LaMtaw.
1880
Vrijdag27 Februarij.
No. 9.
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Een-e n-T w in t i gste Jaargang.
JPrijs van het A.bonnement:
in het Jaar6.—
Prijs der A.dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/a Cent.
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeven van 18 tot 24 Febr. 1880.
4/
it
IIA A R L E MM E R M E E
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
AT.I.F. TOEZENDINGENREDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
Ifiteriyk Woensdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
De godsdieDstoefening in de Herv. kerk te Hoofddorp zal
aanst. Zondag morgen worden geleid door Ds. Damstee, van
Heemskerk.
Indien de hieronder vermelde personen zich in deze ge-
meente mogten ophouden worden zij in hun belang aangemaand
zich ter Secretarie aan te melden voor de inscbrijving in het
be\olking-register
Jacobi'3 van Bredagek. v. Spaarndam.
Johanna Cornelia Behrends,Amsterdam.
Gerrit Olijidem.
Dimpna Christina Hoogendoorn, Haarlemmerliede c. a.
Johannes Ludovicus Hoogendoorn, idem.
GeertruidaCatharinav.Poelgeest, idem.
Lees-Inrigting te Hoofddorp.
Boeken worden ter lezing uitgegeven eiken Zaturdag-avond
van 67 uur, ten Raadhuize.
Het leesgeld bedraagt
Per week5 ct.
Bij abonnement, per jaarf 1.50.
Voor onvermogendennihil.
Verkrijgbaar nieuwe catalogussen.
De lezers worden dringend verzocht de boeken welke al
geruiinen tijd geleden zijn afgebaald, terng te doen bezorgen.
GEBORENLena Adriana, dochter van C. W. van Velzen en
J. van Leeuwen. Barend, zoon van W. van Marsbergen en A.
Degenaars. Johannes Cornelis, zoon van J. H. Roose en A.
van Eks. Klaas, zoon van J. Gales en C. Tromp. Aafje,
dochter van P. Balder en G. Roos. Marinus Gerrit, zoon van
J. Schoondermark en J. Witte. Leendertzoon van A. C. N.
Stieva en E. v. d. Heuvel. Pranciscus, zoon van H. Prins en
G. van Gerven. Jan, zoon van D. van den Heuvel en J. T.
Vogelenzang. Cornelia, dochter van J. Tazelaar en J. Franse.
Pieternella, dochter van B. Winkel en P. Kouwenberg. Theo
doras, zoon van J. Bisschop en E. Wagenaar. Gerard, zoon
van J. Denaijere en P. Jansen. Pieter zoon van G. Treur en
L. de Pater. Dirk, zoon van D. Rniter en A. de Graaf.
Pieter Everhard, zoon van G. Kamp en E. Guiteneau. Theo
doras Simon, zoon van C. Rijkelijkhuizen en A. van Wieringen.
LEVENLOOS GEBOREN1 Kind van J. Meijer en M. Makkenze.
OYERLEDENAgnes, oud 14 weken, dochter van H.Edelaar
en A. van Graas. Mina, oud 12 weken, dochter van K. Loos-
broek en G. Spanjer. Helenaoud 6 wekendochter van A.
J. Bakker en N. Steenbergen. Cornelisoud 22 maandenzoon
van C. Jonker en S. Kuiken. Cornelis, ond 15 maanden, zoon
van J. Louwerse en J. Kabboord. Joost, oud 6 maanden, zoon
van H. van Keulen en E. M. Koolhaas. Goverdina van Andel,
oud 68 jaren gehuwd met Klaas Tensen.
ONDERTROUWD P. Schaap met D. Noorloos.
GEHUWDJ. Blom met A. van den Belt. A. Groenveld
met A. de Koning.
Capelle (Langstraat)25 Eebruarij. De handel in Kalf-
Koeijen is in de laatste dagen weder zeer slap, zoodat de
meeste onverkocht blijven of ontkalven. Intusschen behoeft de
Langstraatsche boer tegenwoordig niet meer boter te karnen
dan hij verkiest, daar men voor de Oosterhoutsche kunst-
boterfabriek de melk aan de huizen komt opkoopen en men
voor die te Waalwijk de melk leveren kan.
