- 166 -
Haar 1 emmer meer.
Bij d^n Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
Landbouw.
Doesborgli13 Oct. De verpachting der landerijen van het
gasthuis alhier heeft opgebragt 4563; in 1869 bedroeg de
verpachting 3665.
Berig't omtrent de longziekte onder het rundvee.
f^eineng-de iferigten.
het regt. Wij zijn ket ook er over eens, dat de informaliteit invloed
op de verkiezing moet hebben nitgeoefend, zal de verkiezing vernie-
tigd kunnen worden. De eenige vraag bier is zijn de steminen
van Sloten en Sloterdijk geldig of niet De heer Godefroi beweert
dat die stemmen ongeldig zijn, maar heeft dit niet bewezen. De
stembriefjes hebben de zegels, .zij wijzen een persoon duidelijk aan,
zijn beboorlijk ingevuld. Wat ontbreekt er dan tocli aan die briefjes?
Zijn zij op de straat gevonden of onder weg in verkeerde banden
geraakt Beweert iemand, dat zij vervalscbt zijn De gansche
zaak komt hierop neder, dat zij in twee bnssen geworpen zijn, in
plaats van eene bus. Mag men ze daarorn niet vertrouwen De veel
besproken informaliteit heeft de briefjes zelve intact geiaten, en
dus geen invloed kunnen uitoefenen op den uitslag der stemming.
De heer Messchert van Vollenhoven meent, dat de hoofdvraag is,
of de gekozene de volstrekte meerderheid heeft gehad en niet, of
alle de bij de wet voorgeschreven formaliteit.en zijn r.agekomen P
Straf van nietigkeid is nergens in de kieswet bedreigd. De beoor-
deeling van ieder gegeven geval is aan de Kamer overgelaten. Ook
spr. neemt het bestaan der informaliteit aan, welke hierop neder-
komt, dat de splitsing van het kiesdistrikt de sanctie mist van
den minister van binnenlandsche zaken. Maakt die informaliteit het
resultaat der keuze minder geloofwaardig Dat kau hij niet inzien
Bovendien, wie zijn die onbevoegde leden van het stembureau?
Personen, door den gemeeteraad wettig benoemd.
De heer de Jonge zegt, dat een instinktmatig gevoel zich bij
hem opdringt, dat bier eene soort van parti-pris bestaat, en dat die
opvatting niet uit de luoht gegrepen is, bleek hem uit het einde
vau de rede des heeren Viruly, die gewaagde van de wenschelijkheid
dat de zaak op zich zelve wierd beoordeeld. Juist met het oog op
de persoonlijkheid die het hier geldt, heeft hij deze zaak nog meer
dan anderen met naauwgezetheid overwogen en hij is tot de over-
tuiging gekomen dat het antwoord op die vraag naauw zamenhangt
met het standpunt dat de Tweede Kamer op dit gebied moet innemen.
Dat moet zijn het standpunt van jury, niet van regtbank. A.ls wij als
regterlijk kollegie oordeelen, dan vragen wij naar bewijzen. Als
jury beoordeelen wij het morele der daadzaken. Ook beroept hij
zich op de Bosch Kemper, die leert, dat alleen dan eene verkiezing
nietig moet verklaard worden, die den uitslag der verkiezing twyfel-
achtig maakt. De vraag is voor hemis de gekozene degene,
die de meerderheid heeft gewild? Spr. aarzelt niet die vraag, op
het standpunt, waarop hij zich plaatst, bevestigeud te beantwoorden.
De heer Jonckbloet komt op tegen het gezegde van den heer
de Jonge over een parti pris.
De beer de Jonge zegt, dat de heer Jonckbloet het door hem ge-
sprokene in vicieusen zin opgevat heeft. Voor zooveel de heer
Jonckbloet meent, dat sprcker de bedoeling had om iets onaange
naams te zeggen, verklaart hij dat dit volstrekt niet in zijne be
doeling lag, en dat hij dus geheel misbegrepen is voor zooveel
hij iets minder aangenaams mogt gezegd hebben, trekt hij dit
gaarne in.
