Advertentien. WORDT GEVRAAGD, tegen half Maart, EEN PLOEGER, ZAAI-Si AN ARIEZ A I) le. Kwaliteit, met den Vlegel gedorschen, Araerikaanscli vleescli. Berigt ointrent de longziekte onder liet rundvee. Oemeng-de Berigten. RGGTSZAKEN. verkrijgbaar k 39 per Hectoliter, bij J. G. SCHOIVE, te Haarlemmermeer. verschillig of faij na een jaar zorg en moeite 300 of 100 gul den voor een veulen in den zak steekt, of hij na 4 jaren verzorgens een span paarden of nauwelijks verkoopen of er misschien f 2000 voor krijgen kan. Met opinerkingen aan- gaande hetgeen behoort in acht genomen te worden bij het gebruik de stalling en de voeding van hengst en merrien besloot de spreker zijn belangrijke rede, die, uaar we hopen en vertrouwen, niet zonder vrucht zal zijn gebleven. De aan- dachtige wijze waarop ze werd aangehoord moge den beer van Hoorn ten bewijze hebben gestrekt, dat zijn moeite en de belangstelling die hij voor de vereeniging aan den dag legt door de leden op hoogen prijs wordt gesteld. 13ehalve eenige zakeu van huishoudelijken aard werd op voorstel van het lid W. J. Tiessink, de mogelijkheid bespro- ken om een markt voor vaatjes boter te Lochem in het leven te roepen. De wensehelijkheid daarvan werd algemeen erkend het be9tuur werd opgedragen een onderzoek in te 9tellen naar de mogelijkheid. Op een volgende vergadering zal deze be langrijke zaak nader worden behandeld. Wij lezen het volgende in de Groninger Courant „Onder de artikelendie in de laatste jaren aanzienlijk in prijs zijn gestegendienen ook wel de hoender- en eenden- eijeren genoemd te worden. Velen toch zal bet zeker heu- gen, dat men 20 hoendereijeren voor 28 cts. kocht, terwijl ditzelfde getal dezen winter van 24 tot 28 stuivers kon op- brengen en zuiver versche nog meer moeteu hebben opgebragt. Eendeneijeren mede naar gewone verhouding zooveel hooger in prijs. 't Aantal hoenderen en eenden is dan ook vooral bij den burger- en arbeidsman toegenomendaar men meent die dieren thans met voordeel te kunnen hebben. Over 't goed en zuiver houden en 't bewaren der eijeren is voor en na ook wel in in dit blad gesproken. Dat sommigen ze in kalkwater zettenanderen ze met olie of vernis bestrijken, weer anderen ze in kaf of drooge boekweitdoppen bewaren en ze voor en' na omzetten is bekend. Niet zoo algemeen bekend zal het echter zijn, dat juist eijeren, die in de zoo- genaamde hondsdagen zijn gelegd, het best kunnen duren en 't langst goed en zuiver blijven. Schrijver dezes betwijfelde het, omdat juist in die doorgaans heete dagen alles spoedig tot bederf overgaat. Zijne vrouw nam echter als meer anderen de proef en hij moest het gelooven. Eijeren in die dagen gelegd onder drooge boekweitdoppen in een vat of kistje ge- borgen en soms omgezet; zijn midden in den winter als of ze versch gelegd zijn. Of daarvoor natuurlijke redenen be- staen wij kennel) ze niet, en mogt iemand in slaat zijn biervou eerie natuurkundige oplossing te geven, gaarne zouc/en we door dit blad daarmede bekend gemaakt worden." D. Dat AugU9tus-eijeren teregt of ten onregte voor meest be- waarhaar gehouden worden, is lang niet zoo onbekend. De zetter herinriert zich als 7- a 8-jarige knaap bij zijn oudoom dagelijks blijk van zijne vorderingen te hebben gegevendoor op alle eijeren, in die dagen gelegd, Augustus-eite schrijven. Die eijeren werden dan tot later gebruik bewaard, Heeds vijf keer is een lading