- 170 -
Midtlel ten-en bloedluis.
Gemen^de Berigten.
REGTSZAKEK.
2^9ste §taats-Loter|j.
Jugezottbctt.
van zout in den landbouw, dat hetzelve zeer werd aanbevo-
lendochdat er nog al bezwaren aan vvaren verbonden om
den accijns-vrijen inslag te verkrijgenheeft men mij het ver-
bandelde juist overgebragt, dan haast ik mij mede te deelen,
dat ik sedert 1861 accijns-vrij insla het zoutbenoodigd voor
de boerderij, of beter gezegd voor het hooi en verder bijvoe-
der en voor het gebruik in de weide, en datik, uitgezonderd
bet eerste en tweede jaar, geene bezwaren. ondervind. De zaak
is zeer eenvoudig en kan door ieder uitgevoerd worden twee
maanden voor het zont verbruikt is, wend ik mij tot den Mi
nister van Pinantien per request, doch verzoek op auderezij-
de den Burgemeester mijner gemeente een verklaring te tee-
nenendat het getal veewaarvoor de accijns-vrijen inslag
gevraagd wordt, bij mij aanwezig is; sedert verleden jaar moet
het request geregistreerd wordenvroeger betaalde men zegel-
geld bij het ontvangen der acte, deze ontvangen zijndezend
ik dezelve naar den ontvanger met verzoek om een inslagbil-
let, den dag bepalende waarop ik wensch in te slaan en te
vermengen, het inslagbillet zend ik naar de zoutkeet D. Bos-
man Zoonwelke mij uitmuntend zout levert en heb dan
de Ambtenaren verzocht te komen vermengen; zijdie mij
lijnmeelglauberzout en lijnolie leveren, doen hunne nota er
bijen indien zij aan mijn vriendelijk verzoek voldaan beb-
ben, dan is alles met lak verzegeld. Toch is dit niet altijd het
geval, ofschoon er nog nooit aanmerking op gemaakt werd;
zooals men weet verkrijgt men vergunning tot den accijnsvrij-
en inslag, op voorwaarde dat het zout vermengd worden zal
of met 3 pd. schoorsteenroet5 pd. glauberzouteen kan lijn
olie of met 20 pd. lijnmeel, 3 pd. glauberzouteen kan lijn
olie op iedere 100 pd. zout; het eerste zou zich bij het vee
volstrekt niet aanbevelenten minste mij dacht dat het vee
daardoor bedanken zou om uit vrije keuze zout te gebruiken
met roet vermengd; het zou niet hinderen om in het hooi te
gebruiken, echter om op twee verschillende wijzen te vermen
gen, met roet van het hooi, met lijnmeel om in de weide te
gebruiken is al te moeijelijk, daarom vermeng ik alles met
lijnmeel, het kost merkelijk meer dan met roet, doch men
werpt het niet weg, het vee gebruikt het lijnmeel even goed
als het zout; vreemd vee, hetwelk er niet aan gewoon is,
zal er door lijnmeel eerder gebruik van maken de ondervin-
ding heeft mij in die 15 jaren geleerddat zout nuttig is
voor het veeook in het najaar en in den winter voor de
schapen; op de meeste grondeu is het eene behoefte, deze is
op alle gronden niet even groot, daarom kan men niet be-
palen hoeveel ponden een koe, een schaap of varken in het
algemeen overal noodig heeft in een jaar. Welk een invloed
heeft het weer niet op het zoutgebruik! Of men een nat of
droog jaar heeft, veel vorst in den winter of dat de weiden
de winterkleur niet krijgen, en toch niettegenstaande dat alles
kan men niet meer inslaan dan gerekend tegen 14.60 pd. voor
een rund of kalf, 2.20 voor een schaap en 7.20 voor een
varken. Bij natte jaren heb ik er niet genoeg aan en heeft
men mij wel dnderrigt, dan kan een leerlooijereen visch-
handelaar, welke inzout om uit te voerenzooveel zout krij
gen vrij van accijns als zij noodig hebben; waarom dan de
landman in datzelfde voorregt niet gedeeld? Misbruik kan er
toch niet van gemaakt wordenniemand wordt er door bena-
deeld, want of er vergunning wordt verleend om 25000 Ned.
