1876.
Vrijdag, 23 Junij.
UK 25.
VAN
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Zeventiende Jaargang.
MnM
■MmHHHhMHMHHHHHI
Prijs van het Abonnement:
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/2 Cent.
Haarlemmernieer-Polder.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN,
HAARLENIERMEER.
in het Jaary g.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALL® TOEZENDINGENREDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAX BONGA C°.te Amsterdam.
Utterly k W oen»dag.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
gehouden op Vtoeusdag 5 April 1876, des morgens ten
10 ure, in het Lokaal van Staats, te Haarlem.
our zi iterde Heer J. IV, A Ivan de Poll.
Tegemvoordig 20 leden, alsde Heeren D. W. P. Wis-
boom van Giessendam, Jhr. Mr. ,T. W. H. Hutgers van
Rozenburg, Mr. J. P. Amersfoordt, J. G. Schone J. W.
M. van lie Poll, A. J. G. Timmermans, J. Blokland Jz.
A. Wijnands, J. A. E. BaroD van Ittersum, Mr. J. D.
Viruly, Jhr. WA. L. Mock, Jhr. J. B. van Merlen,
P. Knaap Gz.Mr. T. L. L. Prins, Jhr. Mr. J. A. Repk-
laer P. Langerhuizen Lz. C. W. Graaf van Limburg
StirumII. A. Hanedoes, J. J. Korthals en H. van
Wickevoort Crommelin. Afvvezig, met kehnisgevingde
Heer G. A. van Hodweninge Gz.
I. De Voorzitter opent de Vergadering; de notulen van
den 16 Jebruarij 11. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De volgende mededeelingen worden daarop gedaan:
a. dat de kas van den Penningmeester op den 4 April jl.
eene waarde aanwees van 82,612.02 /2zich splitsende in
22,612.02 '/2 aan divers papier en kontanten en 10,000.-
in prolqpgatie gegeven5. dat de voorraad steenkolen
aan de verschillende stoomtnigen bedraagt 19,600 hectoli
ters; c. dat van Heeren Gedeputeerde Staten van Nuord-
llolland de goedkeuring is ontvangen op den verkoop van
veldweg aan den Heer W. Meekel d. dat door boven-
genoemd Collegie een zelfde goedkeuring is verleend aan den
verkoop der kade van den Akerpolder, aan het Bestuur van
dien polder; e. dat van Dijkgraaf en Hoogheemraden van
Rijnland eene missive is ontvangen met kennisgeving dat ter
bijwoning der conferentie betroffende den afkoop van schuld-
pligtigheid, van hunnentwege zijn benoemd de Heeren T. P.
\iruly, L. Joxker en J. Groenewegen; dat de op-
brengst van verpacht Grasgewas der ringdijken en polderka-
den is geweest als volgtaan Polderkaden 2,897.— en
aan Ringdijken 12,272.
Alle welke mededeelingen voor notificatie worden aan-
genomen.
De Ileer J. G. Schone deelt hierbij mede, dat de stad
Amsterdam eene machine heeft om hare faecaiien op te pom-
pen en genegen is om tegen 15 cent per 100 liters de mest-
stoffen op den riugdijk des polders te brengen Spreker stelt
voor om van deze doelmatige wijze van besproeijing gebruik
te maken bij de nog ongeveer 120 hectaren te verpacbten
dijksgronden, waarop na eenige bespreking door de Vergade
ring besloten wordt om daarvoor een crediet van 500 toe
te staan.
III. Aan de orde wordt gesteld de benoeming eener Com-
missie tot onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw be-
noemde Heeren Hoofd-Ingelanden. Tot leden dezer Com-
missie worden benoemd de Heeren Mr. J. D. Virbly, Jhr.
W. A. L Mock en Jhr. Mr. J. A. Repelaer.
IV. Wordt gelezen een verzoek van den Heer A. L. Dij-
serinck en andere Ingelanden, tot afdamming van den Lie-
detogtwaarbij zij met eerbied te kennen gevendat zij
door de hooge ligging hunner landen geen genoegzame hoe-
veelheid water in hunne slooten kunnen behouden, waardoor
het land uitdroogt en hunne eultuur daarom van weinig
waarde doet zijn, en dus gaarne aan die voor hen zoo on-
gunstigen toestand verbetering wenschten te zien aangebragt.
