1878.
Vrijdag, 15 December.
N°. 50.
VAN
AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Negentiende Jaargang.
Een avond bij Cmquius".
Haarlemmermeer-Polder.
Haarlemmermeer.
\mw
xfSOll/,
Prijs van het A-bonnement:
in het Jaar®-—
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12Cent.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
van 410 December 1878.
^sjsssssis-w^ ws»\»s
(I AARLEIMERMEEB.
Prijs van een enkel Nommee 15 Cent.
a T.T.ff. TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
literltfk Woensdag.)
Vervolgzie Nr. 49).
Wei, man! hoe vindt je dat nu van onze Letta? Daar
heeft ze zoo straks beweerddat het hier te Sparendam zoo
eentoonig en vervelend is, dat ze maar liever we6r.
Neen, oomzoo heb ik het niet gemeendten minste niet
wat moei er op wil laten volgenik kan mij hier kostelijk
bezig houden en wat het vrolijke leven te Leiden betreft
Nu, veel vermakelijks is hier niet, sprak Cruquius ver-
scboouend. De scheepvaart alleen geeft leven en vertier aan
dit plaatsje. Gisteren zijn er nog ver over de honderd schepen
geschut. Aan bals en concerten doet men hier echter niet;
alleeD de golven van het IJ voeren nu en dan eene dauspartij
uit, iu beweging gebragt door, door
Zeg maar, viel Noppen hem in de rede, door de barsche
muziek van Eolus. Op uw leeftijd kan ik mij best voorstellen
mejufvrouw 1 niet dat gg het hier zoo vervelend vindt, maar
dat door allerlei verscheidenheid het leven te Leiden aange-
namer is. Zeg eens, Kruik! is dat kerkje van Sparendam nog
niet ouder dan van 1637?
Neen, het staat er nu 115 jaar. De voorgaande kerk, vvelke
op dezelfde plaats stondwaar de tegenwoordige is gebouwd,
moet regt bouwvallig zijn geweest, zoodat zij door een zwaren
storm op den 12 Jauuarij van 1626 geheel vernield is. Het
volgende jaar bouwde men de tegenwoordige kerk. Hoe is
het mogelijk, dat uwe oogen, die zoo juist en fijn alles waar-
nemenhet opschrift niet gelezen hebbeDdat op deze zaak
beirekking heeft? Hoewel ik niet veel gedichten van bniten
ken, heb ik toch onwillekeurig gelegenheid gevonden dit van
buiten te leeren. Wilt gij hooren?
Heel gaarne, betuigden de anderen.
De oude, zwakke kerk is 's nachts door zware vlagen
Van harden Noorden storm gestort en ingeslagen
Dirk, Pieter, Abraham van Beaumont leggen 'twerk,
Een twee en derden steen't beginsel dezer kerk.
't Is prachtig! klonk het als uit eenen mond; jammer dat
de naam van den dichter niet genoemd wordt: doch zijne
bescheidenheid zij alien menschen bekend!
Onze predikant, ging Cruquius voort, doet ook dienst in
het naburige Sparenwoude, doch slechts eenmaal 'sjaars,
want ofschoon er eene flinke, groote kerk staat, moet het
echter een zeer klein kuddeke zijn 1
Zich daarop tot Letta keerende, die alweder over haren
van Effen gebogen zat, vraagt hjj haar, welke berigteu zij
van huis had ontvangen en hoe het Edmund ging. Zal hij
weldra zijn candidaats-examen doen, Letta?
Edmund schrijft mgdat het over een paar maanden ge-
beuren moet en dat hij daarna plan heeft u te bezoeken en
mg weder naar huis te brengen.
Wei zoo I zal het eindelijk gebeuren.In mijn tijd werd
dat examen spoediger achter den rug gemaakt. Onder professor
Boerhave heb ik mij den titel van candidates medicinae ver-
worvendat was een tijd voor ons studententoen wij de
collegies van den wereldberoemden Boerhave bezochten 1
Jawat mij altijd van u verwonderd heeft't is mij
ook nog een raadsell dat gij het vak van geneesheer ver-
laten hebt.