pd, accijns vrij in te slaan of het dubbele, daar zal niemand
een cent belasting meer om behoeven te betalen meermalen heb
ik in het request op dit bezwaar gewezen meestal vraag ik
meer ponden dan ik weet dat men vergunning zal geven. Eens
heb ik geschreven aan een lid van Gedeputeerde Staten uit
den landbouwenden stand, daarom had ik verwacht een
gunstig gevolg, doch ik werd teleurgesteldmisschien wan-
neer de zoutgebruikers in den landbouw zich gezamenlijk wen-
den tot het Hoofdbestuur der Maatschappij van landbouw het
beter zou gaan.
Ik eindig met den wenschdat het gebruik van zout in
den landbouw meer en meer moge toenemen niettegenstaan
de een man der wetenschap Dr. Sasse nog onlangs beweerde
dat zout de voediug tegenwerkt. Doch ik zou misbruik ma
ken van de welwillendheid van den Redacteurindien ik dit-
maal nog meer plaatsruimte vraagdelater hoop ik op het
beweren van Dr. Sasse terug te komen.
Vitgeest, D. Kuiper Planteijdt,
Hofstede Veldhuis. Landman.
Als een der eenvoudigste en minst schadelijke middelen te
gen de bloedluis, dat zelfs bij heete zomers met vrucht aan-
gewend kan worden, beveelt de Heer A. Scblosser, in den
„Polomoog", het volgende aan. Men neme 1 emmer ammo-
niak-water uit een gasfabriek, verdunne dit met 10 emmers
gewoon water en bezige een handspuit om het op de boo-
men aan te brengen.
Jonge boomen bestrijke men tweemaal 's jaars met 5 maal
verdund ammoniak-water en het ongedierte is verdwenen. Pe
troleum en kalk zijn schadelijk, en daarenboven dit middel helpt
niet. Ook beveelt hij aanom de aangetaste plaatsen met zu-
ring in te wrijven hetgeen de bloedluis niet kan verdragen.
Jl. Zaturdag heeft een jager in de duinen bij Texel een witte wilde
kat geschoten, juist op het oogenblik dat deze haar prooi, een wild konijn,
besprong. De wilde kat woog rniin 171 kilogr. Zij werd door het schot
slechts gekwetst, niet gedood, en viel op den jager aan, die met de kolf
van zijn geweer het woedende dier verder afmaakte.
Te Rotterdam zijn drie personen gearresteerddie op twee valsehe
wissels bij de bijbank der Ned. Bank eene som van f 13,600 trachtten
te ontvangen. Een hunner zou het geld inkasseren en moest dit in een
koffijkuis, ver van het kantoor der bijbank verwijderd, aan de beide ande-
ren ter hand steilen. De uitgezonden persoon kwam werkelijk in het aan-
geduide koffijhuis, maar in gezelschap van politiebeambtendie zich ook
van de beide andere personen meester maakten. De beide laatsten waren
sinds geruimen tijd als zeer onsolide bekend en hebben op verschillende
wijze en onder allerlei namen eenige buitenlandsche handelshuizen op-
geligt.
Te Amsterdam heeft een bewoner der Jonkerstraat in een twist zijnen
stiefzoon met een mes een gevaarlijken steek in de zijde toegebragt, tenge-
volge waarvan de gewonde met veel bloedverlies naar het gasthuis werd gevoerd.
Te Oudenaarden stapte Maandag jl. eene vrouw over de railsop het
oogenblik dat een trein aankwam. De onder-stationschefhet gevaar
ziende, liep zonder aarzelen naar de vrouw, nam haar op, wierp haar op
zijde en zij was gered; doch het noodlot wilde dat de moedige ambtenaar
zich zelf niet meer kon reddenhij werd door de locomotief opgevatviel
en werd geheel vermorzeld.
