182 - Gernengde Berigten. Stranding van het Engelsche schip: „Aretu»'\ tenis om het vangendooden eD verkoopen van nuttige vogels zoowel als het uithalen of vernielen hunner nesten door mid- del van strafbepalingen te keer te gaan. Men meldt uit Heerlen, dd. 9 November: Dezer dagen deed zich alhier in een tuin bij het afsnijden eener rammenas een zeldzaam geval voor. Men ontdekte er een gouden ring in, waarover de achil was heengegroeiddie ring werd door een der kinderen voor eenige jaren bij het plukken van aard- bezien verloren en kwam op deze zonderlinge wijze thans we- der eerst te voorschijnofschoon er vier jaren na die aard- bezien altijd rammenassen gezaaid werden op dit atuk grond. In de Landbouw-Courant leest men: In het thans gunstige jaargetijde tot het verzamelen van pit- ten wordt de aandacht op nieuw gevestigd op den prijs van 1000 door de Luntersclie Tuinvereeniging uitgeloofd voor de 25 soorten deugdelijkste zaailing-appels. Duidelijk is het, dat de prijsnitloving slechts een middel is om het publiek met uadruk op de zaak attent te maken en velen uit te lokken handen aan het werk te slaan; maar het legt toch ook alien, die aanspraak maken op den naam van vrienden van volkswelvaart en vooruitgang, de verpligting op, haar grondig te onderzoeken en bij gunstige uitkomst de pogingen der Vereeniging te steuDen. De Vereeniging schijnt innig doordrongen van de waar- heid der door haar voorgestaue zaak. Haar stellingen zijn 1°. dat de boomuit zaad opgegroeidook zonder verede- ling, beste vruchten naar zijnen aard voortbrengt; 2°. dat de ongeente boom krachtiger en gezonder groeit dan de geente, het met minder gronrl voor lief neemt en beter bestand is tegen de guurheden van het klimaat; 2°. dat het zaaijen een middel is om de vruchtboomen ongemerkt ongeloofelijk te vermeerde- ren vooral onder die standen, die in den waan verkeeren dat ze alleen in tuingrond groeijen kunnen, en voor wie het een bezwaar is, tot aanschaffing geld nit te geven. Wij bevelen deze stellingen ernstig in het nadenken van belangstellenden en zulien gaarne het voor en tegen in ons blad opnemen. In het voordeel der eerste stelling kunnen we nog mede- deelen, dat op de vruchten-tentoonstelliug van de afdeeling 'sGravenhage der Hollandsche Maatschappij van Landbouw van 59 October jl. gehouden 12 soorten zaailing-appels te zien waren, die er flink uitzagenen waaraan buiten het programma door den jury een zilveren medaille is toegekend." Baron van Lijnden heeft aan de gemeente Opsterland als bijdrage in de gemeentebelasting eene gift aangeboden van /2000die in dank is aange- nomen. Kardinaal Antonelli, te Rome, is overleden. De lijder was geheel en al uitgeput door de langdurigheid en de heftigheid van zijn lijden rhumatische smarten, blaas-catharresteen. Sedert acht dagen waren hem niet alleen de beenen en armeu schrikbaar gezwollen maar ook het gelaat hij was onherkenbaar. Twee dagen voor zijn dood werd hij ten voile be- diend, en hij ontving dagelijks zijn bijzonderen biechtvader. De paus was levendig aangedaan over het lijden van zijn eerBten minister, en zond hem zijn zegen in extremis. De kardinaal werd in zijn laatste dagen bijgestaan door eene vronw, die het werk eener liefdezuster waarnam met algeheele toewijding en hartelijkheidzoomede door zijne broeders, de graven Gre- gorioLudovico en Angelo en zijn jeugdigen neef graaf Augustinozoon van Gregorio, die zijn Beveling was. Men schat de fortnin zijner JSminen- tie op 80 a 100 millioen in FranscheAmerikaanseheEngelsche en Russische staatsfondsen30 millioen edelgesteenten diamanten