- 2 - Haarl emmer meer. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven Maatregelen tegen de Longziekte onder liet Rundvee. Landlbouw. Aangezien de Iioofdopzigter heeft gerapporteerd, dat tegen dit verzoek geene bezwaren bestaan en het wenschelijk is dat dit gedeelte Veldweg verkocht worde, zijnde dit het laatste in deze Sectiewordt voorgesteld te besluitenbehoudens de goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord- Holland en nadat bedoelde weg aan de publieke dienst zal zijn onttrokken, aan den Heer G. W. Koning in koop af te staan den eigendom van het gedeelte Veldweg, gelegen langs kavels N°. 24, 25 en 26, Sectie FF van de polderkaart, ter grootte van 73 aren 10 centiaren, deel uitmakende van perceel kadastraal N°. 1072, in Sectie I, in het geheel groot 74 aren 60 centiaren, voor de som van driehonderd gulden per hectare, of 219.30, vermeerderd met 444.voor de waarde van het inbegrepen veen, en alzoo voor een geza- menlijke som van 663.30 vrij geld, en verder onder de voorwaarden waarop aan anderen Veldwegen zijn verkocht. Dienovereenkomstig wordt besloten. t VII. Daarop brengt diezelfde Commissie, bij monde van den Heer Jhr. J. B. van Merlen, rapport uit in zake het praeadvies tot verkoop van een gedeelte polderkade aan de Commissie van voorbereiding voor de verveening van den Akerpolder; onder Sloten, en wel de kade, behoorende langs de ringvaart van den Haarlemmermeerpolder, van den tegen- woordigen Akermolen tot aan den Sloterrolbrugom daarop te bouwen een nieuwen voor de verveening noodigen molen. Na gehouden briefwiiseling hierover en de Iioofdopzigter in zijn rapport hieromtrent o. a. van meening is dat niet minder dan 1500.per hectare moet worden gevraagd deelt de Heer L. Rutgers van Rozenburg deelt mededat de geheele kade door den Ileemraad D. IVP. Wisbciomvan Giessendam is te koop aangeboden voor 1500.rnaav, aangezien die kade per jaar aan pacht en huur opbrengt 165.80, is waarschijnlijk een koopsom van 1500.voor het geheel te gering en moet hier vermoedelijk aan eene of andere onjuiste opvatting worden gedacht Trouwens reeds bij brief van 31 Januarij 1863, werd aan het Bestuur van den Akerpolder de kade te koop aangeboden voor 1500 per hectare. Dijkgraaf en Heemraden hebben daarop aan het Bestuur van den Akerpolder geschreven, dat zij geen bezwaar hadden om voor den tijd van twaalf maanden in regt van opstal uit te geven het aangevraagd gedeelte polderkade om daarop eenen molen te bouwen, en aan de Commissie, belast met het ontwerpen van een plan tot verveening van den Akerpolder, geantwoord, dat zij besloten hebben aan de Vergadering van Hoofd-Ingelanden voor te stellen1°. aan het eventueel Bestuur over te dragen de geheele kade, met inbegrip van de aanlegplaatsthans in huur bij G. van der Starre te Sloten, tot 31 Maart 1880 tegen den prijs van 1000. per hectare, onder de gewone voorwaarden, waarop tot heden de kaden zijn verkocht, wat betreft de verpligting van onderhoud als anderzins; 2°. dat een gedeelte kade nabij de rolbrug te Sloten ten alien tijde moet bestemd blijven voor aanlegplaats voor ponten, voor overweg bij herstelling van den Sloter rolbrug, enz.; 3°. dat het gedeelte Eingvaart door de eventuele koopers voor het gedeelte kade, onder sub 2 vermeld, op de bepaalde diepte moet worden onder- houden. De redenen, waarom zij zijn afgeweken van het advies van den Iioofdopzigter betreffende de te stellen