42^
1876.
Vrijdag, 19|Mei.
I\K 20.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Zeventiende Jaargaug.
Haar lemmer meer-PoId e r.
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar6,
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/, Cent.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN
\\m\\\\\\
j&r
HAARLEHERMEER
Prys van een enkel Nommer 15 Cent.
A1LE TOEZENDINGEN, REDAKT1E EN UITGAVE BETREFI'ENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
WJltertyh Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
gehouden op Woensdag 16 Februarij 1876, des morgens
ten 10 ure, in het Lokaal van Staats, te Haarlem.
Voorzitter: de Heer J. W. M. van de Poll.
Tegenwoordig 18 Leden, alsde Heeren Mr. J. P. AMERS
FOORDT J. W. M. VAN DE POLL A. WlJNANDSA. J. G.
Timmermans J. A. E. Baron van Ittersum, Mr. J. D. Viruly,
P. Knaap Gz.Jhr. Mr. J. A. Repelaer, Jhr. J. B. van
Merlen Dr. C. E. Heynsius H. van Wickevoort Crom-
melin, P. Langerhuizen Lz., C. W. Graaf van Limburg
Stirum, J. G. Schone, Jhr. W. A. L. Mock, Jhr. Mr. J.
W. H. Rutgers van Rozenburg en H. A. Hanedoes.
Afwezig, met kennisgevingde Heeren G. A. van Houwe-
ninge Gz. en J. Blokland Jz.
I. De Voorzitter opent de Vergadering; de notulen van
den 15 December 1875 worden gelezen en goedgekeurd.
II. De volgende mededeelingen worden daarop gedaan:
a. dat de kas van den Penningmeester op den 1 5 Februarij jl.
eene waarde aanwees van f 39,771.63zich verdeelende in
14,771.63 aan divers papier en kontanten en f 25,000.
in prolongatie gegevenb. dat de voorraad steenkolen aan
de diverse stoomtuigen bedraagt 37,800 hectoliters; c. dat
de verkiezing van drie Hoofd-Ingelanden zal plaats hebben te
Amsterdam, en wel in de tweede helft van Maart e. k.
d. dat de goedkeuring van Dijkgraaf en Hoogheemraden van
Rij.ilanu is ontvangen op de Begrooting, Dienstjaar 1876;
e. dat eene dankbetuiging is ingekomen van den Bode des
Bestuurs en van den Klerk ter Secretarievoor de gunstige
beschikking dezer Vergadering ter zake hunner tractements-
verhooging; f. dat een verzoek is ontvangen van de
Commissie, belast met het opmaken van een plan ter ver-
veening van den Akerpolderdat de acte van transport der
kade van dien polder ten name zal inogen geschieden van
het Bestuur van den Akerpolder.
De Vergadering hecht hieraan hare goedkeuring en besluit
in te trekken het besluit van 30 September 1874, N°. 7,
en alsnu aan het Bestuur van den Akerpolder over te dragen
de geheele kade van den Akerpolder, met de daarlangs loo-
pende bermsloot, respectivelijk bekend bij het Kadaster onder
de gemeente Slotensectie G, N°. 468 en 436 ter gezamen-
lijke grootte van 3,50,03 hectarenmet inbegrip van aanleg-
plaatsthans in huur bij G. van der Starre te Slotentot
31 Maart 1880, tegen den prijs van 1000 per hectare
vrij geld, onder de gewone voorwaardenwaarop tot heden
de kaden zijn verkochtwat betreft de verpligtingen tot
onderhoud als anderzins. Voorts onder de volgende voor
waarden 1°. dat een gedeelte der kade nabij de rolbrug te
Sloten ten alien tyde moet bestemd blijven voor aanlegplaats
voor pontenvoor overweg bij herstellingen van de Sloter-
brug; 3°. dat het gedeelte Ringvaart door den eventueelen
kooper voor het gedeelte kade onder sub 3 vernield, op de
bepaalde diepte moet worden gehouden g. dat is inge
komen de rekening van het Hulpfonds, Dienstjaar 1875
dat ter onderzoek gesteld wordt in handen van de Heeren
Jhr. Mr. J. H. Repelaer, Jhr. J. B. van Merlen en J.
Blokland Jz.