en andere pretiosa. Bij testament heeft de kardinaal zijne geldelijk vermogen ver- maakt aan zijne broeders, zijne oudste zfl^ter en zijn neef, de edelgesteen ten aan het Vatikaansch Museum, de pretiosa aan bijzonder aangewezene pcrsonen en de diamanten aan den St. Pieterspenning. Digt bij Wambrechies is Zondag avond ten 9 are een vreeselijk on- gelnk gebeurd. Een rijtuig, waarin zes landbouwers en twee vrouwen zaten wilde den spoorweg overstekcn toen het verrast werd door den trein komende van Rijssel en gaande naar Commines. De vier mannen en twee vrouwendie in het midden gezeten warenwerden letterlijk vermorseld de twee mannen, die op den bok zaten, zeer zwaar gewond. Van het paard waren de beide achterpooten glad afgesneden. De barriere- of boomwachter, die verzuimd had het hek te sluiten, is terstond in hechtenis genomen. Twee stukadoors, passagiers op de Appingedamster boot, en reizende naar Holwierdegaven ter voldoening van vracht en vertering een nieuwe cent voor een gouden tientje in betaliug aan het meisje, dat met de ont- vangst der gelden was belast. Zij gaf aan de stukadoors zooveel geld weerom als had zij een tientje ontvangen en de mannen verwijderden zich maar zij hebben later, daar 't niet meer dan eene aardigheid was 't geld weer teruggegeveu. Op de veemarkt te Doesborgh heeft iemand eene jonge koe verkocht voor 50 en zich laten betalen met vijf nienwe centen. Ditmaal was het geeue aardigheid de man is bedrogenzooals misschien nog meer zullen bedrogen worden door de overeenkomst tusschen gouden en koperen munt. Te Meppel was men reeds Zaturdag druk aan 't schaatsenrijdenen te Maastricht zit men onder de sneeuw. Vrijdagmorgen kwam te Utrecht een boer aan de veemarkt om te zien of hij eene koe, die hem ontstolen was, daar ook weervinden kon. Ilij vond werkelijk het dier en ook den dief, die echter dadelijk op den loop ging. Te Maastricht is iemand door de gladhsid van eene plank, die over eene sloot lag, in 't water gevallen en verdronken. Vreemde dingen gebeuren in Egypte. Daar brengt de onderkoning, het hoofd van den Staatzelf zijnen ontronwen minister van financien naar de gevangenisen daar sterft die minister aan dronkenmanswaan- zin(?l) op zijne reis naar het hem aangewezen oord van ballingschap. Door de Directie der Holl. IJz. Spoorweg-Maatschappij is dezer da gen weder ze bepaling ingevoerddat reizigers, van retourkaarten voorzien ook op de heenreis op elk station knnnen uitstappen en een of meer trei- nen overblijven. Vrijdag jl. trad een fatsoenlijk gekleed vreemdeling het logement de Fortuin te Boxtel binnen en vroeg om te logeeren, wat hem aanstonds toegestaan werd. Daags er op vertrok hij weer. Toen nu Zondag de dochter des huizes hare gouden sieraden wilde nemen uit de kamer tegen- over diewaarop de vreemdeling gelogeerd hadwas alles verdwenen. Niemand was tusschen Zaturdag en Zondag boven geweest, zoodat zonder twijfel de logeergastdie bij zijn vertrek zeer gehaast scheen de dief is geweest. De waarde van het gestolene bedraagt, zegt men, ruim /200. Aan het Ministerie van Financien zijn uitgeloot de volgende dertig reeksen 31 pets, schuldbekentenisseu van het voormalig amortisatie-syndi- kant8, 102, 191, 202, 258, 426, 510, 523, 588, 601, 715, 720 788, 799, 827, 1013, 1168, 1251, 1331, 1636, 1719, 1738, 1741, 1820, 1871, 1872, 1889, 1996, 2095 en 2163. Maandag bezocht iemand uit de gemeente Sloten een koffijhuis op het Rembrandtsplein te Amsterdam. Om een partij billart te spelen trok hij zijn overj as uithing hem op speeldedeed den jas weder aan en miste zijn portefeuillewaarin f 