Dat zij in ervaring zijn gekomen, dat door het plaatsen
van een stuwdam in den Liedetogt by den Spaarnwouder-
dwarstogt, het mogelijk zou zijn hunne landen voortdurend
van meer water te voorziendoor het inlaten van water
door den hevel voor sectie D gelegen, en zoude de stuwdam
het afvloeijen van hetzelve naar de vaarten en togten alsdan
verhinderenen zij zelve door schutten of stuwen het water
in hunne slooten kunnen leiden en ophouden, daar waar de
behoefte voor hunnen landbouw zich daaraan deed gevoelen.
Dat zij de vrijheid nemen zich tot het geacht Bestuur van
den Haarlemmermeerpolder te wenden, met beleefd verzoek
dit hun voorstel in gunstige overweging te nemen en voor
rekening van den polder een stuwdam in dien togt te doen
plaatsen, welke het water ter hoogte van ongeveer 4 a 3,50
Meter onder A. P. in dien togt zoude opzetten.
De Commissie van onderzoek, in wier handen dit adres
was gesteldrapporteert daaropdat zij zich vereenigt met
et deswege door den Hoofd-Opzigter uitgebragt rapport,
aldus luidende:
Het land bewesten den Liedetogt wordt reeds thans vol-
^oende door den hevel van sectie D gedrenkt, maar ook
beoosten den Liedetogt is zeer hoog land, zelfs tot 3 Meter
A. P. reikende, dat van het hevelwater geen nut heeft, en
voor dit land zou het opzetten van water in den Liedetogt
een belangrijke verbetering kunnen zijn. Wei is waar verzet
het algemeen belang zich tegen het onttrekken van opper-
v'akte aan den algemeenen boezemin een polder waar die
boezem reeds zooveel te klein is, als bij ons. Doch het hier
bedoelde gedeelte van den boezem is zoo ver van de stoom
tnigen gelegendat practisch zeer weinig schade zou gedaan
worden indien men het van den algemeenen boezem aftrok.
Intusschen is het zeker niet billijk een werk dat alleen
voor particulier belang dient en dat het algemeen belang zelfs
schaadt (hoe weinig dan ook) door het algemeen te doen
bekostigen. De bedoeling der adressanten is de afdamming
uit de polderkas te doen bekostigen. Mijns inziens zouden
adressanten zeer zeker zelf die kosten moeten betalen. De
dam zou verder ingerigt moeten zijn op het aflaten van
water in den regentijd door eene sleuf, zoodanig, dat in
zulke tijden ook nog water door dien dam werd opgehouden
achter de verhoogingen naast de sleuf, terwijl in den zomer
het water niet hooger zou staan dan de onderkant der sleuf.
Ik adviseer UEG. aan adressanten te berigten, dat hun
verzoek wordt toegestaan, onder de navolgende voorwaarden:
1". De dam wordt door het polderbestuur gemaakt op eene
hoogte en ter plaatse door Dijkgraaf en Heemradenin over-
leg met adressanten, te bepalen; 2°. de dam zal in het
midden eene sleuf hebben van 0.25 Meter diepte en van
eene breedte nader door het polderbestuur te bepalen, naar
gelang van de hoegrootheid der gronden waarin zij het water
opstuwt3°. de inlating van hevehvaier in sectie D zal
ophouden telkenmale als water over den onderkant der sleuf
heenstroomt; 4°. de sleuf mag nimmer worden gedigt,
op straffe van den dam door het polderbestuur te zien oprui-
men; 5°. mogt de dam door adressanten of dergelijke
belanghebbenden bij regeris worden doorgestoken of verlaagd,
als anderzins, zoodanig dat haar waterkeerend vermogen ver-
loren gaat of vermindert, zoo zal de dam voor goed door
het polderbestuur worden opgeruiind- 6°. de kosten van
het maken van den dam worden door de adressanten aan
den polder terugbetaald.
