele blokken bragten 230 tot 400 op. De afkomst
van zaad zal door elkander niet groot zijn. De stand, verge-
leken tegen het vorig jaar, is 25 pet. minder.
Eenige stukken zijntengevolge van nachtvorstenuitge-
ploegd moeten worden.
Capelle (Langstraat), 14 Julij. De hooibouw kau in deze
streek als geeindigd beschouwd worden, althans wat het te
verkoopen hooi betreft. Men is nu dagelijks druk bezig met
oprijden en het schelften aan het Oude Maasje. Dit laatste
geschiedt om den hooikooper te doen ziendat die schelften
of mijten dadelijk te koop zijn. Sedert een paar dagen is de
marktprijs gemaakt, t. w. 30 a 32 per 1000 kilogram.
Dalfseil16 Julij. Eene voor omstreeks zes jaren a
16,000 verkochte boerderij heeft de vorige week in pu-
blieke veiling nagenoeg 10,000 meer opgebragt, zoodat
deze nu met inbegrip der overdragtskosten op het dubbel be-
drag in een tijdsverloop van zes jaren komt te staan.
De landerijen hebben gebrek aan regen het is te hopen
dat die spoedig komt, anders is van het etgroen weinig te
verwachten.
De aanhoudende droogte brengt een tolalen stilstand in
den veehandel te weeg. De landen zijn zoo schraal van gras
dat de landbouwer tot elken prijs van vee gaarne of ongaarne
te koop aaribiedtterwijl de handelaren huiverig zijn te koopen
omdat ook elders algemeen over dezelfde loestanden geklaagd
wordt. Het is hier reeds zoover dat het hooi wordt aange-
sproken, om het vee te kunnen verzadigen.
Voor zoover bekend is, zijn in den loop der week, van
5 tot en met 11 dezer, in de provincie Noord-Holland vier
runderen uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt,
nl. 1 te Barsingerhorn1 te Landsmeer en 2 te Sloten.
Veeildam, 14 Julij. De strenge nachtvorst heeft in de
vorige inaand een geduchte verwoesting te weeg gebragt op
de velden, vooral onder de zoo voordeelig staande aardap-
pelen, het hoofdgewas van den landman in de Veenkolonien.
Met genoegen kunnen we nu mededeelendat tengevolge van
het gunstig weder zich veel heeft hersteld. De velden zijn
vveer geheel groen en schoon geworden, en indien het najaar
niet al te ongunstig is, kan men nog een rijken oogst ver
wachten, ook voor de tneel- en siroop-fabrieken van groot
belang. Na de heete dagen van de vorige weken was op het
veld en in de tuinen de regen van de laatste dagen zeer ge-
wenscht en weldadig.
Uit Friesland schrijft men, dat alle veldgewassen een
overvloedigen oogst beloven. Winterjjarsttarweboonen
haver, aardappelen, vlas staan prachtig te veld. Ook van hooi
is de opbrengst voldoende, de kwaliteit is uitmuntend.
Den 9 Julij, is in de Wijdewormer feestelijk gevierd de
herinnering der bedijking en droogmaking van dat meer voor
250 jaren. Daartoe verzamelden zich het dagelijksch bestuur,
waarvan de heer A. Latenstein Pz., te Zaandam sedert 20
jaren dijkgraaf is, hoofd-ingelanden en verdere genoodigden
ten 10 ure, waarnabegeleid door muziekeen rijtoer door
de meer werd gedaan, terwijl daarna de dag verder in gepaste
vrolijkheid werd doorgebragt. Ook de schooljeugd heeft haar
aandeel in het feest gehad. Zij heeft de feestvierenden met
gezang ontvangen en is daarna zelve feestelijk onthaald. De 1 2
watermolenaars en de verdere beambten met hunne vrouwen
zijn eveneeris'onthaald. Kortomniemand is vergeten.
Te Haarlem is een treurig ongeluk gebeurd. Aan den overrit op
den Jansweg van den spoorweg was men als gewoonlijk bezig met het
verwisselen van wagens met eene locomotief van de eene op de andere rail.
Een knaapje van 6 jaar was onder den afsluitboom doorgekropen en op
eene trede van een der wagens gaan zitten, met dit ongelukkig gevolg,
dat, toen de wagen langs den muur van de ladingplaats van het vee kwam,
een der beentjes van het kind bij de knie af verbrijzeld werd. Het knaapje
is onmiddelijk door de politie-agenten naar het St. Elis.-Gasthuis overge-
bragt, alwaar het beentje is afgezet. Niettegenstaande deze pijnlijke ampu
tate bevindt de kleine zich in een goeden toestand.
Men meldt uit Groningen, dd. 11 Julij. Donderdag middag half
twee kwam een excentrieke bijenzwerm met de noodige drukte en het on-
vermijdelijke gebrom door de Stoeldraaijerstraat aanvliegen en zette zich
langs het kozijn van een bovenraam in het huis van den heer Meuge en
wel, daar het raam opengeschoven was, zoowel aan den binnen-als aan den
buitenkant. Misschien was zij door de bloemen voqr het raam aangetrokken.
