1879.
Vrijdag ,T.4S 'Julij.1 N°. 30.
AAN LANDBOUW, GEMBENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Twintigste Jaargang.
xxvuiz^
H aarlem mermeer.
Landbouw.
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar®«-~
By den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
van 16 tot 22 Julij 1879.
Prijs der AxLvertentidn
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/a Cent.
H
AARLEMMER1EEII
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
Uitslag der op den 22 Julij 1879 gehouden aanbestedingen
van het onderhoudswerk aan de scholen etc.en het begrinden
van dorpswegen.
Onderhoudswerk.
le perceel: A. Langereis 585, D. Ruiter 584, J.
Koster 595, W. Groenveld /413.
2e perceel: J. Bruyn Jz. 242, A. Langereis 480D.
Ruiter 486, J. Koster 505 W. Groenveld 327.
3e perceel, A. Langereis 1173, C. Bos 1000, D.
Ruiter 1197, J. Koster 1183, W. Groenveld 1116.15.
4e perceel: A. Langereis 560, D. Ruiter 539, J.
Koster625, Lt. Hulsbos/469.50 W. Groenveld/489.40.
5e perceel: C. Bos 129.33, J. Vreeken /134, G. den
Breejen 100.10.
Dorpswegen.
le perceel: C. Bos 860, A. den Breejen 847 Jac.
Griekspoor 963, G. den Breejen 800.50.
2e perceel: C. Bos 819, A. den Breejen 778, Jac.
Griekspoor 773 J. Vreeken 735, G. den Breejen 700.
De perceelen 2 en 5 van het onderhoudswerk en de beide
perceelen der wegen zijn aan de laagste inscbrijvers gegund.
:i 1 -r.
GEBORENMatjcdochter van C. Willeme en M. Spaargaren.
Pieterzoon van G. Spaan en M. van der Burg. Jan zoon van E.
den Boer en S. Witte. Catharinadochter van P. van Erkel en A.
C. de Mink. Theodorus Johannes, zoon van J. Bijman en C. A. Eos.
Gerritje, dochter, en Adam, zoon (tweel.) van A. den Ilaan en B. Bo-
terman. Corneliadochter van C. Siegers en A. van den Berg.
Jacobns Theodoruszoon van T. van der Helm en A. Kieft. Jacoba
dochter van Johanna Bolluyt (ongehuwd). Jannetje, dochter van A. de
Smit en A. Noort.
OVERXEDEN Petrus Antoniusoud 14 dagen zoon van N. Vester
en M. M. Bocxe. Hendrikusoud 4 maandenzoon van G. T. Mes-
man en A. Wichert. Trijntjeoud 29 jarengehuwd met P. Vroon-
land. Antjeond 5 maandendochter van C. Troost en H. A. van
der Slnijs. Klaasjeoud 14 jarendochter van A. Langereis en L.
Nierop. Corneliaoud 19 dagendochter van A. van der Zon en C.
van Aalst. Paulus Johannes Ott de Vriesoud 44 jarengehuwd met
W. R. Dwars.
ONDERTROUWDP. Faas met A. Wittekoek. A. Hartmans met
J. IJzelendoorn. R. Groenveld met A. M. E. de Heer.
GEHUWDM. van Tol met P. Hogenboezem. C. Kammeraad met
K. Bochoven. T. Otte met M. Vastenhouw. J. van Briemen met
G. van Dijk.
Lees-Inrigting te Hoofddorp.
Boeken wordeu ter lezing uitgegeven elken Zaturdag-avond
van 67 uur, ten Raadhuize.
Het leesgeld bedraagt
Per week5 ct.
Bij abonnement, per jaar1.50.
Voor onvermogendennihil.
Zelhem23 Julij. De veldvrucbten in deze gemeente staan
dit jaar buitengevvoon goed. De rogge, die, tengevolge van
den strengen winter en het langdurige en schrale voorjaar
veel te lijden hadheeft zich bijzonder achterhaald en belooft,
wanneer buitengewone droogte den oogst daarvan niet ver-
vroegt, zoowel aan stroo als zaad eene zeer goede opbrengst,
terwijl de zomervruehteoals boekweitaardappelenhaver
enz. mede bijzonder goed te veld staan.
