- 148 - Haarlemmermeer. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven van 26 Augustus tot 1 September 1874. Polderwezen. Holl. Maatschappij v. Landtoouw. Landbouw. Over droogte. lets nieuws om den paardenarbeid te verligten. Gemengde Berigten. aangetast (telkeri3 acht), eene eenige maal waren het beide longen: benevens het infiltreren van het longenweefsel kwam viermalen belangrijke opbooping van bloedwater in de borst- holte voor; in een geval (XXXVI) was dit bloedwater in eenen vasten zak ingesloten en in een ander geval (XXII) had de geheele uitstorting plaats gevonden in zulk eenen zak en de long waa daarvan vrij gebleven. Zulke gevallen heb ik reeda beschreven bij bet uilbreken der ziekte in 1858; nog op dit oogenblik ben ik van rneening, dat men ze loch bij de longziekte moet tellenofachoon ook het longenweefael zelve daarbij niet doordrongen (geinfiltreerd) ia. Indien zulk een geval mogt voorkomen in eenen ataldie vrij van longziekte is, zoo zoude niemand vermoeden dat men bier met longziekte te doen had. Eukele geslagte dieren hebben te gelijk aan andere aan- doeningen der longen geleden, zoowel aan pokken aan de long of wel aan het borstvlies of wel aan het buikvliesaan blaas- worraen (echinococcua) en aan ontaarding der watervaataklieren vooral in het achterste borstmiddelschot. Eeniae sterfgevallen zijn toevallig outalaan, bijv n°. XXXII, XXXV en XXXIX: deze dieren waren gedeelielijk niet longziekgedeeltelijk in zoo geringe maledat zij zonder het bijkomen van eene andere kwaalzek^r doorgeziekt waren. De eerste teekenen van het anel ziek worden waren niet bijzonder in het oog vallend; gebrek aan eetlust of nukkig eten het suel afnemen in de melk onopmerkzaamheid een woeate blik eenigzina drooge meat, konden eenige dagen duren, tot zich een veraneld ademenhitte aan de ooren, een auel- lere polaenz.vertoondenin het oog vallend wasbij dit uitbreken der ziekte, dat de zieken zoo weinig hoeatteu zelfs des nachta in den gesloten atal en gedurende het afwisaelende winterweder was weinig hoesten te hoorenofachoon de ope ning bij verscheidene dieren zeer1 sterke veranderingen in de borstholte vertoonde. Ofachoon ook het grootste deel van den veestapel verschoond gebleven scheen van de ziekte, geloof ik toch dat de meeate atuks haar in stilte doorgestaan hebben en dat velen hunner eenige overblijfselen der infiltrering in de long behouden hebben. Dat echler ook het tegendeel voor- komt, bewijst de oa, die eerst op 21 Maart geslagt werd wegena reglstijvigheiddie sints November in den zieken noordelijken stal stond onder de ziekenen die bij de ope ning volkomen gezonde longen vertoonde. Er is hier nog eene gewigtige omstandigheid te vermelden het is bekenddat men stellig beweertdat de longziekte niet slechta voor het intreden van het snel verloopende tijdperk maar ook nog na het doorstaan daarvan besmettelijk is; en eenige schrijvers beperken zelfs deze tijdruimte tot ongeveer zes maanden; anderen daarentegen gelooven dat zulk een door geziekt stuk vee, nog na jaren, in staat is op nieuw de ziekte over te brengen. Dientengevolge zouden dan de uitgeademde luchtdeeltjea van de in de long teruggeblevene infiltratie op- nemen en verder brengen, zooals zulks gedurende het snel- verloopende tijdperk het geval zoude zijn. Het is evenwel de vraag, of de zieke longen-zelfstandig- heiddie door vaste vliezen ingesloten isnog steeds de eigenaardige naluur en eigenschappen der (acute) infiltratie hebbe en of een dier dat sedert langen tijd zonder koorts is, eene koortsachtige ziekte mededeelen kan Ik heb er vroeger reeds op gewezenhoe noodzakelijk het zoude zijn daaromtrent naauwkeurige proeven te nemen het is mij echter niet bekend gewordendat iemand het zoude ondernomen hebbendeze en andere gewigtige vragen hare beantwoording nader te brengen. Daarom zal ik 3lechts eenige daadzaken aanvoeren die het twijfelachtig makendat de longziekte deze onregelmatige ge- schiktheid zoude bezittenom