- 184 -
BESLUIT tot li effing van schoolgeld voor
het meer uitgebreid, lager onderwijs te Haar-
lemmermeer.
VERORDENING op de invordering van het
schoolgeld voor meer uitgebreid lager onderwijs
te Haarlemmermeer.
Polilerwezen.
LaiidlRHiw.
Geldelijke nitkomsteu tier Engelsche Kaasfabrieken.
van schoolbehoeften onder het schoolgeld niet zullen begrepen
zijn, wordt het besluitzonder hoofdelijke stemming, vast-
gesteld.
Het luidt als volgt:
De Gemeenteraad van Haarlemmermeer heeft besloten
Art. 1. Voor het bijwonen van het meer uitgebreid lager
onderwijs te Haarlemmermeer zal eeu schoolgeld worden ge-
heven, ten bedrage van twee gulden vijftig cents voor elken
leerling per kwartaal.
Art. 2. Onder het schoolgeld zijn niet begrepen de kosten
van schoolbehoeften.
Art. 3. Voor elken leerling is, al woont hij slechts den
maal in de drie maanden, aanvangende den eersten der maan-
den Januarij, April, Julij en October, de lessen bijhet
voile schoolgeld voor die drie maanden verschnldigd.
Art. 4. Het schoolgeld voor minderjarigen is verschuldigd
door hunne ouders of voogden.
Art. 5. Onvermogenden kunnen door Burgemeester en Wet-
houders van het betalen van schoolgeld worden vrijgesteld.
Gedaan te Haarlemmermeer, ter openbare Raadsvergadering
van den 3 September 1874.
(get.) J. W. Lantzendoeffer, Voorz. (get,) Eggink Secret.
11°. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming vast-
gesteld eene verordening op de invordering van het schoolgeld
luidende als volgt:
Art. 1, Voor den vijftiendeu van elk der maanden Januarij
April, Julij en October wordt door den onderwijzer aan Bur
gemeester en Wethouders overgelegd eene lijst der leerlingen,
welke zich tot bijwoning der lessen hebben doen inschrijven.
Die lijst wordt ingerigt naar een door Burgemeester en Wet
houders te verstrekken model.
Art. 2. Op de lijst wordt door Burgemeester en Wethou
ders vermeld het door elken leerling verschuldigde schoolgeld.
Nadat de lijst door gemeld Collegie is vastgesteld wordt
zij gesteld in handen van den gemeente-ontvanger, ter invor
dering van het door elk verschuldigde.
Art. 3. De gemeente-ontvanger geeft aan elken leerlingof,
voor minderjarigen aan hunne ouders of voogden, kennis van
het door hen verschuldigde.
Art. 4. De betaling moet plaats hebben binnen vier weken
na den datum der kennisgeving.
Art. 5. De invordering van het schoolgeld zal overigens
geschieden volgens de artikelen 258 tot 262 der Wet van
29 Junij 1851 (Staatsbl. n°. 85).
Vastgesteld door den Gemeenteraad van Haarlemmermeer,
den 3 September 1874.
(get.) J. W. Lantzendorffer Voorz. (get.) Eggink Secret.
(Vervolg en Slot in ons volgend nummer).
De indijking van het Wieringermeer was het onderwerp, dat. den
27 October werd behandeld, in de vergadering der afdeeliug Koop-
handel van Felix Mentis. Dit plan, van veel aktueel belang, daar in
de najaarsvergadermg van de Staten van dit gewestde vraag zal worden
besproken, of voor deze indijking al dan niet subsidie zal worden
verleend of toezegging van subsidie zal worden gedaan, werd toe-
gelicht door den heer J. C. de Leeuw, dijkgraaf van den Anna-
1'aulownapoldcr, die met de heeren J. Breebaart Kzn., A. J.Kaan,
S. E. Sieuwerts, jhr. rar. D. van Foreest, V. Loder, M. Cohen
Stuart, J. Tool, J. van Gijtenbeek, D. Schenk, A. Schenk, jhr. mr.