III. Wordt aan de orde gesteld het Kohier van Omslag,
Dienstjaar 1876, hetwelk wordt goedgekeurd op 17198 hec
taren, 84 aren, 36 centiaren, tot een bedrag van 154,789.58,
en de termijnen van betaling bepaald voor of op 3 April,
13 Junij, 7 Augustus en 9 October 1876.
IV. Komt ter tafel een adres van den Heer Mr. J. P. A.
Teding van Berkhout, waarin deze tegen 1 Junij e. k. om
daarbij vermelde redenen eervol ontslag verzoekt uit zijne
betrekking van Penningmeester des Polders.
De Vergadering neemt met groot leedwezen kennis van den
inhoud van dit adres en besluit aan den Heer Mr. J. P. A.
Teding van Berkhout met 1° Junij e. k. op zijn verzoek
eervol ontslag te verleenenonder dankbetuiging voor de vele
en gewigtige diensten in die betrekking den Polder bewezen
behoudens verantwoordelijkheid voor zijn gehouden beheer.
Hierna wordt gelezen een praeadvies van Dijkgraaf en
Heemraden op een adres van J. M. Akersloot vischkooper,
wonende te Haarlem waarbij deze alsnu verzoekt om de drie
perceelen vischwater in de Ringvaart van den Haarlemmermeer-
polder aan hem in 1873 bij onderhandsch contract in pacht
gegevenop nieuw voor drie jaren tegen een jaarlijksche
pachtsom van 116.(dus 3.per perceel meer) te
mogen behouden.
Uit daarbij gegeven toelichting, zoo van den Voorzitter
als den Heer Mr. J. P. Amersfoordt, blijkt, dat geen grooter
edrag by eene publieke verpachting zou kunnen verkregen
worden, om welke reden zoader hoofdelijke stemming be-
sloten wordt het verzoek van den adressant toe te staan voor
den tijd van drie achtereenvolgonde jaren, alzoo eindigende op
ultimo Mei 1879.
VI. Wordt gelezen eene missive van Dijkgraaf en Hoog
heemraden van Rijnland, in zake den afkoop van schuld-
pligtigheid, waarbij de Vergadering in eene besloten zitting
overgaat. -sye
VII. Volgt een staat van te doene betalingen van resti-
tutie aan pachters van grasgewas voor ingenomen dijksgrond
over het jaar 1875. Deze staat, tot een bedrag van/ 1031.34,
wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
VIII. Daarop wordt gelezen een voorstel met betrekking
tot den verkoop van dijksgronden, luidende aldus
Onder Volgnr. 55, Hoofdstuk 5, Art. 1, der begrooting
voor dit jaaris voor verkoop van onroerende goederen uit-
getrokken een bedrag van 1000.— In de Memorie van
Toelichting, behoorende bij die begrooting, leest men: De
gronden gelegen tusschen den uitweg bij het hooge land nabij
Sloten en het fort aan het Nieuwe Meer, ongeveer 34 hectaren,
stelt men voor in veiling te brengen. De Voorwaarden waarop
de perceelen in veiling zullen worden gebragt, wenschl men
gelijkluidend te maken aan die, waarop in vorige jaren de dijk-
gronden zijn verkocht. Alleen de voorwaarden van betaling
wenschte men te stellen als volgtDe koopprijs moet
worden betaald ten kantore van den Penningmeester van den
Haarlemmermeerpolder, te Haarlem, in vier termijnen, elk ten
bedrage van 35 pet. van den koopprijs; de eerste termijn
voor of op 1 Juni 1876 en de volgende telkens een jaar
iatermet bijbetaling van 4 'pet.' rente 's jaars van hel nog
onvoldane bedrag.
Met welk voorstel de Vergadering zich vereenigt.
IX. Komt ter talel eene missieve van den Heer A. L.
Dijserinck, met betrekking tot het begrinden van Veldweg;
van den volgenden inhoud
Aan het Bestuur van den Haarlemmermeerpolder.
