- 136 -
Overijssel.
Noord-Brabant.
Zeeland.
Drenthe.
Ciemengde Berigten.
Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij
BERIGTEN OMTRENT VERWACHTINGEN VAN DEN
OOGST IN DE VOLGENDE PROVINCIeN
Gelderland.
Ten gevolge van den langdurigen winter zijn vele gewassen
achterlijk gebleven, terwijl daarna de gure en doorgaans natte
weersgesteldheid een ongunstigen invloed op den groei beeft uit-
geoefend. Op de zandgronden is die natte weersgesteldheid voor-
deelig voor de zomergewassen geweest en verwacht men van de
meest.e gewassen een goeden oogstook op de lagere landen kan
de oogst nog meevallen, wanneer spoedig warmte komt.
De rogge, bet hoofdprodukt van het grootste deel der provincie,
beloofde aanvankelijk weinig, doeh beeft zicb later ontwikkeld en
belooft een vrij goeden oogst; met de inzameliug is hier en daar
reeds een begin gemaaktbet biijkt dat de aren goed gevuld zijn.
De tarwe staat redelijk te velde, doeh heeft veel van het nat
geleden.
Van haver wordt, voor zoo ver die niet onder water staat, mede
een vrij goede oogst verwaeht. In sommige streken heeft het
gewas veel van onkruid te lijden.
De boekweit staat overal goed te velde en heeft schoon gebloeid
warm weder zou de ontwikkeling van den korrel zeer te stade komen.
Erwten en boonen staan in sommige streken zeer goed. Voor dit
gewas schijnt bet weder gunstig te zijn geweest.
Wortels en knollen zijn achterlijk, doeh hebben nog tijd om zieh
te ontwikkelen.
Suikerbieten hebben door veel nat geleden. Zij beloven echter bij
warm weder een goed beschot.
De aardappelen stonden op de hooge streken goed te veldeop
de lagere streken minder. In vele gemeenten heeft zicb weder de
ziekte vertoond. Men hoopt eehter dat droog weder de uitbreiding
zal tegenhouden.
Koolzaad is weinig verbouwd het gewas belooft een goed beschot.
Ten gevolge der lage prijzen die voor den tabak worden verkregen,
hebben de planters minder uitgepoot. Het, koude en natte weer was
oorzaak dat de plant laat opgekomen en achterlijk gebleven is. Bij
gunstig weder belooft dit gewas nog eene goede opbrengst.
Vlas en hennep, slechts voor eigen gebruik verbouwd, zullen een
middelmatigen oogst opleveren.
Tuin- en moesgronden hebben in de twee laatste maanden veel
opgeleverd.
De weilanden gaven aanvankelijk ruimschoots voeder voor vee.
Door het hooge rivierwater zijn echter vele uiterwaarden onder
water gezet, zoodat het vee naar hooger gelegen streken moest
worden gebragt. Sommige veehouders waren verpligt hun vee op
te stallen.
De hooioogst beloofde aanvankelijk eene ruime opbrengst. llet
gemaaide gras heeft echter zoo zeer door het natte weder geleden,
dat slechts hooi van slechte kwaliteit wordt ingezameld. Bovendien
is op de lage landen veel hooi verdronken.
Klaver heeft zich, ten gevolge van het koode weder, eerst laat
ontwikkeld. De eerste snede is niet medegevallen.
De vruchtboomen hebben over het algemeen schoon gebloeid en
beloofden veel, doeh leden later door vorst, en guur weder, zoodat
de appelboomen weinig zullen opbrengende perenboomen daarcn-
tegen zijn goed beladen en doen een ruimen oogst verwachten de
kersenbooraen gaven tamelijk veelvan pruimen en andere steen-
vruchten verwacht men geen groote hoeveelheid.
De veestapel verkeert in gezonden toestand.
De verwachtingen omtrcnt den oogst zijn in het algemeen gunstiger
dan de aanhoudend koude, schrale en buitengewoon regenachtige
weersgesteldheid zou doen verwachten.
In het algemeen kan gezegd worden, dat tarwe en rogge zoowel
aan graan als stroo eene behoorlijke opbrengst doente gemoet zien.