Mijn waarde Bolstra! de vrees bekroop mij, of ik later
wel een onbezorgd bestaan van de praktijk te wachten zou
bebben. Het aantal studenten in de geneeskunde nam onder
Boerhave zoo aanzienlijk toe, dat ik wijs meende te doen
eene andere rigting aan mijne studien te geven. Van Leeuwen-
hoek en 's Gravesande bloeiden ook in mijn academie-tijd en
zelden zou ik een hunner colleges verzuimenwis- en natuur-
kunde hadden altijd eene groote aantrekkelijkheid voor mij
en iemands lust is iemands leven 1 ik liet mij geheel
door deze rigting medevoeren, en in plaats dat jk op dit of
dat dorpje het eerzaam vak van geneesheer uitoefen, ben ik
zoo als gij weetthans opzigter of landmeter van Bijnland
en examinator der stuurlieden van de Oost-Indische Compagnie,
te Delft.
Ik houd het er voor, dat de lijdende menschheid er veel
bij verlorenmaar Bijnland er niet minder bij gewonnen heeft
want, zonder u te vleijen, uw naam als waterbouwkundige
is voor goed gevestigd.
Dan heb ik dit met u gemeen mijn waarde Bolstra! want
ik weet wat gij zeggen wilt, dat namelijk mijn Atlas van
het waterschap Delfland", in 1712 door mij uitgegeven, mij
vooral aan dien goeden naam geholpen heeft; maar zijn uwe
uitmuntende Meer- en Bivierkaarten niet evenzeer van alge-
meene en gunstige bekendheid? En dan uwe pracbtige „Kaart
van Bijnland", welke gij thans nog in bewerking hebt! Willem
Lore heeft m\j tijdens zyn leventoen hg bezig was met den
aanleg van de meest belangrijke dijk- en sluiswerken in Fries-
land, meer dan eens betuigddat uwe kaarten en berekeningeu
hem van onschatbare dienst zijn geweest.
Dat moge zijn, antwoordde Bolstra; maar mij is de eer
nog niet te beurt gevallen als u van het lidmaatschap te zijn
aangeboden van de Koninklijke Societeit der Wetenschappen
te Londen. Uwe aanmerkenswaardige Bapporten in de Reso-
lutien van Holland" en uwe ^Tractaten", blijven zij niet in
hooge achting? Neen, Cruqnius! uwe welwillendheid moge
zoo even met voorbijzien van u-zelven gesproken hebben, de
waarheid is het, dat uw naam wel zoo gunstig bekend is
dan de mijne, welke reeds lang vergeten zal zijn als die
van u nog met eere zal genoemd worden 1
Socientia neminem cruciat, liet Cruquius, door de lofspraak
van Bolstra gestreelder op vofgendoch eensklaps van toon
veranderendewij moesten ons schamen.^zoo als wij elkander
wederkeerig zitten te vleijen 1 Vertel mij liever eens: de twee
zonnewijzers welke ik gemaakt heb en u onlangs toezond met
mijne „Tafelen van zons op- en ondergang", hebt gij die in
goede orde ontvangen?
Juist wilde Bolstra bevestigend antwoordentoen Noppen
die inmiddels met mevrouw en haar nichtje een levendig gesprek
had gevoerdhem voorkwam en zich tot beiden wendde met
de mededeeling, d#t Carl Linn6 onlangs benoemd was tot
hoogleeraar in de kruidkunde, te Upsal.
Geen hunner scheen dit berigt te verrassen. Men herinnerde
zich nog zeer goed, boe hij van 1736 tot 1738 bij den schat-
rijken bankier Clifford op diens groot landgoed „de Harten-
kamp", in de nabijheid van Heemstede, eene aangename gast-
vrijheid genoot en zich daar verdienstelijk gemaakt had door
den tropischen plantenschatop lieflaudgoed aanwezig, weten-
schappelijk te rangschikkenhoe hij eerst werkzaam als tuin-
man later de vriend van Clifford was geworden en door zijne
volbragte studien aan de hoogeschool te Harderwijk bekwaam
was geweest tot het schrijven der vermaarde werken over zijne
geliefde Flora.
Ik had daar juist een gesprek met mejufvrouw over hem.