In uwe Vergadering van 33 September 1875 werd be
sloten om niet aan het verzoek van den Heer van Vrijberghe
de Coningh en mij te voldoen, om deu weg in kwestie"
langs den Lisserpoel en onze landerijen te verhardenterwijl
in diezelfde vergadering besloten werd uitsluitend te vol
doen aan het nader ingekomen voorstel van den Heer van
Vrijberghe de Coningh, om, zoo ver zijne eigendommen
aangaat, gunstig te beschikken, onder daarbij vermelde voor
waarden. Ik meende toen dadelijk met het volste regt aan
Heeren .Dijkgraaf en Heemraden het voorstel te mogen en te
moeten doen, om mij in deze gelijk te stellen met mijn
buurman, en dat wel onder aanbod van dezelfde voorwaarden,
zooals U blijken zal uit den brief dien ik als afschrift de
eer heb hierbij te voegen.
In antwoord daarop ontving ik van Dijkgraaf en Heem
raden dd. 39 Januarij 11. n° 745/8, dat, met het oog op het
door Hoofd-Ingelanden genomen besluit, aangaande een vorig
verzoek van mij van soortgelijke strekking, haar Bestuur geene
termen heeft kunnen vinden daaraan gevolg te geven. Ik
erken gaarne de moeijelijkheid voor het Dagelijksch Bestuur,
om, in stryd met het genoemd besluit, myn verzoek toe te
staanal is het dan ook dat ik volkomen overtuigd moet zijn
van hare instemming in mijn verzoek, aangezien door hen
herhaaldelijk de post voor de verharding van dien weg op de
begrooting is gebragtzonder te rekenen op eenige toelage
van den kant der eigenaars, op grond dus van de gebleken
sympathie in deze bij het Dagelijksch Bestuur en de erken-
ning bij Uw Collegie van de nuttigheid en het goed regt,
ten gevolge van het gunstig besluit in het belang van mijn
buurman genomenneem ik de vrijheid mij tot U te wenden,
met beleefd verzoek aan mij niet te weigeren wat aan hem
is toegestaan, onder dezelfde voorwaarden.
Terwijl ik mij vlei met een gunstig besluit in dezeneem
ik de vrijheid U tevens in overweging te geven om by deze
gelegenheid de zaak volkomen in orde te brengen en wel
overeenkomstig de primitieve verkoopconditienwaarop de
gronden door het Rijk zijn verkocht. In de gedrukte veil
conditien, met de daarbij gevoegde situatie-kaart n°. I, staat
zeer duidelijk de weg geteekend waarop het perceel 36 nu
mijn eigendom, op den IJweg kan uitwegen, namelijk langs
den Veldweg regts en vervolgens in regte lijn naar den
IJweg, en wanneer nu in de veilconditien staat dat dit
perceel kan uitwegen op den IJweg dan ligt het voor de
hand dat verkoopers zullen zorgen dat uitwegen van dit
perceel zal kunnen geschieden. De Veldweg en IJweg zijn
publieke wegen en het eigendom van den polder. Aanslui-
tingen aan publieke wegen is algemeen belang en behoort
tot de pligten van den polder, en het zal wel niet in de
historie van eenigen polder bekend zijndat de eigenaar van
slecbts een perceel onder vele liggende aan een van twee
aansluitende wegenooit verpligt is geweest de verbinding te
makenof daartoe by te dragen in het belang der alge-
meene dienst.
Ik twijfel er dan ook aan of b. v. mijn buurman van Vrij
berghe de Coningh ook verpligt is geweest de verbetering
der aansluiting van mijn Veldweg tot aan den buitenberm
van de ringvaart voor zijne rekening te doen of daartoe bij
te dragen.
Nu weet ik niet, ik heb dit nummer doen nameten
of mijne voorgangers of mijn buren aan den Lissertogt dat
deel van de verlenging van den Veldweg wederregtelyk in
het bezit hebbenmaar dit kan in elk geval geen bezwaar
opleverendaar ik bereid benhet deel, aan mij toebe-
hooreDde, kosteloos af te staanin het geval dat nu tot het
maken van eene brug van wege den polder worde overge-
gaandesgevorderd zal ik zelfs genegen bevonden worden en
in het belang van mijne pachters en in het algemeen belaug
van Ingelanden, wat in deze voor U hoofdzaak is, daaraan
eene som van een paar honderd gulden bij te dragen, indieu
de toestand in eens flink en in den geest der veilconditien
in orde worde gemaakt.