Haver staat uitmuntend en doet, zoowel aan zaad als stroo, een
goeden oogst verwachten, even als de gerst, hoewel bij de laatst-
genoemde graansoort, hier en daar, over kortheid van het stroo
geklaagd wordt.
Boekweit belooft, op enkele uitzonderingen na, een voldoenden
oogstveen-boekweit daarentegen, waarvan trouwens ook veel minder
gezaaid is dan vroeger, doet weinig verwachten.
Erwten en boonen staan gunstig en beloven eene ruime opbrengst.
Vlas staat goed koolzaad doet een middelmatig beschot verwachten.
Van de vroege aardappelen is de opbrengst goed, doeh laat de
hoedanigheid nog al te wenschen over. Ten gevolge van den veel-
vuldigen regen heeft zich de ziekte in de laatste dagen meer en meer
vertoond en ook de latere soorten aangetast, die anders zoo gunstig
stonden, dat een groote oogst kon verwacht worden.
De wortelen, mangelwortelen en kool zijn achterlijk, doeh staan
overigens zeer goed.
De vruchtboomen hebben wel schoon gebloeid, doeh leveren,
met uitzondering van peren, weinig op.
Gras was steeds in genoegzamen voorraad voorhanden, vooral op
hoog gelegen landen de eerste snede van het hooi is dan ook wel
ruim, doeh de hoedanigheid laat in sommige streken veel te wen
schen over, daar er te veel regen viel om het hooi behoorlijk droog
te krijgen, zonder vrees voor te slerken broei of bederf door schim-
melde verwachtingen van de tweede snede zijn ook minder dan
in voorgaande jaren, terwijl van de buitendijksche weerdeu langs
den IJssel mede weinig verwacht wordt.
Het biezengewas laat veel te wenschen over, terwijl het riet zich
goed laat aanzien.
Op het gebied van den landbouw geeft de stand der gewassen
over het algemeen het uitzigt op een middelmatigen oogst.
Tarwe staat vrij goed te velde en doet een redelijken oogst ver
wachten.
Rogge. Ofschoon over het algemeen niet digt bezet en kort van
stroo, zal de opbrengst nog middelmatig ziju.
Gerst. Van dit gewas, ondanks zijn slechten stand in het voor-
jaar, ten gevolge van het aanhoudend natte weder, verwacht men
nog een vrij gunstigen oogst.
Haver. Van de meeste zijden werden omtrent dit gewas gunstige
berigten ontvangen vooral op de hooge gronden belooft het een
rijk beschot.
Boekweit staat goed bij droogte en matige warmte is een gewin
te verwachten, dat het middelmatige eenigzins te boven gaat.
Erwten en boonen. De erwten zijn goed geluktde boonen
hebben door den regen veel geleden; men verwacht daarvan slechts
een middelmatig beschot.
Vlas wordt slechts in weinige gemeenten verbouwdhet is door
de schielijk op elkander gevolgde regenbuijen meerendeels gedrukt,
en zal over het algemeen weinig opleveren.
Koolzaad. De opbrengst zal gering zijn het natte weder heeft de
korrel veel doen schieten.
Aardappelen staan over het algemeen nog gunstig mogt intus-
schen de bekende ziekte, die zich weder vertoond heeft, zich
verder uitbreiden, dan zijn de uitzigten, die aanvankelijk een ruimen
oogst beloofden, zeer onzeker.
Wortelgewassen. Te dezen aanzien kan voor alsnog weinig met
eenige zekerheid gemeld worden. Over het algemeen staan zij
goed te velde.
Klaver-, wei- en hooilanden hebben door den langdurigen winter
en het gure voorjaar veel geleden. Bovendien hebben de in de maanden
Junij en Julij gevallen regens aan de hooilanden groot nadeel
toegebragtde hoedanigheid van het hooi was over het algemeen
minder goed en de opbrengst slechts middelmatig. Aanzienlijke
uitgestrektheden wei- en hooilanden staan thans onder water.
Boomvruchten beloven over het algemeen zeer weinig. Alleen
de peren- en notenboomen zijn tamelijk bezet.