De heerMesschert v. Vollenhoven zegt, naar aanleiding van het advies
van den hr. Viruly, dat ook hij niet gering acht het niet in acht nemen
van formaliteiten door burgemeesters en vertrouwt dat in zoodanig
geval eene berisping niet zal uitblijven. Maar spreker bedoelde, dat
al de last van die informaliteiten op de ongelukkige kiezers neder-
komt, die toch reeds niet zeer geneigd zijn tot kiezen en andermaal
naar de stembus zullen moeten gaan als de konklusie der minderheid
wordt aangenomen.
De Voorzitter herinnert dat de konklusie van de minderheid der
kommissie luidt»te beslissen, dat bij de stemopneming van den
9 Junij 1875 in het hoofdkiesdistrikt Haarlemmermeer voor de ver
kiezing van een lid voor de Staten-Generaal geene volstrekte meerder
heid van stemmen door mr. F. J. J. baron van Heemstra is verkregen
en die heer, bij gevolg, niet als lid der Kamer kan worden toegelaten,
en dat een afschrift vau dit besluit, bij wijze van uittreksel uit de
notulen dezer vergadering, zal worden toegezonden aan Z. Exc. den
minister van binnenl. zaken, ten einde in dezen verder te handelen
als zal bevonden worden te behooren." Hij zal nu het voorstelder
meerderheid van de kommissie, strekkende tot toelating van den
heer van Heemstra in stemming brengen. Wordt dit afgestemd, dan
zal het voorstel der minderheid geacht worden te zijn aangenomen.
Het voorstel der meerderheid wordt daarop verworpen met 53
tegen 16 stemmen, zoodat besloten is den heer van Heemstra niet
toe te laten.
Tegen stemden: de heeren Mirandolle, Mees, Bredius, Gratama,
van der Hoeven, van Eck, Hevdenrijck, de Jong, Jonckbloet, Hingst,
Vening Meinesz, Corver Hooft, Godefroi, Rombach, Bastert, van
Rappard, Idserda, Gevers Deynoot, Blusse, de Vries, Lenting, de
Biebersteiu, van Kerkwijk.van den Heuvel, Tak van Poortvliet,
Arnoldts, Cremers, van Baar, Blom, Borret, C. van Nispen, van
der Does, van der Kaay, de Casembroot, van Asch van Wijck, Smidt,
Bergsma, Kops, de Roo, van Hnrinxsma, van Houten, Schepel, Sand-
berg, Zylker, Maekay, Geertsema, van de Putte, Stieltjes, Kap-
peyne, Begram, Smitz, Yiruly en de Voorzitter.
Voor: de hh. van Wassenaer, Bichon, van Loon, de Jonge, Kerens,
Teding van Berkhout, Messchert van Vollenhoven, van den Berch,
HafFmans, Nierstrasz, Insinger, Luyben, Vader, Fabius, Schimmel-
penninck en Schimmelpenninck van der Oye.
Predikbeurten op Zondag 17 October 1875.
Te Abbenes, des voormiddags (geene Godsdienstoefening.)
Kaag, namiddags ten 2 ure.
De heer H. C. Bervoets, predikant te Abbenes en Kaag,
heeft eene beroeping ontvangen naar de gemeente Cubaard.
Agenda voor de Vergadering van den Gemeenteraad
van Haarlemmermeer, op Donderdag den 21 October
1875 des voormiddags ten 10 ure, in het Raadhuis.
1°. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2°. Benoe-
ming van een hulp-onderwijzer voor school n°. 1, voordragt:
L. Kieviet. 3°. Idem van idem voor school n°. 2voor
dragt: J. Pelger te Arnhem, en W. Bakker, te Wildervank.
4°. Verzoek van E. Karstens, om ontheffing van zijne honden-
belasting. 5°. Idem van J. de Jong, om afschrijving we-
gens zijnen Hoofdelijken Omslag. 6°. Als voren, van A. van
Elst. 7°. Begrooting voor 1876. 8°. Besluit tot be-
schikking over 4/5 der personele belasting. 9°. Begrooting
van het Burgerlijk Armbestuur over 1876. 10°. Besluit
tot subsidie aan gemeld Armbestuur voor 1876. 1 1°.