J. H. van Foreest, F. L. de Leeuw, P. Schuurman, B. Beukenkamp,
D. Mantel, C. Zijp, J. Groot, K. Klay, Th. J. Waller en J. L.
T. Groneman, alien behoorende tot de besturen van waterschappen
in het Noerderkwartier, de kommissie uitmaakt, welke zich ten doel
heeft gesteld de indijking voor tc bereiden, om later de uitvoe-
ring aan eene Maatschappij over te laten, aan welke de koncessie zal
worden overgedragen en de eventuele subsidien van den Staat en vande
provincie zullen worden afgestaan. De hoeveelheid grond door de
indijking te verkrijgen is 20,000 hektaren puike grond, hetgeen door
boringen is bewezen, fde waarde van iedere hektare geschat op
f 1000 minimum, door anderen op f 1400) en een kapitaal vrn
23 millioen is met de zaak gemoeid, inbegrepen het renteverlies
gedurende de vier jaar dat de ingedijkte gronden, om betere ge-
schiktheid ter bebouwing te verkrijgen, onbebouwd zullen blijven.
De indijking zal zijn begreDsd ten noorden door dc Zuiderzee
en het eiland Wieringen, ten oosten door de Zuiderzee, ten zui-
den door Medemblik en de noord-hollandsche kust, waar gevon-
den worden de zeeweringen van West-Friesland, van den polder
Waard en Groet, een klein gedeelte van die van den Wieringer-
waard en eindelijk die van den Anna-Paulownapolder, tot op 500
meter bewesten de van Ewijcksluis, ten westen der genoemde pol
ders en de Zuiderzee.
De toelichting van den heer de Leeuw werd voorafgegaan door
een historisch overzigt van de indijkingen in het Noorderkwartier,
en werd gevolgd door een kort aebat over technische bijzonder-
heden, waaraan deel namen de heeren mr. H. J. van Lennep, mr.
P. J. Hingst, mr. J. G. A. Faber, Langerhuizen, burgemeester
van Huizen, en de ingenieur J. A. van Prehn, welke iaatste de
kommissie in hare werkzaamheden heeft bijgestaan.
De heer A. G. M. Wunderink, te Warnsveld, is voor de
som van 12.49 per vim, aannemer geworden van kribhout,
ten behoeve van het polderbestuur te Steendereu.
Zwtflle2 Nov. De vraag naar geperst booi blijft aanhou-
den. Iedere week worden van hier p.m. 200,000 p. afgele-
verd. Nooit zag men zooveel drukte met de pers als dit jaar,
wat op de Thorbeckegracht veel vertier geeft en aan de
schippers belangrijke voordeelen oplevert. De verzendingen
geschieden meest van hier over Nieuwediep of Harlingen
naar Engeland.
Op de den 31 Oct. alhier gehouden groote najaars-paar-
denmarkt, waren p.m. 750 stuks van alle soorten aan de lijn.
Voor paarden van zessen klaar werden groote sommen be-
steed. Door Hoilandsche kooplieden werden veel werkpaarden
opgekocht. De jonge graspaarden waren gezocht. Voor de
slagtbank werd veel gekocht. Alles, behalve weeldepaarden, tot
lagere noteringluxepaarden /500 a 700; werkpaarden tot
350 2-jarige graspaarden 200 a 300 veulens 80 a 175
voor de slagtbank 30 a 110.
Utrecht, 3 Nov. Heden nacht heeft het zoo hard gevro-
ren, dat de buitenwaters met een ijskorst bedekt waren. Zeer
vele veehouders hebben het melkvee op stal gehaald.
Bevervvijk31 Oct. Op onze najaars-veemarkt werden he
den aangevoerd 578 stuks. Door de hooge eischen der hou-
ders was er echter weinig leven in den handel.
De Amsterd. Courant meldt uit Texel, dd. 29 dezer:
„Wij kunnen nog dit jaar de aanbesteding van de inpol-
dering van het Noorden alhier verwachten. De voordeelen
daaraan verbonden zijn: 1°. aanwinst van circa 600 hectaren
bouwgrond2°. bevrijd te zijn van het kostbaar onderhoud
aan den Noorderdijk; 3°. volmaakte uitwatering van den daar-
achter gelegen polder Waal en Burg, waardoor men in staat
zal zijn het land niet alleen te weiden, maar ook te bouwen,
waarvoor die kleipolder zoo allezins geschikt is."
Als een bijzonderheid kan worden gemelddat bij een
schapenfokker alhier een schaap voor de tweede maal in dit
jaar een lam heeft geworpen.
