1878.
Vrijdag, 18 Januarij.
No. 3
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEft-BEL AN GEN GEWIJD.
Negentiende Jaargang.
Haarlemmermeer-Polder.
f\\w (u.fr
3?rijs van het Abonnement:
in het Jaar6.
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer ISCent.
BEZWAAftlCHRIFT
Mr. JACOB PAULUS AMERSFOORDT,
tegeu het oprigten door Rijnland van een tweede
Stoomgemaal te Halfweg.
VERGADERING van HOOFD-INGELANDEN
SS1B
II AAltLEMlf ERMEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONG A C°.te Amsterdam.
MJiterHfk Woentdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
VAN
Grondeigenaar en Landbouwer
wonende op ,,Badhoeve"in Haarlemmermeer,
aan de Ringvaart bij de Sloter-Rolbrug
De ondergeteekende erkent gaarnedat het peil van Rijn-
landsboezem in de Ringvaart, vooral des winters, in den regel
veel te hoog is, en er middeleu moelen worden aangewend
om dit peil te verlagen.
Hij merkt echter in de eerste plaats op, dat, zoo van ivege
het Koningrijk der Nederlanden zorg wordt gedragen het
Noordzeekanaalvolgens de bestaande concessie, te houden
op 0.50 -s- A. P.alle kunstwerken voor Rijnland onnoodig
zijndaar, in dat geval, al het overtollige water uit den
boezem van zelf in het Noordzeekanaal valt.
Hij, ondergeteekende, heeft er als grondeigenaar groot belang
bij, dat dit peil van 0.50 A. P. op het Noordzeekanaal
stiptelijk worde gehandhaafd. Immers daardoor wordt hij ont-
slagen van het bijdragen in de belangrijke lastendie aan
Rijnland worden veroorzaakt, door het maken en onderhouden
van stoomgemalen en andere kunstwerken welke bij een hooger
peil in het Noordzeekanaal onvermijdelijk worden.
Mogt om de eene of andere reden het peil in het Noordzee
kanaal moeten worden verhoogd, dan zoude nog eene ver-
grooting van het bejtaand of ^tichting van een grooter stoom-
gemaal te Halfweg voor de belangen van hem, ondergeteekende,
zeer nadeelig zijn.
Immers zijn landgoed de Badhoeveligt tusschen Halfweg
en de Nieuwe meer; de Ringvaart aldaar is het eenige min
kostbare vervoermiddel voor zijne granenzijne turf, zijne
steenkolen, zijn hout, zijn hooi, zijn stroo, zijn vlas, zijne
bouwmaterialenzijn grint, zijn puinzijne sintels en ander
materieel (tot onderhoud van zijne wegen) en zijne meststoffen.
Als de vaart in die Ringvaart belemmerd wordtmoet daar
door voor hem aanmerkelijk bezwaar ontstaan.
Deze belemmering nu zal zeer zeker ontstaan uit de oprig-
ting van een tweede stoomgemaal te Halfweghetwelk zijne
driedubbele kracht zal voegen bij het bestaande en de stroom-
snelheid vooral in dit gedeelte der Ringvaart belangrijk moet
vermeerderen.
Men vergete hierbij nietdat de natte omtrek der Ring
vaart zeer dikwijls belangrijk vermindert door den inhoud der vele
kolen- en grintschepenvoor den Lijnden bestemd der menigte
zandschepen voor Amsterdam bestemddie van de Ringvaart
gebruik maken, der turfschepen en vlas- en mangelwortel-
vaarders, die mede op verschillende tijden des jaars in belang
rijk aantal van deze vaart zich bedienen.
Het plaatsen van een tweede stoomgemaal te Halfwegzoo
als het thans door Rijnland is voorgesteldsluit voor goed
de sluizen en belet de natuurlijke strooming.
Hierdoor wordt voor altijd belet de vaart door die sluizen,
welke zeer wenschelijk zoude zijn voor de gemeenschap met
het Noordzeekanaal, Noord-Holland en de haven van Amster
dam, welke alien thans door de schepen voor Badhoeve (en
omstreken) bestemd), niet anders kunnen worden bereikt, dan
langs de belangrijke omwegen van de Overtoomsche sluis of,
nog ergerlangs Cruquius en Spaarndamin eenen cirkel
moeten varen, hetgeen vooral voor zeilschepen eigenaardige
moeijeljjkheden oplevert; terwijl de Overtoomsche sluis, wegens
haar druk verkeer, dikwijls groot oponthoud aan de scheep-
vaart veroorzaakt.
Dat nu het vermeerderen der stroomsnelheid werkelijk be
langrijke bezwaren, ook zelfs voor de stoomvaart veroorzaakt,
is onder anderen in de eerste weken van 1878 te Ymuiden
ondervondenalwaar zelfs door de groote stoombootendie
langs het Noordzeekanaal zee wilden kiezenbelangrijk en
langdurig oponthoud is ondervonden.
