1878.
Vrijdag, 20 December.
3V°. 51.
VAN
AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BEL ANGEN GEWIJD.
Negentiende Jaargang.
Een avond bij Cruquius".
Haarlemmermeer.
v\
Prijs van het Abonnement
in het Jaar
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12% Cent.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 1117 December 1878.
Fooijen aan Brievenbestellers.
HAARLEMMERIIEER
Prijs van een enkel Nommee 15 Cent.
at.t/E TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
I'iter I {jk Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsrnimte berekend.
(Slotzie Nr. 49 en 50).
Toch geloof ik nietliet Bolstra zich na eenigen tijd hooren
dat er voor de droogmaking van het Haarlemmermeer veel op
de ondersteuning der Heeren Staten te rekenen zal vallen.
De hulp, welke de Republiek verleent aan de Hongaarsche
koningin Maria Theresia ik meen zelfs bet vorige jaar nog
840000.en de herhaalde versterkiug onzer legermagtis,
dunkt mij een gewigtig beletsel om van die zijde te kunnen
hopen op eene medewerking, welke voor een krachtig en be-
slissend handelen wenschelijk en noodzakelijk is. Tbans loopt
het gerucht evendat men in het volgende jaar Hare Konink-
lijke Hoogheid een onderstand van 20000 man wil verleenen.
Wij willen het beste er van hopen, sprak Cruquius; maar
door uwe bedenkingen welke ook mij niet zoo geheel ongegrond
voorkomenzoudt gij mij waarlijk ongelukkig maken en alien
moed benemen, of het aan het Collegie van Dijkgraafen Hoog-
heemraden gelukken zal, uitvoering te kunnen geven aan ons
ontwerp. Gij weetde droogmaking van het meer is altijd rnijn
stokpaardje geweest, ik geloof, dat ik door den professor
'sGravesande eerst voor goed daar opmerkzaam op geworden
ben, en nu het ontwerp gereed is, waarbij wij u veel te
danken hebbenwaarde Bolstra! zou ik ook gaamezien, dat
het werd uitgevoerd, Anders vrees ik, dat wij het niet beleven
zullen. Als men reeds eenige jaren de 60 achter den rug
beeft, valt er op een langen leveusduur niet veel meer te
rekenen.
O! De Republiek is rijkgenoeg, viel Noppen geruststellend
in, en indieti zij niet- wil of kan, kunnen of willen welligt
partieslieren zooveel kapitaal bijeenbrengen als noodig is. In
onzen tijd is immers ook de Gogerpolder, in Alkemade, in-
gedijkt, omstreeks 1715 als ik mij niet Vergis; het
vorige jaar nog de Griet- en Vriese-koopsche polders, bij Lei-
maiden; en is men thans niet bezig aan den Vier-Ambaehts-
polder, bij Woubrugge? Die zal toch eene oppervlakte be-
slaan van ruim 2000 Morgen en de Binnenwegsche-polder,
bij Zegwaard, eene van 1200 Morgen!
Zeker, sprak Bolstra, maar dat waren alle ondernemingeu,
welke in geene vergeljjking kunnen staan met de uitmaling
van het Haarlemmermeer. Bedeuk eensde kosten volgsns ons
ontwerp zullen bedragen 6,631,000 gulden, waarby nog niet
eens, gelijk gij weet, de som opgenomen is, benoodigd voor
den aanleg van het kanaal naar Katwijk.en waarmede ons
geheele plan in verband is gebragt. Men is heden bedacht-
zamer geworden met bet wagen van geld. De oude onder-
nemingsgeest is aan het uitdooven.
Bovendien, voegde Cruquius er aan toe, is de oppervlakte
van het meer, welke bedijkt moet worden 1900TVforgen hoe
hoog zouden de kosten wel gestegen zijnals wij ook nog
bet Kager-en het Spieringmeer in da omdijking hadden willen
insluitenIk betwijfel met Bolstra den lust van het algemeen,
om deze zaak op krachtige en afdoende wijze te ondersteunen
ofschoon volgens mijne overtuiging geen geldin deze zaak
gestoken, beter belegd kon worden. Een ding is echter in
het voordeel der onderneming, aan hare noodzakelijkheid wordt
door geen deskundige meer getwijfeldimmers alleen in de
laatste honderd jaren is de oppervlakte van het meer weder
met 2400 morgen toegenomen! Doch laat ons voortgaan. Wilt
gij zoo goed zijn, Noppen! my te vervangen met lezen.