hoofdsom, zijn: 1°. het belang om de kade te verkoopen, omdat het onder houd van-hetringvaartsboord van gemelde kade alsdan komt ten laste van de Commissie hierboven genoemd, en 2°. omdat de prijs van 1000.per hectare, waarvan de helft der oppervlakte water bedraagt in verband tot den koopsom waar- voor andere kaden zijn verkochthoog genoeg is gesteld. De geheele te verkoopen oppervlakte bedraagt voor beide perceelen 2,61,08 hectaren. Mitsdien stellen Dijkgraaf en Heemraden voor dienovereen komstig te besluiten. De Heeren Jhr. J. B. van Merlen en J. A. Repelaer wenschen den verkoopprijs bepaald te zien op /1500.in plaats van 1000.per hectare. De Heer Dr. C. E, Heynsius zegt, dat die zaak reeds lang hangende is en zal gaarne den polder ontheven zien van het onderhoud dier kade, dat in den beginne een misverstand bij de koopers bestaan beeft, daar zij in den waan verkeerden als-zoude de geheele kade voor 1500.te koopen zijn, terwijl het Dagelijksch Bestuur een cijfer van 1500.per bunder bedoelde. Nadat nog in overweging wordt genomen of het bezit van bedoeld gedeelte kade al dan niet noodzakelijk bij de vervee ning kan geacht wordenwordt zonder hoofdelijke stemming beslotenom de Commissie van verveening vier weken beraad te laten om meergemeld gedeelte kade tegen 1000.per bunder te kunnen koopenterwijl na dien tijd door dit Be stuur den koopprijs zal worden verhoogd. VIII. Wordt gelezen een voorstel tot afkoop van polder- lasten aan verschillende Polderbesturen van dezen inhoud Zoo als uwe Vergadering bekend iswordt door den Haar lemmermeerpolder lasten betaald aan polders, voor gronden die hij daarin bezit. Bij de onteigening voor de daarstelling van de Ringvaart en Ringdijk zijn van verschillende polders gedeelten grond afgenomen waarvan het gevolg is geweest dat deze polders in uitgestrektheid zijn verminderd. Bij de ont eigening is, volgens beweren van verschillende Besturen, de toezegging gedaan door de toenmalige Meer-Commissiedat de lasten der in te nemen gronden ten alien tijde zouden worden betaald. Uit de archieven dier Polderbesturen en uit die van den Haarlemmermeerpolder is daaromtrent niets te vinden. Wat hiervan zijn mogetot voor eenigen tijd zijn de lasten aan de verschillende polders betaald geworden, niet alleen voor de gronden welke in die polders door ons water- schap bezeten wordenmaar ook voor gronden gelegen buiten de bedoelde polders, hetzij tot Ringvaart vergraven, hetzij binnen die Ringvaart gelegen. Ten einde echter eene regeling voor het vervolg te verkrijgen en dezen abnormalen toestand te beeindigen, hebben wij bezwaar gemaakt verder over de tot Ringvaart vergraven of daarbinnen gelegen gronden lasten te betalenen mitsdien aan de Besturen dier polders geschreven dat wij ophielden met lasten te betalen voor grondendie de Haarlemmermeerpolder in hunne polders niet meer bezit. Het gevolg hiervan is geweest, dat enkele besturen de tusschenkomst hebben ingeroepen van Gedeputeerde Staten van Noord- en van Zuid-Hollandom den Haarlemmermeerpolder tot betaling te verpligten. Dit schijnt echter geen gewenscht gevolg te hebben gehad. Ten einde alsnu voor het vervolg deze zaak te kunnen regelenis aan de verschillende Polderbesturen geschreven om een mondeling onderhoud te hebbenzij hebben daaraan voldaan en elk bestuur heeft een geraagtigde afgevaardigd. De uitslag van dit onderhoud is geweestdat is overeen- gekomen aan deze Vergadering voor