rundvleesch van New-York naar Liverpool gezonden en telkens in volkomen en zuiveren toestand in Engeiand aangekomen. Men verkeerde in onze- kerheid over de middelen, welke dit mogelijk hebben gemaakt, en daar het niet genoeglijk is vleesch te eten waarmede men op geheimzinnige manier heeft omgegaanwaren velen hui- verig het vleesch te koopen ofschoon het even goed als En- gelsch vleesch en aanmerkelijk goedkooper is. Thans is be kend gewordenop welke wijze het vleesch bewaard wordt en een nettereenvoudiger manier is niet denkbaar. Het vleesch wordt niet bevroren en later ontdooid doch bet wordt in een plaats gelegd waar het droog en koel blijft. Om zulk een plaats te verkrijgen heeft men een groote kist gemaakt waarvan de eene helft gevuld is met ijs. Midden in wordt een waaijer door een kleine stoommachine voortdurend in be- weging gehoudenen aan de andere zijde van het middenbe- schot ligt het vleesch. De waaijer laat een stroom lucht voort durend circuleren beurtelings over het ijs en het vleesch. De koude lucht houdt het vleesch koel zonder het te bevriezen. Zoo de lucht in de vleeschkamer of kist vochtigheid opneemt wordt die onmiddellijk gecondenseerd in water, zoodra de lucht in de ijskamer komt, en vliet het weg door een pijp die de ijskamer draineert. Het vleesch blijft gedurende de tien of twaalf dagen van den overtogt in de drooge koude lucht volkomen zuiver en goed. Zoo hetzelfde stelsel voor uitbreiding vatbaar is en de kosten van het ijs niet te groot zijn is deze wijze van vleeschvervoer bijzonder practisch. O09 is het volgende ter plaatsing toegezonden Exiling Zaaizaad. Zie Circulaire dd. November 1875. Aangeb o den Door den Heer A. de Zeeuw te Haarlemmermeer 30 H.L. Essextarwe, wigt per H.L. 77 K.G.; geteeld op Za- velgrond te Haarlemmermeer, bekroond te Zaandam met den lsten prijs, a f 11.per H.L. Door den Heer Biesheuvel te Haarlemmermeer: 10 H.L. Essextarwe, wigt per H.L. 80 K.G.geteeld op Klei te Wijkermeer, a 12.per H.L. Door den Heer B. A. Baron van Verschuer te Heemstede: 20 H.L. korte dikke Haver, wigt per HL. 60 K.G.geteeld op Klei te Haarlemmermeer, a 12 cts. per K.G. Eerst heden vernemen wij het volgende uit de officiele ge- tuigschriften Medailles Djokjokarta 1875. Toegekend aan Boeke Huidekoper te Groningendoor het bestuur van bet lie Indisch Landbouw-Congresvoor iugezonden op de ten- tooustelling te Djokjokarta in April 1872 als: 1 voor de volledigste en bruikbaarste verzameling van vverktuigen en ge- reedschappen tot bewerking van den grond in Indie, 2 voor den besten djagong (mais) peller3 voor de beste drijfriemen 4 voor de beste pompen; 5 voor een ijzeren klokrosmolen 6 voor caoutchouc roskammen; 7 voor een Pferdeschoner (Fehrmann's Patent) schokbrekers8 voor een bascule, en 9 voor schoppen en hooivorken." Talloos is de menigte rupsennesten dit jaar in de toppen van het houtgewas aanwezig. Hoewel nog schijribaar zwak en naauw ontloken, is het leven der jonge rupsen zoo taai en zij zijn zoodanig door verscheiden lagen spinsels omsloten, dat zij de strenge koude weerstaanom zich met het eerste blad ter vernieling te verspreiden. Zoowel het loof onzer boo- men langs grachten en op wandelplaatsenals het ooft onzer tninen en boomgaarden loopt gevaarals men niet tijdig op vernietiging bedacht is. q.) In het tijdperk van vier weken, 26 December 1875 tot 22 Januarij 1876, zijn blijkens ingekomen ambsberigtendoor