1877.
Vrijdag, 1 Junij
N°. 22.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Achtiende Jaargang.
mmm
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
Prijs der AdvertentiSn
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 18'/2 Cent.
Haarlemmermeer-Polder.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN,
li AARLEMIUERRIEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETBEFFENDE
te adresseren aan VAN BONG A C°.te Amsterdam.
{Wliteriyh Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
gehouden op Woensdag 28 February 1877, des morgeus ten
10 ure, in het Lokaal van Staats, te Haarlem.
Voortitter: Jhr. J. W. M. van de Poll.
Tegenwoordig 17 leden, alsde HeerenMr. J. P. Amers-
poordt, Jhr. J. W. M. van de Poll, J. BLOKLAND Jz. A.
Wijnands Bzn., J. A. E. Baron van Ittersum, A. J. G.
Timmermans, P. Knaap Gz.Mr. T. L. L. Prins, Jhr. Mr.
J. W. H. Rutgers van Rozenburg, Jhr. J. B. van Merlen,
H. van Wickevoort Crommelin Jbr. Mr. J. A. Repelaer
Jhr. W. A. L. Mock P. Langerhuizen Lz., J. J. Kort-
hals, C. W. Graaf van Limburg Stirum, en later de Heer
H. A. Hanedoes.
I. De Voorzitter opent de Vergadering.
De Notulen van den 20sten December 1876 worden ge-
lezen en goedgekenrd.
II. De navolgende mededeelingen worden daarop gedaan
a. dat bij de laatst gehouden verkiezing van Hoofd-Ingelanden
zijn herkozen de Heeren P. Knaap Gz. en C. W. Graaf
van Limburg Stirum, en gekozen de Heeren Mr. J. P. A.
Teding van Berkhout ter vervanging van den Heer Mr.
T. T. L. Prins, wclke tot Heemraad is benoemd, en Jhr.
P. M. G. von Fisenne, in de plaats van den Heer G. A.
van IIouweninge Gz., die ontslag heeft genomen. Als leden
der Commissie tot onderzoek der geloofsbrieven van boven-
genoemde verkozene Heeren Hoofd-lngelanden worden benoemd
de Heeren Jhr. Mr. J. A. Repelaer P. Langerhuizen Lz.
en Jhr. W. A. L. Mock, in wier handpn bedoelde stukken
waren gesteldb. dat de kas van den I'enningmeester op
den 26sten February j.l. eene waarde aanwees van 29,232.76,
zich verdeelende in 9,232.76 aau divers papier en contanten,
alsmede 20,000.geborgen in de brandkast bij den
Dijkgraaf; c. dat de voorraad steenkolen aan de diverse
stoomtuigen bedraagt 11,500 hectoliter en dat aan den Lijnden
en den Cruquius 3500 hectoliter in tossing zijn.
III. Wordt aan de orde gesteld eene missive van Dykgraaf
en Hoogheemradeu vau Rijnland, betrelfende eene wijziging
in de Begrootingdienstjaar 1877 welke missive is aldus
luidende
30 December 1876.
LEIDEN,
N°. 14/1463.
2 Bijl.
2 Jamiarij 1877.
Het onderzoek van de met Uwen brief van 22 dezer,
N°. 945/194, ontvangen Begrooting van Uwen Polder voor
1877 heeft tot de volgende aanmerkingen geleid
Hoofdstuk II der Uitgaven, Art. 1, Volgnummer 17,
bij de Concept-Begrooting voorgedragen op 11,214.50 is
blijkens Uwen brief, verminderd met 708.doch in de
vastgestelde Begrooting uitgetrokken op 11,506.50. Dit
bedrag is kennelijk eene schrijffout, zoo als ook blijkt uit
het totaal der afdeeling, en zal alzoo in 10,506.50 moeten
veranderd worden.