Dracllten. Het aanhoudende regenachtige weer heeft
ook in Smallingerland veel kwaad gedaan aan den oogst
onderscheidene hooilanden staan nog onder water. Van het
eerste gemaaide gras komt weinig teregt. Sommige boeren
hebben gebrek aan veevoeder. De boomen hebben zeer veel
geleden, maar van rogge, aardappelen en vooral haver ver-
wacht men nog een goede vrucht.
Zwolle, 24 Julij. De aardappelenziekte vertoont zich in de
omstreken van Amersfoort, Harderwijk en Elburg op onrust-
barende wijzeniet alleen in de vroege soortenmaar ook
in de late.
Heltler23 Julij. Het gaat hier en in den geheelen polder
treurig voor den iandbouw uitzien. Door de aanhoudende
regens en gemis van warmte, ligt het gemaaide hooi zwart op
het land en is als verloren te beschouwen. Aardappelen, het
hoofdvoedsel van den arbeidsmankrijgen het door te aan-
houdend nat ook kwaad te verantwoorden en in vroegen en
laten openbaart zich de ziekte. Erwten en boonen komen
door gebrek aan warmte ook niet vooruit, zoodat het er voor
tuiniers en landbouwers zeer slecht uitziet.
ALLE TOEZENDINGENREDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONG A C°.te Amsterdam.
(ITiterHjk Woenatlag
'tZandt, 23 Julij. Weer een 14-tal regendagen achter den
rugl Door het overvloedige water hebben de veld- en tuin-
gewassen niet weinig geleden en zullen vooral gersthaver en
tarwe een klein beschot opleverenzoo de zon met hare Julij-
hitte maar steeds verscholen blyft. Ook het koolzaadwaar-
van men hier en daar nog goede stukken ziet, verlangt naar
zonnewarmte. De hooioogst was voor velen en vooral voor
henwelke wat tijdig begonnen waren te maaijenniet zeer
bevredigend.
Over aardappelziekte hoort men hier weinig of niet klagen;
doch op andere plaatsen hoort men er wel van en gewoonlijk
kunnen deze environs op dit punt wel meedoen. Van de
tuingewassen hebben de boonen en vooral de stamboonen
het meest geleden. Gewoonlijk toch begint men deze vrucht
om dezen tijd te plukken, dat nu wel een week of drie, vier
kan aanbouden.
Eene spoedige veranderingvooral ook met het oog op den
geriDgen man, zou ongetwijfeld den heilzaamsten invloed hebben.
Wat velen begint te kwellen, is de vrees voor misgewas
of schralen oogst, en reeds hoorden wij spreken van aanstaande
dure tyden, gebrek enz. Men wachte zich toch in deze voor-
barig te zijn: slechts eenige drooge, warme dagen en nog kan
alles teregt komen. Enkele gewassen mogen al geleden hebben
de meeste staan nog te velde en behoeven slechts korten tyd
goed weder, om te kunnen worden geoogst. Men late zich
niet overbluffen door klagten, die niet gegrond zijn en geheel
uit ongepast eigenbelang voortvloeijenen wachte, alvorens
zich ongerust te maken, den tijd af voor een op de resul-
taten gevestigd oordeel. Hierbij moet niet uit het oog worden
verloren dat, bij het uitgebreide en snelle verkeer, misgewas
in 66n land betrehkelijk weinig beteekent, indien elders de
oogst gunstig is.