longziekte aangetast In Zuid-Holland 138, in Noord-Holland 3, in Utrecht 12 en in Friesland 83, te zamen 236 runderen. In de Batavierstraat nabij den Houtkoopersburgwal te Amsterdam is het huis n 217 ingestort. Het perceel, dat aan den oostkant aan een open terrein grensde, waarop de vorige week was geheid, voor de fundering van een nieuw huis, werd door drie huisgezinnen bewoond. Bij het instorten geraakten twee kinderen van den eigenaar, die het huis bewoonde, en een kind van de bovenste verdieping onder het puin bedolven, doch'werden alle drie door de brandvveer, die onmiddellijk door den Commissaris van politie der 3e sectie ter assistentie was geroepeD, spoedig van daaronder weg- gehaald. 1 let kind echter van den-hovenbewoner was zoo erg gewond, dat het weldra overleed, terwijl nog een ander kind op de straat, hij het v'allen van den gevel, een been heeft gebroken, tengevolge waarvan het per draag- baar naar het Portugeesch Israelietisch ziekenhuis moest worden overgebragt. De Purmerender Ct. bevat een snedig artikel tegen de zncht van vele burgerlieden om als heeren en dames te willen gelden. Dit artikel eindigt met de volgende regels //Wanneer wij de gesehiedeuis van ons voorgeslacht nagaan, dan bemerken wij, dat de tijden van ons nationaal verval zainen- gaan met de toenemende zucht naar praalvertooning. En waarlijk, mannen waren het, geen heeren, die het juk van de Spaansche dwingelandij zich van de schouders wierpen, die onze magt in verre gewesten "uitbreidden, die tot in dc zeeen van de Noordpool onze vlag voerden, die den Engelsch'- man^ met bebloeden kop deden wijken. Vrouwen waren het, geen dames die in de nre des gevaars mede streden voor regt en vrijheid en door haar kloeken moed den ruwen vijand ontzag inboezeinden. Onze fiere burgtvrou- wen in de middeleeuwen, door wier lieftalligheid de dichters in geestdrift geraakten, waren in de eerste plaats vrouwenwanneer zij eigenhandig de spijs gereed maakteu voor den echtgenoot en zijn gasteu of wanneer zij in den kring barer dienstboden gezeten, zelven het spinnewiel snorren lieten. En thans? Wij kennen dames uit den burgerstand, die zoo onbeholpen zijn en zoo afhankelijk van haar onderhoorigen, dat zij als hare dienstraaagd vraagt om een halven dag uit te mogen gaan, zuchtend vragen: //Maar Trijntje, wie zal dan de tafel dekken?" *Als gij, waarde lezer, van oordeel zijt, even als ik het ben, dat zulk verguldsel het bederf van onzen maat- schappelijken toestand is, laat ons dan het //inijnheer-en-mevrouw-zijn" een beetje op den achtergrond trachten te schuiven. En als wij kinderen heb ben, hetzij groot of klein, pogen wij dan in de eerste plaats er mannen en vrouwen van te maken. Mannen, kloek van geest, rap van hand, helder van oog, vroom van gemoed Vrouiven, rein van ziel, vlug in het verrigten van 't geen tot haar werkkring behoort, vrouwen, die geen rilling gevoelen bij de gedachte dat ook zij de hand in't water moeteu steken. Geenramp- zaliger lul dan heeren en dames van den kouden grond." Te Philadelphia wordt, als de wereld-tentoonstelling gcopend is, ook een vrouwen-hdtel geopend, alsmede een restauratie, waarin 5000 personen tegelijk zullen kunnen eten. Twee logementen, bijna voltooid, geven huis- vesting, het eene aan 600, het andere aan 800 gasteu. Ook zal men er een hotel vinden voor werklieden. In de afgeloopen week zijn te Londen twee menscben