Wordt besloten deze missive ten fine van advies te stellen in
handen van de Heemraden D. W. P. Wisboom van Giessen-
dam en J. G. Schone, en daarna in die der Finantieele
Commissie uit Hoofd-Ingelanden, zijnde de Heeren Mr. T.
L. L. Prins, H. A. Hanedoes en C. W. Graaf van Limburg
Stirum.
X. De Commissie, in wier handen ter onderzoek was ge
steld de rekening van het Hulpfonds 1875, brengt, bij monde
van Jhr. J. B. van Merlen, rapport uit, met advies om die
rekening goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten.
XI. Alvorens tot het laatste punt van de agenda over te gaan
zijnde de benoeming van een Heemraad, vereenigt zich de
Vergadering met het voorstel van den Voorzitter, om de
navolgende twee zaken te behandelenals1°. Een voorstel
van het Dagelijksch Bestuur betreffende verkoop van Veldweg,
nan W. Meekel, landbouwer te Sloten, nabij den Overtoom,
welke verzoekt in koop te mogen verkrijgen den Veldweg langs
Kavel N°. 3, Sectie C C, voor zooverre zijn eigendom strekt,
en zulks op de gewone daaromtrent bestaande bepalingen en
voorwaarden,
De Hoofdopzigter rapporteert dat het Oostelijk deel van de
den Veldweg voor C C, N°. 3, over eene lengte van ongeveer
193 meters aan de publieke dienst kan worden onttrokken
en dit gedeelte weg tegen den prijs van 300.per
Hectarevermeerderd met de veenwaardegeschat op onge
veer f 90.kan worden verkocht.
De Vergadering besluit daarop, behoudens goedkeuring van
Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-IIollanden nadat
bedoelde Veldweg aan de publieke dienst zal zyn onttrokken,
aan den Heer W. Meekel in koop af te staan den eigendom
van een gedeelte Veldweg langs kavel n°. 3, sectie C C, ter
grootte van ongeveer 33 aren, 30 centiaren, zijnde het per
ceel bij het kadaster bekend onder n°. 964, sectie IT, in het
geheel groot 1 hectare, 9 aren, 71 centiaren, gemeente Haar-
lemmermeer, en wel voor eene somma van driehonderd gul
den per hectare, alzoo voor de som van zes en zestig gulden
zestig centvermeerderd met de som van negentig gulden voor
de waarde van het zich in dien weg bevindende veenalzoo
voor het gezamenlijk bedrag van een honderd zes en vijftig
gulden zestig cent vrij geld, en verder onder voorwaarden,
waarop aan anderen veldwegen zijn verkocht.
3°. Daarop brengt de Voorzitter ter sprake de groote be-
hoefte aan grintvooral ter verbetering van het Jaagpad, van
den nieuwen weg van Haarlem tot aan de Vijfhuizenen
vraagt een crediet om dien toestand te verbeteren.
De Heeren Dr. C. E. Heynsius, P. Langerhuizen Lz.,
H. A. Hanedoes, H. van Wickevoort Crommelin en Mr. J. P.
Amersfoordt voeren daarover het woord, waarna de Vergade
ring zich met het voorstel van Mr. J. P. Amersfoordt ver
eenigt, om een crediet van een duizend gulden daarvoor be-
schikbaar te stellen.
XII. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming van een
Heemraadin plaats van den Heer Dr. C. E. Heynsius.
Het bureau van stem-opneming wordt zamengesteld uit den
Voorzitter en de Heeren Jhr. J. B. van Merlen en A. J. E
Baron van Ittersum.
De Heer Dr. C. E. Heynsius verlaat daarop tijdelijk de
Vergadering uit de gehouden stemming blijkt dat die Heer
met algemeene stemmen is herbenoemdhetwelk hem, in de
Vergadering teruggekeerd, door den Voorzitter in bartelijke
bewoordingen wordt medegedeeld, die hem tevens geluk wenscht
met deze herbenoemingwelke toespraak door den Heer Dr.
C. E. Heynsius op gepaste wijze wordt beantwoord.
XIII. Niemand der leden meer het woord verlangende, wordt
deze zitting door den Voorzitter gesloten.