1877. AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Achtiende Jaargang. T O L L E IV. Prijs van het A.bonnement: in het Jaarf 6. Bij dit Nommer behoort een Bijblad. Aan Zijne Majesteit den Kouing. 1°. 7°. Prijs der A.dvertentien van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 13'/a Cent. \\m\ws IIAA R L E MM R M E E R Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. Het spreekwoord ze?tmen moet van twee kwaden het geringste kiezenderhalve dan ook tast men liever in den zak en betaalt tol, dan op slechte wegen te sukkelen en aan tijd en materieel verlies te lijden. Maar zijn tollen dus als een soort van noodzakelijk kwaad te besohouwen het kwaad behoeft niet erger gemaakt te worden dan bet uit zijn aard is. Op menige tolheffing nu is vrij wat aan te merken, hetzij wat haar regt of regelmatigheidhelzij wat haar bedrag betreftook in vergelijking met het onderhoud van den weg. Het gaat echter ook in dit opzigt als met veel andere za- ken. Men prutteltmen mort; maar niemand wil de kat de bel aanbinden. Het onderstaand adrea bewijst evenweldat er ook uitzondering op dien regel is. Onze lezers zullen er gewis met belangstelling kennis van nemen, en den adressaut, die voor zoo velen in de bres spring!:, dankbaar zijn dat hij ook weder er niet tegen opziel, om ronduit voor den dag te komen en de kastanjes uit het vuur te halen. Mr. Jacob Patjlus Amersfoordt, grondeigenaar en land- bouwer, woneride op Badhoeve in Haarlemmermeer-polder Geeft eerbiediglijk te kennen hetgeen volgt De concessie tot tolheffing, verleend aan het Be9tuur van het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel bij Koninklijk besluit van 5 April 1872 N°. 22, zal eindigen op 23 Junij 1877. Het is waarschijnlijkdat dit Heemraadschap aan Uwe Majesteit zal verzoeken om verlenging dezer concessie tot tol heffing. De ondergeteekende vermeent dat: 1°. de oorsprong van deze concessie onregelmatig is en de redendie bij den aanvang heeft bestaanom die concessie te verleenen sedert lang heeft opgehouden 2°. deze tollen zeer verderfelijk werken voor landbouw en nijverheid in deze streken 3°. het heffen dezer tollen zeer onbillijk is tegenover de bewoners van naburige strekeu die geene tollen heffen 4°. het verder verleenen van concessie tot heffing dezer tollen in strijd is met Art. 254 der gemeentewet; 5°. zoo al deze tollen noodwendig moesten worden gehand- haafdhet innen daarvan zoude behooren te komen aan het Hoogheemraadschap van Amstellandterwijl het Heem raadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel zeer geschikte- lijk in dat Hoogheemraadschap zoude kunnen worden opge- losthetgeen groote zuinigheid in de kosten van beheer zou opleveren 6°. in elk geval zoude de plaatsing der tollen moeten worden veranderdzooals ook hun getal en bun tarief, het- welk minstens tot op de helft van het tegenwoordige zoude moeten worden teruggebragt. Ad. I. Onregelmatige oorsprong der concessie. Het Heemraadschap ter Nieuwer-Amstel (ingesteld bij octrooi van Keizer Karel V van 31 December 1520), had oorspron- kelijk geene andere bevoegdheid, dan om te zorgen tegen de overstrooming der landen onder Amstelveen. Na de inpoldering dier landenhield dit collegia alleen nog toezigt over den gemeenschappelijken ring. In den jare 1823 gelaste Z. M. Koning Willem I verbe- tering van de vaart op den Amstel, de Drecht en de Aar tot aan den Bijn. Het besluit bepaalde de werkendie daartoe moesten worden ondernomenen droeg de uitvoering daarvan op aan Dijkgraaf en Heemraden van dit collegie, hetwelk daarbij den naam ontving van den Amstel en Nieuwer-Amstel. De werken zijn tot stand gebragt, en sedert dien tijd ziet het collegie zich belast met het beheer en onderhoud vau den geheelen Amstelstrooraen de daarop volgende wateren de Drecht en de Aar, benevens de wegen daarlangs gelegen tot aan de Bijnbrug, tegenover de Goudsche Sluisonder de gemeente Aarlanderveen. (Zie de Vrie9, Watersch. in Noord- Holland bl. 96). Er was hier dus gemaakt eene vaart voor groote zeeschepen een werk ten nutte van het gemeene land waarvan de Staat in 'talgemeen, de steden Amsterdam, Gouda en Rotterdam in de eerste plaats de voordeelen trokken. De kosten van het onderhoud dier werken en de eerste be- taling en aflossing der indertijd voor de verbetering der vaart genegotieerde geldenmoesten gevonden worden uit de op- brengst van bruggelden en tollen. Zoo uit dit oogpunt de bruggelden welligt verdedigd heb- beo kunnen worden, het heffen van tollen op wegen tot onder houd