Met genoegen, antwoordde deze, en gaf hieraan onmiddelijk
gevolg. De dijk vordert eene lengte van 13,830 roedenen die
gedeeltelijk uit graaf-, gedeeltelijk uit plempwerk zal bestaan.
Hij zal beginnen aan het Sparen, aan den noordelijksten
oever, tot aan den Vijf huizerhoekvan daar dwars het meer
door op Nieuwerkerkverder zuid-oostwaarts door Nieuwer-
kerk langs den bestranden Akerweg en door den Bovenweg-
schen Polder, tot aan het Nieuwe meer; van daar tot Rijker-
oord vervolgens zuid- en westwaarts langs Rijkeroord Aalsmeer
en Leimuiden; dan over de Oude Wetering, langs de Goger-
en Lijker polders, over de Oude A en Ringsloot, op en langs
Abbenes; verder over het Lange Rak; eindelijk ten westen
lange de LisserhroekHillegom en Heemstede tot het Sparen
het punt van uitgang.
Het aantal roeden graaf- en plempwerk heb ik u ditmaal
gespaard, onze berekeningen daaromtrent zyn naauwkeurig en
bovendienterwijl hij een zijdelingschen blik op mevrouw
Cruquius en Letta wierpbovendien
Doch de laatstgenoemde zat zoo verdiept in haren „Justus
va» Effen'' en de eersle was zoo rustig ingesluimerd, dat
Noppen veilig en zonder vervelend te wordenkon voortgaan.
Het aantal roeden graaf- en plempwerk zullen wij n dan
schenksn, als gij zoo goed wilt zijn om voort te lezen.
Tot \we dienst, mijnhecrenals ik verzekerd mag zijn van
uwe veriere gandacht.
Na dee indijking, vervolgde Noppen, zal het Meer bij
raming groot zijn 19,000 morgen en 18,000 morgen in lan-
derijen bevatten, alzoo voor wegen en sloten 1000 morgen.
Het zal 5 uur lang en 3 uur breed zijn.
Rijnland zal tot waterboezem behouden de Spiering-
Lutke-, Nieuwe-, Brasem en de Kagermerenbenevens de
uitgeveende Plassen in het Oost- en Westeinde van Aalsmeer,
het Zwigland, deKever-, de Eimer en Dieperpoelen, de Laak,
de Spriethet Paddegatde Wijde- en Kleine Aa, alsmede
de Ringvaart, die om den dijk been zal gegraven worden.
Deze boezem zal bedragen circa 9000 morgen, waarvan het
water zal kunnen opgehouden worden van 18 tot 24 duim
onder het Ainsterdamsche peilen ofschoon deze boezem voor
Rijnland niet te groot is, zoo acht men dien echter groot
genoeg, om hierdoor het overtollige polderwater te kunnen
ontmoetenmits dat de uitlozing van water vermeerderd worde.
'tis immers het algemeen aangenomen gevoelen, merkte
Bolstra aan, dat Rynland in P531, toeo het maar slechts
6585 morgen besloeg, eenen boezem had van nagenoeg ge
lijk e grootte?
Zoo meent men ten minste, bevestigde Cruquius.
Daarop ging Noppen verder
De Ringdijk zal in zijn aanleg: aan den voet negen en een
halve roede breed zijn en na bezakking eene hoogte moeten
hebben van 3 voet boven het peilde kruin behoort eene
breedte te hebben van 2 roede. Het is beter den dijk
dadelijk op zoodanige hoogte en zwaarte te leggen om nader-
hand bij verzakking, hem met klampen te lapperdaaren-
boven worden de ingedijkte landeudoor zulk een zwaren
dijk .hf veil ,te
"in eene e>'i-
tele doorbraak
in de Sparendamsche of Velzer dijken.
De Ringsloot, die rondom den dijk moet loopen van het
Nieuwe Meer tot aan de Oude-Wetering, moet eene lengte
hebben van 4550 roeden en eene breedte van 20 roedan op
de hoogte van het maaivelden in den bodem 10 roeden.