De tarwe staat algemeen te dun de bloei- en vruchtzettings-
periode is niet gunstig geweest. Men verwacht dus, ook zonder
verderen tegenspoed, slechts een middelmatig beschot, geraamd op
22 tot 25 hektoliter per hektaar gemiddeld.
Van de rogge geldt hetzelfde. Vermoedelijk beschot 20 tot 25
hektoliter per hektaar.
Wintergerst komt meer voor dan gewoonlijk. Ook dit gewas is
niet vol opgegroeid, doeh vrij goed ontwikkeld, zoodat de opbrengst,
bij gunstig oogstweder, ruim middelmatig (40 tot 45 hektoliter per
hektaar) wordt geschat.
Van de zomergerst is de stand voor het grootste gedeelte vol-
doende. De opbrengst schat men voorloopig op 25 tot 36 hekto
liter per hektaar.
De haver is over het algemeen goed gegroeid. Hoewel zij hier
en daar gelegerd is, zal de gemiddelde opbrengst (geraamd 3048
hektol. per hekt.) zeer bevredigend zijn.
De boekweit (in Zeeland zeer weinig verbouwd) belooft eene vrij
goede opbrengst.
Van de paardenboonen verwacht men, wanneer verder geen
tegenspoed wordt ondervonden, een vrij goed beschot (gemiddeld
2528 hektol. per hekt.) en eene buitengewoon groote stroo-op-
breng-t. Alleen in oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen is de verwacht.ing,
over het geheel genomen, veel minder gunstig.
Bruine en witte boonen werden meerendeels als mislukt heschouwd.
Van de eerste verwacht men hier en daar nog een klein beschot,
1015 hektol. per hekt.
De stand der erwten is lang buitengewoon schoon geweest. De
regens der laatste weken hebben echter de verwachting (gezonde
vrucht en ruim beschot) voor een goed deel weggenomen. Het
valt moeijelijk omtrent de hoeveelheid iets te voorspellen.
Van het koolzaad is de zaadzetting over het geheel gunstig
geweest en wordt een late, doeh gemiddeld zeer bevredigende oogst
verwacht, welke naar gissing 20-25 hektol. per hekt. zal kunnen
bedragen.
Het vlas heeft meestal eene goede lengte verkregen, doeh menig
stuk ligt tegen den grond geslagen, wat vooral voor de zaadop-
brengst hoogst nadeelig zal zijn. Toch schijnen de uitkomsten over
het geheel niet onbevredigend te worden geacht.
Het karwei/.aad zal slechts een tamelijk beschot, zoo aan zaad
als aan stroo, opleveren.
De nog bij kleine partijen geteelde meekrap had te veel nat en
te weinig warmte voor eene goede ontwikkeling.
De aardappelen stonden schoon te velde, doeh hebben thans
buitengewoon veel geleden van de regens der laatste weken. De
knol der vroege soorten is zeer sterk aangedaan door het gewoon
bederf, dat zich thans ook in het loof der latere soorten vrij algemeen
begint te vertoonen. Op de lage gronden is veel vrucht gerot, en
er best.aat weinig hoop op eene voldoende opbrengst.
Suikerpeen, mangelwortels en paardepeen zijn zeer achterlijk in
haar groei, maar meestal vol en goed opgekomen. Bij warmer
weder dan tot dusver hoopt men op een voldoend beschot.
Klaver en lucerne gaven eene goede snede, doeh het hooi is
slecht van hoedanigheid, en de tweede snede groeit zeer langzaam
door gebrek aan warmte.
De weilanden leverden ovcrvloedig voedsel opde hooisnede is
ruim. Wel werd veel hooi door den regen bedorven, doeh een
groot gedeelte, later gemaaid* is goed binnen gebragt.
Niettegenstaande de langdurige winter en het minder gunstige
voorjaarsweer op den gtoei der winterrogge nadeelig heeft gewerkt,
heeft, zij zich later nog zoodanig hersteld, dat men thans van die
vrucht, zoowel aan zaad als aan stroo, een goeden oogst verwacht.
Van de zomerrogge wordt op sommige plaatsen zelfs ecu zeer
goed beschot te gemoet gezien.
Haver, garst en paardeboonen staan goed en beloven mede een
ruime opbrengst.