Texel, 25 Eebruarij. De hooioogst is verleden jaar zoo
voordeelig geweest dat hier nog een ruime voorraad aanwezig
is en de landlieden veel verzendingen naar elders doen. Men
besteedt hier 17 per 1000 J/2 kilo's.
Wageningen25 Eebruarij. Het bezit van onze H. Bur-
gerschool met de daaraan aansluitende landbouwschool is een
ware zegen voor onze gemeente. Behalve de ruim 100 leer-
lingendie op beide inrigtingen onderwijs ontvangen
waarvan een 70 op de landbouwschool hebbeo wij hier
een corps van 22 leerarend. i. op iedere 5 leerlingen 1
leeraar. Als die jongens bier niet door en door geleerd wor
den, ligt het waarlyk niet aan schrielheid van het rijk of aan
gebrek aan gelegenheid om wetenschappelijke opgeleide land-
bouwers te vormen. Als onze toekomstige heereboeren nu ook
zaken maken naar hunne opleiding aan ouders en Rijk kost
waarlijk, dan ontvangt Nederland driedubbel terug, wat het
voor de inrigting te WageniDgen uitgeeft. Belasting heffen
toch is niets, maar men moet ook de menschen in de ge
legenheid stellen beiasting te kunnen betalen. Als onze land
bouwschool een jaar of wat bestaan heeft, zal het Rijk zonder
bezwaar of gewetenswroeging de patentwet tot en met de
boeren kunnen uitbreiden. Onze gemeente profiteert er inrnid-
dels van. De wetenscbap bloeit, de huizen worden duurder
het wonen hier prettiger en gezelliger; kortomWageningen
gaat van jaar tot jaar vooruit, wat voor ons bewoners een
streelend genot is.
Uit Borger wordt berigtdat in de gemeente Dalen
(Drenthe) thans eene sterfte onder de schapen heerscbten
wel als gevolg van het gebruik van slecht gewonnen hooi in het
vorige jaar. Er zijn kudden, waarvan ruim de helft is
geatorven.
Te Amsterdam zal in de maand April as. en wel in het
Paleis voor Volksvlijt, eene belangrijke Tuinbouwtentoonstel-
ling gehouden worden. De tyd, waarop deze tentoonstelling
zou geopend zijn, bleef tot hiertoe onbepaald, dewijl de Com-
missie tot H. H. M. M. den Koniog en de Koningin bet ver-
zoek gerigt heeft de tentoonstelling plegtig te openen en der-
halve de tijd niet naauwkeurig kon worden opgegeven.
Het gegronde vooruitzicht bestaat, dat H. H. M. M. gaarne
gevolg zullen geven aan de uitnoodiging der Commissie.
De tijdsbepalingendie in het bij het programma gevoegd
reglement niet vermeld zijn, kunnen thans medegedeeld worden.
De inzenditig moet plaats hebben op Dingsdag 6 April
de jury vergaderd op Woensdag 7 April; de tentoonstelling
zal van Donderdag 8 tot Maandag 12 April geopend zijn.
Voor zoover daarover nu reeds geoordeeld kan worden,
belooft de tentoonstelling zeer schoon te znllen wezen en
alleszins te zullen beantwoorden aan de daarvan teregt ge-
koesterde verwachting. Talrijke en gewigtige inzendingen worden
te gemoet gezien.
Wij vertrouwendat de Commissie zich in eene algemeene
medewerkiug zal mogen verheugen en dat te meer, dewijl zij
het voornemen heeft ieder, die eene bydrage aan de tentoon
stelling schenkt, met groote vrijgevigheidtot bijwouing der
plegtige opening in de gelegenheid te stellen.
Inlichtingen verscbaft de heer H. Groenewegen, te Amster
dam, Linnaeusstraat55.