Van de Oude-Wetering zuidwaarts, tot aan het Nieuwe Meer,
een lengte van 7170 roeden en eene breedte van 40 roeden,
en in den bodem van 30 roeden. Ten aanzien van de diepte
dezer Ringvaart wordt zij op 10 voet bepaald. Achter deze
Ringvaart kunnen de landen, die nu buiten het meer liggen,
beveiligd worden door polderkadenter lengte vau 7100 roeden,
met eene hoogte van 1 voet boven het peil, eene breedte van
1 roede op de kruin. Tot de redenen waarom de Ringvaart
aldus bepaald is, behoort de communicatiedoor middel der
scheepvaart, tusschen Zuid- en Noord-Hollandnog begrijpt
men zooveel specie noodig te hebben tot de bedyking, om
reden de stoffendie uit deze Ringvaart zullen getrokken
worden, niet wel toereikend zijn.
Het zal mij niet verwonderensprak Cruquius, terwijl
Noppen eene poos stil hield, het zal mij niet verwonderen,
of ook ons ontwerp zal wel zijne bestrijders vinden even als
dat van Leeghwater door Claas Colevelt!
Niets natuurlijker dan dat, antwoordde Bolstra; laat on-
echter tracbten de bezwaren er tegen ingebragt, even gemak-
kelijk op te heifen als Leeghwater dit gedaan heeft.
A1 aanstonds zal men de opmerking maken, welke schijns
baar niet zonder groot gewigt is, ging Cruquius voort, dat ons
Plan ruim 30 tonnen gouds meer moet kosten dan die van
Leeghwater. Dit vooral zullen de tegenstanders vasthouden
doch men verge alsdan
Laat ons rustig afwachten wat de uitslag zijn zalviel Bolstra
zijn collega in de rede; het wordt reeds laat en we hebben een
vermoeijenden dag gehadik zou daarom niet graag al te laat
naar bed wenschen te gaanmogen wij daarom onzen vriend
Noppen verzoeken
Wel zekeren deze begon op nieuw.
Men berekent het getal molens hetwelk meB in proportie
van andere droogmakerijennoodig zal hebben, op 28 gangeu
achtkante, zware, steenen molens, voor iederen gang vier,
makende alzoo een geheel van 112 molens. Leeghwater had
er volgens zijn plan 166 noodig, voegde de lezer er half
binnensmonds bydoch weder voortgaandeMen oordeelt
het onnoodig om het waterdoor verscheidene doortogten in
deu dijk, tot den gemeenen waterboezem te brengenmaar
verkiest, in plaats daarvaneene steenen brug te leggon van
12 voet breed, die, wanneer zij met twee van zelf toegaande
deureu voorzien is, de ingedijkte landen en de molenkaden voor
alle onheilen en gevarenbij doorbraak of zware overstrooraingen
van dijk en slaper, ten eenenmale zal beveiligen.
Ten gemakke van het vervoer van bouwstoffen en andere
noodwendigheden, is het noodzakelyk eenige verlaten in den
Ringdijk te leggente weteneen omtrent het Sparen en in
het oosten bij Rijkeroorden den in het westen bij Abbenes
ieder verlaat 10 voet wijd en voorzien met acht deurendoor
welke gewone schepen en vaartuigen alle behoeften zullen
kunnen aanvoeren, die, na de bedijking, van het grootste
nut voor de opgezetenen zullen zijn.
Hierop legde Noppen het geschreven ontwerp ter zijde bij
dat voor de uitwatering bij Katwijk, welk laatste met het
eerste in verband, men dien avond echter niet zou vervolgen.
Als Dijkgraaf en Hoogheemraden met de Hoofd-Ingelanden
van Rynland genoegen in ons ontwerp zullen nemen, dan
kunnen wij het mogelijk nog beleven, Kruikdat onze oude
voeten den bodem zullen drukken van het water, dat zoo
dikmaals onzen boeijer gedragen heeft!
Ja, antwoordde Bolstra, als Leiden niet al te hardnekkig
op een vroeger besluit blijft staanom nimmer eene bedijking
van het Haarlemmermeer te zullen gedoogen, ten ware met
eenparige stemmen anders mogt worden beslotenhetgeen
ieder, die lid van den Raad wordt, ik meen dat het nog
zoo is! bij de aanvaarding van zijnen post moet beeedigen.