in het doorgeziekte dier na maanden en jaren weder op nieuw op te leven en besmettelijk te worden. In September 1858 was de longziekte ten eersten male in de koninklijke veehoeve Rosenstein uitgebrokenvan 130 stuks vee werden (oen 40 ziek; van deze ziekten er 16 door, en 12 hunner bleven nog langen tijd (jaren daarna) in den stal; eerst in December 1867, dus na 9 jaren brak de ziekte weder uit; nu zijn in deze tijdruimte talrijke aldaar geboren kalveren opgefokt geworden ja bijna de geheele veestapel zal zich wel vernieuwd hebben; als nu die 12 doorgeziekte stuks zoolang naast dezulkendie de ziekte niet gehad hebben, ge- staan hebbenzonder een daarvan aan te stekenzoo mag men wel twijfelen of er bij die koeijen in het geheel nog wel vatbaarheid bestond om anderen te besmetten. In December 1867 werden in den zuidelijken stal (waartoe men destijds de ziekte konde beperken) van 42 stuks 17 stuks ziek daarvan werden er twaalf geslagt vijf anderen ziekten door, nadat zij meer of minder hevig ziek waren ge- weest; behalve deze bleven er twee stuks terug, welke in stilte de ziekte doorgestaan hadden. Nu kwam geen ziekte- geval in dezen stal voor tot October 1873, dus bijna zes jaren lang; in den noordelijken stal bedraagt dit tijdperk 51/2 jaren, daar deze stal in 1869 aangegrepen was, en nu breekt de ziekte in dezen (noordelijkeu) stal uit, terwijl de zuidelij- ke eerst door middel van genen wordt aangestoken. De dieren, die in 1867 en 1869 doorgeziekt waren, hadden dus 56 jaren gelegenheid gehad de nieuw bijgekoraene (die niet vroeger ergens doorgeziekt hadden) zoo kalveren vaarzen als koeijen, enz., aan te steken, en dit is echter niet geschied. Zoude dit nu niet daarvoor pleitendat die doorgeziekte dieren later niet meer de eigenschap hebben of bekomen. om aan andere gezonde dieren de longziekte mede te dee- len? Er kunnen wel gevallen voorkomen, die tegen deze ge- volgtrekking schijnen te pleiten de beslissing haugt at van naauwkeurige proefnemingenwaartoe de landhuishoudelijke proefstations vooral daarom geschikt schijnen te zijnomdat het voordeel eener zekere kennis der eigenaardigheden van de longziekte komen zoude ten voordeele der landbouwers en niet der veeartsen. Zoolang niet daadzakenwaarop men zich verlaten kan treden in de plaats van zeldzame of oppervlakkige waarnemin- genzal zelfs de rijks-veeartsenijkundige policie tegen de long ziekte weinig of niets uitrigten. GEBOREN: Johannes Cornells, zoon van H. A. van Meeteren en W. Uithol. Bernrrdus, zoon van G. Albers en M. Vink.Josina, dochter van W. Kemp en C. Blok. Jansje, dochter van J. Lanser en K. Spaar- garen. Agatha Adriana, dochter van H. A. Hanedoes en E. C. Pape. - Geertruida Hendrika, dochter van P. Schalk en E. de Vos Christina, dochter van T. Verhoeven en A. Snijders. Adrianus, zoon van W. van Merrienboer en C. Bnckens. Apolonia Adriana, dochter van D. Koole en A. Kersseboom. OVERLEDENLena, oud 2 weken, dochter van Lena van der Linden, ongehuwd. Jan, oud 13 maanden, zoon van J. Lervis en A. Kooij- man, Neeltje, oud 18 maanden, dochter van J. Stichter en J. Los. Trijntje, oud 5 weken, dochter van A. Bertoeu en G. Groot. Cornelia Maria Leonarda, oud 7 weken, dochter van J. H. Bertels en M. T. van der Lans. Maria, oud 11 maanden, dochter van H. Raaphorst en P. Zaa], Hilletje, oud 16 jaren, dochter van H Bekebrede en T. de Boer. Maria Johanna Bernardina, oud 4 maanden, dochter van E. van Zwetselaar en H. J. Raben. Dirk, oud 16 maanden, zoon van J. Beversluis en H. A. C. van der Haak. Arie, oud 4 maanden, zoon van A. van Gu- lijk en N. de Jong. Cornelis Louw, oud 53 jaren, gehuwd met A. Post- humus. Sebastina de Wijs, oud 50 jaren, gehuwd met J. van Grimsven. ONDERTROTJWDJ. M. Millenaar met A. van Wijk. D. de Lugt met C. Lammers. GEHUWD P. D'haene met M. van Woerkom. J. van den Brand met M. van Aalst. Gedeputeerde Stnten der provincie Noord-Holland hebben den I 1 dezer aan de waterschapsbesturen van dit gewest eene