Jaoom! en nu heeft mijnheer Noppen mij in het gezigt
uitgelagchen, onidat ik vertelde dat Edmund met hem dweept
om de vereenvoudiging welke hij in de st.udie der planten-
kunde heeft aangebragt; en om dat te bewijzenheb ik ge-
zegdwat ik zoo nu en dan van Edmund heb opgevangen
dat tegenwoordig de Geranium africanum, uvae crispae folio
floribus exiguis rubillis slechts met twee onnoozele Latijnsche
namen benoemd wordt, en evenzoo de meeste bloemen- en
plantensoorten.
Mijn koninkrijk voor zooveel Latijn, heb ik lagchend ge-
antwoord, zei Noppen, nog altijd doorlagcbend.
In elk geval is uwe aanhaling niet juist, verbeterde Cruquius;
in de eerste plaats is het mij onbekend en betwijfel ik zulks
ten sterkste of gij als monarch den staf zwaait over eenig
koninkrijken ten andere heeft Richard III niet aldus ge
sprokenmaar moet hg gezegd hebben: Een paard, een
paardgansch Eogeland voor een paard I doch dit gelaten
gelijk het is; maar ik wist ook niet dat mijn nichtje zooveel
Latijn sprak 1
Ochliet mevrouw zich hooren, de meisjes van den tegen-
woordigen tijd zijn geheel anders dan toen ik jong was. En
niet zonder eenige scherpte vervolgde zijmen zit nu bijna
immer met een boek voor zich en de breikous wordt vergeten.
Na deze verzuchting van mevrouw, rigtte Cruquius zich
tot Bolstra en Noppen en zeide:
Wij zouden waarlgk onzen geheelen avond verpraten zon
der onze zaken af te doen. Wij dienen toch nog ter loops
ons ontwerp tot droogmakiug van het Haarlemraermeer te be-
spreken alvorens het aan Hoogheemraden op te zenden. Ik
heb het hier liggen zullen wij het nog eens nagaan?
De beide Heeren vonden dit goed. Slot volgt.)
Agenda voor de Yergadering van Hoofd-Ingelanden
van den Haarlemmermeerpolder, op Woensdag den
18den December 1878, des morgens ten 10 ure,
in het Lokaal vaD Staats, te Haarlem.
1. Mededeelingen. 2. Verzoeken van de heeren van
Schip en J. van Zijverden, tot het leggen van hevels, voor
eigen rekening. 3. Verzoek van de heeren Viehoff en
anderen, tot het leggen van hevels. 4. Behandeling van
het rapport der Commissie tot onderzoek der begrooting voor
1879. 5. Verzoek van de „Vereeniging tot bevordering
der algemeene Belangen van den Haarlemmermeerpolder"om
een hulp-stembureau in Haarlemmermeermet praeadvies van
het Dagelijksch Bestuur, 6, Verzoek van de heeren Hout-
kooper en andere ingelanden, tot wijziging der Verordening
op de inpoldering en bemaling van lage landen. 7. Idem
van den heer W. D. Meijer, tot wijziging der Verordening
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
op het maken en onderhouden van meerdere waterberging.
8. Behandeling der Verordeningena. op het kroozen en zui-
veren van alle vuilnis eh waterplanten der vaaiten, enz.
b. op het maken en onderHouden van meerdere waterberging
c. op de inpoldering en afzonderlijke bemaling van lage lan
den d. op het herschieten en opmaken der slooten en het
onderhouden van duikers en nnmmerpalen. 9. Vaststelling
van een Suppletoir Kohier van omslag voor 1878, voor afge-
veende en verkochte gronden. 10. Voorstel van het Dage
lijksch Bestuur, tot het aanbrengen van nieuwfe ketels aan
deh Lijnden.
Ds. Hugenholtz, van Santpoort, heeft voor het beroep naar
Nieuw-Veunep bedankt.
In de vacature zullen de predikbeurten te Nieuw-Vennep
worden waargenomenop 15 December door Ds. van Arkel;
op 22 December door Ds. Swalue; op 25 December (le
Kersdag) door Ds. Moltzer; op 29 December door Ds. van
der Laan.
