- 192 -
Wijzigingeii.
Toelichting.
Wijzigingen,
Bijlage 3.
Wijzigingeii.
Toelichting.
Toelichting.
Wijzigingen.
Toelichting-.
WIJZIGINGEN
Verordening op het kroozen en zuiveren van alle
Vuilnis en Waterplanten der Vaarten, Dwars-
en Lengtetogten en Slooten in den
Haarlemmermeerpolder
van 2 Junij 1871,
buiten Veldwegslootmoeten
onderhouden worden op de
afmetingenwaartoe zij oor-
spronkelijk zijn aangelegdof
welke bij overeenkomst daar-
voor zijn bepaald."
„De binnensloot langs den
Veldweg moet voor den 15
September 1878 gebragt en
voorts gehouden worden op de
breedte van 3 meter ter hoogte
van bet Maaiveld, op de diepte
van 1.25 meter beneden bet
Maaiveld, en op de wijdte in
den bodem van 1 meter."
„Alle de genoemde slooten
moeten met 1 balven meter
schoonen kant bewerkt wor
den een en ander op eene
boete van f 5.voor iedere
sloot, ten aanzien van welke
een der voorschreven bepalin-
gen verzuimd of overtreden is,
docb te zamen de som van
25.niet te boven gaande."
ART. 4.
De woorden van Schouw-
raden en andere, in den eer-
sten en tweeden regel, worden
vervangen door het woord
hunne.
In het slot van den tweeden
regel worde October vervan
gen door September.
In den vierden regel verval-
len de woorden over de be-
doelde slooten.
Geheel vervalle de zinsnede:
Door Schouwen, enz.
Bijgevoegd worde aau het
slotvoor iedere gebrekkige
sloot, dam of duiker te zamen
tot het maximum van 25.
ART. 5.
In den eersten regel worden
tusschen na en de ingelascht
de woordende Schouw of
na, en in den derden regel
van de tweede alinea tusschen
de woorden openbaar en aan-
besteed, ingelascht de woor
den of onderhandsch,
Maaiveld 0.50 meter breeder.
Afzonderlijke bepalingen zijn
noodig voor de Bermsloot en
de buiten Veldwegslootdie
Diet op alle plaateen tev'ens
Veldwegsloot is, omdatwaar
die buiten Veldwegsloot tevens
Bermsloot is, zij dikwijls als
boezem van hevels dienst doet
en dan niet volstaan kau met
de afmetingen van een bloote
Veldwegsloot, waarnaast nog
eene eigenlijke Bermsloot be-
staat.
Ook op de Bermslooten
waarvoor bij verkoop van
Dijksgronden andere bepalin
gen zijn gemaakt, kau het
algemeen voorschrift voor de
buiten-Veldwegslooten niettoe-
gepast worden.
Omdat Scbouwraden niet
meer bestaan.
Aan Ambtenaren moet even-
wel de toegang niet kunnen
geweigerd worden.
October scheen te laat.
Deze woorden waren over-
bodig.
Een definitie van schouwen
is overbodig; deze was boven-
dien onverstaanbaar.
Het dient te blijkendat
bet regt tot aanbesteden, om-
schreven in de tweede alinea,
ook aau het Bestuur toekomt
na zoodanige bijzondere op-
neming.
Publieke uitbesteding zou
onmogelijk zijn bij kleine ge-
breken, of veel te duur uit-
komen.
Doorgehaald kunnen worden
de woordenen zulks.
Aan het slot der Verorde-
ning worde toegevoegd
De Verordening op het her-
schieten en opmaken van de
Weg-, Kavel- en Veldweg-
slooten en het daarstellen
van Duikers en Nummer-
palen in den Haarlemmer-
meer-Poldervan 1 April
1869, wordt ingetrokken.
ART. 1
luide: „De Wegslooten moeten
door de Eigenaars tweemaal
'sjaars, voor den 15den Junij
en voor den 1 5den September,
ter halver sloot gekroost en van
van alle vuilnis en waterplanten
gezuiverd worden.
„Tevens moeten de kanten
dier Slooten worden uitge-
maaidopgehaald en ontdaan
van hout- en andere gewas-
sen."
ART. 2
worde gelezen„AUe overige
Slooten moeten eenmaal's jaars,
voor den 15den September,
door de Eigenaars gekroost
en van alle vuilnis en water
planten gezuiverd worden.
„Tevens moeten de kanten
dier Slooten worden uitge-
maaid en ontdaan van alle
hout- en andere gewassen."
ART. 3
worde gelezen: „Zoo dikwijls
het Polderbestuur de Vaarten
en Togten doet kroozen, moet
ieder Ingeland gedoogen dat
Volgens de oude redactie
kon niet voor July en No
vember Schouw gedreven wor
den.
De Najaars-Schouw kwam
dan vooral te laat, omdat het
einde van September en het
begin van October veelal reeds
zeer riat zijn.
Vereenvoudiging van redac
tie, terwijl mede de Schouw
vervroegd is.
Dat het Polderbestuur zijn
togten mag kroozen zoo dik
wijls het verkiest, behoeft niet
gezegdraaar alleen bepaald
het flap of kroos op den kant
van zijn land worde gewor-
pen."
„Iederdie hiertegen zich
verzet, verbeurt eene boete
van 3.voor ieder kavel
of onderdeel daarvan, tot een
gezamenlijk bedrag van 25."
ART. 5
worde gelezen„Dijkgraaf en
Heemraden zoo noodig bijge-
staan door de Opzigters en
verdere Beambten, drijven jaar-
lijks na de in Art. 1 en 2
gemelde dagen Schouw over
de in die artikelen gemelde
Slooten."
„Ieder, wiens Sloot of Sloo
ten dan niet in orde bevonden
worden en wiens kroos of flap
van de Wegslooten niet is weg-
geruimdverbeurt eene boete
van f 3.voor iedere sloot,
te zamen de boete van f 25.
niet te boven gaande."
„Indien het werk wordt afge-
keurd, moet het binnen 14
dagen na schriftelijke aan-
maning in orde zijn gebragt."
ART. 6.
In den derden regel, tweede
alineaworden tusschen eige
naars en aanbesteed gevoegd
de woorden in het openbaar
of onderhandschen in den
volgenden regel doorgehaald
de woordenen zulks.
ART. 10.
In den tweeden regeltus
schen de woorden der- en
lengtetogtenin te voegen de
woorden vaartendwars- en,
en in den derden en vierden
regel de woorden8 April
1863 en afgekondigd den 16
Mei daaraanvolgende, te ver
vangen door de woorden2
Junij 1871.
dat ieder het vuil ontvangen
moet.
Redactiestrekkende tot
bekorting en om het artikel
in verband te brengen tot de
vorige artikelen.
Tegen het blijven liggen van
het flap moet goed gewaakt
worden omdat hetanders alles
weder in de Sloot teregt komt.
De boete werd daarom tot
3.verhoogd.
Van de faculteit tot onder-
handsche aanbesteding dient
ook hier duidelijk te blijken.
Tot betere handhaving van dc Verordening op de Water-
berging acht het de Commissie noodig, en stelt zij voor: aan
te stellen een bijzonderen Opzigter goed vertrouwd met de
wetenschap van landmeten en waterpassen, of althans van de
vereischte wiskundige opleiding en bekwaamhedenom de taak
cn het in orde houden van de waterberginghet eontroleren
van de Slooten van iederen ingeland, behoorlijk te vervullen.
Haarlem, September 1876.
De Commissie.
m VOOBGESTELD IN DE
Drukkerij van Bonga en Comp. Amsterdam.