van vaarten, is hoogst onbillijk, daar toch zydie van ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE, te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam. l iterh t ~*roensdag de wegen gebruik maken de bewoners der omringende streek bij de vaarten voor zeeschepen slechts een zeer verwijderd belang hebben. Merkwaardig is dat de tarieventoen ingesteldtot daar- stelling, onderhoud en aflossing, nog heden ten dage dezelfde zijnofschoon de aflossing sedert voor een groot deel heeft plaats gehad. De druk dezer tollentoen gelegd op de ingezetenen van dit Heemraadschap en bewoners der omringende streken, is op hen blijven kleven terwijl de Staat en de steden de voordeelen trokken der toenmaals verbeterde vaart. Er is tegenwoordig sprake van het verbeteren dier vaart: dit kan volgens de tegenwoordige denkbeeldeu wel niet anders dan op Staats-kosten geschieden. Nu dus de Oude Vaart, althans gedeeltelijkzal verlaten worden, komt het mij hoogst onbillijk voor, bet onderhoud van die vaart nog langer te vinden uit de opbrengst van tollen op wegen. In alien gevalle is hierin aanleiding om de eventuele concessie slechts voor een zeer korten tijdb. v. voor twee jaren te verleenen. Ad. II. Verderfelijke werking dezer tollen op landbouw en nijverheid. De streek, waarin deze tollen liggenbevindt zich in het midden van Noord-HollandZuid-Holland en Utrecht. In die streek liggen vele oude polders en ook vele nieuwe droogmakerijenals: HaarlemmermeerpolderSchinkelpolder, Legmeer, de Nieuwkoopsche droogmakerijenz. De weg van Noord-Holland naar de Utrechtsche Palmmarkt, naar de steen- en pannenfabrieken en de houtzaagmolens aan den Riju. naar de aldaar wonei kaas- en b^terkoopers, naa'- de klompenmakerijen naar de boom- en bloemkweekerijen van Aalsmeer, naar de looijerij en ijsbewaarplaatsen van Amstel veen, leidt door deze streek; gras, hooi, stroo, melk, vlas riet, granen moeten over deze wegen worden vervoerdvee en schapen daar langs gedreven. De streek heeft volkomen ge- brek aan spoorwegenen heeft zelfs geene hoop die in de toekomst te verkrijgen. Openbare reisgelegenheden te land zijn onmogelijk op te rigten of vol te houdenwegens de kwellende tollen; het in zoo vele gevallen noodzakelijk bezoek van Raad- huis, Kantongeregt, Regtbank Geregtshof, zelfs dat van school en kerkgeneeskundige hulp enz. worden zeer bemoeijelijkt en kostbaar gemaakt door diezelfde te hoog opgevoerde tollen. Geen kiezer kan zijne stem gaan uitbrengen voor Staten- GeneraalProvinciale StatenGemeenteraad of Polderbe3tuur, of bet kost hem veel geldeen bezoek aan Haarlem naar de verblijfplaats van den Commissaris des Konings, is omslagtig en kostbaar. Ad III. Onbillijkheid van de tollen voor bewoners van naburige streken. De Haarlemmermeerpolder is groot 18,000 hectarenheeft vele bruggen, wegen, dijken en andere kunstwerken te zijnen lasteheft echter noch te water, noch te land eenigen tol. De Haarlemmermeerpolder en het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel liggen in elkanders nabuurschap. Dat Heemraadschap heeft eigenlijk noch eeniggebied, noch eenige ingelanden. Het hoogheemraadschap van Amstelland, waarin het Heemraadschap van den Am9tel en Nieuwer-Amstel ligt, is groot ongeveer 30,000 hectaren; dus is het slechts ongeveer een derde grooter dan Haarlemmermeerpolder. Dit Hoogheemraadschap Amstelland zelf heeft geene werken te zijnen laste. Nu worden door het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel geheven veertien tollen als daar zijn IJzeren hek aan den Amstel. 2°. Groote Brug te Ouderkerk. 3°. Kerkbrug te Ouderkerk. 4°. Hek aan den Uithoorn. 5°. Groote Brug aan den Uithoorn. 6°. Brug Vrouwenakker. Nieuwe Amstelsluis bij 't huis ten Drecht. 8°. Huis ten Drecht. 9°. Kattenbrug. 10°. Aardammerbrug. 11°. Rijnbrug. 12°. Hand van Leiden. 13°. Amstelveen. 14°. Overtoom. In Haarlemmermeerpolder wordt het onderhoud der wegen en vaarten geheel gevonden uit de polderlastende inwoners van het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel maken van die wegen een veelvuldig gebruik geheel kosteloos nu is het niet meer dan billijk, dat de inwoners van Haar lemmermeerpolder insgelijks kosteloos gebruik mogen maken van de wegen in het Heemraadschapook in het onderhoud Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. van die wegen kan goedkooper dan thans, door het heffen van polderlasten, des noods van Heemraadschapslasten worden voorzien. Zoo als de zaak thans geregeld is, betalen inwoners van Haarlemmermeerpolder