- 206
Hoeveelheid vee in Europa, Araerika en Australie.
Bewaren van brood.
Gemeng-de Berigten.
In Duitschland zijn het voornamelijk Silezie, Saksen
Hannover en Brunswijk, welke de linnenweverij beoefenen.
Nederland en Belgie leveren ook fijne lijnwaden wij heb-
ben reeds gezien dat het Hollandsclie vlas met het Vlaamsche
op eene lijn wordt gestelden voornamelijk naar Engeland
gaat. Ik ben echter op dit oogenblik niet in de gelegenheid
het juiste cijfer, voor Nederland, voor den uitvoer op te
geven; bedrieg ik mij niet, dan bedraagt die per jaar onge-
veer 300,000 centenaars.
Eer de verschillende soorten van garens of linnen als afge-
werkt fabricaat in den handel komenraoeten zij door een
bepaalde bewerking, „het bleeken", een witte kleur aannemen.
Het pakken en schikken van het fabricaat wordt, al
naar de plaatsen werwaarts het bestemd isop verschil
lende wijze bewerkstelligd. Het Huitsche bij voorbeeld wordt
afgeleverd in een „schock", of 60 ellen.
Engeland gebruikt aan ruwe materialen circa 4 millioen
centenaarswaarvau ongeveer de helft ingevoerd wordtuit
Rusland alleen 1 millioen centenaars. Het voert uit aan gareu
20 millioen pond en aan linnen 160 millioen yards te zamen
voor eene waarde van 8 millioen pond sterling.
Belgie produceert jaarlijks 600,000 centenaars vlas, ver-
werkt daarvan zelf 400,000 centenaars.
Duitschland voert in ruim 2 millioen centenaars en voert
uit circa 800,000 centenaars lijnwadenterwijl Oostenrijk
een millioen centenaars produceert.
Frankrijk werkt met 600,000 spinnerijen en voert nog een
aanmerkelijke hoeveelheid vlas interwijl het fijn linnen
uitvoert.
Eindelijk Rusland is alle andere staten in vlas-productie
verre vooruit en kanna voor zijn eigen behoefte gezorgd te
hebben, bovendien nog voor een bedrag van ten naastenbij
84 millioen roebels uitvoeren.
De hierboven bedoelde cijfers meende ik als het gemiddelde der 10
laatste jaren te mogen aannemen.
De beoefening van den tuinbouw te Parijs is zoo oud als
de stad zelve. Ze bleef steeds voortbestaan niet alleen, maar
breidde zich al meer en meer uit en bragt de gnnstigste uit-
komsten voort. De tuinlieden vereenigden zich omstreeks de
14e eeuw tot een korporatie, die in 1470 een groote belaug-
rijkheid kreeg eu in 1776 ontbonden werd. De moestninen
in de nabijheid der fortificatien en op eenigen afstand der
stad gelegenbeslaan tegenwoordig een oppervlakte van 1350
hectaren, verdeeld in 1800 afdeelingen van een gemiddelde
uitgestrektheid van 60 tot 70 aren. Ze geven werk aan 7300
personen. De jaarlijksche opbrengst aan groenlen in de om-
streken van Parijs kan geschat worden door elkauder genomen,
op 12 a 15 millioen francs.
Dank zij der bekwaamheid van de bebouwers en hun krach-
tigen arbeidis de opbrengst der terreinen ongeveer 2 francs
per meter. Het klimaat van Parijs hoewel over het getieel
zacht, is niet zoo gunstig als dat der westelijke provincien
en staat verre achter bij dat van Zuid-Erankrijk en Algerie
maar de Parijsche hovenier weet door middel van stolpen
broeibakkenverwarmingstoestellenmatten en vernuftig aan-
gebragte besproeijiugen datgene te verkrijgenwat het klimaat
hem ontboudt; zijn aanhondende en zinrijke arbeid zegeviert
over de wetten der natuur. Door de nabijheid der markten
is bij in staat des morgens de groenten te verkoopen die hij
den vorigen avond geplukt heeft en die dus niet in mauden
gedrukt en geknoeid worden zoo als de min of meer rijpe
producten, die van verre komen, om bij te dragen tot de
voeding van Parjjs.