150 aan papier. Van den brntalen dief is het spoor niet ontdekt. Bij een bleeker aan de Baarsjes bij de Tolbrng zijn verschillende stukken goed ontvreemd. Niettegenstaande alle aangewende pogingenheeft men van de daders tot heden niets kunnen ontdekken. Bij Kuilenburg is eene boerderij verbrand met den geheelen inboedel, een paard, twee kocijen, een varken en een geit. De man was met den knecht naar de marktde vrouw en vier kinderen redden zich met moeite. De vrijmetselaarsloge de Edelmoediglieid te 's Hertogenbosch heeft 17 April 1876 haar honderdjarig bestaan gevierd, niet met een feest, maar met eene daad, en dat wel door bijeen te brengen een op het Grootboek in te schrijven vast kapitaal, onder haar beheer, en uit welks renten zullen worden voldaan de schoolgelden en boeken van leerlingen der hoogere burgerschool te s Boscb, en, zoo nsogelijk, ook op andere plaatseu, waar ouders of voogden door die kosten worden bezwaard. Het bestuur dier loge maakt bekend, dat zij reeds in het bezit is van 6000 Werkelijke Schuld 2j- pet. en spoedig weder f 1000 hoopt te kunnen aankoopen. Uit de rente zijn vijf kweekelingen aan de hoogere burgerschool te 's Bosch ge- plaatst. Te Doesburg is een inbraak geschied in de catechisatiekamer, onmid- dellijk grenzende aan de kerk. De dief heeft zich meester gemaakt van het geld uit twee offerkussen en zich vergast aan den inhoud van vijf flesschen wijn, aldaar aauwezig ten gebrnike bij het Avondmaal. De maag van den dief schijnt echter een zoo groote hoeveelheid wijn niet te hebben kunnen verdragen, zoodat het vocht zich weldra weer een uitweg baande door zijn keelgat. Dit geschiedde op straat, in tegenwoordigheid van een agent van politie, terwijl te gelijk de zakdoek, waarin het gestolen geld was gebor- gen, los ging, zoodat de centen zich over de straat verspreidden. De agent bood hem de behulpzame hand om het verstrooide geld op te zoeken, en haalde daartoe zelfs uit een naburig huis een lantaarn. Wel voedde hij een oogenblik argwaan, maar de verklaring van den beschonkene, dat hij in dc kazerne geld had moeten ontvangen voor een schippersvracht en bij die gelegenheid was onthaald, stelde hem volkomen gerust. Naauwelijks was de vogel echter gevlogen, of de politie ontving kennis van den gepleegden diefstal en het mogt haar na ijverige nasporingen gelukken, den man te Spankeren te vatten. Uit Calcutta wordt het volgende gemeldDen 1 Nov. werd het distrikt Rackergunge door een cycloop verwoest. Duizenden woningen der inboorlingen zijn veruield. De stad Dowlutkhan werd onder water gezet de voornaamste huizen zijn ingestort. Men verzekert, dat bij deze ramp vijfduizend menschen het leven hebben verloren. Te Parijs heeft men iets zeer nuttigs bedacht voor alien, die met den burgerlijkeu stand in aanraking komen. Bij gelegenheid van het hu- welijk ontvangen de jonggehuwden kosteloos van den maire een stamboekje voor het huisgezin. Het is een kleiu boekje in 12°., niet meer dan acht bladzijden groot. Op de eerste bladzijde staau de namen der gehuwden geschreven; het overige is voor eene geslachtslijst bestemd. Men heeft op den omslag de voornaamste bepalingen aangaande den burgerlijkeu stand doen drukken. Welke formaliteiten er bij geboorte, huwelijk en overlijden zijn in acht te nemenvindt men daar vermeldook waar men gezegelde afschriften der akten van den burgerlijken stand moet aanvragen, en welke de kosten hiervan zijn. Men maakt te Parijs het menigeeu op die wijs gemakkelijk en bespaart zich zelven groote moeite. Voor eenigen tijd zjjn zoowel te Zwolle als in het na- burige