Een der onaangename gevolgen van den overvloedigen en
aanhoudenden regen, op onze landerijen en tuinen gevallen,
is de sterke vermeerdering van de vraatzuchtige en afzigtelijke
slakken, vooral der groote soort, die geen draagbare wooing
bezitten. Velerlei middelen ter verdelging zijn met meer of
minder gunstig gevolg gebezigd. Een Duitsch landbouwer
deelt daaromtrent zijne onderviuding mede. Het overstrooijen
liefst in den dauw, van den akker of het tuinbed metbijtende
middelen, als b. v. kalk, gips, houtasch, zout, helpt niet
voldoende, zegt hijen iedereen kan er zich van overtuigen
dat de slakken tamelijk veel van deze stoffen zonder nadeel
kunnen verdragen. Met het door hen afgescheiden slijm ont-
doen zij zich er weder van. Even weinig afdoend helpen
gerstennaaldenboekweitdoppen en dergelijke middelen, zelfs
wanneer zij des nachts in den dauwwanneer de slakken
voor den dag komen en hun vernielingswerk verrigtenuit-
gestrooid worden. Doordien echter de slakken niet tegen
zonneschijn en droogte kunnenkan men hen in groote menigte
vangen en dooden door het leggen van bosjes stroo in de
akkervoren of in de tningaarden, van 5 tot 10 decimeters
dik, waaronder zij zich na den maaltijd en bij het aanbreken
van den dag verschuilen. Het middel is door den berigtgever
reeds sedert vele jaren met uitmuntend gevolg in practijk
gebragt. Hij heeft een vertrouwden arbeider daarvoor uit-
sluitend gedurende 2 of 3 maanden aan het werk. In tuinen
is het uitleggen van koolbladen en vooral van gele wortels
waarop de slakken zeer gesteld zijn, aan te bevelen.
De hoendermest is ongeveer van dezelfde waarde als de
Peruaansche Guano. Ze houdt echter meer water in, hetgeen
natuurlijk voor den landbouwer nadeelen oplevert. Aanbevelens-
waardig is het derhalve gips, of, zoo men deze niet gemakke-
lijk in groote hoeveelheden kan verkrijgen drooge aarde in de
stallen te strooijenten einde het water gedeeltelijk aan de
hoendermest te onttrekken,
Gemiddeld produceert een kip 10 pond mest per jaar,
eene hoeveelheiddie wel waardig is om te worden ver-
zameld. Iemand die vijftig of zestig kippen houdt, zal dan
ook, bij zorgvuldige behandeling van de door die dieren te
verkrijgen mest, zichzelven niet gering voordeel kunnen
bezorgen.
Op de groote tentoonstelling van landhuishoudkunde te
Londen zijn twee monsterkazen uit Kanada, die elk 15 cen-
tenaar wegen.
Blijkens berigt van den waornemenden konsul der Neder-
landen te Christiania is de invoer van hondenhoornvee,
schapen en geiten in Noorwegen, ook uit de Nederlandsche
havens, op nieuw verboden.
Het hoofdbestuur der Hollandscbe Maatschappij van Land-
bouw heeft de gouden medaille der maatschappyof, naar
keus 50, benevens een getuigschrifttoegekend aan mej.
G. D. M. van 't Haaffde eerste dame die by de akte-examens
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
voor lager onderwys de bevoegdheid ontving om onderwijs te
geven in de landbouwkunde.
Ook in Engeland is de weersgesteldheid dit jaar zeer on-
gunstig voor den Iandbouw, en bijna alle groote grondbezit-
ters hebben dien ten gevolge eene meer of min aanzienlijke
reduktie van de landhuur aan hunne pachters toegestaan. Zoo
heeft de hertog van Bedford, bij gelegenheid dat hij voor dit
jaar tot voorzitter van de Royal Agricultural Society" werd
benoemdaan al zijne pachters zes maanden huur kwijtge-
scholden: eene welwillendheid die ^em op ongeveer/ 1,008,000
te staan komt.
In het tijdperk vsn 15 Junij tot 12 Julij 1879 zijn, blijkens
ingekomen ambtsberigten, door longziekte aangetast: in Zuid-
Holland 4 runderen. In het vorige tijdvak van vier weken
waren 37 runderen door die ziekte aangetast.
Uit Roden schryft men:
Heideveld in vruchtbaar land te herscheppen, is eene
verbetering, waarmee men zich hier nog weinig bezig houdt.
