1880.
Vrijdag5 Maart.
N°. 10
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Een-en-Twintigste Jaargang.
A
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar®>-
Prijs der Advertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent.
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeven ran 25 Febr. tot 2 Maart 1880.
De opleiding tot landbouwer.
IIAARLE1MERMEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
AT.T.E TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam.
WJiterHjH Woensdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
De godsdienstoefening in de Herv. kerk te Hoofddorp zal
aanst. Zondag morgeQ worden geleid door Ds. N. Tydeman
van Nieuw-Yennep.
Indien de hieronder vermelde personen zich in deze ge-
meente mogten ophouden worden zij in hun belang aangemaand
zich ter Secretarie aan te raelden voor de inschrijving in het
bevolking-register
Jacobus van Bredagek. v. Spaarndam.
Dimpna Christina van den Hoogen, Haarlemmerliede c. a.
Johannes I.udovicus v. d. Hoogen, idem.
Geertruida Catharina Poelgeest,,, idem.
GEBOREN Wilhelmuszoon van H. de Bruin en C. van Vel-
zen. Martinus zoon van C. Markus en M. C. Vermeulen.
Matje, dochter van L. J. Rinkel en N. Meijer. Johanna, doeh.
ter van D. Nelemans en T. Schouten. Johanna Wilhelmina Ja-
cobadochter van A. van Diem en en E. van der Laan. Wil-
lemzoon van D. Koelewijn en K. van Tol. Eelkjedochter
van C. den Braber en A. Erankfort. Geertje dochter van J.
van Oudenaaren en M. Vermeer. Elizabeth Johanna dochter
van D. Eggink en A. J. Tibboel. Maartjedochter van W. van
Dalen en H. Godvliedt. Cornelia Elisabeth dochter van N.
Melman en J. Scheelings. Elisabethdochter van Dora Noor-
loos (ongeh.). Gijsbertuszoon van P. van Diemen en M. van
Ylaardingen. Cornelia dochter van N. Blonk en M. Appelman.
Hendrikns Leonarduszoon van H. Meijer en G. van der Burg.
Gijsbertzoon van L. van Wijk en B. de Jong. Antje dochter
van P. Smit en M. Spaargaren.
LEYENLOOS GEBOREN1 Kind van C. Bakker en S. Ottevanger.
0VERLEDENElisabeth Adriana, oud 7 maanden, dochter van
W. Koolbergen en E. Knoopen. Johannes, oud bijna 5 maanden,
zoon van W. Wakker en G. de Vries. Cornelia, oud 6 dagen,
dochter van J. Tazelaar en J. Eranze. Wilhelmus, oud 4 dagen,
zoon van H. de Bruin en C. van Velzen. Adrianus van der
Groe, oud 64 jaren, wednr. van Johanna Raap. Johannes Pijn-
akeroud 61 jaren gehuwd met Maria van Oosten. Cornelia
oud 3 wekendochter van C. de Moor en J. Eilius. Gerrit
oud 23 jaren, zoon van G. Gortzak en L. C. Lindenaar.
ONDERTROUWD H. Balk met G. Spaargaren.
GEHUWD P. van Egmond met J. Otte.
Op 27 February jl. is te Amsterdam de eerste verkiezing
geschied der leden van het Dieuwe bestuur voor den vereenig-
den Westbijlmer- en Klein-Duiveudrechtschen Polder. Met
meerderheid van stemmen werden tot Hoofd-Ingelanden geko-
zen de heeren J. van der Kroon, J. BeukeboomP. Hogen-
hout, C. Bruijnings, J. J. Veeren en Mr. J. G. Kruimel.
Daar Woensdag een aanvang is gemaakt met het overbren-
geu van een gedeelte der prijsvoorwerpenbestemd voor de
algemeene verloiing ten voordeele der watersnoodlijdendenon-
der bescherming van HH. MM. den Koning ett de Koningin,
naar de gothiscke zaal te 's Gravenhage zijn op last van Z.
M. den Koning wachtposten bij het gebouw geplaatst. Het
tot nu uitgegeven aantal loten bedraagt omstreeks 108,000.