Overigens wordt gedurende de laatste jaren door de Parijsche
hoveniers druk gebruik gemaakt van machines om het water
te doen opstijgen en dit vooral ter besproeijing in overvloed
voorhanden te hebben. Ze hebben geleerd gebruik te maken
van alle nieuwe uitvindingenbetrekking hebbende op de
verwarming en het onderhoud der kassen. Zy verbouwen de
gewone en geforceerde groenten met buitengewoon goed ge-
volg, en verschaffen de eerste nieuwe groenten in Jauuarij,
meloenen in Eebruarijdruiven in Junij.
De waarde van het gebruikt wordende materieelmet
inbegrip van 360,000 glazen pannen en 2,200,000 klokken
of glazen, de gereedschappen paarden, pompenenz. wordt
geschat op acht millioen francs.
In het algemeen bestaat het personeel van den hovenier
uit den patroonzijne vrouw en eenige werklieden, die zich
gezamenlijkmet den meester aan het hoofd der mannen
en de meesteres als aanvoerster der vrouw en, des zomers te
2 en des winters te 4 ure naar het werk begeven; zijn er
kinderen, dan komt hun dit aanmerkelijk ten goede. De ge-
zamenlijke arbeid, door dit beperkte personeel verrigtis
aanzienlijk.
Europa heeft bij eene bevolking van 132 millioen raenschen
ongeveer 40 millioen paarden bijna 100 millioen runderen
200 millioen schapen, 20 millioen geiten en bijna 50 millioen
varkens.
Deze hoeveelheid is echter niet voldoende voor de bevolking,
want uit Azie, Afrika, Australie en Amerika wordt vee en
vleesch naar Europa gevoerd. Van de Europeesche landen
voert Eusland alleen meer uit dan in. In Duitschland, Oosten
rijk, Nederland, DenemarkenZweden en Noorwegen staat
de uitvoer zoo wat gelijk met den invoer. In Engeland
Erankrijk, Zwitserland en Italie wordt vrij wat meer in- dan
uitgevoerd. Engeland importeerde in 1877 voor eene waarde
van 450 millioen aan vee en vleesch. Frankrijk voerde in
dat jaar 210,000 stuks runderen, 2/2 millioen schapen en
196,000 varkens in. De veestapel in West-en Zuid-Europa heeft
met de snel toeuemende bevolking, inzonderheid die der ste-
den geen gelijke tred gehouden, integendeel is daar het getal
hulsdieren in de laatste jaren verminderddoor de aanzienlijke
concurrentietengevolge waarvan goedkooper vleesch werd
ingevoerd.
De grootste hoeveelheid vee voerde Noord-Amerika uit; zoo
in 1877 voor 5,814,653 dollars levend vee en voor 51,750,225
dollars aan spek en ham. Noord-Amerika heeft bij eene be
volking van 39 millioen menschen 10 millioen paarden
28y2 ^millioen runderen, 38 millioen schapen en 32J/, mil
lioen varkens zamen eene waarde van 6 milliarden guldens
vertegeuwoordigende. Na Amerika voert Australie veel vee en
veeproducten uit. Australie heeft bij eene bevolking van 2
millioen menschen 7,232,000 runderen en 63,590,000 scha
pen. Daaruit volgt, dat in de andere werelddeelen in ver-
houding tot de bevolking eerder meer dan minder huisdieren
gevonden worden dan in Europa.
In Frankrijk schat men het jaarlijksche verbruik van konijnen
op 70 millioen stuks, die gemiddeld per stuk 1% kilo
gram wegende, eene quantiteit vleesch van 87 '/2 millioen
kilogram leveren. Het verbruik van konijnen in Engeland
wordt op 30 millioen stuks gerekend. Uit Australie zendt
men in blikken dozen geconserveerde hazen naar Europa.
