1876.
Vrijdag, 5 November.
No. 44.
VAN
A AN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Zeventiende Jaargaug.
OPENSTELLING van het NOORDZEE-KANAAL
Prijs van het A-bonnement:
WJlterl{jte t oensdag.)
Woensdag 1 November 1876.
Prijs der Advertentien.
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12l/2 Cent.
iU{||
H1ARLE1IIIERIIIEER
in het Jaargt_
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN BONG A C0., te Amsterdam.
Eindelijk was dan de hoogst gewigtige, de heugelijke dag daar,
waarop een stout plan reeds voor meer dan twee eeuwen (1634)
door Dou ontworpenin latere tijden bij herhaling overwogen, en
nu in onze dageu met krachtige hand aangevat, met stalen volhar-
ding, met door niets te schokken vertrouwen op de toekomst door-
gezeten ten voile verwezenlijkt werd.
Het ka-sal door Holland op zijn smalat, de vereeniging van
Koord- l miderzee, is een ..oldougen feit. De nieuwe, schoone,
doeltreffende, korte en veilige waterweg van Amsterdam naar zee
is door Koning Willem HI ontsloten. Handel en scheepvaart mogen
juichen.
Getuigden de overal uitgestoken vlaggen, het klokkenspel van
den paleistoren, talrijke vgrsieringen, enz.te Amsterdam, van de
feestelijke stemming die daar heerschte, overal zoo verre het
oog reikte van de honderden genoodigden, die het Nieuwe Kanaal
van Velzen af opstoomden, zag men evenzeer de geliefde driekleur
wapperen, huizen en stulpen prijkten er mee, en alles verkondigde
hoe alien er van doordrongen wareu, dat het zandige duin thans
door het kanaal een hartader ontvangen had, die de dorre streek
levend maken zal.
Tegen elf uur ongeveer waren de genoodigden grootendeels op
het feestterrein aangekomen.
Dit feestterrein bestond in een tribune groot genoeg om al
de genoodigden te kunnen bevatten, en die eenvoudig, doch toe-
passeJijk versierd was. Op den acbtergrond was een troonhemel op-
gerigt, waaronder de buste van Z. M. Willem I op een verheven-
heid geplaatst was. Eene treffende herinnering, eene gepaste hulde
aan den Vorst, die, na de Fransche overheersching, de ontwerper,
de schepper van zoo menig grootsch werk, getuige de droogma-
king van het Haarlemmermeer, de stichter van zoo veel goeds
voor handel en nijverheid geweest, en wien ook het plan tot deze
doorgraving niet vreemd was.
Toen ten ongeveer 12] nre de Stad Breda in de sluizen was ge-
arnveerd. liet zich de muziek hooren, en kwamen de twee kom-
pagnien infanterie van het 7e regement, die op de brug, welke van
de sluis naar de feesttribuneleidde, geposteerd stonden, in het ge-
weer. Onder de daverende toejuiching der talrijke menigte, die aan
weerszijden van het Kanaal stond, en onder het gebulder van de
salutschoten van Zr. Ms. stoomschip Schorpioen, kwam Z. M. de
Koning, vergezeld van den kommissaris des Konings in Noord-
Holland, jbr. Roell, den burgemeester van Amsterdam, jhr. den
Tex, in de tribune, en werd aldaar door de ministers, onderscheiden
gezanten en de direktie der Kanaalmaatschappij ontvangen.
De Liedertafel Amstels-mannenkoor hief hierop een feestlied aan,
onder begeleiding van de muziek, gekomponeerd door Richard Hoi,
Woorden van W. J. Hofdijk.
De heer S. W. Josephns J.tta, president der Kanaalmaatschappij,
sprak daarop de feestrede nit. Hij schetste daarin haar doel en
streven, haar lijden en strijden, haar worstelen enoverwinnen
het hoog, veel omvattend belang der grootsche onderneming voor het
geheele vaderlandbragt hulde en dank aan alien die haar onder-
steund en bijgestaan hadden in den moeijelijken kamp en aller-
eerst aan den Koning, haar onwrikbaar trouwen bondgenoot. Spre-
ker herinnerde daarbij, hoe van den dag af waarop Z. M. den ge-
denksteen had gelegd op den bodem van het Yvoor de Oranje-
sluizen (29 April 1870), na de voltooijing op 18 Maart 1872
reeds door 400,000 schepen gepasseerd, met toenemende kracht
de hand geslagen kon worden aan de afsluiting van het oostelijk Y
die den 4 Jnnij 1872 tot stand kwam.