Honderden hectaren liggen in onze environs nog woestniets
andere opleverende dan plaggen en schapenvoedsel. Deze
velden zijn niet alleen het eigendom van particulierenmaar
behooren ook voor een deel aau de gemeente. Had het ge-
meentebestuur zich in vroeger tijden het ontginnen dier woeste
grouden tot taak gesteld en bosschen aangelegd, belangrijke
sommen zouden jaarlijks in de gemeentekas vloeijenom de
thans vermeerderde uitgaven geheel of ten deele te dekken.
Dit is echter niet het geval geweesthoewel het voor de
gemeente niet drukkend kon genoemd worden, zoo jaarlijks
slechts een hectare voor de bosschencultuur geschikt ware
gemaakt.
Beter nu dan nooit, zijn de heeren Kijmmell voornemens
hunne gronden, die nog renteloos liggen, langzamerhand pro-
ductiever te doen worden. Nog dezen winter deriken zy een
deel dier velden voor de boschcultuur geschikt te maken.
Dat dit met genoegen door de arbeiders wordt vernomen
behoeft geen bewijs.
De wijze waarop in andere landen het graan bewaard wordt,
verschilt dikwijls zeer van de wijze, waarop het in ons land
geschiedt. Hoe zulks geschiedt duet echter weinig ter zake
hoofdzaak is, dat het droog en koud en min of meer afge-
sloten is voor ongedierte, opdat het tegen bederf bewaard
blijve. Eene inrigting daarvoor geschikt, heeft de Pranschman
Frimat voorgesteld. Hij wil het graan bewaren in potten van
zeer poreuse gebakken aarde, waarvan de grootte afhankelijk
is van de uitgebreidheld der zaak, en deze omgeven met eene
laag ongebluschte kalk. Het vocht of de insekten kunnen niet
door de kalk dringen, doch het vocht van het graan gaat
door den wand van den pot in de kalk. De insektendie
mede ingesloten zijn, sterven en hunne eijeren of larven ver-
droogenzoodat het graan in droogen toestand zonder binder,
onbepaald lang bewaard kan blijven.
De landbouwtentoonstelling, den 30 Junij te Kilburn in
Engeland geopeudmag onder de grootste ondernemingen van
dien aard gerekend worden. Het aauhoudend natte weder heeft
echter verschrikkelijk veel schade gedaan en het terrein zoo
goed als in een modderpoel herscbapen. Toch is er, dank zij
de ijzeren wilskracht der kommissie, nog iets van teregt ge-
koraen.
Wij ontleenen aan een schrijven in de Haarl. Cour. het
volgende
„Wat te Kilburn bijzonder in het oog viel, was de inspan-
ning, die Denemarken en Fioland zich getroost hebben om
hun welverdiende reputatie in Engeland bij deze gelegenheid
te handhaven. Men leest herhaaldelijk hoe de invoer van
boter uit Denemarken in Engeland blijft toenemen. Ik geloof
dat zij aan den Hollandschen boterhandel op Groot-Brittannie
een zwaren slag toegebragt heeft en er nog meer zal toebren-
gen. Op vele plaatsen las men met groote letters Denemarken".
Boter, kaas, vee en ruime schuren met het opschrift „Dene-
marken". In elke wijk hoort men de Deensche taal spreken,
welke de meeste Engelschen nog voor Hollandsch houden.
Denemarken heeft een compleete „Dairy" naast de bekende
Engelsche Aylesbury-maatschappij opgerigt, en van den ochtend
tot den avond wordt daar ten aanschouwen der tienduizenden
door Duitsche meisjes kaas en boter bereid volgens het meer
en meer populair geworden Schwartzsysteem.
„Te midden van de Deensche ossen en koeijen is een stier
van Hollandsche geboorte verzeild geraakt. De heer Teunis
Klay van Mijdrecht is de eenige veehouder, die een stuk
Nederlandsch vee naar de Londensche tentoonstelling gezonden
heeft. De bul „Prins", zwart gevlekt, n°. 59 in het veestam-
boek vermeld, heeft den eersten prijs verkregen, hetgeen vol
gens de yverzuchtige Deensche buren alleen hieraan toe te