Het sluiten der sluizen te Halfweg door Rijnland het doen
ophouden der natuurlijke en bewerken van sterke kunstmatige
loziug levert ook nog een ander bezwaar op.
Het is te voorzien dat de bestaande sluizendeze nieuwe
oorzaak van slijting niet, in alle gevallen niet tang zullen
kunnen verdragen.
Immers, hsrhaaldelijk heeft men bereids de sluizen te Half
weg moeten herstellendesniettegenstaande zijn zij thans alwe-
der gebarsten.
Oorspronkelijk zijn de sluizen niet gemaakt om den spoor-
weg te torschen; zij zijn niet gemaakt voor de pijpen der
waterleiding, die hare grondslagen op verschillende plaatsen
hebben doorboordzij zijn bovendien reeds oud en niet meer
te vertrouwen.
Het Staatstoezigt op de spoorwegen is verpligt hier tegen
ongelukken te waken die alligt het eerst zouden treffen hen,
die, als ondergeteekende, veel van het station-Halfweg moe
ten gebruik maken.
Als men nu in aanmerking neemt, dat Rijnland in deze
handelt tegen het uitdrukkelijk advies van zijne eigene des-
kundigen, de heeren Conrad, Reuvens en Stieltjesdie het
plaatsen van een stoomgemaal te Halfweg hebben afgeraden
verbetering der uitlozing te Katwijk hebben aangeraden.
Als men hierbij let op de omstandigheiddat zoo ooit op
het Noordzeekanaal een peil mogt worden bepaald, daarvan
het vaststellen van een maalpeil alligt het gevolg zoude zijn,
waardoor aan Rijnland het kunstmatig lozen op het Noordzee
kanaal geheel zoude kunnen worden belet, zoo zoude, in dit
ongelukkig geval, het geld, thans door de Ingelanden opge-
brngt tot vergrooting van een stoomgemaal te Halfweg, grooten-
deels vveggeworpen zijn.
Bovendien wordt thans de spuijing door de sluizen te Half
weg bovenmate vermeerderd. Zoo is het te voorzien, dat zij
spoediger dan anders herstelling zallen noodig hebben.
Bij geheele vernieuwing zouden deze sluizen daarentegeu
veel vereenvoudigd kunnen wordendaar zijna de sluiting van
het Y, bij Schellingwoude, geen zeewater behoeven te keeren.
Veel beter dan een stoomgemaal te Halfweg, ware het in het
belang der omliggendentot dit doel, de beschikbare gelden
van Rijnland te besteden.
Om alle deze redenen verzoekt de ondergeteekende dat het
Zijne Majesteit den Koning moge behagen
Op grond van bovengenoemde bezwarendie voor 1°. de
vaart; 2°. de uitwat.ering, en 3°. het spoorwegverkeeruit
de oprigting van een tweede stoomgemaal te Halfweg nood-
zakelijk moeten ontstaan
Aan het Hoogheemraadsohap van Rijnland verlof te weige-
renom over te gaan tot de oprigting van een tweede stoom
gemaal te Halfweg.
Hetwelk doende, enz.
Haarlemmermeer11 Januarij 1878.
Mr. J. P. Amersfoordt.
Dit bezwaarschrift is ingeleverd aan den Burgemeester van
Zuidschalkwijk en Haarlemmerliedebij het onderzoek de com-
modo en ineommodohetwelk op gemelden dag gehouden is.
Bij dit onderzoek is mede een bezwaarschrift ingeleverd door
het Bestuur van den Haarlemmermeerpolderen, zoo men
meentnog van wege eenige ingezetenen van Houtrijk en
Polanen.
van den Haarlemmermeerpolder, op Woensdag den 17den
October 1877, des morgens ten 10 ure, in het Lokaal
van Staats, te Haarlem.
Voorzitter: Jhr. J. W. M. van de Poll.
(Slot.)
VI. Vervolgens komt ter tafel een praeadvies op het adres
van de Heeren Gebrs. van der Beek, te Waalwijk, lui-
dende aldus
Van de Heeren Gebrs. van der Beek, te Waalwijk,
ontvingen wij het navolgend adres.
Aan het Bestuur van den Haarlemmermeerpolder
te Haarlem.
De ondergeteekenden vinden zich met vele anderen zeer
bezwaard, met de aangenomene Verordening op de Slooten
in den Haarlemmermeerpolder.
Zij wenschten dat Uw Bestuur eerst proef wilde nemen
met eene diepte van 1,25 a 1,30 meter, hierdoor zoude
worden voorkomen het nutteloos vergraven van land en gevaar
van verongelukken van vee in de te diepe slooten.
Zij houden zich overtuigddat wanneer deze wijziging in
de Verordening wordt gebragt, de geheele polder toch zal
gebaat zijn, en mogt onverhoopt het tegendeel blijken, dan
konde nader nog tot meerdere diepte der slooten worden
overgegaan.
Ook houden zij het aangenomen waterpeil in den polder
voor te laag, daar een groot gedeelte van den polder voor
weiland wordt gebruikt en het lage peil daarvoor zeer na
deelig is, behalve nog dat zoodanig laag peil te veel diepte
van Kanalen en Togten vordert.