De Afdeeling Haarlemmermeer der Hollandsche Maatsehappij
van Landbouw zal op Dingsdag den 17 December 187 8 des
avonds ten 6 ure, weder eene Vergadering houden in het
lokaal van J. Lewis, te Nieuw-Vennep, waarop de volgende
punten zullen worden behandeld:
1. Mededeeling van ingekomen stukken. 2. Verslag van
het behandelde op de Algemeene Vergadering te Delft.
8. Behandeling van de punten van beschrijving voor de Bui-
tengewone Algemeene Vergadering, te Haarlem te houden.
4. Uitreiking van prijzen, behaald op de Afdeelings-Tentoon-
stelling te Hoofddorp en op de Algemeeue Tentoonstelling te
Delft. 5. Bespreking van Landbouw betreffende ouderwer-
pen. 6. Voorstellen van het Bestuur. 7. Verloting om
niet van kleine voorwerpen onder de aanwezige Leden.
De heer N. Vijverberg te Haarlemmermeer ontving dezer
dagen een schrijven van den Adjudant en particulier Secrelaris
des Kouings, waarbij hem den dank van Z. M. wordt betuigd
voor de in welluidende dichtregelen aangeboden gelukwenschen
bij gelegenheid van Hoogst Deszelfs verloving met Hare Door-
luchtige Hoogbeid Mevrouw de Prinses van Waldeck-Pyrmont.
GEBOREN Jan, zoon van J. Sluis en H. Hagen. Teunis Hijmen,
zoon van P. Rietkerk en J. van der Heeden. Johanna Gijsberta Wil-
lemina, dochter van P. Verploegh en J. G. Kop. Bernhard, zoon van
B. J. van Noord en A. Seyts. Anna, dochter van G. Hagen en A. A.
Boer. Maartje, dochter van B. Duwel en K. Verduijn. Magdaleaa,
dochter van J. Faas en D. Scholtens. Geertje, dochter van J. van Aalst
en K. Kool. Klaas Gijsbertus, zoon van M. van der Heijden en J. A.
van der Heijden. Marinus, zoon van G. Driehuija en C. F. Vlegels.
Guurtje, dochter van W. J. de Jong en F. W. Londo.
OVERLEDEN Adriaua Suaanna, oud7jaren, dochter van G. van Lier en
M. Zoeteman. Cornelia Kouwcnbergoud 61 jarenwednr. van C. Janze.
Maria, oud 5 wekendochter van K. Paling en H. Braak.
ONDERTROUWD: K. Elsinga (wednr.) met M. Ossebaar (wed.)
GEHUWD K. Ligthart met F. Alderlieste.
Agenda voor de Vergadering van den Gemeenteraad
van Haarlemmermeer, te houden op Donderdag den
19 December 1878, 's voormiddags ten 10 ure, in
het Baadhuis.
1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Aanvraag
om ontslag van H. J. Visscher als hulp-onderwijzer aan school
n°. 4. 3. Hulppersoneel aan school n°. 4. 4. Voorstel
tot het aangaan eener geldleening. 5. Suppletoire Be
grooting. 6. Adres van D. D. van Dijk qq., in zake de
pacht van dorpsgrond van wijlen Wm. Pruit.
In de Vergadering van de afdeeling Haarlemmermeer
Vol/csondertcys"gehouden in den avond van den 9 dezer,
hield de heer Ds. W. M. de Vries, van Oudorp, eene zeer
boeijende voordragt over het hooge belang van onderwijs en
opvoeding. De begaafde spreker wees in 't bijzonder op het
groote gewigt van wel ingerigte voorbereidingsklassen. De
opkomst was bevredigendeenige vrouwen vereerden de Ver
gadering met hare tegenwoordigheidtien notabele ingezetenen
lieteu zicb als nieuwe leden der afdeeling inschrijven.
Zeer waarschijnlijk mag van deze zamenkomst gezegd wor
den: „dat ieder toehoorder genoot".
Als bestunrslid werd met groote meerderheid van stemmen
verkozen de heer H. F. Bultman.
Na een hartelijk woord van dank door den VoorzitterDs.
P. Brouwer, van Aaismeer, den spreker toegebragtwerd de
Vergadering gesloten.
In eeDe weide onder Haarlemmerliede is een paard yet-