Brief van den schoolopziener in het 5e district, te Haarlem,
houdende voorstel tot verhooging der jaarwedden van hoofd-
en hulp-onderwijzers. 12°. Adres van M. Verhagen, om
verhooging van tractement als gemeente-ontvanger. 13°.
Adres van J. Buijn, gemeente-opzigler, om als voren.
14°. Adres van Mej. J. D'huij, hulp-onderwijzeresom als
voren. 15°. Adres van E. van Zwetselaarhoofd-onderwij-
zer, om als voren. 16°. Suppeletoir kohier van den Hoof
delijken Omslag voor 1875.
van 6 October tot 12 October 1875.
GEBOREN Johannes, zoon van H. uit den Boogaart en M. van Es.
Catharina, dochter van L. van der Stroom en G. Offerman. Johanna
Adrians, dochter van D. Voerman en A. van Stralen. Ariaantje, doch
ter van Cornelia van Hal, ongehnwd. Iman, zoon van J. Imanse en
M. Romein. Margaretha, dochter van J. Heij en M. Paling. Maar-
tje, dochter van W. Oudshoorn en P. Gootjes. Cornelia, dochter van
K. K. Schuring en R. Lelia. Hendrika, dochter van H. EickhoffenF.
A. de Wit. Johannadochter van G. de Bie en A. van Zoest.
Hermanus, zoon vau H. van Keulen en E. M. Koolhaas. Pieternella,
dochter van J. Koole en A. Kerseboom. Abraham, zoon van J. van
der Groef en J. van der Voet. Gerritzoon van J. Reijnders en T.,
Oostwouder. Alida Agatha, dochter van P. J. Vermunnicht en C. Spran-
gera. Willempje, dochter van B. Grevenstuk en L. Tiggelman. Ste-
fanus, zoon van P. Schrama en J. Verheem.
OVERLEDENAdrianus, oud 2J jaar, zoon van A. de BreeenC.van
Duren. Jannigje, oud 20 maanden dochter van D. Hennink en W.
Kolfschoten. Arie, oud 6 maandenzoon van K. Langendoen en E.
Meuldijk. Gerrit Verkaik, oud 55 jaren gehuwd met Andrijntje Kool.
Helena Maria, oud 20 maanden, dochter vnn H. van der Meer en A.
Piepenbrink.
ONDERTROUWD D. Roja met E. Smits. C. van Wieringen (wedr.)
met M. Bakker. J. van der Spruit met L. van Vliet. M. S.Seij-
bel met P. van Okkeren.
GEHUWD A. van der Voet met J. Hendriks.
In den voormiddag van 11 dezer, omstreeks half negen
ure, is in de ringvaart nabij de Nieuwe Meerde stoomboot
Stad Amsterdamdoor de Leeghwaterdie voorbij wilde, aan-
gevaren. De schok was zoo hevigdat het barghout van de
Stad Amsterdam door midden is gebroken. Er waren veertig
personen aan boord. Zij zijn gelukkig met den schrik vrijge-
komendank zij der sterke konslruktie van de boot. De voor-
kajuit heeft echter zware schade geleden. Met moeite heeft bet
lekke vaartuig de reis voortgezet en ongeveer anderhalf uur
later dan den bestemden tijd kwain het te Amsterdam aan.
Hattem13 Oct. Het rooijen der winteraardappelen is in
deze streek in vollen gang. Gelukkig ontdekt men geen bederf.
De vrucht is goed en smakelijk. De prijzen loopen van/1.50
tot f 2.50 per hectol.
Wilsum12 Oct. De tongblaar heerscht in deze streek in
erge mate. Men is verpligt het zieke vee op stal te balen.
Zuitlwolde13 Oct. Als een bewijs van den hoogen prijs,
die tegenwoordig besleed wordt voor paardenkan dienen,
dat gisteren op de Slochter markt door den heer Marten Stol-
lenga, landbouwer te Zuidwolde, een enterveulen is verkocht
voor den prijs van 450, voorwaar eene enorme som voor
een nog zoo jong dier.
Dalfsen, 13 Oct. De tongblaar heeft zich op veschillende
sullen geopenbaard. Men was genoodzaakt al het vee dat er
door aangetast werd uit de weide te doenomdat het grazen
te moeijelijk is. De prijzen zoowel van vet als gust vee zijn
daardoor dalende.