In de zitting der Provinciate Staten van Noord-Holland
op Dingsdag 3 November, is o. a. ter Grilfie nedergelegd een
brief van Gcdeputeerde Statenbetreffende het adres om sub
sidie voor de droogmaking van het Wieringermeer, en is
aan Gedeputeerde Staten gerenvoijeerd een adres van de Hoi-
laudsche Maatschappij van Landbouw voor de aanstelling van
rondtrekkende leeraars.
Voor zoover bekend is, zijn in den loop der week van 25
tot en met 31 October 11. in de provincie Noord-Holland
twee runderen uithoofde van longziekte outeigend en afge-
maakt, en wel 1 te Nieuwe-Niedorp en 1 te Sloteu.
Te Rosmalennabij 's Hertogenboschzijn bij den lar.d-
bouwer H. Hanegraaf 3 runderen, als lijdende aan longziekte,
onteigend en afgemaakt. Het vleesch is, met toestemming
van den veearts van Driel uit Stratumverkocht. Nog vier
stuks vee zijn afgezonderd en onder behandeling van gemel-
den rijks-veearts,
Naar aanleiding van het artikel over het maken van fabriek-
knas, in het Weelcblad n°. 38 opgenomen, heb ik voor
de lezers dezer courant een vertaald uittreksel doen gereed-
makenvan een merkwaardig schrijvenin de Agricultural
Gazette van 5 September 1874, n°. 36.
De Heer J. P. Sheldon, te Sheen bij Ashbourne, de mede-
bestunrder van eene kaasfabriekgeeft daarin zeer belangrijke
mededeelingen.
Vooral nu het schijnt, dat in Nederland reeds opgerigle
kaasfabrieken slechte geldelijke uitkomsten gavenis het van
belang dat men ook eens hoort hoe gunstig de rekening der
Engelsche fabrieken uitkomt.
In plaats van de nuttige zaak zelf af te keuren en als een
verkeerde onderneming voor te stellenzal het welligt zaak
zijn eens naauwkeurig na te gaanhoe de iabrieken daar,
waar ze in Nederland slechte uitkomsten gavenbeheerd en
ingerigt zijn.
Eabriekmatig maken van kaas is m. i. zoo voordeelig voor
alle partijendat het niet zoo heel lang meer zal duren of
het is in Nederland even algemeen als nu reeds in Amerika.
Groningen, October 1874. Jb. Boeke.
Toen S. dit artikel voor De Vollcsvlijt vertaalde, heeft hij zeker bij
vergisaing gallons als liters betiteld en daardoor de onjuistheid laten druk-
ken dat u de fabrieken nu aan de veeboeren 3235 cent voor de liter
melk betaalden, vroeger 2532 cent." Dit moet rijn gallons 4.54 liter,
en tegen dien prijs is het nog mooi genoeg vo.l" da melkverkoopersdie
bijna niets geen onkosten hebben.
„Naauwelijks vijf jaren geledenbestonden de kaasfabrie
ken nog niet anders, dan als een vrome wensch van hen die
er toen ter tijd voor ijverden. Door de meeste landbouwers
werden zij beschouwd als de hersenschim van eenige droo-
mers. Zij noemden het denkbeeld eene utopie, die waarschijn-
lijk nooit tot werkelijkheid zou kunneu worden. Sleehts zeer
weinigen geloofdendat deze zaak in Engeland uitvoerbaar
zou zijnen nog minder dat zij er ooit algemeen zoude wor
den. Die kaasfabrieken werden als eene Amerikaansche nieu-
wigheid aangezien, die men met omzichtigheid zoo al niet
met wantrouwen moest begroeten. Zelfs gij die er niet ongun-
stig over dachten, zagen er niet anders in, dan een omslag-
tig, onaangenaam redmiddel, waartoe men zijne toevlugt
moest nemenwegens de toenemende schaarsheid en onbe-
kwaamheid der melkmeiden en den achteruitgangdie in
het algemeen gehalte der Engelsche kaas blijkbaar plaats had.