Door de Hoofdcommissie werd besloten om de door haar bij-
een te brengen gelden te storten bij de algemeene Coramissie
voor den Watersuood te Amsterdam waartoe in overleg is
getreden tusschen Mr. R. J. graaf Schimmelpenninck van
Nyeuhuis en den Burgemeester van de Hoofdstad, voorzitters
der respectieve commissien. Daarna werd door den thesaurier
der verlotingscommissie een eerste bedrag van f 25,000 naar
Amsterdam overgemaakt. Naar gelang de gelden van de sub-
commissien inkomen, zulleu de stortingen worden voortgezet.
Tevens is door de Hoofdcommissie thans het plan van de
trekking vastgesteld. In tegenstelling met het stelsel van
1861, zal nu de gewone wijze van trekking worden gevolgd.
Er zullen namelijk in een bus zooveel nummers worden ge-
stort als er loten zijn uitgegeven terwijl in eene andere bus
zooveel nummers worden geworpen als er prijsvoorwerpen zijn
ingekomen waarna uit de lotenbus zooveel nummers worden
getrokken als de prijzenbus nummers bevat.
zekerheid nog niet te oordeelen, alleen wordt uit het Oldamt
berigt dat Koolzaad minder goed ontwikkelt dan Tarwe en
Garst en de gezonde groene kleur, die bet nu reeds moest
hebben, mist, zoodat men gelooft, dat minstens een gedeelte
zal worden omgeploegd, te grooter naarmate koud en droog
weder langeren tijd aanhoudt. Van het Hoogeland laat men
zich daarover minder bepaald uit.
Haarlem, 2 Maart. Hier zijn gisteren ter markt aangevoerd
533 paardenmeest van inlandsch ras. De prijzen liepen van
90 tot 600. De bandel was tamelijk levendig.
De 13e tentoonstelling van bloembol-gewassen alhier is
bepaald op 1923 Maart.
Texel, 3 Maart. Voor enkele partijtjes Wol van 1879
werd besteedYoor gewasschen /1.50, vette f 1.20 per
kilo de generale opruiming bedong slechts 80 Cent per
kilo, zoodat bij de nu hoogere markt de mindere ontvangst
bedraagt ongeveer 40 mille, een cijfer voldoende om het win-
tervoeder van den geheelen Texelschen veestapel te beko9tigen.
Capelle (Langstraat)3 Maart. De handel in leverantie-
hooi is niet zeer levendig; alleen puike kwaliteit wordt ge-
zocht en hiervan wordt van tijd tot tijd een partijtje afge-
leverd. De prijzen blijven stationnair.
In kalfkoeijen gaat nog al wat om evenwel zijn de prijzen
voor het oogenblik iets minder vast.
De weilanden worden in deze streek voor het aanstaande
weisaizoen tegen 90 a 120 per hectare, naar kwaliteit,
verhuurd.
Naar het zich laat aanzienzullen van Regeringswege
weldra flinke maatregeleu genomen worden, zoowel om den
uitvoer van levend vee naar Engeland weder mogelijk te
makeu, als om een krachtigen stoot te gevea aan de overige
belangen van onzen landbouw, niet het minst de zuivelbereiding.
Groningen2 Maart. Het weder was den laatsten tijd
koud en buijig. Over den toestand der wintergewassen is met
Aan een aantal onderwijzers in' Noord-Brabant zijn van
wege het Rijk en de provincie toelagen verleend voor het
geven van lessen in de landbouwkunde.
Hoezeer de prijzen der gronden in en om Amsterdam in
de laatste jaren gestegen zijnkan blijken uit het volgende
feit. Yoor 16 jaar kocht iemand een optrekje aan de Wees-
perzijde, Bergsland genaamd, niet ver van de stad wat hij
betaalde met 8500. Voor 4 jaar verkocht hij een derde
van den grond voor 17,000 en dezer dagen de overige
groot 2 bunders, voor 80,000. Dat is nog eerst slapende
rijk worden!
Dezer dagen is een paard van den heer C. Koedamte
Beusichem de „Oude Schimmel", in den ouderdom van vijf-
en-veertig jaar gestorven. Zijn meesterdie de door het dier
bewezen diensten steeds op prijs wist te stellen en niet deed
als zoovelen, die hunne oude dierenwanneer zy afgetobd
zijn, aan den vilder overleveren heeft het trouwe beest een
graf in zijn boomgaard geschonken.
De afdeeling Amsterdam der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw zal op Woensdag 10 Maart e. k., des avonds te half
acht ure, eene Vergadering houden in het gebouw Zeemans-
hoop, Dam, te Amsterdam, als wanneer de heer W. Sluis,
uit den Beemster, eene voordracht zal houden over zuivel
bereiding.