circulaire gerigtwaarin gezegd wordt, dat het in oorlogstijd wenschelijk kan zijn, tot het stellen van militaire inundatien ge- bruik te maken van bestaande poldergemalen die in dat geval daartoe vooraf moeten geschikt zijn gemaakt, en dat de minister van oorlog er uit dien hoofde prijs op stelt, telkens wanneer soortgelijke gemalen gestichtof aan bestaande belangrijke her- stellingen uitgevoerd worden daarvan kennis te dragenten einde met de daarbij betrokken bestureu te overleggen omtrent het inrigten dier werktuigen tot het voorschreven doel. Gedeput. Staten hebben mitsdien de waterschapsbesturen verzocht om bij stichting of vernieuvving van poldergemalen b'.nnen den kring van het waterschap gelegen, daarvan aan den minister van oorlog ten spoedigste kennis te geven. Afdeeling„Haarlemmermeer". Op de vergadering van de afdeeling Haarlemmermeer der Hollandsche Maatschappij van landbouw25 Aug. 1.1., te Nieuw-Vennep gehoudenzijn benoemdtot onder-voorzitter, de heer G. B. 't Hooft; tot penningmeesterde heer A. de Zeeuw en herbenoemd tot secretaris de heer S. Vis. De heeren J. G. Schone en J. C. van de Blocquery Jr. hadden beiden verzocht om niet herbenoemd te wordenwegens hun wonen buiten den polder. Met leedwezen ziet iederdie belang in de afdeeling stelt, deze beide heeren hunne plaatsen in het be- stuur verlaten, al billijkt men ook de reden van hun bedanken. Beiden waren in 1862 in het bestuur gekozen en hebben ge durende twaalf jaren in verschillende betrekkingen het belang van de afdeeling met ijver voorgestaan. Door de afdeeling Haarlemmermeer zijn de heeren Herman F. Bultman en B. BieshetHel afgevaardigd naar de algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouwte Dordrecht te houdeu. Men leest in Semper Firens het volgende De land- en tuinbouwer is gaarne geneigd tot klagen en outevreden zijn nu is het te nat en dan is het te droog. Dit klagen was dan ook in de vorige maand zeer over de droogte en juist deze droogte heeft ons van de aardappelen-ziekte ver- lostde sterke hitte, die wij gehad hebben, heeft de schim- melplant doen bezwijken men vindt hier noch elders een zweem van de gevreesde ziekte, en het is te wenschen dat die woe- kerplant voor goed gestikt is nadat wij daar bijna 30 jaren mede opgescheept zijn geweest. Het is waar de vroege soor- ten zijn geel en dor, doch de tijd van rijpheid is daar; men legt ze ook twee maanden vroeger dan voor dat de ziekte be stond den reuk langs de aardappelenvelden heelt men niet en de late soorten zijn nog groen en in vollen wasdom. De drooge jaren zijn geen schadelijke boeren-jaren maar de nachtvorsten, die ons schade berokkenen, veel meer dan de droogte ooit doen zou. Moergestel. 0. J. Vorsterman van Oijen. De heeren C. A. A. Dndok de Wit, A. van Lennep en J. P. R. Galesloot te Amsterdam, en K. J. W. Ottolander te Boskoop hebben het initiatief genomen van een in de maand October 1875 te houden internationale vruchtententoon- stellinggepaard met een pomologisch kongres. Hoofddoel dezer tetitoonstelliug en van dit kongres is: het brengen van eenheid in de benamingen der vruchten-soorten. De groote werkzaamheden en veelzijdige kennis die tot het bereiken van een zoodanig omvangrijk doel worden vereischt maken eene algemeene medewerking der grootste binnen- en buitenlandsche specialiteiten in de ooftboomteelt noodzakelijk. Ten einde die medewerking te erlangen en deze zaakals zij den noodigen bijval vindtnaar behooren voor te bereiden hebben bovengenoemde heeren zich gewend tot een dertigtal bekwame mannen in het ooftvak, alien invloedrijke en des- kundige personeu die uit hun midden eene kommissie hebben benoemd om de voorberaidende maatregelen te nemen en als bestuur te fungeren, Deze kommissie bestaat uit de heeren A. van Lenneppre sident; mr. D. Visser, penningmeester; C. A. A. Dudok de Wit, K. J. W. Ottolander, J. A. Alberts, te Boskoop; W. Boomkamp, te Noordwijk J. Copijn te UtrechtJ. Jurrissen te Naarden C. J. van