De voorraad Scheerwol is dezer dagen voor Fransche
rekening re*. verzondeu; enkele partijenwelke onverkocht
ziju geblevet; zullen alleen tot mindere prijzen genomen
worden.
Utrecllt, 12 Oct. Bij de Zaturdag alliier gehouden veiling
van vaste goederen heeft een landbouwer aan strijkgeld de
som van 550 ontvangen. De bnitenplaats Rustenburg en ver-
schillende hofsteden en landen met bijbehoorenzijn in versehil-
lende perceelen door verschillende personen aangekocht voor
eene som v-n 220,000.
Warnsveld12 Oct. Van wege de afdeeiing Zutphen der
Geldersche Maatschappij van Landbouwis hier eene proef
genomen met den aardappelploeg. In een half uur tijds wer-
den 6 roeden aardappelen uilgeploegd, 20 rapers konden te
naauwernood het werktuig bijhouden; tevens waren de aardap
pelen zeer schoon uit den grond gehaald, zoodat men de uit-
komst allezins gunstig mag noemen.
30 prachlige hengsten van Oldenburgsch ras zijn laDgs
Utrecht naar Engeland vervoerd; zij zijn voor den aanfok be-
stemd er waren paarden bij, waarvoor 2000 betaald is.
Zwolle12 Oct. Sedert gisteren avond heeft het hier zoo
ontzetteud geregenddat de weilanden letterlijk doorweekt zijn
en vele landbouwers verpligt waren hun vee naar de slal te
halen, uit vrees voor ziek worden. Het aardappelrooijen on-
dervindt vertraging. Vele huizen hebben belangrijk geleden aan
lekkage. In den loop van den dag viel ook veel hagel.
Naar men zegt, hebben de paardenkoopers in Engeland een
kruid ontdekt, waarvan het gebruik aan de paarden een bij-
zonder gunstig voorkomen geeft, doch dat later een hartkwaal
te weeg brengt, die een plotselingen dood veroorzaakt. Vele
gevallen van dien aard zijn voorgekomgn. De berigtgever ver-
gelijkt de uitwerking van het bedoelde kruid met die van col-
chicum op jichtige personen, d. i. tijdelijke bevrijding, doch
later plotselinge dood. Jammer dat de schrijver dezer mededee-
ling den latijnschen naam van het kruid, dat aan de paarden
gegeven wordtvergat. In den laatsten tijd zijn de paar
den vergiftigd gevvorden door het eten van de takken van den
„gouden regen" (laburnum), welke aan den kant van een
weide stond.
De eerste invoer van levende ossen nit de Vereenigde Sta-
ten in Engeland is goed geslaagd. Honderd zestig ossen zijn
in goeden tvelstand te Liverpool aangekomen en de importeurs
hebben goede zaken gemaakt.
Aan inzendingen van vier Nederlanders vielen op de inter-
nationale teutoonstelling te Luxemburg zes medailles ten deel
namelijk Landre Glinderman Amsterdam, verguld zilve-
ren medaille voor een vertikaal stoomwerktuig (patent van Hats-
kin)zilveren medaille voor Corbets wanmolens, zilveren me
daille voor een gierpomp; HermanF. Bultman Haarlemmermeer
zilveren medaille, voorkaas; generaal-majoor Smits, komman-
dant van het Kolon. Militair Invalidenhuis Bronbeekbron-
zen medaille, voor ingezonden produkten en ooft uit de tuinen
van dat gestichtdr. L. Mulder Arnhem bronzen medaille
voor Landbouw-Conrant en Bijblad.
In het tijdperk van vier weken5 September tot 2 Octo"
ber 1 875, zijn, blijkens ingekomen ambtsberigten door Iong-
ziekte aangetast: in Noord-Brabant 3, in Zuid-Holland 85, in
Noord-Holland 2, in Utrecht 10, in Frieslaud 31 in het ge-
heele Iiijk 131 runderen. In het vorige tijdperk van vier we
ken waren 119 runderen door die ziekte aangetast.
De A. C. meldt het volgende. Een digte volksmassa verdrong zich 11.