Men schrijft uit Sneek: vEen niet onaardig berigt heeft dezer dagen
de ronde gedaan door bijna alle dagbladen. Men vertelde niet meer of
minder dan dat alhier een kapitein was verschenendiena twaalf jaar
onder de zeeroovers te hebhen rondgezworventeruggekeerd was en thans
zijne voormalige vrouw, intusschen met een anderen man gehuwd, terug
komt eischen. Wij zijn in staat te verzekeren, dat er van dat berigt geen
letter waarheid is."
De te Grenoble verschijnende Unite Fra.nfa.ise meldt, dat den 15
October op de bergen in die streek een ontzettende hoeveelheid sneeuw
gevallen isdie welke Sassenage bestrijken zijn geheel witde Evnard
een er van, had nog nooit in dezen tijd van het jaar zulk een schitterenden
hermelijnen mantel als waarvan hij nu voorzien is. De winter doet zich
daar te vroeg gevoelenen men denkt aan een zeer felle en langdurige
vorst. Van alle kanten vertoonen zich trekvogelszoo als eendenkraau-
vogels en wilde ganzendie gewoonlijk eerst veel later dat oord bezoeken
In de laatste twintig jaren zijn er volgens de statistische opgaven
31,168 schepen vergaan op de knsten van Engeland. Daarbij gingen 14,457
menschenlevens verlorenen het geldelijk verlies wordt op minstens 480
millioen geschatalles te zamen genomendat nogtans zeer overdreven
schijnt. Gedurende 1873 en 1874 was de verhonding van schipbreuken
op de knst, waarbij menschen omkwameneen in de veertien.
Op de Botermarkt bij de llalvemaansteeg te Amsterdam is een knaapje
door een vigelante overreden. Het kind is ernstig gewond.
Het aquarium te Brighton (Engeland) is verrijkt met twee zooge-
naamde zeeleeuwen, die uit Californic aangekomen eijn. Zij hebben eene
lengte van zes voet en een leeuwen-aanzien. Hoewel rustig in hunne kooijen,
geven zij allezins den indruk woest en verraderlijk van aard te zijn; zij
nemen hun voedsel met groote graagte. Hun geluid is half het brullen van
een leeuw, half het balken van een ezel.
Uit Utrecht is naar Engeland eene bezending kikvorscheu gezonden
zij worden met nat gras in manden gepakt. Het is den Engelschen nog
niet genoeg, dat zij Nederlandsche schapenbouten en Nederlandsch rund-
vleesch etenhunne begeerte strekt zich thans ook tot de Nederlandsche
kikvorschen uit.
Onlangs, is op onze kust het engelsche schip Presidentkapt. Bak-
ker, verbrijzeld. Omstreeks 10 uur was het op de Haaks gekomen en ten
12 uur sloeg het uiteeu. Als door een wonder bleef de bemanning bij el-
kander op een stuk van het dek en dreef binnenwaarts. Zoo werd zij des
morgens, ten 6 uur ongeveer, door eenige vletterlieden ontdekt, die er
dadelijk, zonder zich om gevaar of moeite te bekreunen, op af roeiden,
en alien op een na, - een zieke stuurman, - hebben gered. Dat alles is
bekendmaar onbekend bleef de volgende daadeen nieuw bewijs van de
edelaardigheidzoo vaak in den zeeman opgemerkt, die onder een ruwe
schors meestal een hart van goud bezit. De vlet was te klein om al de
schipbreukelingen van het ellendige wrak, waarop ze dreven, in eens aan
den vasten wal te brengen. Een deel dus moest bij de eerste reis achter-
blijven. //Weet je wat," zegt een van de vletterlui, //die kerels hebben
het van nacht al hard genoeg gehad. Ik blijf bij het zootje dat geduld moet
hebben. Dan kan er vast een man meer op de vlet, en de achterblijvers
houden wat meer courage, als ik hun tijd wat kort." En zoo gezegd zoo
gedaan. De brave zeerob stond zijne plaats in de vlet vrolijk aan nog een
schipbreukeling af, en deelde met de rest op het wrak welgemoed het doods-
gevaar, tot dat de vlet gelukkig de eerste reis had volbragt en de anderen
kon afhalen. Hoe jammer, dat de naam niet wordt medegedeeld van dien
edelen manzoo groot bij zooveel eenvoudigheid. Die naam toch verdiende
met eere genoemd en in hart en geheugen bewaard te worden.