der Oudermeulen te 's Gravenhage C. G. Overeynderte Boskoop en J. P. R. Galeslootsecretaris. Fehrmans zoogenaamde „Pferdeschoner zijn eene nuttige uitvindingdie o. a. onlangs op de landbouw-tentoonstelling te Bremen met goud bekroond werden. Daar wij vernemen dat zij ook op de aaust. landbouw-ten toonstelling17 Sept., te Dordrecht te zien zullen zijnmeen- den wij dit met een enkel woord te moeten vermelden, om de bezoekers dier tenloonstelling vooraf op deze op zich zelf nuttige iustelling at tent te maken. De secretaris der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, de heer P. F. L. VValdeck, vermeldde deze, voor a He paar- denhouders zoo belangrijke toestelleuop de laatste bladzijde van zijn onlanas bij Roelants te Schiedam, uitgekomen „Fer- slag omtrent de internationale landbomc-tentoonstelling"gehouden van 13 21 Junij 1874 te Bremen, op welk verslag wij bij deze gelegenheid tevens de aandacht vestigen. Afbeeldingen dezer toestellen waarop wij later terug hopen te komen vindt meu o. a. in de Ackerbau-Zeitung25 Maart 1874 en de uit- slag eener proefneming te Halle er mede genomenin het „Zeitschrift des landw. Central-Fereins der Prov. Sachsen N°. 7 1874. Op Donderdag 1 October zal te Rotterdam in het Hotel des Pays-Bas (korte Hoogstaat), de tweede algemeene verga- gaderina worden gehouden van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Blijkens de dezer dagen verzonden circulaire hebben zich tot hiertoe afdeelingen gevestigd te ArnhemAmsterdam Bos koopUtrecht, 's Hage en Rotterdam, terwijl zich als zamen- werkende Vereenigingenmet haar verbonden hebben de Al gemeene Vereeoiging voor Bloemenholleucultuur" te Haarlem het Koninklijk Zoologisch Genootschap „Natura artis magistra" te Amsterdam, het ..Zoologisch botanisch genootschap", te 's Gravenhage en de Vereeniging „Loco et tempore"te Amsterdam. De heer C. Beuraer te Delft deelt in Sempervirens het vol gende middel tegen bloedluis mede. In het voorjaavzoodra dezelve zich op sommige Appel- boomen alhier menigvuldig vertoonden bestreek ik die plaat senalsmede de scheuren in den stam en takken met verdund carbolzuuren ik had na dien tijd geen last meer van die insecten terwijl het middel geen schade aan de booineu selnjnt toegebragt te hebben, daar dezelve, na van de luis bevrijd te zijn veel beter doorgroeiden. Masteilbl'oek1 Sept. De verkoop van hooi is in den laatsteu tijd in deze streken zeer toegenomen. De vele aan- vragen naar het buiteuland doen de persen overdrukte hebben. Men besteedt voor prima kampereilandsch f 22 tweede soort 20, voor mastenbroeksch hooi p. m. f 19 de 500 kilogram. Uillfseil1 Sept. De vroeg gezaaide boekweitdie niet door vorst geleden heeft, zal spoedig gemaaid worden. Van de later ingezaaide, ofschoon mild in bloei staande, ziet men weinig tegemoetdaar de droogte ze belette behoorlijk zaad te zetten. Zij wordt hoofdzakelijk als veevoeder gesneden. De prijs der vette Varkens is sedert 8 dagen 12 a 15 verhoogd deels door de vraag voor Belgie en Frankrijk, deels door den verhoogden prijs van Amerik. Spek. Honderden zijn in otize environs aangekoeht om buitenslands verzonden te worden. Texel1 Sept. De oogst van gemaaid zeegras was ditjaar gunstig; kwantiteit ruim en kwaliteit uitmuntend, terwijl het gunstige weder de bereiding bevordert. Als een gelukkig teekendat de ambachtsstand in de geuieente Utrecht nog ruimschoots werk kan vinden kan zeker dienendat voor den aan- bouw van de verschillende werken op dit oogenblik handen te kort komen aan goede tdmmerlieden en metselaars is dan ook groote behoefte, zoo zelfs, dat voor de laatsten 20 cent per uur loon betaald wordt. In de laatste jaren was de arbeid om dezen tijd van het jaar al aan het minderen. Een geweldige brand heeft in het dorp de Hoen de stalling en de schuur van den landbonwer L. de Wit geheel in asch gelegd. Bij den brand kwamen om 2 paarden, 1 stier, 1 koe, 6 kalveren, 1 varken en 6 kip- pen, terwijl mede een groote partij