Zaturdag ochtend op den N. Z. Voorburgwal en in de Damstraat, om te
genwoordig te ziju bij de lijkstaatsie der zes drenkelingen uit de Pieterja-
cobstraat. De vijf lijkkoetsen en de rouwslede werdeu gevolgd door vele rij-
tuigenwaarin de naastbestaanden en bloedverwanten zich bevonden. In
de Pieterjacobstraat hing de zwarte vlag nitalle huizen waren ge-
sloten ten blijke van deelnemiugmaar ook geen venster hoe klein ook of
men zag er een hoofd uitsteken om van verre den lijkstoet na te oogeu. Wij
durven gernst de menigte op 10,000 personen sehatten, die zich tusschen
8 en 9 ure in de rigting naar de Westerbegraafplaats bewoog, waar de
lijken werden ter aarde besteld.
Een ijzingwekkend schouwspel deed zich onlangs op zee voor aan
boord van de Glenastonkapt. Bolton te Liverpool binnen. De kapitein
rapporteert hierover het volgende': De Glenaston had te Culcutta o. a. ge-
laden een ijzeren kooi, bevattende vier prachtige Bengaalsche tijgers en een
kist met drie zeer venijnige slangenalle bestemd voor den zoologischen
tuin te Berlijn. De kisten werden tusschendeks geplaatst. Aanvankelijk ging
alles naar wenschde oppasser, een Indier uit Bengalen, voedde zijne
schrikverwekkende kostgangers tweemaal daags, die zich zeer bedaard hiel-
den. Eens evenwel, in de Straat van Malacca, was de Indier dronken, en
dien ten gevolge bleven de tijgers nuchteren. In den daaropvolgenden nacht
hoorde men eensklaps tusschendeks een verschrikkelijk gehuil van de tij
gers en dat toenam naarmate hunne woede grooter werdwaartoe de een
den ander aanzette. Eenige oogenblikken daarna vielen de ijzeren tralien en
sprongen de tijgers op het dek. Het geschreeuw de tijgers zijn losge-
broken deed alle passagiers ontwakcn.
Kapitein Bolton bleef evenwel bedaarden met donderende stem
dreigde hij hem, die zijne hut verliet, te zullen neerschieten aan de be-
manning gaf hy bevel op het dek te komen. Men gehoorzaamde. De vier
tijgersgeschrikt toen zij een zeer ontstuimige zee om zich heen ontwaar-
den waren naar aehteren gevlugt. Inmiddels liet kapitein Bolton zijn volk
wapenen. Laat mij deze jagt organiseren," vroeg de tweede stuurman
//ik ken dat volkje.//Het zij zoo!" was het antwoord. Acht van de
bekwaamste sch utters moesten toen op gelijke hoogte in de touwladders
klimmen en op een gegeven sein tegelijk vuur geven. Deze toebereidselen
werden genomen, zonder dat de tijgers, die inderdaad verwonderd schenen,
zich verroerd hadden. Vuur kommandeerde hierop kapt. Bolton. Acht
schoteu knalden op hetzelfde oogenblik. Twee tijgers storten doodelijk ge-
troffen ter neder. De derde sprong gewond op het dek terwijl de vierde
zich met een vervaarlijken sprong op een matroos in de ladder wierp. De
aanval van het verwoedde dier was zoo overweldigenddat beide over
boord in zee vielen en verdronken. De gewonde lijger werd onder den
heftigsten tegenstand met revolvers en bijlen afgemaakt. De passagiers in
hunne hutten gilden van schrik. Toen men eindelijk het dier meester was
waren negen matrozen gewond en vier hunner zeer zwaar. Daarna werden
de passagiers gerust gesteld en de doode tijgers In hunne kooi gebragt.