De verbouw van veenboekweit kan nagenoeg als mislukt beschouwd
worden aangezien het veenbranden door de aanhoudende regens
met uitzondering van enkele plaatsen waar zulks nog gebrekkig ge-
schiedde, niet kon gebeuren. Met de zaudboekweit is het over
het algemeen beter gest.eld doeh ook deze heeft van den regen
geleden en men verwacht daarvan slechts een middelmatig beschot.
De aardappeloogst, laat zich ten gevolge der natte weersgesteldheid
niet zeer voordeelig aanzien en zalwanneer dc bekende ziekte
die zich bijna overal weder heeft vertoond, meer uitbreiding krijgt,
beneden het middelmatige blijven.
De weilanden hebben in het voorjaar veel te lijden gehad van
het koude en natte wecrdoeh hebben zich later weder zoodanig
hersteld dat zij ruim voedsel voor het vee opleveiden.-
De hooioogst had aanvankelijk met den regen te kampen en is laat
begonnen. Het in den laatsten tijd geoogste hooi is daarentegen
goed gewonnen, zoodat de oogst nog tamelijk bevredigend kan ge-
noemd worden. Van de opbrengst der tweede snede is nog geen
raming te maken, omdat de eerste, zoo als gezegd, laat is gewonnen.
Door Burgemeester en Wethouders van Amsterdam is eene lijst
openbaar gentaakt van de in Junij aldaar afgekeurde levensmidde-
len hetzij wegens bederf of vervalsching. »Bij eeue herhaalde
bevinding zullen voortaan de namen der fabrieknnten en verkoo-
pers wier waren stof tot opmerking hebben gegeven worden be-
kend gemaakt." Dit laatste zal wel het best afdoende middel zijn
om het bedrog tegen te gaan.
Eenig, of liever voorbeeldeloosis de zonderlinge uitwerking
van den bliksem bij een onweder, dat verleden week gewoed heeft,
en die volgenderwijze door l'Echo de l'Est" wordt medegedeeld.
Een boerenknechtdoor de bui overvallen spoedde zich naar de
hoeve waar hij te huis behqorde. Hij droeg een lauge st.alen kooi-
vork op den schouder met de punten omhoog. Eensklaps voelt
hij een geweldigen schok terwijl bem te gelijkertijd de hooivork
geweldig ontrukt wordt. Zij is na het onweder op 50 meter af-
stand teruggevonden. De bcidc tanden waren t,ot elkander gebogen
en als kurketrekkers gedraaid maar zoo gelijkmatig zoo precies
evenredigdat een mathematisch werktuig niet met meer juistheid
dien vorm had kunnen gcven. De beide punten wareu eenige cen
timeters uitgerekt. De boerenknecht heeft gelukkig geen letsel be-
komenhij was slechts eenigen tijd bcwusteloos door den ontvan
gen schok.
Eenige dagen geleden zochten te Choulex bij Geneveeenige
kinderen vogeleljereu. Een hunner ontdekte een eksternest,klom
in den boom en maakte zich van de eijeren meestcr doeh moest
dit duur bekoopen de moeder der eijeren viel op hern aan en
pikte hem een oog nit.
Als een bewijs van het gebrek aan geneesheeren ten platten-
lande kan dienen dat thans tusschen Tie! en Gorinchem een af-
stand van 8 uren voor 13 digt bevolkte gemeenten slechts 3 ge-
neesheereu zijn, waarvan nog een, de heer J. A. van Heemskerk
te Waardenburgop het punt staat te vertrekken.
Zaturdag-avond kwam eene vrouw in een slagterswinkel te
Amsterdam en bestelde vier pond ossenvleesch, dat zijbij gebreke
van een boodschappenmand in een pan liet werpen welken zij
in haren voorschoot had geplaatst. Toevallig had de vrouw haar
knipje met geld tehuis op tafel laten liggen en kwam zij daarom
met den slagter overeen de pan met vleesch zoolang onder een
bank in den winkel te zetten tot dat ze haar geld had gehaald.
Hieraan uitvoering gegeven hebbendeverwijderde zij zich maar
kwam niet terug. Zondag-ochtend zeide des slagters vrouw tot
haar man »gij moogt wel eens naar die pan zien, want het vleesch
kon wel eens bederven" maar wie beschrijft's mans verwondering,
de pan stond er welmaar de bodem er van was verdwenen in
de voorschoot van de vrouw, natuurlijk met.... het vleesch.