In Hoofdstuk IV, Artikel 1, Volgnummer 31, is 1.—
uitgetrokken voor ..Renten van gevestigde schuld", niet-
tegenstaande de gevestigde schuld afgelost is. Deze post zal
alzoo moeten vervallen, ten ware de bedoeling mogt zyn om
in den loop van 1877 eene nieuwe leening aan te gaan
in welk geval echter de post „geldleeningen" (Hoofdstuk V
der OntvangstenArt. 4) voor memorie zou moeten worden
uitgetrokken.
De vermeerdering met 4000.bij vergelijking met de
Begrooting voor 1876 van de elkander balancerende posten
Hoofdstuk III der Uitgaven, Art. 9, Volgnr. 30, en Hoofd
stuk IV der Ontvangsten, Art. 5 Volgnr. 53 is niet toegelieht.
Wij hebben de eer de beide exemplaren der Begrooting
hierby te retourneren, met verzoek daarin, naar aanleiding
van de eerste twee opmerkingende noodige veranderingen
te brengen en bij de terugzending tevens op te belderen
waarom de posten, in de derde opmerking bedoeld4000.
hooger zijn dan in de Begrooting voor 1876. Ten einde
geene storing in de dienst te veroorzaken, zien wij geen be-
zwaar de Begrooting voor uwen Polder voor 1877 voorloopig
goed te keuren.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland
(get.) DE CLERCQDijkgraaf.
h W. G. DE BRUYN KOPS, Secretaris.
Aan Heeren Dijkgraaf en Heemraden
van den Haarlemmermeerpolder.
Waarna voorlezing wordt gedaan van het aan dat Collegie
te zenden antwoord van dezen inhoud:
N°. 7/20.
HAARLEM, 1 Maart 1877.
W ij hebben de eer U hierbij toe te zenden de Begrooting
van Ontvangsten en Uitgaven van onzen Polder, voor de
dienst 1877gewijzigd door Hoofd-Ingelanden in hunne ver-
gaderiDg van den 28 February j.l., en wel naar aanleiding
van uwe opmerkingen in uwe missive van den 30 December
1876 en 2 Januarij 1877, N°. 14/1463.
Volgnummer 31, Hoofdstuk IV, Artikel 1uitgetrokken op
i is geschied, omdat in 1877 eene leening zal worden
geslotenten gevolge van het besluit der Vergadering van
Hoofd-lngelanden van 6 December 1876, om in 1877 eenige
buitengewone verdiepingen en verdere werken te doen uit-
voeren.
De vermeerdering met 4000.bij vergelijking met de
Begrooting voor 1876 van de elkander balancerpnde posten
Hoofdstuk III der Uitgaven, Art. 9, Volgnr. 30, en Hoofd
stuk IV der Ontvangsten, Art. 5, Volgnr. 53, is een gevolg,
dat het op de Begrooting voor 1876 uitgetrokken bedrag a.
8000.niet voldoende is geweest. In 1876 is op dit
Artikel uitgegeven een bedrag van 9875.
Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder,
(get.) J. W. M. VAN DE POLL, Dijkgraaf.
J. C. VAN DE BLOCQUERYSecretaris.
Aan Heeren Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Rijnlandte Leiden.
Waarmede de Vergadering zich vereenigt.
IV. Volgt de vaststelling der Leening-Voorwaarden voor
buitengewone werken en oerstc Suppletoire Begrooting, dienst
jaar 1877.
De Heer A. Wijnands stelt als motie van orde voorom
dit punt te verdagen tot eeue volgende Vergadering, wan-
neer de nieuw benoemde Hoofd-Ingelanden waarsehijnlijk zullen
tegenwoordig zyn.
De Heer J. Blokland Jz. bespreekt daarop den gunstigen
toestand waarin de Haarlemmermeerpolder verkeertin verge
lijking met de omliggende Poldersdie thans met de aanhou-
dende regens bijna alien onder water liggenen vindtnaar
aanleiding van een en ander, geen reden om voor dezen Polder
zoo veel kosteu te maken.
De Voorzitter herinnert den spreker, dat eene bestriding
van vorige genomen besluiten alleen schriftelijk mag geschieden.
