1875. Vrijdag, 16 April. I\K 16. V A N AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Zestiende Jaar gang. Prijs van het Abonnement: in het Jaar Prijs der Advertentien van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/2 Cent. Haarlcminernieer-Polder. VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN HAARLEMMERMEER. Prijs van een enkei, Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam. Utterly It VFoensriag.) Gronte Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. I)e op den 6den April 1875 door Dijkgraaf en Heemra- den van den Haarlemmerineerpolder gehouden verpachting van het grasgewas der wegen in dien polder, in 92 perceelen heeft opgebra^t de som van f 6813; alle vvelke perceelen aan de respectieve pachters zijn gegund. van den Flaarlemmermeerpolder, op Woensdag den 16den December 1874, des morgens ten 10 ure, in het lokaal van Staats te Haarlem. Voorzitter de Heer J. W. M. van de Poll, Dijkgraaf. Tegenwoordig 18 LedenalsDe Heeren: A. J. G. Tim- MERMANS, J. W. M. VAN DE POLL Mr. J. P. AmERSFOORDT A. WlJNANDS, D. W. P. WlSBOOM VAN Giessendam l)r. C. E. Heynsius, J. J. Korthals, P. Langerhuizen Lz., J. G. Schone, H. A. Hanedoes, Jhr. W. A. L. Mock, PI. van Wickevoort Crommelin, Jhr. Mr. J. A. Repelaer C. W. Graaf van Limburg Stirum Mr. T. L. L. Prins, Mr. J. 1). Viruly J. Blokland en P. Knaap Gz. Afwezig met kennisgevingde HeerenG. A. van Houweninge Gz., A. van der Beek en Jhr. J. B. van Merlen. I. De V oorzitter opent de Vergadering en de Notulen van den 30 September j.l. worden^gelezen en goedgekeurd. II. De volgende mededeelingeu worden daarop gedaan a dat de kas van den Penningmeester op 15 December jl. eene waarde aanwees van 45,109.55, zich verdeelende in 15,109.55 aan divers papier en kontanten en 30,000 in prolongatie uitgegeven; b. dat de voorraad steenkolen aan de verschillende stoomtuigen bedraagt 21,400 hectoliter, en de bestelling is gedaan van ongeveer 15,000 hectoliter voor genoemde stoomtuigen; c. dat van Dijkgraaf en Hoogheem- raden van Rijnland goedgekeurd is terug ontvangen de Reke- ning van den Penningmeester over het dienstjaar 1873; d. dat evengenoemd Collegie een zelfde goedkeuring heeft ver- leend aan de Ie Suppletoire Begrootingdienstjaar 1874; e. dat Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland goed keuring hebben verleend aan den afkoop van polderlasten aan verschillende Besturenalsmede aan den verkoop van gedeelten Veldweg en Dijkgrond aan de Erven van wijlen den Heer Cock te Leiden dat gemelde Heeren Gedepu teerde Staten hebben berigtgeen termen te vinden om eene beslissing te nemen in zake het verschil tusschen de Besturen van Rijnland en den Haarlemmerineerpolderbetreffende den afkoop van schuldpligtigheid aan eerstgenoemd Watersclmp, en bij den Advokaat Mr. Aug. Philips te Amsterdam een advies wordt ingewonneug. dat het gelijk maken van een gedeelte Ringdijk tusschen den Spaarnwouderdwarsweg en den IJwegalsmede dat tusschen de Kruis- en Bentiebroeker- wegen is aangenomenPerceel N°. 1 door G. Smit voor 3450.