Zwollerkerspel politie-verordeningen in het leven geroe- pen, waarbij honden als trekdieren zijn verboden. Nu behoeft men geen bekwaam zooloog te wezen om te bewijzen dat een mensch geen trekdier isen toch ziet men er alle dagen dat soms twee menschen, met 30 tot 40 mudden rogge, zegge 2250 tot 3000 kilo's, op een langen tweewieligen wa ges die onmenschelijke vracht langs de straten slepen. De honden-politie-verordening van die streek mogt wel eene uit- breiding tot de menschen ondergaan. Men leest in de Amsterdamsche Courant „Het openstaan van een spoorwegbrng heeft in den laatsten tijd nog al eens aanleiding gegeven tot discussie en geschrijf. Zoolang het leven der passagiers van een geheelen trein van een brugwachter afhangt, en zoolang een brugwachter een mensch is, die aan alle mogelijke verstrooidhedenongelukken eriz. blootstaat en daardoor bet seinen kan vergetenzoolang blijft een reis met een spoortrein over bet water altijd gevaarlijk. „A!s voorzorgmaatregel wordt daarom door een korrespon- dent van den Maasbode het volgende aanbevolen: „Er worde op een voldoenden afstand om te stoppen een signaal geplaatst aan elken kant van de brug, en dit signaal zoodanig met de brug verbonden, dat eer9t het signaal moet losgemaakt worden eer de brug kan geopend worden, zoodat het eerste en noodzakelijke werk, dat de brugwachter moet doen en zonder welk de brug niet kan geopend worden, is, het signaal geven. En verder zorge men dat het signaal niet kan weggenomen worden, dan door het aan de gesloten brug weder vast te hechten. Wordt deze voorzorg bij de thans bestaande gevoegd, dan hangt het signaal geven niet meer af van de zorg van den brugwachter, maar is een nood- zakelijk gevolg van de opening der brag, en zoo is van dien kant alle gevaar geweken. „Vele ongelukken zijn er reeds gebeurd door bet misplaatsen der wissels; zouden deze ook niet veel kunnen voorkomen worden door een signaal te plaatsen noodzakelijk werkende met en door den wissel, zoodat elk conducteur op voldoenden afstand konde zien, of zijn wissel in orde is?" Men leest het volgende ingezonden stuk in de Amsterdam- sclie Courant DE BATEN DIE AMSTERDAM UIT DE HONDEN- BELASTING TREKT. Nu er op nieuw geneigdheid schijnt te bestaan om toe te geven aan de eischen, door sommigen gesteld, die ten opzigte onzer ge- meentebelastingen, naar het schijnt, in iedere verandering eene verbetering zien, is bet misschien niet zonder nut eens na te gaan of de laatst ingevoerde belasting, te weten die op het houden v«n honden, alleen baten heeft geleverd, dan wel of er ook zekere las. ten tegenoverstaan, die niet zoo voor de hand liggen, althans niet in guldens en centen op de gemeente-begrooting te vinden zijn. Misschien zou menvan het bekende tot het onbekende beslui- tende, de mogelijkheid moeten erkennen, dat de tastbare voor- deelen der voorgestelde inkomsten-belasting, even als bij de hon- den-belastinggeabsorbeerd worden door nadeelen, die men eerst later gewaar wordt. Van alles toch ziet men het eerst de licht— en dan de schaduwzijde. Ce qu'on voit el ce qu'on ne voit pas is de titel van een werkje, van een fransch ekonomist. Die titel kwam mij in de gedachte bij het lezen van het versiag der laatste amsterdamsche raadszitting. Een der leden sprak over het schrikbarend toenemen der inbraken. In de laatste nachten was, naar zijn beweren, binnen Amsterdam wel op 50 plaatsen ingebroken. De burgemeesterdie het feit niet ontkende, verklaarde er niets aan te kunnen doen, doch zeide dat in de laatste dagen 23 bnisbrekers gevat waren, en dat men zich overigens maar moest