De west-indische mailbootin de vorige week te Plymouth gearri-
veerd, heeft, met het verhaol eener jammerlijke zeeramptegelijk aange-
bragt de bemanning van het verbrande barkschip Ameliadat van Liver
pool naar Rio de la Plata bestemd en met steenkolen geladen was. Op den
2 Augustus jl. in voile zee, werd de bemanning eene uit het laadruim op-
stijgende hitte gewaar; een ijzeren stang, door de lading omlaag gewerkt,
werd reeds gloeijend weder opgetrokkenterstond werden de luiken digt ge-
spalkt en stroomen water in het ruim gelatendoch zonder het zoo ang-
stig gewenschte gevolg. Zeven dagen woedde het vuur, gednrende welken
tijd de bemanning, 14 koppen, met de vrouw van den kapitein met be-
krompen leeftogt en te midden van verstikkenden rook op het dek bleef.
Onder hunne voeten breidde het vernielend element zich meer en meer uit,
tot dat zij op het laatst hunne redding moesten zoeken in twee ranke sloe-
pen daarin bragten zij tien lange dagen en nachten van slapeloosheid en
nijpend gebrek door de brandende zon des daags met regen en de koude
des nachts vulde de maat hunner elendete midden waarvan de vrouw
van den kapitein aan een kind het leven schonk. Toen de nood het hoogst
gestegen wasdaagde hunne redding op. De twee sloependie steeds bij
elkander gebleven waren, werden door het engelsche driemastschip Moon
light ontdekt, dat de ongelukkige schipbreukelingen opnam en te Barbados
in West-Indie aan land zette.
Naar wij vernemen zou reeds eenigen tijd aan de Rijksmunt gewerkt
worden aan een nieuwen stempel voor onze gouden mnnt.
Te Gorinchem doet zich het zeldzame geval voor, dat twee bejaarde
broeders met twee dito dames gaan trouwen. De oudste broeder telt 71
jaar, zijn bruid 61 jaar, de jongste broeder is 61 jaar, de bruid 71 jaar.
Deze vier gelieven tellen dus zamen 264 jaren.
Te Gregory's Point in Connecticut is de jaarlijksche bijeenkomst der
dikke menschen gehouden. William Perkins, president der vereeniging,
27 jaar oud, wegende 373 Engelsche ponden (ongeveer 160 kilo) is met moeite
naar de vergaderplaats gebragtevenals de heer Sherwartdie 320 Engel
sche ponden weegt en die in zijn rijtuig met dommekrachten moest worden
gehescheu. Een ander lid weegt 303 en nog een ander 337 Engel
sche ponden. Een aantal kandidaten voor het lidmaatschap werd gedeba-
loteerd, omdat zij gewogen werden en te ligt bevonden. Hun zwaarte
was minder dan 200 Engelsche ponden. De honderd aanwezigen wogen
gezamenlijk 12,000 kilo. De heeren aten aan den feestdisch 100 schepels
oesters, lOTmudden aardappelen, 300 Engelsche ponden karper ,100 pon
den aal, 300 ponden kreefteu, bergen vleesch van runderen en schapen
en bergen wild. Zijdronken daarbij een glaasje bier300 vaat-
jes. Een geanimeerd bal besloot de vergadering.
Bij arrest van het Provinciaal Geregtshof in Limburg is
Martinus Meijeruit de gemeente Stittart, wegens manslag
gepleegd op zijne vrouw veroordeeld tot vijf jaren tuchthuis-
straf. Velen, die de behandeling der zaak ter teregtzitting
bijwoondenhadden medelijden met den mandie dag en
nacht voor zijn huishouden en zjjne vier nog zeer jonge kin-
deren werkzaam wasen zelf daarenboven nog veel gebrek
leed; hij had echter het ongeluk eene vrouw te bezittendie
het huishouden geheel verwaarloosdehare kinderen gebrek liet
lijden nooit naar hen omzag en aan den drank verslaafd was;
terwijl zij bij overmaat van ongeluk nog een zeer slecht levens-
gedrag leidde. De man was algemeen als braaf en eerlijk
de vrouw als slecht, in de gemeente bekend.