»Kon aan de zijde der Zuiderzee", ging spreker voort,
,/geen dam worden gemaakt, zonder te voren een doortogt voor de
scheepvaart te verzekeren, aan de zijde van de Noordzee was de
doorgraving, de afsmjding van het noordelijk deel van Holland on-
denkbaar zonder bolwerk tegen de woede der Noordzee.
»Het is van dat bolwerk, de Noordzeesiuizen, dat U. M op het
punt staat door de opening der deuren de gemeenschap tusschen Noord-
en Zuiderzee te bevelen.
-300,000 kubiek meters grond hid men moeten nitgraven eer
tot den bouw dezer rensachtige sluizen kon worden overgegaan
»Het diepste deel van den fnnderingsput lag rnim elf meter
onder het amsterdamsche peil: eene diepte, nooit te voren in Ne-
derland drooggelegd.
i/Moesten de Oranjesluizen gedragen worden door palen, die te
zamcn een lengte van 120 kilometer hebben, hier, waar de bodem
sedert eeuwen door een twintig meter hooge zandmassa was zaam-
gedrukt, kon die bodem zelf den last weerstaan.
-In February 1871 werden de betonfunderingen van de Noordzee
siuizen in bewerking genomen den 27 Jnlij 1872 werden die sluizen
van regeringswege opgenomen, en als behoorlijk waterkeerend eoed-
gekeurd. 8
"0o^. de «Poorwe8bmg van de Holl. ijzeren spoorwegmaatschappij,
in de lyn Haarlem-Alkmaar, was intusschen gereed gekomen Zii
werd 15 Augustus 1872 beproefd en goedgekeurd.
Wij ontleenen dit aan het zeer uitvoerig verslag der Am-
tierdamche Courant, die deze rede in haar geheel mededeelt.
-De dam, waarover tot dien tijd de treinen geloopen badden
kon dus worden opgeruimd, en het Kanaal werd tot den uitersten
duinrand gevuld.
»Den 1 November 1872 werd eindelijk ook deze laatste afscheiding
weggeruimd de doorgraving van Holland op zijn smalst was daar-
door een feit geworden.
//Hiermede was echter nog niet het laatste woord gesproken,
De tot stand gebragte gemeenschap tusschen Noord- en Zuiderzee
moest nog voor de scheepvaart geschikt worden gemaakt, terwijl
ook de Noordzeehaven nog verre Tan voltooid was.
//Met kracht ving men dus het baggerwerk in die haven aan, ter
wijl ook de aanleg der havenhoofden zoo veel mogelijk werd
bespoedigd.
»Dan, helaasde hoofden, die reeds een aanmerkelijke lengte
bereikt hadden, en die men meende geheel meester te zijn, werden
niet bestand gevonden tegen de onmetelijke kracht der golven. Reeds
in 1872 rigtten de najaarsstormen aan dezeeeinden der hoofden aan
merkelijke schade aan. In February 1873 werd een staatskommissie
benoemd, om onderzoek te doen naar de oorzaken dier sehade, en
middelen te beramen om dergelijke ongevallen voor het vervolg
te voorkomen.
//Naauwelijks had deze kommissie haar verslag uitgebragt, of de
Novemberstormen van 1873 tastten de werken met zulk geweld aan,
dat in het Noorderhoofd over 420 meter lengte, in het Zuiderhoofd
over 340 meter lengte, niet minder dan een totaal cijfer van ruim
17,000 kub. meter betonblokken werden afgeslagen of losgewoeld.
//Maar al te ras bleek, hoe dringend versterkiug van de hoof
den gevorderd werd.
»De Regering sloeg daarom met dc Kanaalmaatschappij de handen
ineen, om de toekomst der Noordzgjbaven, waaraan velen begonnen
te wanhopen, te redden. Dt veraterklngeu, verhoogingen en be-
stortingen, door de staatskommissie voorgesteld, werden door Re
gering en Maatschappij ondernomen.
//Dat zij voldoende waren en dat na hunne aanwending het werk
verzekerd was, blijkt wanneer men nu een blik op de hoofden slaat,
zoo als ze, bijna voltooid, vast staan als een rots in het midden der
baren en tot heden onwrikbaar weerstand bieden aan het beuken
der golven, zoodat ook in dit belangrijk opzigt de toekomst vertrou-
wend kan worden te gemoet gegaan.