Vrijdag-middag verloor de effectenhandelaar H. C. Voorhoeve
te Rotterdam een brief, inhoudende f 10,0u0 aan bankblljetten
die hij even te voren aan het postkantoor in ontvangst had geuo-
men. Dadelijk liet de heer Voorhoeve per advertentie zijn verlies
bekend makenen loofde 1000 gulden uit voor den gelukkigen
vinder die hem den brief terugbragt. Intnsschen had vrouw Sma-
len het verlorene reeds gevonden en niet wetende wat er mede
aan te vangen, vroeg ze aan eene dame uit den aanzienlijken stand
om raad. Deze het adres lezendevied haar het gevondene on-
middellijk bij den heer Voorhoeve te brengen die haar de 1000
gulden dadelijk uitbetaalde en de behoeftige vrouw daardoor rijker
maakte dan zij welligt ooit te voren had durven hopen.
Een schoenmaker te Amsterdam had den geheelen nacht ge
werkt aan een paar bottines, die aan een goeden klant moesten
geleverd worden. Hij bragt, ze in den vroegen ochtend weg, doeh
werd door den slaap overman!zette zich even te rusten op een
stoep en sliep in met de nieuwe bottines naast zieh. Wie beschrijft
eehter zijn schriktoen hij een uur later gewekt werd door een
politiedienaar en de laarzen verdwenen waren. De dienaar verzocht
hem even mee naar het politiebureau te gaan waar hem de nieuwe
bottines weder werden overgereikt. De schoenmaker was tijdens zijn
slaapje van zijn laarzen bestolenmaar de dief reeds gevat voor dat
de ander ontwaakte.
De kantonregter te Groningen heeft iemand veroordeeld tot
f 11 boetewegens het moedwillig kwellen van een hond.
In het dorpje Lowenberg sloeg dezer dagen de bliksem in een
schuur, met het gevolg, dat vier hoeven verbrandden. Op een van
die hoeven was een ooijevaarsnest met jongen. Toen de vlammen
narjerbij kwamen en het ooijevaarswijfje het naderend gevaar be-
merkte nam zij een der jongen in haar bek en bragt het op een
veilige plaats buiten het dorp. Teruggekeerdom het andere jong
te halcn viel dit juist op het oogenblik dat zij bij het nest kwam
in de reeds brandende schuur. Trots rook en vlammenvloog de
moeder het na en had hetgeluk, het schijubaar ongedeerd te redden.
Den volgenden dag echter viel er op de markt een oijevaar neer
die niet op zijn pooten kon blijven staan. Een politie-agent nam
den patient op en bragt hem naar zijn woning, waar men spoedig
tot de ontdekking kwam, dat 't het ooijevaarswijfje was, dat, bij
het redden van haar tweede jong beide pooten verbrand had. Op
raad van den doctor werden de pooten met lijnolie gepapt, Nu gaat
langzamerhand het wijfje in beterschap vooruit. De jongens uit
het dorp brengen haar elken dag kikvorschendie zij met zeer veel
smaak opeet. De burgemeester oezoekt dagelijks de belangwekkende
lijderes. Ook het ooijevaarsmannetje kwam in het beg n dagelijks
naar het raadhuis om naar den toestand van zijn wijfje te ver-
neuien eerst als hij haar hoorde klapwieken, was hij gerust en
ging voor de jongen zorgen. Spoedig zal de herstellende aan hare
familie worden teruggegeven.
Uit Sloterdijk wordt gemeld »Een arme daggelder kwam
dezer dagen tot de verrassendc ontdekking, dat hij een twiutigste
van de 100,000 uit de Staats-loterij getrokken had. zoodat hij
een som van ruim 4000 in handen kreeg. Hij verkeerde juist
in zeer benarde omstandighedendaar hijdoor ceu langdurige onge-
steldheid aangetast, voor het eerst van zijn leven de armenkas had
moeten te baat nemen. Voor rekeniug van het, burgerlijk arinbe-
stuur werd hij verpleegd in het Binncn-Gasthuis te Amsterdam".