Door de Maatschappij tot exploitatie van veestallen en
veetransporten te Utrecht werden in de afgeloopen week 160
stuks klein en 600 stuks groot vee naar het buitenlaud
verzonden.
Om bennen vroegtydig aan het broeden te bretigen, wordt
in de „Annalen van de Landbouw- en Tuinbouw-Vereeniging
van het Groothertogdom Luxemburg aangeraden eenige kunst-
matige eijeren (van porcelein) te verwarmen en deze warm in
het nest te leggen van de heneven voordat zij gaat leggen.
De hen vindt de warmte zeer aangenaam en zij blijft daarom
langer zitten. Daags er opvolgende herhaalt men hetzelfde
en de hen zal reed9 dan langer blijven zitten. Na eenige
dagen is de broedlust van de hen reeds zoo opgewekt, dat
men eijeren onder haar kan nederleggen. In Engeland moet
men op deze wijze vroege kuikens laten uitbroeden.
In de Vereenigde Staten worden jaarlijks 100 millioen acres
met graan en aardappelen bebouwd. De helft dier oppervlakte
brengt ma'is voort, het vierde deel is met tarwe bezaaid, een
acbtste brengt haver voort, terwijl 4 millioen acres metgarst,
rogge en aardappelen beteeld worden. De gemiddelde waarde
dier oogsten is 225 millioen p. st. Op 25 millioen acres
groeit hooi, 12 millioen acres leveren katoende hooi-
opbrengst is 32 millioen ton, de katoen-opbrenget 5 millioen
halen. Er zijn 11 en een half millioen melkkoeijen, ter
waarde van 60 millioen p. st. Het getal varkens is 33 mil
lioen. Van de opbrenget wordt gemiddeld 76 pet. uitgevoerd,
sedert 1850 is het cijfer nooit minder geweest dan 70 pet.,
dit jaar zal het 82 pet. zijn. De vermeerdering alleen in 9pek
en ham is 66 pet., terwijl versch vleeschhet eerst in 1877
geexporteerd dat jaar reeds een waarde van 12 millioen
gulden vertegenwoordigde.
OnlaDgs is te Londen op een vergadering van de „Society
of Public Analyst" een proefje boter vertoond, waarvan de
ouderdom op 2500 jaren geschat werd. Het merkwaardige
was, dat de boter, met uitzondering van een zeer zwakken
ranzigen reukvolkomen zuiver was enblijkens chemische
analyse, geheel identiek met de tegenwoordige boter. De boter
was, keurig in een albasten vaas gegoten en behoorlijk ver-
zegeld, in een Egyptisch graf gevonden.
In 't laatst van 1877 vond men in verscbillende tijdschriften
verhalen verspreid over een wonderbaren boom, die in de
wouden bij Mogobamba in 't noorden van Peru zou bestaan.
Deze boom, zoo heelte het, absorbeert en condenseert de
vochtigheid uit den dampkring met verbazende snelheid en men
zegt, dat men dikwijls het water uit den stam zag vloeijeu en
als regen van de takkeu droppelen in zulk eene groote koe-
veelheiddat de grond er onder volmaakt het aauzien had van
een moeras. Voornamelijk zou hy des zomersals de rivieren
laag zijn en het water zeldzaam isdeze eigenschap vertoonen
waarom men voorstelde, dezen boom in de drooge streken van
Peru, ten voordeele van den landbouw aan te planten. Prof.
Ernst in Caracas, die genoemden boom voor Pilecolobium
Saman hield, berigtte nu verder, dat in April, wanneer de
jonge bladen nog teer en doorzichtig zjjnzelfs bij de droogste
lucht gedurende den ganschen dag een fijne regen onder den
boom merkbaar is. Het verschijnsel vermindert met de ont-
wikkeling der bladen en houdt geheel op, zoodra ze volwassen
zijn. Ernst schrijft den regen toe aan kristalbobbels die aan
den bladsteel zitten en waaraan zich waterdroppels bevinden,
die zich zeer snel weer vertoonennadat ze door vloeipapief
verwijderd zijn.