In huishoudingen te lande, waar men dikwijls eene zekere
kwantiteit brood in voorraad moethouden, is het beschimmeld
worden in den zomer of in een vochtigen kelder een niet
ongewoon verschijnsel. Als een beproefd middel daartegen
beveelt de Allgemeine Zeit. fur Land und Forstwirthe aan het
verschgebakken brood, zoodra het uit den oven komt, in een
meelzak te doen waarin nog wat meel is overgebleven en wel
zoodat de bovenkorsten der brooden op elkander te liggen
komen. Hierop bindt men den zak toe en hangt hemop
eene luchtige plaats, vrij hangende op. Op die wijze kan het
brood vier tot zes weken bewaard wordeuzonder uit te
drogen of ook maar een spoor van schimmel te bekomen.
Alvorens het brood te gebruiken, borstelt men het af en legt
het een nacht in den kelder, opdat het weer buigzaam worde.
Yoor de weduwe van wijlen den hoofdonderwijzer J. T. Hoffman
te Heerenveendie door een spoortrein is overreden en gedoodis
tot heden door het Nederlandsche volk ruim f 6000 aan giften
bijeengebragt.
In het Zwitsersche kanton Tessin is dezer dagen een zeer
aanzienlijke massa sneeuw gevallen. Alle verkeer is er gestremd en
vele dorpen liggen als onder de sneeuw bedolven. In het Gadmendal
zijn door eene lawine vij^ menschen gedood.
De loterij van de te Arnkem geexposeerde goederen heeft aan
menigeen eene teleurstelling bezorgd. Zoo ontving, verhaalt de
Tielsche Ct.", eene dame te Brek bij Nijmegen de tijding, dat
haar lot een omnibus was ten deel gevallen. Om dezen prijs in
haar bezit te krijgen bestelde zij een huurkoetsier die met twee
paarden naar Arnhem moest gaan en daar de omnibus in ontvangst
nemen. Doch wie schetst de teleurstelling, toen de persoonmet
de afgifte der prijzen belastmet den omnibus in de hand verscheen
en aan den vrachtrijder een rijtuig overhandigdedat in een bazar
voor dertig cent verkocht wordt! Gelukkig al weder voor de, dame,
dat zij niet terstond tot het laten bo-1 wen van een koetshuis is
overgegaan.
Heb je ook hout gekocht? Een heer had een papegaai,
die allerlei gekke dingen zeggen kon en gaarne zich in alles mengde.
Eens riep een boer: »Hout koopen? »Jawel," riep de papegaai
uit het raam. »Wil ik het maar in den kelder brengen?"
nJawel," herhaalde de papegaai. Zulks geschiedde. De boer
schelde nu aan en kwam om zijn geld. Mijnheer echter wist niets
van het hout; doch weldra vunnoedende dat zijn papegaai hem dat
weer geleverd had, snelde hij naar de andere kamer en gaf het
dier een klap. Lorre vloog verschrikt onder de canape Eensklaps
vliegt ook poes, die gesnoCpt heeft en de gramschap der keuken-
meid ondervinden moetonder de canapeom verdere slagen te
ontgaan. Trouwhartig komt Lorre nu bij het opgejaagde dier en
vraagt deelnemend: ulleb je ook hout gekocht?"
Reuzenschip. Eenige dagen geleden is op den Theems van
stapel geloopen de oOrient", het grootste schip der Engelsche
handelsmarine. De afmetingen van dit zeekasteel herinneren de
,Great Eastern", maar de constructie is meer vervolmaakt. Het
vaartuig meet 5400 ton, met een verplaatsruimte van 9500, en
is ingerigt voor het vervoer van 550 passagiers, en 1500 man
troepen, met 300 of 400 paarden. De geheele lengte bedraagt 140
meter, de breedte 14 en de diepte 11.50 nagenoeg. De machines
hebben edn duizend paardenkracht. Haar vermogen laat zich beoor-
deelen uit het feit, dat tijdens de proefreis het schip 17 knoopen,
of meer dan acht mijlen per uur heeft afgelegd. Dit kunststuk is
in de annalen der scheepvaart nog nimmer gezien, en bestemd voor
de dieust tusschen Engeland en Australie.