troosten, dat in den Haag en te Parijs ook veel werd ingebroken. Eene bespreking over hetgeen aanleiding of oorzaak kan wezen van het »schrikbarend toenemen van misdrijven, behoorende tot eene bepaalde kategorie," schijnt niemand der leden noodig geoor- deeld te hebben. De heer Chubb, de bekende engelsche brandkasten-maker, heeft een paar jaar geleden een boekje geschreven, waarin vrij wat lezens- waardig te vinden is, o. a. ook over huisbrekers. Als ik me wel herinner, komt de heer Chubb te hnnnen opzigte zoowat tot de vol gende konklusie: Voor een wetenschappelijkes, en in zijn vak erva- ren en bekwamen huisbreker, is de omstandigheid, dat iets zich in een goede en goed gesloten brandkast bevindt, geen afdoend motief om eene poging tot inbraak niet te wagenmaar waar- door een voorzigtig man zich bijna altijd van zulk een voornemen zal laten af brengen, is de tegenwoordigheid van kleine kinderen en vooral van huishonden. De heer Chubb had dit uit den mond van huisbrekers, wier verklaringen alle vertrouwen verdienen en wier waarheidsliefde op dit punt boven alle verdenking verbeven mag heeten. Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas. Wat men op de amster damsche gemeentebegrooting voor 1877 wel ziet, dat zijn de/20,000 als bruto opbrengst der bonden-belasting, doch wat men niet ziet, dat zijn de direkte en indirekte nadeelen voor het toenemen der inbraken. En toch zal bij menig lezer van mr. Chubbs boekje de vraag rijzen »Zou de vermeerdering van het aantal inbraken en pogingen daartoe binnen onze stad niet in verhouding kunnen staan tot de vermindering in het aantal huishonden? Misschien dat de statistiek der misdaden ook voor andere plaatsen even als voor Amsterdam, die vraag bevestigend beantwoorden zou. De toepassing der wet van 5 Junij 1875 heeft onloochenbaar te Amsterdam aan vele honden het leven gekost, doch men vergete niet dat ook de in 1875 ingevoerde hondenbelasting en vooral de daaraan verbonden strafregtelijke bepalingen zeer veel hebben bij- gedragen tot vermindering van het aantal honden. Wat men echter nu nog niet op de gemeentebegrooting van Amsterdam ziet; zal men later wel zien en betalen bovendien dat zijn de kosten, verbonden aan uitbreiding van het getal policie- agenten tot 600, een cijfer dat, naar aanleiding van de schrikbarende vermeerdering van het getal inbraken bij nacht, door een der raadsle- den onmisbaar werd geacht. Had nu de burgemeester, toen hij in den raad verklaarde niets tegen de inbraken te kunnen doen, den raad niet tegelijkertijd kunnen toevoegen »Maar gij hadt er iets voor kunnen laten"en dat is: Gij hadt geene belasting op de honden moeten invoeren." Het boven staande zal ongetwijfeld aan menigeen een paradox toe- schijnen, doch wie gewoon is, het verband tusschen oorzaak en ge volg te zoeken, zal er misschien anders over denken. Ongetwijfeld is het een punt dat de gemeenteraden dienen te overwegen, alvo- rens een belasting op honden in te voeren. X. Het Engelsche schip Aretusvan Aber,ystwithkapt. Tho mas, van Port Madoc met leijen naar Hamburg bestemd, is bij het eiland Terschelling gestrand. Omtrent die stranding en de redding daarbij van den stuurman, geeft het Dagblad van Zuid-Holland thans het volgende verhaal De schipbreuk viel voor den 6 Nov. 