Tusschendeks gekomenontstoud er nieuwe schrik. De tijgers hadden
n, 1. door hunne sprongen de kist geopend waarin de slangen waren, en
twee er van waren ontsnapt. Kapitein Bolton had den matrozendie het
ontdekt hadden doen zweren het stilzwijgen te bewaren om de passa
giers niet te doen ontstellen. Een lange jagt volgde nu door eenige man-
nen die, met hooge laarzen aan, overal rondzochten. In alle hoeken van
het tusschendek waren kommen met melk neergezet. Drie dagen gingen
voorbijzonder dat men de slangen bespeurde. De Kapitein was ter neer
geslagen en dvoefgeestigsprak weinig, niettegenstaande de passagiers met
belangstelling naar de oorzaken daarvan vroegen. Op een nacht echter
terwijl hij met een der passagiers, Barbier geheeten stond te praten na-
dert hem een stuurman en fluistert hem eenige woorden in. De kapitein
gaf van schrik een schreeuw en ging dadelijk heen. Maar wat zag hijDe
heer Barbier hadtoen hij op dek was gegaan zijne hut opengelatenen
beide slangen waren naar binnen geschuifeld en hadden zijnen zoon, een
knaapje van 12 jaren, gebeten Het zal wel overbodig zijn den angst
van den knaap en de smart van den vader te schetsen. De kapitein zelf
doodde de beide slangen en verklaarde nooit weder wilde dieren te zul
len transporteren.
Te Reek bij Grave is een gruwelijke moord gepleegd. Het
volgende wordt daaromtrent gemeld:
Twee kinderen6 en 10 jaar oud, van den landbouwer
Laarackers, wonende te Reek, werden uitgezouden om de
koeijen te hoeden. Daar zij op het gewone uur, 11 uur voor
middag, niet te huis waren, hebben verscheiden personen den
gansehen dag en nacht naar hen gezochtdoch te vergeefs.
De koeijen werden in een vreemde weide gevonden. Den vol-
genden ochtend ontdekte men in een bosch te Velp het lijkje
van het jongste kind, met alle kenteekenen van een geweld-
dadigen dood. Onderwijl was niet ver van daar het lijkje
gevonden van het tweede kind, liggende in een greppel
waarin ongeveer twee palm water stond. De inwoners van
het dorp Reek en de bewoners van de omliggende hoeven
waren op het gerucht van den moord op de plaats zamenge-
stroomd. De brigadier des Rijksveldwacht maakte uit eenige
gerucbten op, dat het een verdaeht teeken was, dat een
meisje, niet ver van daar woonacbtig, niet op de plaats des
onheils tegenwoordig was. Het meisje stond zeer ongunstig
bekend. Op dit gerucht afgaande, gaf hij onmiddellijk last
haar op te sporen en haar op het terrein van den moord te
brengen. Bij bare aankomst werd zij onmiddellijk bij de lijkjes
gebragt, en, hoewel haar gelaat kalm bleef, gaf toch eenige
aarseling in hare houding den brigadier aanleiding baar te
visiteren. Hij vond in haar bezit een knipmesbevlekt met
bloed, en een zakdoekmede met bloed bemorst. De oorzAak
daarvan wist zij niet op te geven. Zij had zelfs den moed
op last van den brigadier, het lijkje van het jongste kind 53
passen ver te dragen. Zij werd daarop naar Grave vervoerd
waar zij lagchende onder een grooten toeloop van volk, hare
'intrede hield. Toen zij echter in de gevangenis was opgesloten,
kwam zij spoedig tot bekentenis.
De moordenares, Marie van der Linden geheeten, is 15
jaar oud. Zij bekende, dat zij, bezig zijnde eikels te rapen
de kinderen in eene laan had gezienen dat zij daaropomdat
de kinderen haar wel eens hadden uitgescholdenhet plan
opvatte hen te vermoorden. Zij had beiden naar een afge-
legen boschje gelokt en het oudste kind aangevat en met haar
mes een steek in den hals toegebragt. Dit had zich alstoen
verweerd, waarop het door haar op den grond werd gewor
pen en de oogen uit het hoofd werden gesneden. Een paar
sneden over den hals voltooiden het feit. Volgens hare ver-
klariDg had zij er zeer veel „spul" mee gehad.
Daarop had zij het jongste kind in een greppel met het
hoofd in het water gehouden en gesmoord. Alstoen is zij
teruggegaan naar het lijk van het eerst vermoorde kind en
heeft dit eene porte—monnaie afgenomen, waarin acht centen.
De porte—monnaie heeft zij weggeworpen en de centen begra-
ven onder eene graszode bij hare woning. Hoewel er geruchten
loopen, dat zij idioot is, schijnt dit niet het geval te zijn.
Opgevoed in eene buurt van de gemeente Reekdie teregt