1875. Vrijdag, 19'-November. i\K 47. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BEL ANGEN GEWIJD. De Waterstand Zestiende Jaargang. Haarlemmermeer-Polder. Prijs van het Abonnement in het Jaar van AMSTELLAND en van AMSTERDAM. Prijs der Advertentien van 1 6 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent. It U ii land. VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN, HAARLEMMERMEER. Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. l)e dagbladen hebben onlangs het vonois der Amsterdam- sche regtbank medegedeeld in hetgeschil, voor jaren tusscben de Hoofdstad en bet Hoogheemraadschap Amstelland ontstaan over het dempen van de Achtergracht, een der kanalen waar- door het water van Amstelland naar het Y plagt aftevoeren. Dezelfde zaak zal nu nog in appel en cassatie behandeld worden, en wanneer die instantien in evenredigheid' tot de eerste spoedig afloopenzal toch nog wel een jaar of vier verloopen alvorens het proces voor goed uit de wereld is. Te betreuren zou het wezenindien zoolang ook de hooge belangen welke er het onderwerp van uitmaken, in 't onze- kere en ongeregelde blijven moestenmaar dit is het geval nietwant sedert den aanvang van het geding is een andere regtstoestand ingetredenzoodat de uitslag er van in welken zin die zijn mag, weinig gevolg ineer hebben kan, en men thans alleen nog schijnt te procederen over de vraagwie de kosten betalen zalof om de eer van primitief gelijk gehad te hebbendaarbij uitgaande van de betwistbare onderstel- ling dat gelijk krijgen hetzelfde is als gelijk hebben (1). Bij Koninklijk Besluit van 22 Januarij 1872 is een nieuw Reglement voor het Hoogheemraadschap van Amstelland ge- decreteerd waarbij o. a. de Sluis in den Binnen-Amstel tus- schen de Prinsen- en de Achtergracht als de grens tusschen dat Waterschap en de Hoofdstad aangewezenen het beheer over die sluis aan de Besturen van Amsterdam en Amstelland gezamenlijk opgedragen, en aan een nader op te maken regle ment onderworpen is. De vasts telling van dit reglement is, voor het geval dat de partijen het daarover niet eens konden wordenin het boogste ressort aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Zuid-Holland en Utrecht opgedragen en niet zonder reden want in dit reglement was het netelige punt gelegen, en dat de Besturen van Amstelland en Amsterdam het daarover zoo gemakkelijk niet eens zouden wordente voorzien. Tot he- denbijna vier jaren later, bestaat het dan ook nog niet, ofschoon in Januarij 1874 een aantal Polderbesturen bij Ge deputeerde Staten van Noord-Holland, en zoo ik vernam andere Polderbesturen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht zich deswegen en wegens het willekeurig gebruikvolgens hen inmiddels door het Gemeentebestuur van Amsterdam van de sluis gemaaktmet nadruk beklaagd hebben (2). In dit reglementen niet in oude overeenkomsten of de interpre- tatie daarvan, ligt voortaan de grondslag van beoordeeling van de regten en verpligtingen dezer hooge Watergebureu en vandaar dat het bovenvermeld proces en het vonnis dat de courantiers onlangs als eene belangrijke vulling voor hunne kolommen gretig aanvatten, weinig zakelijk belang meer heeft. Doch de bezwaren zijn daarmede geenszins opgeheven; Ge deputeerde Staten der drie provincien Noood-HollaodZuid- Holland en Utrecht mogen krachtens dit Reglement, wanneer Amstelland en Amsterdam het onderling niet eens kunnen worden, wat wel 't geval niet zijn zal, de zaak in eenigerlei zin beslissen en het Reglement arresteren; dat in beider be langen dan