te stellen1°. af te koopen de schuldpligtigheid der gronden die vroeger deel hebben uitgemaakt van bovenvermelde polders tegen den pen ning tien2°. als maatstaf voor den verkoop vast te stellen het gemiddelde bedrag van den aanslag over de laatste aeht jaren, als over de jaren 1866 tot en met 1873 3°. aan te zuiveren de aanslagen tot en met 1873, zoo als die door de besturen der respectivelijke polders zijn gedaanzoodat in 1874 geene betaling wordt gedaan over de gronden in kwestie. Het gevolg van dezen afkoop zoude zijn dat zulks zou bedragenvoor den Elsbroekerpolder in eens 924.20, voor den Veender en Lijkerpolder (buitendijks) in eens 570.80, voor den Kagerpolder in eens 336.45, voor den Venneper- polder in eens 310.50, voor den Vosse en Weerlanerpolder in eens 398.40, voor den Rooversbroekpolder in eens 982.80, voor den Bennebroekerpolder in eens 155.40 en voor den Oosteinderpolder in eens 129.95 te zamen ongeveer f 3808.50. Dit bedrag kan ten gevolge van nadere berekening gewijzigd worden. Daarotn wordt voorgesteld een bedrag van 4000 daarvoor beschikbaar te stellen en te nemen het navolgende besluit Dijkgraaf en Heemraden te magtigen1°. met bovenver melde besturen overeenkomsten aan te gaan tot afkoop van schuldpligtigheid aan bovenvermelde polders 2°. dat die afkoop zal geschieden tegen den penning tien3°. als maatstaf voor dien afkoop aan te nemen het gemiddeld bedrag van den aanslag over de laatste aeht jaren, als over de jaren 1866 tot en met 1873 4°. aan te zuiveren de aanslagen dier polders tot en met 1873, zoo als die door de besturen der respectieve polders zijn gedaan5°. de betaling te doen plaats hebben uit den post Onvoorziene uitgaveu der loopende dienst. Namens de Finantieele Commissie, dienstjaar 1874, wordt door Jhr. J. B. van Merlen geadviseerd om dien afkoop goed te kenren en toe te staan. De Heeren Mr. J. D. Viruly, Mr. J. P. Amersfoordt, Dr. C. E. Heynsius en de Voorzitter voeren daarover het woord, waaruit duidelijk blijkt dat van de zijde der betrok- ken polderbesturen volstrekt geen regt bestaat tot heffing van bedoelde lastenmaar alleen een gevoel van billijkheid vordert dat er een afkoop plaats vindedaar bedoelde polder besturen indertijd van de toenmalige Commissie van droog- making geheel ter goeder trouw en zonder schriftelijke be- wijzen gestaafd de verzekering aannamendat die lasten ten alien tijde zouden worden voldaandat er dus alleen een moreel regt bestaat, waardoor een geschikte afkoop geheel zal worden geregtvaardigd. Naar aanleiding dezer beschouwingen wordt het Dagelijksch Bestuur gemagtigd om den afkoop met de daarbij betrokken polderbesturen te bewerkstelligen en wordt het voorstel daar toe zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. IX. Vervolgens wordt namens de Financiele Commissie even- genoemd, door Jhr. van Merlen geadviseerd tot goedkeuring van een staat van betalingen ad 282.55 uit den post onvoor ziene uitgaven, dienstjaar 1874. Waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De agenda afgehandeld zijnde, vraagt de Voorzitter of de Vergadering ook bezwaren heeft nog twee zaken te behan- delendeze vraag toestemmend beautwoord wordendekomeu ter tafel 1°. een Iste Suppletoire Begrooting, dienstjaar 1874, in ontvang en uitgaaf ten bedrage van 8768.33. 