Wat meer zegtde warmste voorstanders waagden het niet
eens te beweren dat de fabriekmatig vervaardigde kaas in hoe-
danigheidde op de oude wijze bereidde zou overtreffen of
zelfs evenarennoch ook dat zij den ouden verbeurden roem
der Engelsche kaas zou vermogen terug te winnen, of op de
markt de plaats heroveren vvaaruit deze door de Amerikaanshe
kaas verdreven was. Wel voerde men aandat door de op-
rigting van kaasfabriekende taak der vrouwen op de boer-
derijen aanmerkelijk zou worden verligt en dat hunne mannen
er per slot niet armer door zoude worden. Ook pleitten naar
men zeide, voor het systeen de meerdere regelmatigheid en
gelijkheid in kleur en gehalte, die daarvan het gevolgzouden
zijn voorts de mogelijkheid om de melkmeiden, die toch schaarsch
werden, geheel af te schaffen de kans dat de landbouwer
zijne melk op de voordeeligste wijze zou omzetten en einde
lijk de voordeelendie voor de geheele streek daaruit zouden
voortvloeijen. Dit was ongeveer alles, wat ten gunste der kaas
fabrieken 5 jaar geleden werd aangevoerd.
„Thans weten wij op nog meerdere en grootere voordeelen
te vvijzen, die wij kunnen staven met de reeds verkregen re-
sultaten.
„Thans zijn de Derby en Longford fabrieken ongeveer 5
jaar in werking, en in dien tusschentijd zijn nog verscheidene
anderen opgerigt. Alle eerlijke en bevoegde beoordeelaars moeten
nu bekennen dat het systeem volkomen goed kan toegepast
worden en reeds gelukt is in die streken van Engeland waar
veel melkerijen zijn. Toch zijn er nog enkele „Oude Britten"
over zeldzame verschijnsels gelukkig 1 die er niet in gelooven
en er evenwel in de krachtigste bewoordingen tegen ijveren.
„Dit zijn de genen die zich niet de moeite gegeven heb
ben de zaak behoorlijk te onderzoekeu sommigen zelfs wilden
er niet eens het juiste van weten; maar over zulke lieden
maken wij ons niet eens boos, want zij zullen binnenkort een
even hopeloos uitgestorven ras zijnals de Mammouth en Ple-
siotaurus.
„Nu dan, wij verdedigers der kaasfabrieken voeren thans aan
dat hare productenoveral waar zij opgerigt zijn, in hoe-
danigheid en prijs de kaas der beste melkerijen evenaren
niet alleenmaar overtreffen. Ik kan gerust verzekeren dat
geene enkele gewone melkerij in Derbyshire gedurende 1873
een prijs van p. m. 100.per 100 kilogr. voor hare kaas
gemaakt heeft of haren eigenaar eene wiust van bijna/0.40
per gallon ruim 0.08 per liter) over al de verkregen melk
verschaft heeft, noch ook wier onkosten bij de bereiding niet
meer beliepen dan 5.64 per 100 kilogr. verkochte kaas.
En toch zijn deze resultaten van de kaasfabrieken te Wind-
ley in het verloopen jaar verkregen. Ik noodig niet uit tot
het maken van deze vergelijkingomdat ik toch wel weet,
dat er waarschijnlijk geen snkelen boer in het graafschap is
(uitgezonderd zij die hunne melk naar de fabrieken of naar
de steden zenden) die weet hoeveel gallons melk zijne mel
kerij in een bepaald tijdsverloop oplevert, ook niet wegens
het feit dat er mogelijk op de duizend zuivelboeren niet een
is, die van zijne melkerij eene geregelde jaarlijksche staat op-
maakt, welke al deze bijzonderheden bevat. Indien er velen
waren die alzoo handelden en dan die opgaven vergelekeu met
de uitkomsten der fabrieken, voorzeker ze zouden verwonderd
staan over het verschil in hun nadeel.
„Voorts beweren wij dat fabriekskaas 8.00 a 12.00
per 100 kilogr. en soms nog meer dan den gemiddelden prijs
opbrengt, dien elken boer voor zich er voor zou kunnen maken,
indien hij zijne melk niet naar de fabriek bragt, maar volgens
het oude systeem kaas maakte.
„In de fabrieken wordt de melk niet afgerooradzooals in
meerdere of mindere mate op de boerderijen voor kaasberei-
ding geschiedt. Sommigen zeggen dat wij hierdoor een verlies
lijden, dewijl wij nu geen versche boter kunnen hebben.