Een kits dien de geschiedenis zal bewaren. Onder de
openbare personen die tegenwoordig in geheel Europa de aandacht
trekken, behoort de heer Frere Orban, eerste Minister van Belgie.
Oorspronkelijk heet hij Frere. De naam Orban is die zijner vrouw
en tevens van een der aanzienlijkste Belgische geslachten. Toen
Frere als jongeling het hart had gewonnen zijner tegenwocrdige
echtgenoot, waren zijne uitzigtcn weinig bemoedigend: de aristo-
cratische verwanten zijner geliefde zouden wel nooit toestemmen in
haar huwelijk m t een armen student in de regten. De dag van
zijn toelatings-examen als regtsgeleerde naderde, en het wakkere
meisje sprak tot hem: »Alsgij morgen slaagtkom onsdan'savonds
in de opera in onze loge bezoeken." Maar zal^men mij toe-
laten?" vroeg Frere. »Daarvoor zal ik zorgen," antwoordde
zij. Het examen werd glansrijk afgelegd en 's avonds trad de
jonge advocaat de loge der Orbans binnen. De familie zag verwon-
derd op; maar het ineisje rees zonder aarzelen van haren zetel en
kuste den knappen jongen ten aanzien van iedereen. De rest laat
zich gissen. De Orbans pruttelden een weinig, maar dienden nu
toch wel in verloving en huwelijk toe te stemmen. Weldra werd
de vr de gesloten, en thans vin it het geslacht Orban zijn grootsten
luister in den Eersten Minister Frere.
In de steenkolenmijn Bonne esperance, bij Luik, daalde in
de vorige week een opzigter met 19 arbeiders af, om aan een
nieuwen, veelbelovenden zijgang te werken. Toen zij daar een paar
uren bezig waren geweest, hoorden zij op eens een menigte gruis
naar beneden vallen, dat voortdurend toenam. Twee inijnwerkers
poogden er doorheen te loopenmaar werden onder de neerstortende
stukken steenkool bedolven. Binnen vijf minuten was de opzigter
met 17 arbeiders van de buitenwereld afgesloten, zonder dat zij op
redding durfden hopen.
Nadat de eerste schrik voorbij wasbeval de 72-jarigc opzigter
al de mijnwerkere hem het eten te geven, dat zij voor dien dag
hadden meegenomen, alsook de olie die zij in voorraad hadden.
Geen der werklieden kreeg meer voedsel dan strikt noodzakelijk was
om in het leven te blijven. Gelukkig was er een bron met goed
water, zoodat zij ten minste geen dorst behoefden te lijden.
In die benaauwde vochtige ruimte hebben de arme mannen vijf
dagen moeten doorbrengeu. Aan den avond van den vijfden dag
hadden zij afscheid van elkander genomenen zaten zwijgend naast
elkaar den dood af te wachten. Daar sprocgen zij plotseliug alien
te gelijk op. Zij hoorden een geluid, het werd hoe langer hoe
duidelijker. Hun reddera waren nabij. Nog dienzelfden nacht werden
de ongelukkigen bevrijd en naar het gasthuis gebragt, waar men
hen met versterkend voedsel verkwikte. Zij waren alien zeer ver-
zwakt en sliepen bijna onafgebroken drie dagen lang, maar zijn
thans weder zoo goed als hersteld.
De directie der mijn heeft den werklieden drie maanden verlof
gegevenen hun het loon voor dien tijd vooruitbetaald. De oude
opzigter is op pensioen gesteld, met behoud van zijn voile trakte*
ment en genot van vrije woning.