overleden ten gevolge van het gebrnik van chlo'foforme, tot bet bevorderen van slaap. Er verdronken zes menschen, twee werden door paaraen of rijtuig over- reden. Het getal gekwetsten was 46. Er stikten negeutien kinderen dus weder een aanzienlijke vermeerdering vergeleken bij vroeger. Bij den Burgerlijken Stand in zekere gemeente werd dezer dagen door de ambtenaren het volgende familie-raadseltje ontdekt. Een man en vrouw, wettig gehuwde liedenhadden beide e'e'n en denzelfden persoon tot bree der. Hoe kon dat in. alle eer en deugd mogelijk wezen? De oplossing is te eenvoudigom haar niet dadelijk op het raadseltje te doen volgen. Een weduwe had een zoondie met de dochter van een weduwnaar huwde. Na- dat deze echt gesloten was, huwde de weduwe met den weduwnaar, en uit deze verbindtenis sproot een zoon voortdie bijgevolg de breeder van eerstbedoelde echtelingen was. Men schrijft onsHot verhaal van een heer uit den hoogeren bur gerstand te Sneekdat op het oogenblik de roudte doet door onze dag- bladpersen ook voorkwam in ons nommer van jl. Dingsdag, waarin het overgenomen was uit de Prov. Gron. Courantis niet meer dan een ca nard. Hetzij het verzinsel van een verhitte verbeelding, hetzij iets anders, in elk geval is ten stelligste geblekengelijk ons uit goede bron wordt gemelddat. het louter ouwaarheid bevat." 'Stand.) Te Berlijn is de steendrukker Bliihme wegens moord in hechtenis ge- nomeu. Bliihme, ruim 18 jaar ond, was lui en onwillig in zijn werk;hij wilde kluizenaar worden, om anderen voor zijn levensonderhond te laten zorgen hij sprak hierover met een kameraad Diehldie hem schertsende aarfraadde maar veel kwaad te doende justitie zou hem dan wel een plaatsje geven, waar hij onbezorgd een kluizenaarsleven kon leiden. Den volgenden morgen greep Bliihme in de drukkerij een zwaren steensloeg zijn kameraad Diehl de hersens in en gaf zich gewillig aan de politie over. Voor den. commissaris verklaarde hij, aan den raad van zijn vriend gehoor gegeven te hebbenomdat die naar de leer was van den filosoof Eduard von Hartmann //dat het leven niets waard is"hij had dus zijn kameraad een dienst bewezen, door hem uit dit tranendal te verlossen. Eerst had hij zijn vriend willen doorstekeumaar vreesde dat die toeleg kon mislnkken daaroin had hij 'traadzamer gevouden, hem het hoofd te verplettereu. Men vroeg hem of hij ook naar zijn leer ook zijn moeder zou kunnen vermoor- den hierop antwoordde hij na eenige aarzeling: //Neen, nu ten minste nog niet, want in mijn binnenste gevoel ik iets wat mij daarvan terug- houdt en dat ik nog niet geheel en al meester kan worden." Bij 'tver- hoor was hij zeer bedaard. Omstreeks drie maanden geleden zijn te Chicago twee luchfcreizigers dr. Fergith en Jedediah Monrose, in den luchtballon Washingtonz opgeste- gen. Het plan der beide heeren was niets meer of minder dan een togt over den Atlantischen Oceaan naar Europa. Zij namen een grooten voor- raad levensmiddelen mede en voor het oog van een talrijke volksmenigte dreef werkelijk de ballon in westelijke rigting voort. Vooraf was bepaald, dat iedere stad, over welke de ballon zou heendrijven, dit aan den bur- gemeester van Chicago zou telegraferen. Zoo geschiedde het. Het laatste telegram, dat naar Chicago werd gezonden, kwam van New-York, waaruit bleek, dat de ballon den togt over de wereldzee had aangevangen. Weken verliepeu er en men hoorde niets