»Nadat de doorgraving was tot stand gekomen, metnde men dat
hare voltooijing spoedig en zonder zwarigheden zon knnnen ge-
schieden. 5
Ook hierin had men echter buiten het zand van onze duinen en
van den zeebodem gerekend.
//De hellingen, die men aan de Kanaalboorden hadgegeven en
die door alle desknndigen voldoende werden geacht, met het oog
op de ondervinding bij zeewerken opgedaan, stortten in, toe.i men
trachtte het Kanaalvak bniten de Noordzee-sluizen op zijne diepte
te brengen; de geul, die men door het strand baggerde, vulde
zich telkens weer met zand, dat van de zijden losliet.
-Ook hiertegen moesten middelen worden beraamd, - zij werden
gevonden, doch slechts ten koste van aanzienlijke geldelijke opoffe-
ringen. Twee steenen dammen of binnenhoofden, aan weerszijden
van de geul door het Noordzeestrand, benevens de afgraving en
verdediging van de Kanaalboorden, heffen in bedoeld opzigt alle
gevaar voor de tofekomst op.
-/Met voldoening en dankbaarheid mogen wij derhalve terugzien
op de verloopen jaren.
--Hebben de vele en groote tegenspoeden - hoofdzakelijk een gevolg
van de nieuwheid van het gebied waartoe de werken behooren -
ten gevolge gehad dat het Noordzee-kanaal niet zoo spoedig is tot
stand gekomen als men in den beginne verwacht had; het is tot
stand gekomen, al heef( het nog niet die afmetingen die voor de
allergrootste schepen noodig zijn.
-Er is geen twijfel, of binnen betrekkelijk korten tijd zal het
Kanaal zijn voile diepte bereikt hebben. De grootste zeekasteelen
zullen dan Amsterdam kunnen naderen, en Aeerlands hoofdstad zal
hare eereplaats ouder de handelssteden van Europa hernemen."
Na deze korte, vlugtige en beknopte schets van den gang der
werkzaamheden, trok spr, in enkele woorden de verkregen resul-
taten aldus zamen
-Onvrnchtbaar water werd in vruchtbaar land en onvrucfitbaar
land in vruchtbaar water herschapen.
-Wij voegden bij den schoot der aarde welige akkers, die door
den landbouw welvaart verspreiden.
»Wij onttrokken aan den schoot der aarde rnimte voor waterwe-
gen, die handel en scheepvaart tot heil en voorspoed strekken.
-Het is met het oog op die belaDgrijke resultaten, zelden ofwelligt
tot nog toe nooit in een werk vereenigd, dat ik hopen mag dat
-Nederland, dat Amsterdam vooral, begrijpen zal, zich rekenschap
zal geven van het groote gewigt der plegtigheiddie heden wordt
vol bragt.
//Zij beteekent voor Amsterdam niet meer noch minder dan het
verkrijgen van de zee, waarvan zij zoo lang uitgesloten was, het be-
zit van een waterweg, dien haar menige havenstad zal benijden
-/Zij beteekent voor Nederland de voltooijing van het grootste
en moeijelijkste deel van een der meest kolossale ondernemingen
onzer eenw, zoo rijk aan groote werken."
-En nu, Sire," aldns eindigde de redenaar, moge het U be
ll agen de Noordzeehaven te openen, die wij gaarne met U. M.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
toestemming den naam van Haven van Ymuiden zouden geven,
omdat door deze openstelling het Y ten westen een mond is gegeven,
voor den mond dien wij ten oosten sloten
loen de heer Jitta onder de luide toejuichingen van de aanwe-
zigen ook Z. M. gaf herhaaide malen van instemming met het
gesprokene blijk deze rede geeindigd haddeelde hij het vol-
gende telegram mede van Z. K. H. prins Hendrik der Neder-
landen uit Luxemburg:
Uit de verte, van harte met u op dezen feestdagmoge het uwe
Maatschappij en de hoofdstad des Rijks voorspoedig en gelukkig
gaan; Hendrik."
Hierna, begaf Z. M. zich met de daartoe genoodigden aan boord
van de Stad Breda, om de Noordzeesiuizen plegtig te opeuen.