's morgens om 6 uur. Op een doodsche, kale zandvlakte, welke zich een uur of vijf in zee uitstrekt, waarover bij vloed het zeewater stroomt, slrandde met harden N.W. storm bovenvermeld schip. Het vaartuig had eene bemanning van 6 personen', waar- onder de kapitein met zijn 12jarig zoontje. Al een paar dagen worstelde men aan boord tegen het vliegende weder; alien waren door dat afmattend werk reeds uitgeput; daar grijpt de felle stroom het brooze vaartuig aanboost het tegen de zandbankslaat het lek en voert het onmiddellijk naar de diepte. Zes menschen vlugten in het want, de zoon klemt zich aan zijnen vader vast, alien grijpen lijn en koord en klemmen zich aan het hout, dat, hoe het ook kraakt en barst, hun aller redding moet zijn. Uren lang zitten zij daar; de in allerijl aangerukte reddiugsbootonder aanvoering van den wakkeren scheeps-agent Krul en met 10 kloeke lieden bemand, steekt in zee. Men worstelt in de branding tegen hemelhooge golven, die over de masten loopen en de onge- lukkigen, die nog eenige hoop koesterenonophoudelijk met telkens terugkeerende en feller woede bestoken. De reddings- boot slaat terug, slaat nog eens terug, slaat vol water, wordt leeggepompt, gaat weer in zee, slaat nogmaals vol water slaat voor de vijfde maal terug. Van uit het want zien de schipbreukelingen telkens hun flaauwe hoop teleurstellen. Het volk nit de reddingsboot kan niet meer; het heeft reeds twee uren tegen de woedende ele- menten geworsteld, maar nog geeft men het niet op. De agent Krul bemant de boot met ander volk; ten zesden male in zeeDaar kraakt de mast een angstkreet uit bet want een angstkreet van den wal, en vijf personen verdwijnen in de diepte, zonder eenig spoor na te laten. De boot wordt weer tegen bet strand teruggeslagen e.n nogmaals in zee gebragt om te zien, of nog niet misschien een stuk van een wrak omdrijft. Een van het volk had het geluk een paar vaatjes van het dek af te grijpen en zich daarmee in het want te redden. Met bijna bovenmenschelijke inspanning weet hij te midden van het grootste gevaar die vaatjes tegen de borst en onder de armen te binden, en bij het kraken van den mast laat hij zich in de kokende golven nederploffen. Dezen ziet de heer Krul drijvenen voor de zevende maal gaat de boot in zee, en nu heeft men het geluk om althans dien eenen, den stuurman, meer dood dan levend en op vele plaatsen schrikkelijk gewond, aan wal te brengen; de overige v(jf personen zijn verdronken. Toen de drenkeling aan wal kwam, werd hij aanstonds op de meest doelmatige wijze behandeld door den heer Ruigh mede scheeps-agent; deze wist hem na een uur of anderhalf bij te brengen. Hoofd en borst waren vreeselijk gewond, doch men heeft hoop op geheele genezing, daar zoo spoedig mo- gelijk geneeskundige hulp verstrekt werd. De eerste vraag van den geredde was naar zijne makkersde tweedeom zoo spoedig mogelijk aan zijne vrouw (de man heeft vrouw en drie kinderen) zijne redding te telegraferenhetwelk natuurlijk ge schiedde. De man werd hier aangebragt, verstijfdbewusteloos en van alles beroofddoch onder zulke omstandigheden weet men haast niet waar zoo spoedig het noodige vandaan komt, en door de trouwe zorg der beide agenten is er in de eerste behoeften reeds voldoende voorzien. Het was eene stranding zoo als hier in jaren niet is voor- gevallen; en agenten en bemanning van de reddingboot, meest alien huisvaders, hebben hun leven herhaalde malen gewaagd het was eene redding, die inderdaad de vermelding waard is. Ik geef hierbjj ook de namen der gezamentlijke redders; zij verdienen minstens een openlijke vermelding, en wij zijn er trotsch op hen onze dorps-, onze landgenooten te mogen noe- menDe volgende manschappen bevonden zich in de boot; T. Bakker, R. RoosP. PronkerJ. Groendijk, C. Kooiman, P. Bakker, D. Roos, J. Ruig, R. India en S. Ruig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1876 | | pagina 2