granen eene prooi der vlammen werd. De schade wordt berekend op 22,000. Een en ander was verzekerd voor f 11,000. De heer F. W. Funkierphysisch instrumentmaker te Haarlemheeft ons kennis doen nemen van een uiterst eenvoudig, gemakkelijk vervoerbaar en weinig kostbaar werktuigjedat zeer doeltreffend is om ongenoode bezoe kers uit een vertrek te weren. Wanneer het werktuigje aan de binnenzijde op den grond tegen de deur geplaatst is, dringeu, bij eene poging om de deur te openen, een paar stalen punten hoe langer hoe dieper in den grond, en verhinderen het openen der deur volkomen terwijl tevens een wekker in beweging gebragt wordtdie niet ophoudt te slaan zoolang de drukking tegen de deur aanhoudt en het werktuigje opgewonden is. De toestel wordt sedert eenigen tijd ook in de fabriek van den heer Funckler vervaardigd. Twee kinderen, Jacobus Antonius Haaselaar, 6 jaren, en Johannes Kramer, 8 jaren oud hadden het ongelnk, bij de oude Zaagmolenpoort te Amsterdam in het water te vallen. Eene bleekvrouw, met name Maria Mag- dalena Sumaat wed. Alders, 62 jaren oud, (wonende Tuinstraat, Nachtslo- tengang, O O 101), ontdekto het gevaar, waarin de kinderen verkeerden bedacht zich geen oogenblik, duwde zelfs mannen op zijde, ging, zooals zij gekleed was, te water, en had het geluk de drenkelingen aan wal te bren gen. Wij vernemen dat de kloeke vrouw reeds meermalen, op gelijkc wijze, de redster is geweest van menschenlevens. Zeker verdient zij de hulde en dank van alien. De zelfmoordmanie is in de laatste dagen te 's Hage toegenomen. In het begin der week beroofde zich een schocnmaker door ophanging van het leven, en eenige dagen later is het getal van hen die zich op dergelijke wijze het leven hebben benomen tot drie geklommen, namelijk een klee- dermaker en een winkelier in boter en kaas in het Western de. Den 1 dezer heeft een eenvoudig man aan den Helder een staaltje van strikte eerlijkheid gegeven. Een jongmensch had eene portefeuille met 275 aan bankpapier verloren, en spoedig meldde de vinder, een jon- gentje, zich aan. Men vernam van hem dat een ander hem eerst hadafge- raden het gevondene terug te brengen, doch dat zijn vader den verleider met een ernstige vermaning had afgewezen. Eene belooning van f 25 viel den vinder ten deel, die, daarmede ten hoogste tevreden, spoedig zijne ouders ging opzoeken. Ten be wijze van 't n^it der matigheidswetten, deelt de Boston Gazette uit eene stad in Massachusetts het volgende feit mede Wij kwamen in een hotel, waar ik een glas brandewijn met water verzocht. Mijn vriend, lid van den gemeenteraadzag den waard en deze op zijn beurt mijn vriend aan, en beiden waren met de zaak verlegen. In de geheele stad mag geen droppel drank verkocht worden," zeide de waard eindelijk. //Ver- kocht," herhaalde mijn vriend. //Zoo is het," bevestigde de eigenaar van het hotel. Maar ge moogt hem toch wel geven Ook dat met de politie heeft er reeds verscheiden gevangen genomen, die drank voor niet gaven." Ik zuchtte diep en de waard haalde knipoogend twee gla- zen voor den dag, die hij op de tafel zette. //Waar is de brandewijn riep ik uit, versmachtend van dorst. Die mag ik onder geen c^kel voor- wendsel geven," sprak de waard nogmaals, maar de mogelijkheid kan bestaandat iemand mij dien met geweld ontneemt." Daarop draaide de aan de wet zoo gehoorzame man zich omwaardoor de hals van een nesch uit zijn zak te voorschijn kwam. Mijn vriend ontnam hem deze, niettegen- staande den niet zeer heftigen tegenstand van den eigenaar, schonk in en vulde de glazen verder met water, terwijl de waard de opmerkmg maakte, dat hij dat geestrijke vocht als geneesmiddel steeds bij zich droeg. Daarop legde mijn vriend geld op tafel en antwoordde op de vraag van den waard wat dat te beduiden had: //Dit geld geef ik in betaling voor een schepel gerst, die ge echter maar voor me bewaren moet, tot ik hem eens laat ha-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1874 | | pagina 2