— 2, Wegge en Joosens, 869.3, Wegge en Joosens, 2996.h. dat de op den 28 November jl. aan den Cruquim gehouden houtverkoopingheeft opgebragt/ 109.35; i. dat door den Hoofdopzigter een zeer belangrijk rapport is ingediend betreffende de waterstanden in den Polder en de middelen om die te verbeterenwelk stuk zal worden gedrukt en daarvan Exemplaren aan de Leden rondgezondenen voor het publiek verkrijgbaar zullen worden gesteldk. dat heden morgen een adres is ontvangen van den Heer H. van Wicke voort Crommelin waarbij deze door koop eigenaar verlangt te worden van de strook grond, loopende ten Noorden van den Kruiswegen thans bij den Heer Adressant in huur bezetenwordt besloten het stuk in handen te stellen van het Dagelijksch Bestuur, ten fine van praeadvies. III. Wordt aan de orde gesteld een voorstel tot verkoop van een gedeelte kade van den Akerpolder, tegen den prijs van 1000.per hectare, en wijders onder de voorwaarden zoo als die zyn vermeld in de missive van 30 Mei en 5 October 1874, dezes jaarsN°. 295/93 en N°. 551/135; doch aangezien de kas van den Akerpolder voor het oogenblik in de bedoelde uitgaaf niet kan voorzien en de noodige midde len daartoeen ter bestrijding van de kosten van andere met de verveening van den polder in verband staande werken zullen moeten gevonden worden uit eene leeningte sluiten onmiddellijk nadat concessie tot verveening zal zijn verkre- genverzoekendat de levering en betaling van den onder- vverpelijken koop eerst zal plants hebben op 1 Maarll876, of zooveel eerder als de concessie zal worden verkregenzoo- dat baten en lasten over het jaar 1875 nog zouden komen ten voor- en nadeele van den Haarlemmerineerpolder. De acte van verkoop wenscht men ten overstaan van den Notaris D. van Osenbruggen te Nieuwer-Amstelte passeren. Dijkgraaf en Heemraden stellen voor het verzoek van boven- gemeld Bestuur in te willigen en dienovereenkomstig te be- sluiten. Welk voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd IV. Daarop wordt gelezen een voorstel tot verkoop eener pont, waaromtrent de Iloofd-Opzigter het uavolgende heeft berigt „Bij het hellingen der ponten is gebleken dat zij over het algemeen gebrekkig worden. De twee laatste ponten, die thans op de helling staanzijn zelfs zoo gebrekkig, dat het aanzienlijke kosten vorderen zal hen in behoorlijke orde te brengen. Het komt mij voordat een dier ponten zeer goed gemist kan wordenmen heeft thans meer ponten dan noodig zijn en betaalt daarvoor dus onderhoudskosten zonder er dienst van te hebben. Na het verkoopen der groote rivierpont heeft men thans nog zeven ponten voor drie pontveerenen zoo men nog een pont verkocht en dus zes ponten overhield waarvan er drie voor de gewone dienst, en drie voor de reserve, dan zouden wij nog ruim voorzien zijn. Ik heb de eer UEd Gestr. dus voor te stellen een der twee thans op de helling staande ponten tot verkoop te bestemmen en daaraan dus slechts zooveel te doen als noodig is om haar boven water te houden. De gelden, die de verkoop opbrengt, kun- nen dan dienen om de kosten der herstelling van de andere thans gehellingde pont te dekken." Dijkgraaf en Heemradenzich volkomen vereenigende met het voorstel van bovengenoemden ambtenaar, stellen mitsdien voor dienovereenkomstig te besluiten. De heer Mr. J. P. Amersfoordt bespreekt den naar zijne meening slechten toestand van de thans bestaande pont bij den Schinkelpolder en acht L.l beter om de thans ten verkoop voorgedragen pont op dat punt te plaatsen. Spreker noodigt daarop den Heer Hanedoes uit, als beter met dien toestand bekendom zich te verklaren. Laatstgenoemde heer zegt, dat, naar zijne zienswijze, be doelde pont goed is, en zoude den veerman eene toelage wen- schen te geven; tegen welk laatste de Heer Schone aanvoert, dat dit builen den weg ligt van het Bestuur, vermits bedoelde veerman van wege het Bestuur van den Schinkelpolder is aan- gestelden