De dagb'aden van Kopenhagen maken melding van buiten
gewoon hevige storuien, die op verschillende plaatsen in Dene-
marken in den nacht van 3 op 4 Augustus hebben gewoed. Meer
dan honderd paehthoeven zijn verwoesteen vijftigtal personen
omgekomen en de schade aan den oogst is onberekenbaar.
Zekere heer Fischer te Berlijn heeft een tapijt vervaardigd van
post- en wisselzegels. Het is groot genoeg om een ruime kamer
te bedekken en munt uit door kleur en teekening.
In een dorp in Biscave is dezer dagen een acht-en-negentig
jarige vrouw in het huwelijk getreden met een vijf-en-negentig
jaiigen man.
Bij een brand ten huize van den broodbakker K. te Pettenis
het 3jarig dochtertje omgekomen. Eerst na afloop van liet pnlieil
ontdekte mendat bij dc redding van het gezin dit kind vergeteu
was en men vond toen slechts het verkoolde lijkje.
Om gebroken barnsteenen voorwerpen te repareeren, worden
de stukken op de gebroken plaats met een weinig bijtende potasch
bestreken en daarna een weinig verwarmd en aan elkaar gedrukt.
De verbinding is zoo volkomen, dat men de gebroken plaats ter
naauwernood ontdekken kan.
Bij Boulogne heeft een meisje, Berthelot genaamd, een GOjarige
buurvrouw zulk een hevigen vnistslag op de borst gegevendat de
arme vrouw na weinige minuten is gestorven.
Het was te Nancy bij de onthulling van het gedenkteekeu
voor Thiers, zoo vol, dat de korrespondent van de „Liberte"
Vassy, wauhopende een plaats in eeu hotel te vinden, met een
vriend twee badkamers huurde en den nacht doorbragt in een....
zinken badkuip.
De beide zonen van den prins van Wales moeten zoo mager
zijn dat zij door hun kameraden bij de marine sprot en haring
worden genoemd.
Ten gevolge van eeue verschrikkelijke droogtewelke reeds
acht-en-zeveutig dagen duurt, hebben in den omtrek van Pera
en Galata, al de bronnen opgehouden te vloeijeu en is het water
er zoo zeldzaam geworden, dat de inwoners van genoemde plaatsen
slechts over een liter per dag en per man mogen beschikken.
Intusschen werden er in de paleizen van den sultan niet minder
dan 500,000 liters water iederen dag verkwist. Het paleis van den
Khedive, te Emerghuiverslindt er 342,000 liters, en een kazerne
met 10,000 soldaten, te Pera, meer dan 300,000 liters. De pachas,
welke de Europesche kust van den Bosphorus bewonen gebruiken
voor hunne hoven dagelijks eene hoeveelheid water, welke zou vol
doende zijn om 100,000 menschen te laven. Zoo handelt het Turksch
gouvemcment.
Een snuggere schoenmaker schreef aldus zijne rekening uit
1 paar bottines gerepareerd /1.60, 1 paar kmderlaarsjes idem
/0.80, 1 lap op de dienstmeid gezet /0.10.
Aangaande de werkzaamheden der Amsterdamsche Kanaalmaat-
schappij wordt ons het volgende medegedeeld:
Het werk werd in Julij voortgezet met 560 tot 600 arbeiders,
9 of 11 stoombaggervaartuigen275 tot 285 grondschouwen en
20 tot 21 sleepstoombootcn.
Noordzeehaven. In het geheel werd van 1 Julij 1875 gebag-
gerd, in de vaartuigen gemeten, 4,150,750 kub. meter, waarvan
32,000 kub. meter in Julij 1879. Het getal werkdagen bedroeg
131/4, vorige maanden 96, tc zamcn eerste zeven maanden 1091/4,
tegen 103 in 1878.
Hoofdkanaul. De verdieping van het kanaalvak tussohen de
Noordzeesluizeu en den straatweg te Yelsen, tot 8.20 meter onder
Amsterdams peil, werd voortgezet.
In Julij werden gebaggerd en weggevoerd 41,000 kub. meter.
Uit het kanaalvak buiten de Noordzeesluizen werd in Julij 1879