Mr. Spruce, de bekende Zuid-Araerikaansche reiziger, geeft
daarentegen een geheel andere verklaring. Deze schrijft: De
„Tamia-Caspi" of regenboom der Andes van Oostelijk Peru is
geen fabelmaar een daadzaakzij 't dan ook eenigzins af-
wijkende van de berigtendie daaromtrent verspreid zijn. Ik
nam de verschijning waar in 1855 te Tarapoto, een stadje
weinige dagreizen oostelijk van Mogobamba gelegen. Omstreeks
7 uur kwamen we hem vergezelden twee bewoners dier
streek onder een laagvertakteu boom, waarvan een zachte
regen viel, ofschoon de lucht zoo helder mogelijk was. Een
blik naar boven deed mij een menigte krekels ziendie het
sap der jonge takken en bladeren inzogen en daarbij kleine
stroomen van een helder vocht uitspoten. Mijn beide Peruauen
waren met het verschijnsel bekend en wisten dat ieder boom
die in staat is den vraatzuchtigen krekel voldoende voedsel te
geven, tijdelijk tot een Taraia-caspi of regenboom kan worden.
Naar de bladeren te oordeelen behoorde deze boom ongetwijfeld
tot het geslacht der acacia's. Onder de andere boomenwaarop
ik den krekel vretende vond, was er een, die na verwaut is
aan de acacia's, nl. de Pitecolobium Saman.
Van bet bestaan van een merkwaardigen regenboom vinden
we overigens in een in 1735 verschenen reisbeschrij ring van
de Houdurasbaai de volgende aauteekening„In de nabijheid
der bergen van Vera Paz (Guatemala) kwamen we op een open
vlakte ,in welker midden een boom stond van buitengewonen
omvang en welks bladeren zich wyd uitspreidden. Reeds op
eenigen afstand hadden we bemerkt, dat de grond daar geheel
nat was, waarover we ons ten zeerste verwonderdenomdat
we wisten dat het op die plaatsen sedert zes maanden niet
geregend had. Dichterbij gekomenzagen we tot onze groote
verbazing het water van de toppen der bladen afdroppelen."
Voorzeker is dit verschijnsel verrassend le uoemen en een
naauwgeztt onderzoek door bevoegde personea wel waard.
Wat onderlinge samenwerking al niet tot stand kan bren-
genblijkt uit eene opgave van de hoeveelheid kaas te Canada
op die wijze gefabriceerd' en uitgevoerd.
In 1869 voerde dat land uit 2,040,000 kilogrammen kaas,
in 1878 17,835,000 kilogrammen, dus in 9 jaren tijds eene
vermeerdering van 15,795,000 kilogrammen. De waarde van
deze massa kaas was in 1869 1.373.930, in 1878
10.303.252.
Wat de boter aangaat, hiervau werd door Canada in 1869
4,917,000 kilogram voor eene waarde van 5.858.175 uit
gevoerd, tegen 6,118,000 kilogram in 1878 voor eene waarde
van 6.185.000, uit welke getallen blijkt, dat ook daar te
lande de waarde der boter indien tijd gedaald is, daar de
vermeerderde opbrengst geen gelijken tred hield met de meer-
dere fabrikage.
Het grootste gedeelte van die hoeveelheden boter en kaas
werd naar Engeland gezondendat in 1878 uit Canada meer
dan 5 millioen kilogram boter en 17 millioen kilogram kaas
ontving.
En vanwaar komt het nu dat de Canadasche boeren in staat
zijn zulke enorrae massa's kaas tegen lage prijzen te leveren?
Het is alleen het gevolg van hunne onderlinge samenwerking.
Zij bebben zich in gewesten verdeeld en zenden aan eene
centrale inrigting al de melk, waarover ze beschikken kunnen.
De onkosten en de opbrengst worden verdeeld naar even-
redigheid van de geleverde hoeveelheden melk. In 1874 bragt
deze vereenigde kracht 9 millioen kilogram kaas in den han
del, eene hoeveelheid, die sinds dien tijd meer dan verdub-
beld is.