dit dus ook dien persoon salarieert. De Voorzitter beantwoordt de gemaakte opmerking, als zoude de polder overbodige ponten bezittendoor te zeggen dat reserve-ponten zeer noodig zijn bij herstelling van bruggen als anderzins. Na deze gedachtenwisseiing wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. V. Komt ter tafel een voorstel, naar aanleiding van een adres door L. Kieviet tot het bekomen van restitutie voor hem opgelegde boetealdus luidende Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de onderge- teekendeL. Kieviet, te Haariemmermeer, op 31 Maart 1874 aannemer geworden zijnde van tifee vaste bruggen over den Lissertogt, voor de som van 8764.— Dat bij de beta- ling van den eersten termijn van evengenoemd werk door Dijk graaf en Heemraden is gekort wegens boete van latere op- levering van het werk, 26 dagen a 20.off 520. Dat de oplevering van het werk werkelijk zooveel dagen later heeft plaats gehaddoch het gevolg is gevveest daarvan dat de ijzer- werken niet door den fabriekant op tijd geleverd zijn geworden. Dat zulks buiten de schuld van ondergeteekende heeft plaats gehad. Dat evenwel de passage van rijtuigen op den be- paalden tijd kon plaats hebbenzonder dat dienaangaande eenige stremming is veroorzaakt. Redenen waarom hij beleefdelijk UEd. verzoekt, van dio boete te worden ontslagen. Door den Hoofdopzigter is daarop het volgende gerap- porteerd „Het werk, dat op 15 Augustus moest gereed zijn, is eerst op 11 September voltooid geweestzoodat de aan nemer L. Kieviet, volgens het Bestekvoor 26 dagen te late oplevering 520.is gekort. L. Kieviet spreekt waarheid, als hij zegt dat de geheele duur van die te late oplevering aan den ijzerfabriekant Schretlen te Leiden, is te wijten; en dat trouivens het verkeer over de bruggenalsmede de waterlossing er door heen,- op den bepaalden tijd kon plaats hebben. Zoover waren de bruggen toen gereedmaar de ijzeren leuningen waren nog niet op het werk, zoodat de bruggen van houten noodleuningen werden voorzien. Die ijzeren leuningen werden eerst op het werk ontvangen na den 15 Augustus, en toen men met het stellen daarvan bezig wasopenbaarden zich gebrekendie de terugzending naar de fabriekom verandering te maken vorderden. De schuld der te late oplevering ligt dus niet aan L. Kieviet en daar de polder geen nadeel van de vertraging heeft ondervonden, adviseer ikhet verzoek om restitutie in te willigenmet dien verstande evenwel, dat L. Kieviet zal betalen 52.50, welke de polder heeft moeten uitgeven voor toezigt gedu- rende den werk tijd na den opleveringstermijn." W ordt voorgesteld te besluiten aan L. Kieviet terug te betalen een bedrag van 467.50, zijnde het bedrag°der beloopen boete, na aftrek der 52.50, welke de polder heeft moeten uitgeven voor het toezigt gedurende den werktijd na den opleveringstermijn. De Vergadering besluit daarop conform het voorstel. VI. De Rekening en Verantwoording van het Hulpfonds over het dienstjaar 1873, onderzocht en goedgekeurd by het Dagelijksch Bestuur, wordt ter fine van nader onderzoek gesteld in handen van de Heeren P. Langerhuizen Lz. H. A. Hanedoes en Jhr. Mr. J. A. Repelaer, als leden der Finantieele Commissie uit Hoofd-Ingelanden. II. Volgt nan de orde de Begrooting voor het dienst jaar 1875. Het rapport, des betreffende, wordt bij monde van den Heer Mr. T. L. L. Puins voorgelezeu, en luidt als volgt: RAPPORT der Commissie, benoemd in de Ver gadering van Hoofd-Ingelanden van den Haar- lemmermeerpolder