Hetwelk doende, enz.
(get.) GEBRs. VAN DER BEEK.
Waalwijk, 20 September 1877.
Hoezeer de bezwaren in het vermeld adres U reeds vroeger
zijn kenbaar gemaakt bij andere adressen, hebben zij U niet
terug gehouden de Verordeningen goed te keuren.
Zooals U bekend is, zijn die Verordeningen goedgekeurd
door Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, en
ingevolge het Algemeen Reglement van Bestuur voor de
Waterschappen in Noord-Holland, thans afgekondigd.
Wij zijn dus van oordeeldat, alvorens aan Uwe Verga-
dering eene wijziging in de thans vastgestelde Verordeningen
voor te stellenhet blijken moet dat de bezwaren gegrond zijn.
Alleen moeten' wij U doen opmerkendat adressanten in
eenige hunner. gronden, reeds in 1874 slooten hadden van
de afmetingen in de bedoelde Verordeningen voorgeschreven
zoodat hun klagt en bezwaren in strijd zijn met hunne eigene
handelwijze.
Wat de verlaging van het peil betreft, hieromtrent is mede
Uwe beslissing na zoo rijp beraad gevallen, dat Uwe Ver-
gadering daarin wel geene wijziging zal brengen.
Wij geven U dus in overweging te besluiten
Den adressanten kennis te geven, dat Uwe Vergadering
voor als nog ongenegen is eene wijziging te brengen in de
vastgestelde Verordeningen.
Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder,
(get.) J. W. M. VAN DE POLEDijkgraaf.
J. C. VAN DE BLOCQUERY, Secretaris.
Aan Heeren Hoofd-Ingelanden van
den Haarlemmermeerpolder.
Overeenkomstig het praeadvies wordt tot de afwijzing
van dit adres besloten.
VII.~ Wordt gelezen een praeadvies op eene missive van
het Bestuur der Gemeente Haarlemmermeer, welk praeadvies
is van den navolgenden inhoud.
Van het Gemeente-Bestuur van Haarlemmermeer hebben
wij de navolgende missive ontvangen
N°. 1730. HAARLEMMERMEER, 27 Augustus 1877.
De Gemeente Haarlemmermeer zou van den Haarlemmer
meerpolder nog in erfpacht wenschen te hebben een perceeltje
grond, gelegen achter het perceel waarop de school en on-
derwijzerswoning nabij Sloten zjjn gebouwd.
Het verlangde stukje grond maakt uit een gedeelte van
het Kadastraal perceel H, N°. 1294, en is op bijgaande
schets nader aangeduid.
Ingeval U genegen zjjt dien grond aan de Gemeente in
erfpacht af te staan, dan zullen wij de Concept-acte van
U inwachtenten einde die aan den Gemeenteraad ter goed-
keuring aan te bieden.
Wij zouden de erfpacht willen doen eindigen op hetzelfde
tijdstip als waarop die eindigt van het perceel, waarop de
school is gebouwd.
Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer,
(getJ. W. LANTZENDORFFERBurgemeester.
Aan Heeren Dijkgraaf en Heemraden
van den Haarlemmermeerpolder.
Het daarop uitgebragt rapport van den Hoofdopzigter is
van den navolgenden inhoud
Naar mijne meening bestaan er tegen de inwilliging van
dit verzoek geene bedenkingen.
De grenzen van het aangevraagde perceeltje zijn gelegen
De Noordoostelijke en Zuidwestelijke even wij dig aan, en
op 50 meter afstand van het ringvaartsboord.
De Zuidoostelijke en Noordwestelijke loodregt op het
ringvaartsboord, respectievelijk op de afstanden van 145 en
211 meter ten Noordwesten van mijlpaal N°. 34.
Haablem, De Hoofdopzigter van den Haarlemmermeerpolder,
18 September 1877. (get.) A. ELINK STERK.
Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen te besluiten
Aan de Gemeente Haarlemmermeer in erfpacht uit te
geven een gedeelte gronddeel uitmakende van het Kada
straal perceel Sectie H, N°. 1294, ter grootte van ongeveer
6 aren6 centiarentegen den prijs van twee cents per
centiare, en te doen eindigen op 31 Januarij 1970.
Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeerpolder
(get.) J. W. M. VAN DE POLL, Dijkgraaf.
J. C. VAN DE BLOCQUERY," Secretaris.
Aan Heeren Hoofd-Ingelanden van
den Haarlemmermeerpolder.
Hetgeen zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd.
VIII. Daarop wordt door den Voorzitter ter tafel gebragt
een schrijven van den Hoofd-Opzigterdato 10 October jl.
met het voorstel om den post Onderhoud der Ringvaarts-
boorden met f 1375.te verhoogen, tot aankoop van on
geveer 500 kub. meter meer benoodigde puin, met het oog
op de steeds toenemende stoomvaart langs de Ringvaart des
Polders.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de verhooging van dezen
post met 1375.toegestaan.