Daar niemand de diertjes lastig viel en eene bij van goede konditie alleen
tot zelfverdediging van haar fel wapen gebruik maakt, bleven zij rustig
zitten, volgens gewoonte zoo digt mogelijk op elkander en hadden veel be-
kijk. Gisteren morgen echter hebben de knechts van den heer Meuge een
einde gemaakt aan de heerlijkheid en den geheelen zwerm netjes ingera-
keld om hem vervolgens te verkoopen.
In de chemische droogwasscherij van den heer P. te Breda is brand
ontstaan doordien zijne vrouw, met een lamp de werkplaats binnentredende,
daarmede viel. Door de aanwezige naphta stond alles dadelijk in brand.
De heer P. en zijne vrouw zijn zoo vreeselijk gebrand, dat zij in treurigen
toestand naarhet ziekenhuis zijn vervoerd. Later verneemt mendat zij
echter beterende zijn.
Te 's Hertogenbosch is een vrouw in hoogst zwangeren toestand op
straat dood gebleven.
Yrijdag namiddag heeft een in de Peperstraat te Rotterdam wonend
muzikant zijn lBjarig dochtertje deerlijk mishandeld, door haar op het
bloote lijf met een rietje te slaan, waarna hij haar op den zolder zijner
woning zoodanig heeft gebonden aan handen en voeten, dat het haar on-
mogelijk was zich te bevrijden en haar vervolgens alleen in de woning
achtergelaten, alwaar zij later in dien toestand door de politie is aan-
getroffen.
Uit Texel wordt geschreven dat men op de kermis aldaar een oud
heer in een draaimolen zag plaats nemen met zijn achter-kleindochter.
De landbouwer Klaasboer te Zwollekerspel, is Zaterdag middag, ter
wijl hij een voer hooi stond op te steken door een zonnesteek getroffen
en op de plaats dood gebleveu. Zijn hoofd was vreeselijk opgezwollen.
Het vreeselijk onweder, dat den 11 dezer boven Terheyden woedde,
zal aldaar nog lang in het geheugen blijven. Tijdens het onweer bevonden
zich 5 personen in een bootje op het waterde bliksem trof de boot en 4
hunner bleven op stonde dood. De ongelukkigen heeten G. Melisse en
zijne twee zoons Johannes en Adriaan Melisse, zijn neef Johannis Melisse.
De vader van den laastgenoemde bleef ongedeerd. De woning van kapitein
Hamer werd getroffen, als ook het torentje van het n slotje" bewoond
door Yerdonk.
Terwijl de daglooner A. d. Y. te Westeremden bezig was hooi te
laden, stortte de vrouw van den arbeider H. t. B.die zich op het nog
niet half voltooide voer bevond, door 't onverwacht wegrijden van den
wagen, achterover op den grond. Ongelukkig viel ze op haar zesjarig
zoontje, dat achter den wagen stond, waardoor 't arme kind een been
brak. De vrouw bekwam alleen een ligte woude aan 't hoofd. De vork,
die ze bij haar werk geeruikte, vloog eenige meters achter den wagen in
den grond, gelukkig zonder iemand te raken.
De Groof, de bekende vliegende man", is te Londen doodgevallen,
terwijl hij bezig was aldaar zijne kunsten te vertoonen. Men zal zich
herinneren, dat al de proefnemingen om te vliegen van De Groof in het
vorige jaar te Brussel en Mons, in Belgie, mislukten.
Aan het station te Uitgeest is een spoorwegbaander tusschen de buf
fers geraakt en kort daarna aan de gevolgen overleden.
De landbouwer Plooi, uit Soest, reed uit zijn weiland een volgela-
den wagen met hooi, met twee paarden bespannen, over de spoorbaan,
niettegenstaande de trein reeds op eenigen afstand in aantogt was. De
machinist zag met ontsteltenis de onvoorzigtigheid en vreesde het ergste
de landbouwer, die ook zag dat elke sekonde kostbaar was, legde de
zweep zoodanig op zijne paarden, dat zij den wagen tijdig over de baan
trokken, doch hunne door den fellen zweepslag opgewekte krachtsinspanning
ging gepaard met een zoo wilden zijsprong, dat wagen en voerman ter
zijde der baan omver stortten. Daarmede was het echter niet geeindigd:
twee in de weide losloopende waren, dewijl de voerman het hek niet ach
ter zich had gesloten, de weide uit- en den wagen nageloopen, en bevon -
den zich juist daarachter op de baan toen de trein genaderd was. De die-
ren werden natuurlijk om verge worpen en verpletterd, een er van zoodanig,
dat de zoogenoemde bezem aan den voorkant der lokomotief in de zijde
van het dier was gedrongen. De trein ontspoorde gelukkig nieteen kwar-
tier oponthoud was onvermijdelijk, zoowel om de verpletterde paarden van