goed voorzien zijn zou, is niet wel denkbaarom- dat het onmogelijk is. Het belang van Amsterdam eischtnaar het tegenwoordig inzigt van het Gemeentebestuur, een waterstand niet lager dan 30, en niet hooger dan 20 centimeter onder A. P. Niet lager dan 30 centim. onder A. P., omdat anders geen water genoeg op de slagdrempels der sluizen, noch tenzij men tot eene kostbare algemeene verdieping besluite op den bo- dem der grachten en dokkenGverblijft, en vooral niet boo- ger dan 20, omdat anders de scheepvaart onder de verlaagde bruggen geheel onmogelijk wordt, de Duivelshoek en andere laag gelegen buurten der stad dras worden en de kelders, welke niet hooger in cement zijn opgemetseld, vol water loopen; welk ongerief, vroeger een dagelijksch verschijnsel de Amsterdam- mers sedert de afsluiting van het Y in 1872 allengs ontwend zijnofschoon weinigen zich waarschijnlijk bewust zijn waar- aan het zeldzaam meer voorkomen van dien grooten last te danken is, en degenen, die in 1872 koor maakten om de af sluiting, hoeveel jaren vroeger ook reeds voorzien en vastge- steld, te bestrijden en als een gril der Kanaalmaatschappij voor te stellen en te vilipenderen, zich wel wachten dit in het licbt te stellen. Stijgt dus het water op het Y voor Amsterdam tot 20 cen- A. P., dan sluit Amsterdam, nu nog feitelijk alleen (1) Ben ik wel ingelicht, dan zijn van Amstelland's zijde na de afkon- diging van het Beglement voorsteUen gedaan om het. proces te staken maar door Amsterdam afgewezen. (2) Amsterdamals het thans tot de gemeenschappelijke regeling wordt aangespoord, excipieert de lite pendentedoch zijne weigering om het ljdel proces te stakenverschjjnt hierdoor in een bijzonder aspect. AXLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE, te adresseren aan VAN BONGA C0., te Amsterdam. aViT-u/f/i t'tterljjk Woensdag. meester van de Amstelschutsluisdeze en het water, dat de Amstel, door de poldermolens opgezet, aanvoert, en dat tot nog toe door Amsterdam op het Y afvloeideen zoolang het Y niet de hoogte van A. P. bereiktezou kunnen afvloeijen zonder dat de polders in Amstelland eenig gevaar van door- braak liepenwordt plotseling opgekeerd; en daar de boezem van Amstelland zeer klein is, vult zich die zeer snelen le- vert dan binnen enkele uren gevaar op. Nog erger wordt die toestand, doordien vooreerst het Ge meentebestuur, wat van zijn staidpunt verklaarbaar is, slechts lettende op de hem toevertrouwde belangen, dikwijls het oogenblik, dat voor overloopen van de kelders gevaar ont- staat, of een rijzing van het water tot 20 c. A. P. niet af- wacht, maar bij 24 c. A. P., ja zelfs enkele malen bij 27 centim. A. P.de Amstelsluis doet sluitenof nog gesloteu houden en het ten tweede iederen nacht die sluis digt maakt om het peil in de stad door zeewater, bij Zeeburg ingetaptopte- zetten, om dat s morgens op het Y weer te laten afvloeijen, zoodat daargelaten nog de stremnsingen wegens hooge Y- standen het genot van Amstelland van zijn hoofd-afvoer- kanaal in den regel tot de dagtijden beperkt is. Wordt het tegenwoordig gebruik van de Amstelsluis bij het toekomstig. reglement, als dit door Gedep. Staten zal zijn vastgesteldgeijkt, dan zal Amstelland in denzelfden beden- kel.jken toestand blijven; wordt Amsterdam in zijn gebruik tot sluiting beperkt, dan zal de gewenschte toestand, waarin de gemeente thans verkeertophouden. In beide geval- len zal Amstelland of Amsterdam nog niet in slechtereu toe stand verkeereu dan het voor 1872 was: maar ieder op zich zelf zal niet al het voordeel genieteu