De arrondissements-regtbank te Heerenveen heeft den heer
Simons, raadslid te Engwirden wegens het stuk slaan van
het been van den hoofd-onderwijzer Itaadersma, tot edn jaar
eenzame opsluiting, 150 schadevergoeding en in de kosten
veroordeeld.
Op Dingsdag 12 October jl. stond voor het Prov. Geregts
hof in Noord-Holland teregt C. Bobeldijk, oud 17 jaren, bak-
kersknecht, wonende te Twisk, ter zake dat hij in die ge
meente telkenmale opzettelijk met een brandende lucifer den
brand heeft gestoken: 1°. op zekeren dag in den nazomer van
1874 in het rieten dak van den schapenstal van den landman
P. Zee, met het gevolg, dat er een gat in het dak is gebrand
2°. in den avond van 16 October 1874, na door inklimming
zich den toegang verschaft te hebben tot den kapberg op het
erf van C. Zijn, in een hooiberg aldaar aanwezig, met het
gevolg, dat de vlammen zich mededeelden aan het gebouw en
dit geheel is afgebrand; 3°. in den avond van 22 Januarij 11.
in eene schelft van mosterd- en boopstroo op het erf van den
landman P. Zee, met het gevolg dat. de schelf geheel is afge
brand, terwijl het in al de voormelde gevallen was te voor
zien, dat de brand kon overslaan tot de onmiddellijk aangren-
zende gebouwen, door gezegde landlieden en hunne gezinnen
bewoond en derhalve menschenlevens in gevaar konden worden
gebragt en voorts, ter zake van in diezelfde gemeentegedu
rende het jaar 1874 en begin van 1875, te hebben gepleegd
18 eenvoudige diefstalien en 4 diefstallen bij nacht in bewoonde
of in de aanhoorigheid vau bewoonde huizen waaronder een
met braak en een met inklimming.
Uit het getuigenverhoor bleek het volgende; De veldwacb-
ters hielden den knaap voor slimen geloofden dat hij met
zeker overleg te werk was gegaan. Twee doctorendoor den
regter-kommissaris met een geneeskundig onderzoek van den
besch. belast, getuigden ter teregtzitting even als in hun rap
port, dat zij geen verklaring zouden durven of willen afgeven
om den knaap in een krankzinnigengesticht te doen plaatsen.
Het O. M., na de pauze het woord bekomende, wenschte niet
stil te staan bij de feiten aan besch. te laste gelegddie, met
het oog op de volledige bekentenis van hem zelven en de ver-
klaringen der gehoorde getuigen, voldoende bewezen zijn. Hij
meende de vraag op den voorgrond te moeten steilen wat
kan besch. geleid hebben tot het plegen van 24 diefstallen
en 3 brandstichtingen? Besch. heeft ter teregtzitting opgegeven
geen reden te hebben gehad voor het plegen der feiten; vol
gens het O. M. is deze opgave in strijd met de waarheid
aangezien hij aan de veldwachters bij zijn eerste verhoor heeft
medegedeeld de diefstallen te hebben gepleegd om aan klee-
deren te komen en die zelf te dragen daar zijn vader zeer
zuinig was. Volgens hem sprak besch. waarheid, en heeft de
begeerte om meer kleederen te hebben dan hij bezat hem tot
het plegen der feiten gebragt. Verder opperde het O. M. de
vraag: welke kan de reden geweest zijn, om juist de aan-
dacht vau besch. op kleederen te vestigen Twee antwoorden
waren op die vraag te geven. Het eerste, en volgens het O.
M. het waarscbijnlijkstewas dit, dat besch., die aan den
ingang van den mannelijken leeftijd zich bevond en wegens
den groeitijd zeer schraal van kleederen en wel nog on-
derkleederen was voorzien, zeer veel last daarvan had,
enbij zijnen omgang met meisjesdaarmede dikwerf werd
geplaagd. Het tweede was dit, dat besch., die den wensch
had geuit bij een bakker in Haarlemmermeer te gaan die-
nenzich op goedkoope wijze van kleederen wilde voorzien.