van 36 September 1874, tot het onderzoeken der Begrooting voor het jaar 1875. Mijne Heeren De Commissie, benoemd in uive Vergadering van den 30 September 11.tot onderzoek der Begrooting voor 1875, heeft zich na de ontvangst der stnkken met het onderzoek dier Begrooting onledig gehouden. Onder dankbetuiging aan den geachten Dijkgraaf, voor de welwillende wijzewaarop hij der Commissie de gevraagde inlichtingen heeft verschaft, heeft zij de eer als resultant van haar onderzoek het navolgende te rapporteren: Weinige posten hebben aanleiding tot bedenking gegeven. Waar sommige hooger of lager geraamd zijn dan die van het vorige jaarzoo vindt men daarvau de reden in de Memorie van 1 oeliohting vermeld, zoodat de Commissie het over- bodig heeft geoordeeld om wanneer zij zich met die posten kon vereenigen, daarbij in haar rapport afzonderlijk stil te staan. oor dat uwe Commissie overgaat tot de vermelding der enkele posten waaromtrent zij eenige opmerkingen wenscht in het mi.'den te brengenis het haar aangenaam te consta- teren dat de Polder-omslag, die, wegens de hooge steenko- lenprijzen de laatste twee jaren 11.per bunder bedroeg, thans, ten gevolge der aanmerkelijke daling dier prijzen, tot op 9. kan worden vermiuderd; eene vertnindering, die zeker alle Ingelanden welkom zal zijn, en die de Commissie ver- onderstelt. dat ook door uwe Vergadering zal worden goedge keurd. Hoofdstuk II. Art. 4, Volgnr. 19, Onderhoud van ponten en roeibooten. De Commissie stelt voor dit Artikeluitgetrokken op 10 50. te verhoogen met 170.en alzoo te brengen op 1220.De aanleiding daartoe is, dat men bij de begrooting der kosten voor aankoop van twee nieuwe roei booten, ten bedrage van/200.gerekend heeft op houten loeibooten. De Hoofdopzigter heeft echter aan de Commissie te kennen gegeven dat hij het wenschelijk achtte, indien tot het aanjeoopen van ijzeren roeibooten kon worden besloten ofschoon hooger in prijs dan de houten, vereischen zij min der kosten aan onderhoud en kunnen veel langcr dienst doen. De Commissie kan zicli met het gevoelen van den Hoofdop zigter vereenigen en stelt daarom bovenvermelde verhooging voorals zijnde een nieuwe ijzeren roeiboot begroot door den Hoofdopzigter op 185.Mogt uwe Vergadering daartoe besluiten, dan kan de verhooging van 170.uit den post van Onvoorziene Uitgaven worden uevondenen zal deze daarmede behooren te worden verminderd. Art. 6c, Volgnr. 21, Bezoldigingen van MachinistenMole- naars, enz. Dc Commissie merkt op, dat voor een vasten Nachtwacht aan den Cruquius eene som van 6.'s weeks wordt uit getrokken terwijl aan de andere stoomtuigen het nachtwa- ken aan het in dienst zijnde personeel om beurten tegen 0.60 per nacht is opgedragen. De j-eden daarvan is, dat de persoon van P. Stortenbeker dien men als vaste Nacht- waker wenscht aan te stellen, sedert jaren nachlelijk als stoker in dienst van den Polder, doch thans wegens zijn hoogen leeftijd niet meer voor zwaar werk geschikt is. Of schoon er hierdoor een kleine verhooging van uitgaven ont- staat, zoo heeft de Commissie geen bezwaar tegen dezen post, met het oog op den hoogen leeftijd van den betrokken persoon en diens langdurige dienst. Hoofdstuk IV. Art. 4, \olgnr. 31, Aflossing van schuld. De meerderheid der Commissie is tegen de voorgestelde buitengewone aflossing van 12,000.— Zij wenscht voorals- nog aan die gelden geene bestemming te geven, maar die in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1875 | | pagina 1