dubbel, eigen polderlasten en na burige tollen. Het schijnt hier, bij dit punt, niet overbodig te herinneren, dat in de provincie Noord-Brabant in het geheel geene tollen meer worden geheven. Ad IV. Deze tolheffing is in strijd met Art. 264 der Gemeentewet. „Weg-, straat- en bruggelden worden tot geen hooger be drag geheven dan noodig is te achtenom den betalernaar evenredigheid van het gebruik of genot dat hij heeft, in de kosten van aanleg, onderhoud of verstrekking van het door hem gebruikte of genotene te doen dragen." Reeds boveo is aangewezendat het niet te pas komt, om tollen op wegenzoo als hier geschiedtte doen dienen tot aanleg en onderhoud van vaarten. Men bewere niet, dat het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel ook wegen onderhoudt en daarvoor de tol- gelden besteedt. Immers, zoo in Haarlemmermeer, waar geene tolgelden bestaan, de grintwegen voorbeeldig goed mogen ge- noemd worden, in het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel zijn die wegen ellendig slecht en verwaarloosd. Telkens afwisselende van stelsel, zijn in den loop der laatste jaren aldaar goede kei- of klinkerwegen veranderd in slecht onderhouden grint-, puin- en sintelwegen. Nergens wordt de hand gehouden aan het behoorlijk afwa- teren der paardenpadenhet digten der wielsporen: is de toestand van den Amstelveenschen weg en Amsteldijk slecht te noemende peg van tlaud van Leiden naar U'thoorn is bijna niet om door te komen, en naar den Rijnkant bij de Aardammerbrug is de toestand zoo mogelijk nog erger. Of deze verwaarloozing toe te schrijven is aan verkeerd bestuur, te hooge administratiekostenof wel het besteden der tolpenningen voor Waterstaats-belangen in plaats van voor wegen, kan, zonder de rekeningen na te zien, moeijelijk met juistheid worden beoordeeld; zooveel is zeker, dat, zoo de opbrengsten der tollen op de wegen uitsluitend voor de wegen werden besteed deze oneindig beter konden zijn vooral sedert de vele droogmakerijen het verkeer op die wegen belangrijk hebben vermeerderd, en dus de opbreDgst der wegen en hunne tollen hebben verhoogd. Ad V. Het heffeD der tollen en onderhoud der werken behoort bij het Hoogheemraadschap van Amstelland; twee Collegies zijn kostbaar en overbodig. Toen Karel V op 25 September 1 525 octrooi verleende aan het Hoogheemraadschap van Amstelland schijnt hij het Heem raadschap ter Nieuwer-Amstel (door hem in 1520 opgerigt) te hebben beschouwd als een deel, bijna als eenen polder van het Hoogheemraadschap. Ook sedert de uitbreiding van den werkkring van het Heemraadschap door Koning Willem I in 1823behoort het Heemraadschap nog altijd onder de Polders van Amstelland, en komt als zoodanig voor in het werk van de Vries, pag. 93. Wij hebben het boven reeds gezienhet Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel heeft noch ingelandnoch gebiedzijn geheele werkkring bestaat in het toezigt op den ring van drie poldershet onderhoud van een kanaal voor de zeevaart en eenige wegen. Het Heemraadschap oefent geen administratief gezag uit over andere polders; het trekt zijne inkomsten alleen van tollen en gabellen. In het naburige Hoogheemraadschap Rijnland bestaat geen enkel voorbeeld van zoodanig Heemraadschap; zijn bestaan is geheel onregelmatig. Een dubbeltal van Dijkgraaf, Heemraden, Secretaris, Pen- ningmeester en verdere beambten vereischt meerdere kosten dan bij een enkel Collegie noodig zouden zijn. Ook druk- loonen, bijhouden van gaarderboeken, kosten van vergade- ringen, enz. worden noodeloos verdubbeld. Het is bekenddat het innen van tolgelden vreeselijk veel gaarloon kost, oneindig meer dan bij het innen van heemraad schapslasten noodzakelijk is. Het stichten en onderhoud van tolhuizen draagt niet weinig bij tot het kostbare van het onder houd der wegen. Het tijdperk schijnt dus aangebroken, waarbij het Heem raadschap van den Amstel en Nieuwer-Amstel zoude kunnen worden opgelost in het Hoogheemraadschap van Amstelland; deze maatregel zou de eenheid van bestuur bevorderlijk zijn, en voor tol- of andere lasten betalenden zeker eene groote bezuiniging opleveren. Deze oplossing zoude dan ook in overeenstemming zijn met het Koninklijk besluit van 22 Januarij 1872 Staatsblad N°. 7), waarbij aan bet Hoogheem raadschap van Amstelland is opgedragen het diep- en schoon- houden van alle wateren, welke deel van den boezem uitmaken, het toezigt op den waterkeerenden ring en al de daarin ge legen werken,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1877 | | pagina 1