Welk een dwaas besluit, sprak Cruquius verontwaardigd
hoe zelfzuchtig en onwijsIs men dan willens blind voor de
voordeelen welke deze droogmaking zal opleveren? Ik wenschte
wel, dat zij de woorden van den ouden Leeghwater op de
wanden van hare raadzaal geschreven vondwaar hij sprak
over het droogmaken van het HaarlemmermeerAls dit groote
heerlijke, lofbaarlijke werk, met de hulpe Gods, voltrokken
zal zijn, dan zal men door den zegen des Heeren daarop
konnen teelenen vinden de alderbestekostelykste schatten
en juweelendie tot 's menschen nootdruft en onderhoud
voldoende zijn."
Mag ik nu de Heeren verzoeken met mij in de andere
kamer te gaan? Mijne vrouw en Letta hebben inmiddels klaar
gezet voor het avondeten.
En terwijl Bolstra en Noppen linn vricndelyken gastheer
volgeutnakev. wij van deze gelegeoheid gebruik om ons uit
hun gezelschap te verwijderen-.trouwens wij werden ook
niet uitgenoodigd
De echt van Cruquius is kinderloos gebleven. Twee jaar
voor zijnen dood werd hij benoemd tot lid van de Maatschappij
van Wetenschappen te Haarlemtoen eerst voor korten tijd
opgerigt. Twaalf jaren na deu avondwaarin wij hem ont-
moet hebben met Noppen en Bolstra, bragt men hem op een
der Februarij-dagen van 1754 naar zijne laatste rustplaats in
de Hervormde Kerk te Spaarndara, waar de steen hem dekt
welke juist in het jaar voorafgaande aan zijn overlijden op
zijn last vau een uitvoerig opschrift voorzieu werd.
Alienee, November 1878 P. Boekel.
t-
Regthebbenden op een witte, zoogenaamde smoushoud met
zwarte ooren, een zwart en een wit oog, en een zwart plekje
bij den staart, kunnen zich vervoegen ten Raadhuize of bij
den heer J. Egginkte Hoofddorp.
Van het Familieblad, toelcelijhch Stuivers-magazijnhoofd-
redacteur George Kepper, uitgevers Gebr. Belinfante, te
's Hageis het eerste nommer verschenendat er goed en
onderhoudend uitziet.
De herberg van de wed. W. Pruit, te Hoofddorp, heeft in
publieke veiling opgebragt 4304.
De Leesinrigting Concordia, te Hoofddorp, is geopend elken
Zaturdag-avond van 67 uur, ten Raadhuize. Het leesgeld
bedraagt voor de leden nihil; voor niet-leden bij abonnement
per jaar 1.50 en per week 5 cents; voor onvermogenden
niets. De contributie voor de leden bedraagt 2 per jaar.
Door mejufvr. D. C. v. V. en mevr. M. M. H.te Keulen
werd deze week aan de leesinrigting van de Vereeniging
Concordia, te Hoofddorp, geschonken eene som van 10.
GEBOREN: Maria Petronella Theresia dochter van S. van 't Schip en
M. P. van der Plas. Leendert Cornelia, zoon van C. den Hollander en
A. de Boef. Guurtje, dochter van P. Raven en A. Hoogland. Ger-
rit Willem, zoon van L. van Klaveren en E. Evers. Jacobus, zoon van
G. Bos en G. M. Tibboel. Johannes, zoon van W. van 't Hof en J.
Noorman. Dina, dochter van M. Jansen en A. Landwehr Johan.
Adriaan, zoon van C. Kuijper en J. Eijkman. Cornelia, zoon van C.
Korsman en N. Brouwer. Adriana Helena, dochter van A. Goossensen
F. Kraaijeuhagen.
LEVENLOOS GEBOREN1 kind van A. de Graaf en T. van Tol.
1 kind van J. Eelieveld en M. Koolhaas.
OVERLEDEN Simon Splinter, oud 59 jaren, gehuwd met J. Schel-
lingerhout.
ONDERTROUWDL. de Fockert met C. Grisnigt. W. C. Spruiten-
burg (wednr.met M. van Kouterik.
GEHUWD: J. Jeijskoot (wednr.) met G. H. D. C. A. Dahmen.
Het volgende is ons, met verzoek tot plaatsing, toegezonden
Zie, dat was het wat mijn aandacht trok toen ik in een
onzer nieuwsbladen een ingezonden stuk daarover las,