De Heer D. V\P. Wisboom van Giessendam deelt nog
mede, dat de vergadering van het Dagelijksch Bestuur be1-
sloten heeft, dat in den te leggen dam een duiker met schuif
zal worden aangebragt, waarvan de opening en sluiting zal
geschieden van wege het polderbestuur.
De Heer Jhr. J. B. van Merlen hecht zijne goedkeuring
aan het rapport van den Hoofdopzigterdoch wenscht punt
5 der voorwaarden, waarop de vergunning wordt gegeven
zoodanig te veranderen, dat de opruiming van den dam zal
zijn geheel ten koste van de adressanten.
Nadat de Voorzitter en de Heeren J. G. Schone, P.
Langerhuizen Lz.Mr. J. P. Amersfoordt en A. Wijnands
daarover het woord hebben gevoerd, brengt de Voorzitter het
voorstel der Commissie met de door den Heer Jhr. J. B
van Merlen gewijzigde bepaling in punt 5 in stemming,
hetgeen met 17 tegen 2 stemmen wordt aangenomen.
V. Wordt gelezen een voorstel tot het verdiepen van
eenige Vaarten en Togten in den polder.
Van den Hoofdopzigter is daaromtrent een schrijven ont
vangen, luidende als volgt
Op de begrooting van 1876 is voor verdiepingswerk
f 17800. beschikbaar. Ik heb de eer UEG. voor te stel-
len deze gelden als volgt te besteden
Verdieping van den Spaarnwouderdwarstogt beoosten de
Hoofdvaart, over 5000 Meter, hetgeen zal kosten 4300.
Verdieping van den Vijf huizerdwarstogt be
westen de Hoofdvaart, over 4000 Meter, het
geen zal kosten
Verdieping van de Hoofdvaart tusschen den
Spaarn-wouder- en Vijfhuizertogt, over 3000
Meter, hetgeen zal kosten
Verdieping van den Kagertogt tusschen den
Venneper- en den Lisserweg, over 3000 Meter,
hetgeen zal kosten
3700
5500
1600.—
Te zamen
15100.-
Ei blijven dan nog 2700.over om te besteden aan
later op te geven plaatselijke verdiepingendie hier en daar
wenschelijk zijn. In het bovenstaande zijn alleen genoemd
eenige groote vakken, die in elk geval verdieping behoeven.
Het komt mij wenschelijker voor in het vervolg bij ruime
vakken tegelijk, dan bij kleine stukjes te verdiepen. Alle
verdiepingen zijn hier gerekend tot 6.05 Mr. A. P. te
zullen reiken, terwyl aan de taluds, hellingen van 2 op
1 zullen worden gegeven en niet meer, als tot nog toe, van
1 '/2 op 1daar de ondervindiug leert dat 1 '/2 op 1 te
steil is.
Dijkgraaf en Heemraden kunnen zich geheel vereenigen
met de zienswijze van genoemden ambtenaar, daar door deze
vaarten te verdiepen er niets beslist wordt op hetgeen later
door uwe Vergadering zal worden besloten, naar aanleiding
van het te verwachten rapport der Commissie, benoemd bij
besluit van den 22 September 1875.
De Voorzitter zegt, dat in de volgende vergadering eene
raming van kosten zal worden ingediend betreffende een bij
die verdieping zeer nuttig aan te wenden baggermachine.
De Heeren Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg
en H. A. Hanedoes voeren over de verdieping het woord,
waarna het voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
VI. Vervolgens wordt gelezen een voorstel tot verkoop van
Veldweg aan den Heer H. II. van Waveren, te Hillegom,
mede namens den mede-eigenaar C. J. Bekkemeijer, welke
beleefdelijk te kennen geven, dat zij in eigendom wenschen
over te nemen dat gedeelte veldweg loopende langs hunne
perceelen in sectie B, N°. 13, afkomstig van den Heer
Heshuijsen.