dat mogelijk is, en te trekken valt uit de zeer gunstige veranderingdat het Y een binnenwater geworden is, en altijd onder A. P. blijft, door dien de vloed buitengekeerd en van de eb tot afwatering gebruik gemaakt, en bovendien door stoombemaling daar een lage waterstand onderhouden wordt. Kon maar Amstelland, zonder van Amsterdam afhankelijk te zijn, of buiten Amsterdam omvan dien gunstigen toestand gebruik maken, met a. w. kon het anders dan door Am sterdam een weg tot waterafvoer vinden naar het Y of het Noordzee-Kanaal, het was zelf niet alleen geholpen maar beide partijen waren gebaatwant Amsterdam kon zonder aan- leiding te geven tot doorbraken of gevaar voor doorbraken van polders in Amstelland de Amstelschutsluis zoo dikwijls en zoolang gesloten houden als het wilde, en toch wanneer het tot verversching dit behoefde, weder gelijk vroeger Am- stelwale'r inlaten. Zoodanige weg nu is niet dadelijk te vindenwant hij be staat nietmaar hij is te maken op zeer eenvoudige wijze; en dat geen der belanghebbendenhet Gemeentebestuur noch het Hoogheemraadschap, op bet denkbeeld nog gekomen is, mag bevreemdend beeten. In al de lijvige, doorwrochte en van geleerdheid getuigende rapportendoor de Commissie Stieltjes ProgerStrootmanMichaelisdoor de Commissie van diezelfde heeren met nog een Duitsche specialiteit, door vroegere Com- missien, door den Directeur-Generaal van Publieke Werken Kalf, of anderen uitgebragt, en in de strijdschriften tusschen die heeren onderling over het onderwerp gewisseld, bleef al tijd een vast nadeelig gegevenwaarmede men rekening hield, de behoefte van Amstelland aan waterlossing door Amsterdam. Dit werd immer beschouwd en voorgedragen als de hinder- paal, welke een geheele vrije stelselmatige inrigting van de stads-verversching in den weg stond; en in de overwegingen, op welke het Koninklijk Besluit van 22 Januarij 1872 (Staats- blad N°. 7) tot de beslissing kwam, dat in Amstelland geen maalpeil heerschen zou, werd wel de onderstelling uifgedrukt, dat men een stoomtuig, natuurlijk met ontzaggelyke kosten van brandstoffen en bedieningnog eenmaal tot outlasting van Amstelland's boezem zou in werking brengenmaar niet dat men met een betrekkelyk kleine uitgaaf voor tins aan de ua- tuurlijke lozing een nieuwen weg zou openen, die een stoom tuig volstrekt overbodig maken moest. Men heeft zelfs het eventueel maken van dien weg door den aanleg van de nieuwe uitwaterings- en inlaatvaart even benoorden Zeeburg veel raoeijelijker gemaakt, zoo 't schijnt zonder zich van dit gevolg in 't minst rekenschap te geven; doch men moge het bezwarender gemaakt hebben, gelukkig heeft men het niet onmogelijk gemaakt; en Amsterdam be" hoefde nog in zijn millioenen hoop slechts een ligte greep te doen om zijn waterlast berokkenenden buurman zich van den hals te schuiven. Thans nog behoeft men om het gewenscht resultaat te verkrijgen slechts een hoogstens 40 meter breed kanaal uit het zoogeuaamd Nieuwe-Diep den ruimen Amstellandschen plas en spuiboezem van de Ipenslootersluis beoosten Zeeburgmet doorsnijding van den St. Ant. Dijk juist bezuiden Zeeburg, en met syphons of grondduikers van ruime afmeting onder Groote Letters worden naar hare plaalsruimte berekend. eyengemeld stads-uitwateringkanaal door tusschen een paralel- dyk en den zeedijk te graven tot het ontworpen of reeds be- staand handelsbassin aan den Paardenhoek, met eene keersluis aan den mond. Men heeft dan een weg verkregen waarlangs Amstelland zoo dikwijls Amsterdam omdat het kanaalpeil of Y-water