De Heer Mr. JP. Amersfoordt bespreekt daarop de door
den Heer Wijnands voorgestelde verdaging van dit punt en
zegtdat verder uitstellen van verdiepingswerken zoowel als
dat voor aankoop van een baggermolenongunstig zal werken
dat de waterstand is rijzende en dalende, en door al dat uit-
stel de toestand hetzelfde blyft. Spreker wenscht alzoo deze
zaak beslist te zien.
De Voorzitter brengt in het midden, dat de Hoofdopzigter
reeds in onderhandeling is over een baggermolen en toont
ook ten dien opzigte de moeijelijkheid aan van een langer
uitstelwaarop de Heer J. Blokland Jz. de bezwaren noemt
aan het werken met een baggermolen verbonden.
De Heer J. J. Korthals acht nu het gunstig tijdstip ge-
komen om eene leening te sluiten daar de geldmarkt thans
ruim voorzien is.
De Heer H. A. Hanedoes komt ter vergadering.
Nadat die Heer door den Voorzitter op de hoogte der dis-
cussie is gesteld, wordt de motie van den Heer A. Wijnands
in stemming gebragt en met 10 tegen 7 stemmeu aangenomen.
V. Wordt gelezeu een voorstel tot het tijdelijk opnemen
van gelden.
Gelijk in vorige jaren heeft plaats gehadom bij eventueele
behoeften aan kasruimte, daarin te voorzien, doch tot geen
hooger bedrag dan van vijftigduizend gulden.
De magtiging daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming
verleend.
VI. Volgt een voorstelnaar aanleiding van het verzoek
van de Gebrs. Bos, om verlenging van huur voor grond
ingenomen voor zijn gedeelte spoorweg bij den Cruquius.
Gebroeders Bos hebben verzocht om het regt van opstal,
in 1857 aan de Lint en bij verschillende overeenkomsten en
scheidingen aan hen overgegaanen thans geeindigd, weder
te verlengen. Ingevolge de verleende magtiging hebben Dijk
graaf en Heemraden het regt van opstal op nieuw verlengd
tegen den prijs van 2 y/2 cent per vierkanten meter, voor zoo-
verre het regt van opstal zich uitstrekt.
Gebroeders Bos hebben echter ook in gebruik een gedeelte
grond, waarop een spoor is geiegd, om daarmede de mate-
rialen van af den Ringdijk naar de Kruisvaart te vervoeren
ter lengte van ongeveer 74 meter, bij eene gemiddelde breedte
van 9.5 meter, zynde ongeveer 11 arenwaarvoor zy tot
heden een huur betaalden van 2 /2 cent per vierkanten me
ter, of ongeveer 5.50.
Dijkgraaf en Heemraden stelien nu voor de huur te bepa-
len op ddn cent per vierkanten meter en alzoo op 11,
voor het aangevraagde gedeelte.
Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg bespreekt
deze zaak en zegt, dat, daar de aan adressanten verleende
spoorweg een privilegie voor hen ishij de gewone recognitie
van 0.02/2 per meter niet te hoog acht.
De Heeren Mr. J. P. Amersfoordt en Mr. T. L. L. Prins
spreken in gelijken zintegen welke meeningen de Voorzitter
wijst op de kosten door Gebrs. Bos voor den aanleg van
dien spoorweg gemaakt.
Na al het gehoorde wordt het voorstel van het Dagelyksch
Bestuur in stemming gebragt en verworpen met 15 tegen 2
stemmen.
Daarop stelt Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers Van Rozenburg
voor, de recognitie op 0.02% per vierkanten meter te
bepalen, hetgeen bij stemming met 15 tegen 2 stemmeu
wordt aangenomen.
VII. Wordt gelezen een voorstel tot het al of niet besten-
digen van aankoop van steenkolen en grind.
Waarop besloten wordt tot bestendiging van onderhandschen
aankoop.