In den avond van den 3 dezer is op den overweg nabij het
punt van aansluiting der lijn Leiden-Woerden aan den Rijnspoorweg
de treindie ten 5 ure van Amsterdam vertrokken wasin aanra-
king gekomen met een boerenwageu, bereden door den landbouwer
J. van Staveren en zijnen knecht W. Verkerk, beiden uit Kron*-
wijk, die eene doodkist uit Woerden hadden gehaald beide personen
werden op de plaats gedood. De wagen werd verbrijzeld en de paarden
losgeslagen. Door een onverklaarbaar verzuim van de met de bewa-
king van den overweg belaste wachteres, was de overweg niet af
gesloten.
Op den Great-Northern-spooiweg in Engeland zijn restauratie-
wagens in dienst gesteld, en de reizigers zijn er ten hoogste over
voldaan. In elken waggonals salon ingerigtstaan verseheidene
kleine tafels, ieder voor vier personen. Onmiddellijk aan dit ge-
deelte van den waggon grenst de keuken. Aan de andere zijde is
eene salon alleen voor dames, en verder eene rookkamer en eene
vestiaire. Negentien personen kunnen te gelijk in een restauratie-
waggon het middagmaal gebruiken. Twee garpons, waarvan de
jongste als page gecostumeerd, bedienen.
Een pleizierreisje. Schoonma. »Is 't wel noodig, dat
jullie een reisje maakt en zooveel geld vermorst?" Schoonzoon
(die zich dagelijks in de bezoeken der goede vrouw verheugen mag).
aO, als u de stad eens uit wilt gaan, dan zullen wij metgenoegen
thuis blijven."
Op Balie Ampenan (Indie) is den 13 October eene afschuwe-
lijke strafoefening volbragt. Een Sassaksche vrouw werd aangeklaagd
en schuldig bevondendat zij in ongeoorloofde verstandhouding was
geweest met haren schoonzoon. Volgens de Balinescbe wet moesten
beide schuldigen deswege verdronken worden. Nadat beiden afzon-
derlijk gebonden warenwerd hun een zak met zand aan de beenen
bevestigdze werden vervolgens naar de zee gebragt en daar over
boord geworpen. Aan het strand bevond zich eene groote menigte
toeschouwers.
Te Weenen heeft zich het zonderlinge en ongehoorde feit
voorgedaandat in korten tijd na elkander twee doctoren in de
medicijnen wegens kleinen diefstal in handen der justitie gevallen
zijn. De eerste heeft zich aan zakkenrollerij schuldig gemaakt, en
de tweede is op heeterdaad betrapt.dat hij in een winkelwaar
hij sigaren kocht, te gelijk eenige stal. Sedert geruimen tijd waren
er gedurig sigaren vermisten ten gevolge daarvan een scherp toe-
zigt gehouden. Het geval maakt te Weenen een te pijnlijker indruk,
omdat de doctor niet alleen een zeer bescbaafd man ismaar in
geenen/deele behoeftig. Ook valt bij hem aan geen manie te denken.
Uit de Zuid-Afrikaansche dagbladen. Waarom gaat in het
Rijk van Keizerin Victoria de zon nimmer onder? Omdat onze
Lieve Heer de Engelschen in donker niet vertrouwt.
Eene jonge dameClara Bruinsheeft bij de prijsuitdeeling
der kunst-akademie Minerva, te Groningen, niet minder dan vier
prijzen in de afdeeling handteekenen behaalden wel de groote
koninklijke medaille voor teekenen naar naakt model, de kleine
koninklijke medaille voor teekenen naar gekleed model, de zil-
veren akademiemedaille voor kompositie, en de groote koninklijke
medaille voor schilderen.
Regtmatige vraag. Vreemdeling (die in een logement een
waterig glas wijn drinkt). Zeg, hoe heet die wijn? Loge-
menthouder. Hoe dat, meneer? Vreemdeling, Als hij
gedoopt is, zal hij toch wel een naam hebben.