boven 20 centim. - A. P. gerezenis, of uit vrees dat het zoo hoog ryzen zal, de Amstelsluis digt zet of houdt, onbezorgd zijn overtollig water lozen kan zoolang, hetgeen nooit voorkomt, en mogt het voorkomen wel door ver- meerdenng van stoomvermogen te Schellingwoude voor 't ver- volg onmogelijk gemaakt worden zou, het Y-water niet tot of boven A. P. stijgt. Eenige misschien nog noodige verrui- ming van de watergemeenschap tusschen het Nieuwe-Diep en den verderen boezem van Amstelland zou gemakkelijk door het Hoogheemraadschap uitgevoerd en bekostigd kunnen worden. "Wei ik mij niet, op grond der ervaring in 1872 en sedert opgedaandat mijn denkbeeld tot verwezenlijking komen zal ik heb dit toch niet langer voor mij willen houden, mee- nenende door geheimhouding mij moreel eenigermate mede- pligtig te maken aan den last, welken somtijds het Amstelwa- ter aan de ingezetenen der Hoofdstad kan berokkenenaan het gevaarwaarin de Polders van Amstelland verkeerenzoo dik wijls met de Amstelschutsluis zijn boezem wordt opgestuwd en aan de geldverspillingwelken, naar mijne opvatting het bouwen van een stoomwerktuig ter bemaling van dien boezem zijn zou. 15 Nov. 1875. J- W- Rutgebs van Rozenburg. deTT°P Zaturdag j. 1. gehouden Vereenigde Yergadering van het. Hoogheemraadschap van Rijnland is tot ingenieur bij dat Waterschap benoemd de heer Dr. E. F. van Disselthans ingenieur bij de Staatsspoorwegen te Rotterdam. Uitslag van de op den 8sten November 1875 door Dijk- graaf en Heemraden gehouden aanbesteding voor liet gelijk- maken en zooveel noodig verhoogen van eenige vakken Ring dijk met taluds en bermen (tusschen den Leeghwater en den Hui°-- sloterpolder en tusschen Halfweg en het Lutkemeer.) Ingeschreven werd door: B. van den Heuvelte Haarlemmermeer, perceel 1 voor 2279.perceel 3 voor 1515. J. van den HeuvelAz.teldem, perceel 1 voor/ 2989. perceel 2 voor 2347.perceel 3 voor 1995. C. Hoogedoorn, te idem, perceel 3 voor 2025. L. Brouwer, te Gouda, perceel 1 voor /2874.—perceel 2 voor 1875.perceel 3 voor 1900. G. Smit, te Nauerna, perceel 1 voor 2960. C. Hoogedoorn, te Haarlemmermeer, perceel 2 voor 1975. J. Smit, te Nauerna, perceel 1 voor 2450. P. van Essen, te Halfweg, perceel 1 voor 2287. A. Kuijk, te Haarlem, perceel 1 voor 2446. G. Bunt, te Amsterdam, perceel 1 voor 3575. Aannemers zijn geworden: van perceel 1 en 3, B. van den Heuvelte Haarlemmermeer, en van perceel 2 L. Brouwer te Gouda. gehouden op Woensdag 7 April 1875, des morgens ten 10 ure, in het Lokaal van Staats, te Haarlem. Voorzitter: de Heer J. W. M. van de Poll. (Vervolg en Slotzie one vorig Nummer.) IX. olgt een voorstel in zake het begrinden van Veldweg achter het Lisserbroek, en luidende als volgt: In Uwe Vergadering van den 16 December jl. is door U, op het verzoek van de Heeren P. C. Vkijberghe de Coningh en A. L. Dijsebinck, om begrinding van den Yeldweg achter en Lisserbroekbesloten aan het verlangen van de adressan- ten te voldoen onder voorwaarde, dat de eigenaar van kavel n 26, Sectie R, zich veibindt om de hem toebehoorende brug over den Lisserdwarstogt voortdurend in behoorlijken staat te onderhouden, en is voor die begrinding op de Be- grooting een bedrag van 3200.— uitgetrokken, evenwel onder beding, dat met den eigenaar van kavel n°. 26 een overeen- komst zal worden aangegaan, onder nadere goedkeuring der Vergadering. 6 Alvorens die overeenkomst aan te gaanheeft eene Com missie uit het Dagelijksch Bestuur bestaande uit de Heeren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1875 | | pagina 1