„Wij zijn van het tegenovergestelde gevoelen. Vele veehou-
houders zijn in de noodzakelijkheid hunne melk althans ge-
deeltelijk af te roomenomdat hun kaas bersten en rijzen zou
en minder goed smaken. Maar ons kan het niet schelenhoe
dik een' landbouwer zijne weiden besmet. Onze kaas zal er
niet onder lijdenal zijn de weiden nog zoo geil alles wat
wij aangaande de melk verlangenis dat ze ons frisch en
zuiver aan de fabriek bezorgd worde. Daarenboven moet men
niet vergeten dat de fabrieken eene aanzienlijke meerdere winst
bezorgendoordien de kaas, die er gemaakt wordt, terstond
in den handel kan gebragt worden en gewoonlijk ook veel
jonger verkocht wordt dan op de boerderijen gemaakte kaas,
en dat zoodoende het verlies aan gewicht, door het liggen
om rijp te worden tot een minimum teruggebragt is. Aan de
kaasfabriek, waarvan schrijver dezes de eer heeft medebestuur-
der te zijn de fabriek van Holms werd onlangs 1000
kilogr. kaas afgeleverddie sedert ze uit de pers gekomen
was nog geen 5 ons per kaas aan gewicht had verloren. En
dit moet niet eens uitsluitend toegeschreven worden, aan den
graad van droogte, die de kaas bereikt heeft, bij het verlaten
van de pers, maar aan de geheele wijze van bereiding. Ge
durende de hooioogst woog eens een' naburige pachterdie
thans zijne kaas te huis maakt, eerst zijne melk en daarna
de kaas die er van bereid was, zoodra deze uit de pers kwam.
Hij bekende mij dat het hern niet gelukt was uit eene zekere
hoeveelheid melk evenveel kaas te verkrijgen, als wij aan de
fabriek deden; hij had zijne melk niet afgeroomd maar wij
natuurlijk evenmin,
„Het verschil ten gunste van de fabriek was, als ik mij
wel herinner, /30.
„Ten Iaatste voeren wij ter aanprijzing van de fabrieken
aan, dat zij eene heilzame gewoonte van zuinigheid zullen
aankweeken op de boerderijen en dat zij in het maatschappe-
lijke leven der veehouders eene geheele omkeering zulleu te
weeg brengen. Zij zullen eene lastige, moeielijke taak van
de schouders der boerin nemen, die in den regel door de
zorgen voor het gezin en de andere huishoudelijke pligten
toch reeds genoeg te doen heeft, zonder de last van kaas
maken er bij; ook van eene groote verantwoordelijkheid en
van veel hoofdbreken zal zij op die wijze bevrijd worden.
Inderdaad, het is bijna onmogelijk al de voordeelen op te
sommen die aan deze hervorming verbonden zijn, of die te
overschatten.
„Er behoort tot het fabriekmatige kaas bereiden, geenerlei
geheim of bijzondere inwijding ofschoon enkelen voorgeven
dat dit wel zoo is, maar dit doen zij om concurrenten te
weren. Er is niets in, dat een tamelijk ontwikkeld en ver-
standig mensch niet binnen een paar maanden volkomen kan
meester wordenlater zou hij niet veel ondervinden, wat hij
niet reeds binnen genoemden tijd had kunnen opmerken. Als
ik hem bij den aanvang uitgelegd heb en ten algemeene
nulte hoop ik zulks later in dit Weekblad te doen welke
verschillende warmtegraden er zijn moeten en de redenen daar-
voor, wat de juiste hoeveelheid stremsel is, hoe grootte mate
van zuur er ontwikkeld mag worden en welke de jniste ver-
houding van zout is, die met den wrongel moet vermengd wor
den, dan zal hij gemakkelijk, door nauwkeurig toezien op de
bewerking en door op alle onderdeelen goed te letten, zich
binnen den zooeven genoemden tijd kunnen bekwaraen om
eene fabriek te besturen.
„In Amerika heb ik in de meeste gevallen varkensmeste-
rijen in de buurt der kaasfabrieken gevonden. De wei wordt
zoo doende op de plaats zelf verbruikt, waardoor het anders
onvermijdelijke, lastige wegvoeren daarvan uit de fabrieken
onnoodig wordt. Ik geloof dat men op die wijze de varkens
veel beter zou kunnen vetmesten dan te huis op de boerde
rijen. Zij zouden met de goedkoopste soort graan gevoederd
kunnen worden en hun voedsel in de fabriek gestoomd en
warm aan hen verstrekt wordenhetgeen hen veel spoediger
vet zou maken. De Amerikanen berekenen een flink varken
op 4 koeijenmaar in Engeland, waar de koeijen meer melk