De weersgesteldbeid, ofscboon voor de toeschouwers minder aange-
naam, was juist geschikt om de deugdelijkheid van het werk op de
scmtterendste wijze te doen uitkomen. De golven sloegen gednrig
over de hoofdenen de Stad Breda dook telkens met zijn steven
in de baren.
Na een korten togt buiten de sluizen werd gewend en geschiedde
bet invallen in de haven ook bij dit zoo ongunstige weder met
volkomen succes. Aan de sluizen teruggekomen verzocht de heer
Jitta Z. M. den koning de oorkonde te willen teekenen, welke al
dus luidt:
-Op heden 1 November van den jare 1876 is door Z. M.
Willem III, Koning der Nederlanden, Groot-Hertog van Luxera-
burg, enz., enz., de haven van Ymuiden geopend en daardoor de ge-
dachte verwezenlijkt, in 1816 uitgesproken door Zijnen Doorluch-
tigen voorzaat Koning Willem I, die Amsterdams handel en scheep
vaart den kortsten weg naar zee wees door de doorgraving van
Holland op zijn smalst."
loen Z. M. deze prachtige oorkonde, die een meesterstuk van
calligrafie is, had onderteekend, en wel met dezelfde adelaarsveder,
waarmede Hij die der Oranjesluizen geteekend had, noodigde de
heer Jitta den minister van binnenlandsche zaken en ook die van
oorlog, van buitenlandsche zaken, van marine, van kolonien en van
justitie tot onderteekening uit, en daarna jhr. mr. C. J. A. den Tex,
burgemeester van Amsterdam.
Nadat nu ook de heer den Tex deze oorkonde had onderteekend,
zeide de heer Jitta nog het volgende
"En mogen wij eindelijk tot waardig besluit van dit feest Uwe
Majesteit de medaille aanbieden ter gelegenheid dezer heugelijke ge-
beurtenis geslagen.
-Moge dit metaal bij U. M. steeds de herinnering levendig
honden aan den dag van heden, aan het gewigtig feit, zoo even, tot
heil van ons dierbaar vaderland, voldongen."
Na den burgemeester teekenden nog de volgende heeren deze oor
konde S. W. Jos. Jitta, Aug. M. J. Hendricks, J. d. Clercq, jhr.
J. H Rutgers van Rozenburg, P. H. Bruyn, en J. Dirks, eerstaan-
wezend mgenieur.
Terwyl deze plegtige onderteekening voorviel werd den burge
meester van Amsterdam het volgende telegram toegezonden door
Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden uit Luxemburg:
-Moge de dag van heden vernieuwde welvaart en voorspoed schen-
ken aan Amsterdam".
De Breda stoomde ten ongeveer 3 ure Velzen voorbij en kwam
ten circa 4| uur aan het Oosterspoorwegstation aan, waar een extra-
trein Z. M. opwachtte om hem naar het Loo terug te voeren.
Een prachtig feestmaal in een der fraai gedekoreerde zalen van
bet Paleis voor Volhvlijt besloot voor de genoodigden de plech-
tigkeid van den dag. Alle hooge autoriteiten en vertegenwoordigers
van handel en uijverheid waren daarbij tegenwoordig!
Dat het bij dezen maaltijd niet aan toasten ontbrak, zullen wij
wel met behoeven te zeggen. De mededeeling daarvan zou dit
bestek verre te buiten gaan. Wij meenen alleen hier te moeten
vermelden, dat de heer Mr. J. P. Amersfoordt aan tafel het vol-
gende gedicbt, in afdruk door hem aan de gasten rondgedeeid,
voordroeg
Velzens duinen af te dragen
Ried eens Dou aan Rijnland aan
De Eerste Willem durfde vragen
Is dit niet de ware baan?
Conrad, die door Suez' zanden
Waterwegen had beraamd,
Schiep voor derden Willems landen
't Stoute plan, teregt befaamd
Hoezee
De Amsterdammers zegevierden,
En de Noordzee heeft gezwicht;
Waar de wilde golven gierden
Schijnt een vriend'Jijk havenlicht.
Bouw nu kaden, maak nu wegen,
Voer nu schuit en ligter aan,
Om, uit Oost en West, den zegen
in uw havens op te slaan!
Hoezee
Ja, herneem nu op de stroomen
Uwen rang, der Vadren eer!
Laat uw schepen wederkomen,
Rol uw vlag uit, als weleer!
Uwe kindren durfden streven
Naar de koude Noorderpool!
Lessen hebt ge een Czaar gegeven!