Het rapport van den Hoofdopzigter hieromtrent luidt als
volgt
De in het adres bedoelde Veldweg, welke geen veenslik be-
vat, strekt vaD af het zuid-oostelijk einde van den veldweg
voor B B, verkocht aan den Heer C J. Berkemeijer, tot
aan het gedeelte weg gelegen voor den eigendom van den
Heer C. Apfeld, en is lang 265 meters, en kan aan de
publieke dienst worden onttrokken.
Het gedeelte van deD veldwegwaarover de uitweg loopt
zal echter mijns inzien3 onverkocht moeten blijven, daar die
uitweg als publieke weg dienst doet.
Dijkgraaf en Heemraden stellen derhalve voor te besluiten
Behoudens goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, en nadat bedoelde Veldweg aan de pu
blieke dienst zal zijn onttrokken aan den Heer H. H. van
Waveren in koop af te staan den eigendom van twee ge-
deelten Veldweg, langs kavel n°. 13, in sectie B, ter
grootte van ongeveer 2 5 aren 85 centiarendeel uitmakende
van perceel kadastraal bekend onder N°. 1419, sectie A,
Gemeente Haarlemmermeer, in het geheel groot 79 aren, 20
centiaren en Mel voor eene som van 300.per hectare,
en alzoo voor de som van 77.55 vrij geld, en verder on
der voorwaarden als aan anderen toegestaan.
De Voorzitter zegt, dat dit stuk vooraf behoort gesteld te
worden in handen der Finantieele Commissie uit Hoofd-lnge-
landenten gevolge waarvan deze zaak naar genoemde Com
missie wordt gerenvoijeerd.
De Heer D. W. P. Wisboom van Giessendam zegtdat
bij de stijging der waarde van de gronden hem het cijfer
van f 300.per hectare te laag voorkomt, en verzoekt
der Commissie deze opmerking in overweging te nemen.
VII. Komt ter tafel een staat van schadeloosstelliug aan
de pachters van grasgewas der ringdijken, voor ingenomen
gronden na Kersmis 1875, ten bedrage van/ 263.10; welke
staat zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd.
VIII. De Finantieele Commissie uit Hoofd-Ingelanden over
het dienstjaar 1875 brengt rapport uit, en doet tevens het
voorstel om goedkeuring te verleenen aan afschrijving van
eenige posten der begrooting, dienstjaar 1875 en te ver-
hoogen den post Onvoorziene uitgaven dienstjaar 1875, be-
nevens een Staat van gedane betalingen uit den post onvoor
ziene uitgaven, dienstjaar 187 5.
Overeenkomstig het voorstel der Commissie, wordt tot de
goedkeuring zonder hoofdelijke stemming besloten.
IX. Als laatste punt van de agenda, wordt overgegaan tot
de benoeming van een Penningmeesteruit de daarvoor op-
gemaakte alphabetische voordragt, bestaande uit de Heeren
W. F. de Bruijn Kops, F. H. Baron van Lijnden en Mr.
W. H. Smit.
De Heeren D. W. P. Wisboom van Giessendam en Mr.
T. L. L. Prins maken met den Voorzitter het bureau van
stem-opneming uit.
Alvorens tot eene stemming over te gaan, wenscht de
Voorzitter nitgemaakt te zien of daarbij eene volstrekte
meerderheid of alleen meerderheid van stemmen zal beslissen.
Bij acclamatie wordt beslotendat eene volstrekte meer
derheid in deze beslissen zal.
De Heer Graaf van Limburg Stirum vraagt daarop het
woord, en geeft zijne bevreemding te kennen over de door
het Dagelijksch Bestuur opgemaakte voordragt. De Heer Mr.
J. D. Viruly spreekt in gelijken zin.
De Voorzitter verdedigt deze voordragten voert aan, dat
het Dagelijksch Bestnur daarop personen heeft geplaatst, die
zijn vertrouwen verdienen; terwijl de Heer H. van Wicke
voort Crommelin als zijne meening uitdrukt, dat de in-