van de Washington. Onlangs echter von- den eenige jongelieden uit Chicagodie aan de boorden van het meer Michigan op jagt waren, achter het struikgewas een man, die een wonde aan het hoofd had en wiens beenen verbrijzeld warenyHij lag op de over- blijfselen van een luchtballon, waarin de jagers spoedig de Washington herkendeu, die toeu twee maanden vroeger uit Chicago was vertrokken. De ongelukkige stervende was dr. Fergith. Hij deelde mede, dat de ballon, die reeds boven den Atlantischen Oceaan had gezweefd, door een hevigcn- wind weder naar het land terug was gedreven. Ongeveer boven het meer Michigan was een der touwen van het schuitje gebroken. Zijn medgezel was in het meer gevallen en verdronken. Sedert verscheidene jaren studeerde in Leipzigeen jongeling met buiten- gewonen ijver in de chemie. Hij was niet alleen een der ijverigste stu- dentenmaar ook een der meest geliefden onder zijne makkers. Zacht en vriendelijk van natuur, was hij geen spelbederverhij deed mee, en of- sehoon hij niet van uitspattingen hield, was hij echter in een vrolijk ge- zelschap goed op zijn plaats. Er was iets gedistingeerds in zijn geheele persoonlijkheiden zijne kleine sierlijke handen verrieden een aristocrati- sche afkomst. De professoren waren niet minder met hem ingenomen. In het laboratorium muntte hij door groote handigheid en schranderheid uit, en toen hij na vijf of zes semesters zijn eind-examen aflegde, geschiedde dit met glans. Eenige dagen geleden werd bij een der professoren eene dame aangediend. //Professor zeide de bezoekster, vik kom u voor mijn vertrek mijn dank brengen." //Uw dank"? vroeg deze verwonderd. //Zeker, antwoordde de jonge dame. //Ik was aan eeu ouden man, vorst.(volgt een Russische naam)uitgehuwelijkttoen mijn gemaal stierf, bleek het, dat zijn vermo- gen geheel verloren was. Ik moest nu aan de toekomst denken, en met het weinige, dat mij overbleef, mij voorbereiden om mijn brood zelve te verdienen. Sedert drie jaren vertoefde ik daartoe in Leipzig en de student, dien gij gister hebt geexamineerd ben ik Drie jaren lang had de vorstin haar incognito weten te bewaren en hare mede-studenten hebben nooit het minste vermoeden van de waarheid gehad. Zeker eene moeijelijke taak en wel een bewijs, dat zij niet behoorde tot het ras der minder gunstig bekende Russische vrouwelijke studenten. De Priesche Ct. vraagtover het plan sprekende om een standbeeld voor Spinoza op te rigten, of den Haag daarvoor wel de meest geschikte plaats is. Amsterdam is, naar het blad meent, meer de aangewezen plaat9. Daar is toch ook de naam Spinoza vereeuwigd door een straatalhoewel het volk dien naam eenigzins heeft vervormd en spreekt van Spinazie- straat. In de Amsterdamsche Courant lezen wij het volgende onder de rubriek INGEZONDEN. //De telegraafkaarten vermelden noch plaats van aizending, noch voor- naam van den berigtgever. //Onlangs ontving ik eene order op hooi van iemand zich noemende Ko- ning, zonder meer. //Ik kan niet veronderstellen, dat Z. M. de koning mij de eer aan zoude doen dit hooi te verlangen. //De andere Koning zal mij dienen te schrijven waar hij woont, zoo ik zijne order zal kunnen uitvoeren. //Het komt mij voor dat bij het telegraafwezen hier iets hapert, en bij zulke berigten de plaats van amending aan den ontvanger behoort te wor den medegedeeld. Haarlemmermeer81 Januarij 1876. Ameesfooedt." Te Zaandam bad onlangs