VIII. Volgt aan de orde de vernietiging van eenige oude
schuldbekentenissen en vervallen coupons en wordt een staat
aaugeboden van vervallen obligation met de daarby bchooreude
talonswelke stukken behoorlyk zijn gezien en geverifieerd
in de vergadering van het Dagelijksch Bestuur en in orde
bevonden in de vergadering van Hoofd-Ingelandendoor de
Heeren C. W. Graaf van Limburg Stirum, J. A. E. Baron
van Ittersum en Jhr. J. B. van Merlen, en worden alzoo
vernietigd de navolgende stukken: 62 stuks talonsdienstjaar
1867 zijnde de nummers 22, 24, 27, 28, 29, 32, 33,
34, 35, 37 38 39, 40, 42, 43, 44, 46, 48, 50, 52,
55, 56, 57, 59, 62, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 71, 72,
73, 74, 75, 76, 78, 79, 80, 82, 83, 84, 86, 87, 91,
92, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 104, 108, 110, 111,
113, 116, 117, 119, 120; verder drie schuldbekentenissen
ad 20,000 ieder; 210 stuks recepissenleening 1860; een
pak coupons; een pak oningevulde schuldbekentenissen en een
pak afgeloste schuldbekentenissen bij de Haarlemsche Bank.
IX. Komt aan tie orde de vaststelling vau het kohier van
omslag, dienstjaar 1877, ter grootte van 17,288 hectaren,
28 aren, 78 centiarenten bedrage van 172,882.87,
welk kohier wordt goedgekeurd en de betalingstermijnen be-
paald op 2 April, 11 Juny, 6 Augustus en 8 October 1877.
X. Naar aanleiding van de onlangs gehouden aanbesteding
tot verbetering van den ringdijkverleent deze Vergadering
de magtigingom de noodige gelden bescbikbaar te stelien tot
uitvoering van dit werk.
XI. De Commissie tot onderzoek der geloofsbrieven van de
nieuwbenoemde Hoofd-Ingelanden brengt, bij monde van Jhr.
Mr. J. A. Repelaer, rapport uit, met voorstel om die
Heeren toe te laten, daar al de door hen overgelegde stukken
in orde zijn bevonden.
Wordt besloten de Heeren P. Knaap Gz. C. W. Graaf
van Limburg Stirum, Mr. J. P. A. Teding van Berkhout
en Jhr. P. M. G. von Fisenne, op den 26 Januarij 1877 tot
Hoofd-Ingelanden benoemd als zoodanig toe te laten.
De resumptie van dit punt der Notulen heeft, naar aan
leiding van het Reglement van orde, onmiddellijk plaats en
wordt de redactie daarvan door de Vergadering goedgekeurd;
terwyl zich hierby buiten stemming hielden de Heer P.
Knaap Gz. en C. W. Graaf van Limburg Stirum.
XII. Als laatste punt op de agenda wordt overgegaan tot
de verkiezing van een Heemraad, wegens de periodieke af-
treding van den Heer Mr. J. P. Amersfoordt, nadat ge-
noemde Heer zich tydelijk uit de Vergadering had verwijderd.
De Heeren Mr. T. L. L. Prins en P. Langerhuizen Lz.
maken met den Voorzitter het bureau van stemopneming uit.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de Heer Mr. J. P.
Amersfoordt met algemeene stemmen tot Heemraad is her-
benoemdhet geen door den Voorzitter aan dien in de Ver
gadering teruggekeerden Heer wordt medegedeeldmet ge-
lukwensch dezer benoeming en onder aanbeveling, om zijne
gewigtigereeds aan den Polder bewezen dienstente blijven
bestendigen. Deze toespraak wordt door den Heer Mr. J. P.
Amersfoordt op gepaste wijze beantwoord.
XIII. De Voorzitter vraagt, of een der leden nog het
woord verlangt, waarop de Heer H. A. Hanedoes bespreekt
de hem ter oore gekomen klagt over den slechten toestand
van het Jaagpad bij de Oude Welering, hetgeen de Voorzit
ter zal doen onderzoeken.
Naar aanleiding hiervan bespreekt de Heer Mr. J. P.
Amersfoordt het peil van het Noordzee-kanaalen wenscht,
hetzij aan Zijne Majesteit den Koninghetzij aan den Minis-