2°. Het Suppletoir Kohier, dienstjaar 1874 ter grootte van 24 hectaren 39 aren 75 centiaren, tot een bedrag van 268.33. Beide welke zaken zonder hoofdelijke stemming worden goed gekeurd en vastgesteld en met betrekking tot het Suppletoir Kohier de termijn van betaling bepaald op 2 November e. k. XI. Niemand der leden meer het woord verlangende, wordt deze zitting door den Voorzitter gesloten. Tot Zetters der Directe Belastingen zijn voor de gemeente Haarlemmermeer herbenoemdde heerenA. van Riessen en J. van Vuurenen benoemd, in de plaats van den heer J. G. Schone, (vertrokken)de heer Mr. J. P. Amersfoordt. In de Raadsvergadering van den 24 December 1S74 zijn de jaarwedden van de Hulp-onderwijzers M. van Tol en J. Huibers verhoogd tot 500.eD is aan van Tol eene toe- lage toegekend van 50.— 'sjaars, voor het geven van on- de°rwijs in Wiskunde, in eene te houden Avondschool. Voorts is benoemd -tot Hulp-onderwijzeres aan de school N° 2, mejufvrouw J. A. M. Bottingageboren Gloeke, en wel voor den tijd van den jaar. Tot Leden der Plaatselijke School-Coramissie werden her benoemd, de heeren: D. Eggink en J. van Vuuren, en be noemd, de heer P. S Zijlmans. van 23 December tot 29 December 1874, GEBOREN: Johanna Wilhclmina, dochter van H. van der Eem en A. -C. Ker9ten. Cornells Jan, zoon van D. Aisser en R. van Brussel. Leendert, zooij van A. van den Berg en D. Gelein. Johanna Maria, dochter van J. van Dongen en C. van Yelsen. Theodoras, zoon van K. Voerman en M. van der Gragt. Franciscus, zoon van W. van Gei- ven en C. Smakman. Cornelia, dochter van J. Biemond en M. van der Bos. Adrianus, zoon van J. van Oudenaaren en M. Vermeer. Cornells Theodoras, zoon van N. Smakman en A. M van der Mei. Bastiaanzoon van L. Blom en A. Meulekens. OVERLEDENTrijntje, oud 1 dag, dochter van J. Bakker en G. Da vidson. Jan, oud 7 maanden, zoon van J. Stokman en D. Lutken- huis. Sophia Catharina, oud 11 weken dochter van H. Potmain en M. E. de Man. Margje Zuidervaartoud 54 jaren, gehuwd met Ja cob Kroon. ONDERTROUWD: geene. GEHUWD: H. E. van Keulen met J. Bouwman. W. Zeedijk met J. M. P. Muijs. Door den Commissaris des Konings in de provincie Noord- Holland is aan de Gemeentebesturen de volgende missive ge- zonden omtrent: Aan de heeren Burgemeesters der Gemeenten in Noord-Holland. Ik heb de eer Udoor plaatsing hierachtermededeeling te doen van een uittreksel uit eene bij mij ontvangen missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, van 4 Decem ber j.l. n°. 49, 9e Afdeelingbetreffende maatregelen tot be- stijding der longziekte onder het rundvee. Ik beveel U aan om overeenkomstig den inhoud van 's Ministers missive te handelen. De Commissaris des Konings in de provincie Noord-Holland. RoeLL. 'a Gravenhage, 4 December 1874. De maatregelen tot bestrijding der longziekte, welke gedu- rende dit jaar zijn toegepast, zijn met een gunstigen uitslag bekroond. In Noord-BrabantNoord-Holland en Utrecht komt die ziekte siechts sporadisch voor en in Zuid-Holland is de ziekte merkbaar afgenomen. In Friesland zijn nog de meeste brandpunten van besmet- ting, maar ook in die provincie is de toestand in de laatste maanden veel gunstiger geworden. Is deze uitkomst, bij seherper toezigt dan vroeger, in den weidetijd verkregen, dan mag men met grond verwachten dat gedurende den winterwanneer het toezigt op het vee in de stallen gemakkelijker is, al moge in de eerste maanden na de opstalling, zooals gewoonlijkhet ziekeneijfer toenemeu de vermindering der ziekte nog veel grooter zal zijn. Het door longziekte aangetaste vee wordt