een niet alledaagsch voorval plaats. De schuttersraad vergaderde in het openbaar. Zeven schutters stonden teregt, beklaagd van de inspectie, eenige weken ge leden op een Zondag gecommandeerdniet te hebben bijge- woond en onwillig te zijn om de boete te betalen. Zij had den zich beroepen op gemoedsbezwaren en verzocht, dat hun- ne zaak in het openbaar mogt worden behandeld terwijl de heer L. Lindeboom, predikant bij de christelijk gereformeerde gemeente aldaar, van welke gemeente 6 der beschuldigden lid warende verdediging zou op zich nemen. De schuttersraad vergaderde ditmaal in de zaal van het kantongeregt. Reeds lang voor de opening waren eeu aantal belangstellenden aan wezig en hun getal groeide zoo aan, dat de plaats, voor het publiek bestemd, en de corridors van het stadhuis eene digt opeengepakte mensehenmassa vormden. Nadat de auditeur-militair zijne conclusie van eisch (50 cent tot f 1 boete) had gedaan en de formaliteiten afgeloopen waren, kwam het woord aan den verdediger. De rede, die een vol uur duurde, had, met uitlating van eenige zinsneden de zaak betreffendeveel overeenkomst met eene predikatie. In de eerste plaat9 werd het algemeen beginsel besproken, daarna de staatsregtelijke toepassiug en eindelijk de overtre- ding in verband met de schutterijwet. Uit Rom. XIII vers 1 tot 6 leidde ds. Lindeboom af, dat, als de overheid beveelt op Zondag dienst te doen, niemand zich daaraan behoeft te onderwerpen omdat God den Zondag tot een rustdag ge- heiligd heeft en men Gode meer raoet gehoorzamen dan den menschen. Spr. beweerde dat bij heiliging van den Zondag, de christelijk-gereformeerde schutters de beste, ijverigste en dienstvaardigste schutters zouden zijn, die er konden gevonden worden, maar zag over het hoofd, dat de conduite-staat van enkelenof wel de overgelegde rapporten omtrent sommigen, ook dienstverzuim op werkdagen aantoonden. Ten slotte zeide spreker, dat, welke ook de uitspraak mogt zijndeze schutters liever om des gewetenswille alle vervol- ging en gevangenschap zouden ondergaan, dan ooit weder dienst le doen op den dag des Heerenuitgezonderd bij brand of oproer. De auditeur-militair bepaalde zich in zijn repliek tot het strikt juridiek terrein en constateerde dat de overtreding wettig was bewezen. Het vonnis zal op een nader te bepalen dag worden uitgesproken. De schuttersraad le Zaandam heeft j. 1. Vrijdaa-avond in eene zittingwaarbij het publiek niet was toegelaten uit spraak gedaan in de bekende kwestie en een veroordeelend vonnis geveld. Het beginsel, op grond waarvan de zeven schut ters geweigerd hebben op den dag des Heeren ter inspektie op te komen is door den schuttersraad niet als geldig er kend en dus als wetsovertreding beschouwdwelke met geld- boete behoort gestraft te worden. Heden Overleed onzen geliefden Vader, de Heer P, in den ouderdom van bijna 85 jaren. Namens de Eamilie J. BE UN. Haarlemmermeer28 Januarij 1876. Na een langdurig en geduldig lijdenOverleed heden tot onze innige droefheid onzen geliefden oudsten Zoon en Be- huwdzoon A. STREEFKERK, in den jeugdigen leeftijd van ruim 23 jaren. AalsrneerW. STREEFKERK. 30 Januarij 1876. G. STREEFKERK—OTTE. iiefst bekend met Dorscll- en Zaailliacllines. Hierop reflec- teerende vervoege men zich in Persoon bij den Heer S. VIS, I.isserweg bij den Ringdijk, te Mlaartemmermeer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1876 | | pagina 2