Hoe een Weener koopman een Bedouin kan worden, blijkt
uit het avontuur dat, volgens een schrijven uit Alexandrie,
een zekere heer Berger gehad heeft, die als vertegenwoordiger
van verseheidene Engelsche huizen het Oosten bereist.
Hij reisde met een karavaan in de Izaker woestijn, en ont-
moette daar een karavaan Bedouinendie met zijn reisgezel-
schap handel wilden drijven. Op eens kwam een Bedouin met
een zwaren baard op hem toe, klopte hem op den schouder
en vroeg in het Duitsch kent ge mij niet meer?" Tot zijne
verbazing herkende B. nu in de door de zon verbrande trek
ken een Weener effectenhandelaarSalomon M. genaamddie
in 1875 zijn geheele vermogen verloor en zich zoo onziglbaar
had weten te maken voor zijne crediteurendat zij nergens
een spoor van hem hadden kunnen vinden.
Zijn verdere levensloop was zeer romanlisch geweest. Hij
had den geheelen Levant doorgereisd, was klerk geweest aan
het consulaat te Smirna, geldwisselaar te Konstantinopel
tabakshandelaar te Jeruzalem, en de Hemel weet wat niet al.
Toch kon hij er maar niet bovenop komen.
Eindelijk besloot hij met Europesche artikelendie ook in
Klein-Azie reeds onontbeerlijk zijn geworden, die streken te
berehen waar zich zelden Europeanen vertoonen. Hy maakte
eenigen tijd goede zaken. Maar op zekeren dag beroofde een
Bedoninenstam hem van al wat hij bezat, en liet hem niets
dan een versleten kaftan.
In dien ellendigen toestandhalf dood van honger en dorst,
werd hij gevonden door zijne tegenwoordige metgezellen die
in voortdurende vijandschap leefden met den stamdie hem
beroofd had. Zij namen hem uit medelijden op, en toen zij
bemerkten dat hij hnn van dienst kon zijrrhielden zij hem
bij zich.
De voormalige effectenhandelaar staat bij de karavaan in
hoog aanzien zijn invloed is bijna even zoo groot als die van
den Sheik. Hij heeft een mooije vrouw en een aantal prachtige
paarden, die iederen koninklijken stal in Europa tot sieraad
zouden strekken.
Hij heeft het dus goed, en is ook zeer tevredeu, maar e&t
ding spijt hem toch, namelijk dat hij niet meer op de hoogte
is van den koers der effecten.
Eenige jaren geleden heeft de preparator van het Koninkl.
anatomisch museum te Berlijn, J. Wichersheimer, een vloei-
stof uitgevondeuwaardoor het mogelijk is dierlijke ligchamen
en ligchaamsdeelen zo6 te bewaren, dat z(j volkomen beweeg-
baar blijven en hun natuurlqk voorkomen behouden.
Wegens het groote gewigt van deze uitvinding voor de
wetenschap, heeft de Pruissische regering onlaDgs het recept
voor dit conserveermiddel van den heer Wichersheimer gekocht
nadat zij het eerst door een wetenschappelijke commissie heeft
laten onderzoeken, die er zich 21 maanden mede bezig hield.
Thans is niet slechts aan het Duitsche rijk, maar ook aan
Frankrijk. Belgie, Engeland, Oostenrijk en de Vereenigde
Staten een patent daarvoor verleend.
Deze uitvinding is werkelijk in vele opzigten van groot
gewigt. Niet alleen zal zij de oude methode verdringen, om
de geraamten met ijzerdraad in elkander te houdenwant men
kan met behulp van dit vocht beweegbare geraamten maken,
waarvan de zenuwen en spieren haar natuurlijke buigzaamheid
behouden, maar zij zal ons ook verlossen van de bekende
spiritus-preparaten in de museums.
Men heeft door dit nieuwe middel de longen van allerlei
soort van dieren zoo goed bewaard dat zijnog na eenige
jaren, als zij opgeblazen worden, even goed werktcn alsof zij
levend waren. De ingewundtn van een jakhals werden in hun