onmiddelijk afgemaakt en het vee hetwelk dientengevolge in verdachten toestand ge- raakt, wordt geheel afgezonderd gehouden en ingeent. Na weinig weken zijn alle verdachte runderen, die de smetstof in zich hebben opgenomen door de ziekte aangetast en dien tengevolge afgemaakt. Alle smetstof zou dan vernietigd zijn, en de longziekte zou van den Nederlandschen veestapel zijn gewekenindien niet door achteloosheid van sommige veehouders, of door over- trediug van wettelijke bepalingen door anderen, de smetstof op gezonde veebeslagen wierd overgebragt en daardoor nieuwe brandpunten van besmetting ontstonden. Sommige veehouders toch ontzien zich niet zieh bij het ver dachte vee van vrienden en buren te begevendaarmede in aanraking te komen en zoodoende de smetstof op hun eigen vee over te brengen. Anderen trachten het bestaan der ziekte onder hun vee te verzwijgen en verkoopen het zoodra zij de eerste verschijnselenalleen merkbaar voor hen die dagelijks met het vee omgaanbespeuren. Daardoor verspreidt zich de ziekte soms naar verwijderde streken. Tegen het eerste kwaad kan welligt goede raad helpen. Ik verzoek U daarom de Burgemeesters in alle gemeenten waar zich van longziekte verdacht vee bevindt, aan te schrijven de veehouders ernstig aan te manen zich te onthouden van het bezoeken van stallen waar zich van longziekte verdacht vee bevindt, en de eigenaars van verdacht vee evenzeer te ver- manen zich te onthouden van het bezoek van stallen waar zich gezond vee bevindt. Tegen enz. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Heemskerk. Spailkercil30 Dec. Daar alles nu met sneeuw bedekt en daardoor alle veldarbeid onmogelijk is, heeft de landman tijd om over het bijna afgeloopen jaar na te denken. Over het ahremeen heeft het jaar 1874 hem stof tot tevredenheid ge- gevende oogst van bijna alle gewassen was goed en de prijzen daarvoor bedongen waren redelijk. Zelfs heeft de land man dit jaar nog een buitenkansje gehad met zijn ooft, dat tot goede prijzen werd afgezet. De houtverkoopingen zijn nu weer in gangde prijzen van het hout zijn immer stijgende. DoetincllCin, 31 Dec. Het hier bestaande veefonds heeft in 1873/1874 aan 1% pet. kontributie ontvangen 836.39. Sedert de oprigting werden verwaarborgd 1202 koeijeii en 407 geiten, terwijl op het oogenblik verzekerd zijn 418 koeijen en 60 geiten, welke te zaraen eene waarde van 48,334 representeren. Breda. 30 Dec. Hier zijn vier paarden van de veld-artil- lerie, als lijdende aan den kwaden droesafgemaakt, den paard is aan die ziekte gestorven. Texel, 30 Dec. Zelden was het koopen en verkoopen van landerijen en de bestede koopsommen alhier zoo druk en hoog als thans, hetgeen voor het notariaat en de registratie in de eerste plaats niet onvoordeelig is. In den tijd van cirka twee maanden is voor ongeveer een ton gouds aan land omgezet, terwijl nog vele veilingen aanhangig zijn. Hummelo30 Dec. Ten einde den bloei der jaarmarkten in deze gemeente te bevorderenheeft de Gemeenteraad be sloten met ingang van het aanstaande jaarde marktgelden af te schaffen. De indijking van den Westpolder, achter Vierhuizen tijde- lijk gestaakt door de financiele debacles van de aannemers zal worden voortgezet en voltooid voor eigen rekening. De aannemers zijn in der minne van hunne verpligtingen ontslagen, Voor zoo ver bekend is, hebben zich in den loop der

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1875 | | pagina 2