De reden voor de brandstichtingen was ook in de zucht om
manskleederen te verkrijgen te vinden en teveus om den dief-
stal verborgen te doen houden. Dat beschuldigde met overleg
heeft gehandeld en dus ook het strafwaardige zijner bande-
lingen heeft gekend trachtte het O. M. uit verscheidene om-
standigheden aan te toonen. Met het oog op den jeugdigen
leeftijd van besch.rekwireerde hij een 5-jarige korreklionele
gevangenisstraf. Mr. S. Katz ging eerst ha wie de persoon
was, voor wien hij als verdediger optradhestreed de reden
door het O. M. voor de diefstallen opgegeven, omdat besch.
zich ook had toegeeigend kinderlaarsjesvrouwenrokken en een
oude parapluie, die hij zeker niet kon gebruiken. Pleiter wist
geen reden op te gevenmaar geloofde dat bier te denken
was aan manie. Deze meening trachtte pleiter door het aan-
halen van verscheidene wetenschappelijke werken bij het hof
ingang te doen vinden. Dien ten gevolge konkludeerde mr.
Katz tot vrijspraak en subsidiair dat het hof een nader onder
zoek van deskundigen/ zou bevelen. Na re- en dupliek be-
paalde het hof de uitspraak op 20 October a. s.
Dien dag heeft het hof dan ook arrest gewezen, en over-
eenkomstig de subsidiaire konklusie van den verdediger, Mr.
S. Katz, gelast een nader onderzoek van deskundigen, om
schriftelijk verslag uit te brengen omtrent de vraag, of de
beschuldigde bij het plegen der hem ten laste gelegde feiten
moet geacht worden in staat van krankzinnigheid te hebben
verkeerd, of althans in een zielstoesland waarin hij niet
volledig over zijn wil heeft kunnen beschikken. Tot deskun
digen werden benoemd Dr. J. N. Ramaer, inspecteur der
krankzinnigengestichten in Nederland, en Dr. C. J. van
Persijnle geneesheer-directeur van het gesticht voor krank-
zinnigen in Noord-Holland, genaamd Meerenberg.
EERSTE KLASSE.
Prijzen van 100.en daarboven.
N°. 698.
749.
3439.
N°.
210.
567.
1368.
1925.
2343.
3305.
3675.
6853.
N°. 3069
u 6868
7883
v 8077
8490
8504
11396
Vierde
Eerste Lijst.
100.— N°.
400.
200.
Tweede Lijst,
1000.— N°.
1000.—
2000.—
200.—
100.—
5000.—
100.—
400.—
Derde Lijst,
N°.
4914.
12281.
15274.
7652.
8761.
9709.
10194.
12716.
14831.
17245.
100.-
100.-
400.-
1500.-
200.-
100.-
400.-
100.-
200.-
100.-
400.— N°. 11861.
100.— 11890.
v 100.— 12276.
20000.— ft 12319.
1000.— 15171.
1000.— 16032.
100.— 16895.
Lijst. Geene Prijzen van f 100.-
f 1000.-
1500.-
200.-
100.-
v 100.-
y 100.-
100.-
en daarboven.
Mijnheer de Redacteur
Gedurende eenige dagen heeft een schrikwekkend verhaal de
ronde gemaakt in verschillende dagbladenwaarin met leven-
dige kleuren werd geschetsthoe vier tijgers te gelijk aan
boord van het schip Glenastonwaren losgebrokenwaarvan
drie knaphandig werden afgemaakt en een in eene wederkeerige
omhelzing met een matroos over boord geraakte en verdronk.
Het verhaal sloot met de omwandeling van twee slangen door
het schip, die van de algemeene ontsteltenis der equipage ge
bruik hadden gemaakt, om uit hunne kooi of kist te ontsnappen.
Ofschoon nu voor den meest oppervlakkigen lezer duidelijk