Van de groote voorjaars-paardenmarkt20 Maart e. k.
waarvoor ruim duizend gulden aan prijzen beschikbaar zijn
is het programma te verkrijgen, bij bet Bestuur der afdeeling.
Het maandblad van de Hollandsche Maatschappij van Land
bouw bevat het adres, dd. 10 February, door het hoofdbe-
stuur aan den Minister van Binneulandsche Zaken verzonden,
houdende verzoek om bet mond- en klauwzeer onder de
besmettelijke veeziekten op te nemen.
bare blijken van ingenomenheid en belangstelling ontvangen
hebben.
In het tijdperk van 25 January tot 21 February 1880
zijn, blijkens ingekomen ambtsberigtendoor longziekte 8
runderen, in Zuid-Hollandaangetast. In het voriere trjdperk
van vier weken waren 4 runderen door die ziekte aaoget^sj.
Woensdag 25 T'ebruarij werden door den Minister van Bin-
nenlandscbe Zaken in bijzonder gehoor ontvangen de heeren
Mr. H. L. A. Obreen en II. C. Zwart, respectievelijk lid
van het Hoofdbestuur en algemeen Secretaris-Penningmeester
der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde
(de voorzitter, de heer Visser van Hazerswoude, was door
ongesteldheid verhinderd), ter aanbieding van eeu adres,
namens het Hoofdbestuur der genoemde Maatschappij, waarin
op nieuw de wenschelijkheid betoogd wordt der oprigting eener
Rijks-Tuinbouwschool en de wensch werd uitgesprokendat
die oprigting, nu de Rijks-Landbouwschool kan gezegd worden
gereed te zyn, door de Regering krachtig mag worden be-
vorderd. Deze deputatie moet van 's Ministers zij de onmisken-
UITLOVING BOTER.
De afdeeling Amsterdam der Hollandsche Maatschappij van
Landbouwlooft uit
1. Eene gouden medaille en vijftig gulden voor de beste
in Nederland gemaakte grasboter (geen kunstboter) welke eene
reize been en terug per stoomboot naar Nederlandsch Oost-
Indie zal hebben gemaakt.
De boter moet door de inzenders gepakt zijn in drie vaat-
jes dubbelfust, elk inhoudende vijf kilo, voorzien van een
ingebrand handelsmerk, in te zenden aan het adres der af
deeling, franco, ten kantore der Stoomvaart-Maatschappij
Nederland, in de Rietlanden te Amsterdam den lsten Junij
e. k., om per stoomboot van den 5den Junij geladen te wor
den, ten koste der afdeeling, die zorgen zal voor de stempe-
ling te Batavia, alwaar men rekent dat de boter den 18den
July zal aankomen en weder verzonden zal worden den 31sten
om vermoedelijk den 14den September weder te Amsterdam
aan te komen, alwaar een der vaatjes door eene commissie
zal worden onderzocht, het tweede door de zorg der afdee
ling ingezonden worden ter tentoonstelliug der Maatschappij
le Leiden en het derde naar die te Londen in de maand
October.
2. Denzelfden prijs voor vijftien blikjes, ieder inhoudende
een kilo of twee Engelsche pondente zamen in een kistje
door de inzenders ingepakt en verder met inachtneming van
al hetgeen hierboven voor n°. 1 is bepaald.
Op een onzer landbouwvergaderingen besprak men onlangs
de doelmatigste opleiding tot landbouwer. De opleiding tot het
bedrijf is voor den landbouwer eeu der belaugrijkste vraag-
stukken. Alleen de omstaudigheid, dat er hier reeds meer
dan een halve eeuw naar de oplossing dier vraag is gezocht,
kan als bewijs dienen, dat ze voor den aankomenden land
bouwer eene levensvraag is.
Bij het in het leven roepen van schoolonderwijs in den
landbouw is hier veel te veel gewicht geheeht aan het aan-
leeren van practische werkzaamheden. Hierdoor faalde men
meestal in het streven en tastte mis in de middelen naar een
wetenschappelyke en practische opleiding des landbouwers.
Veel tijd werd verspild met het zoeken naar de beste wijze
van opleiding. Ook thans is men het in dezen nog niet eens
en een positief, voor elk geval passend, antwoord zal uit den
aard der zaak niet kunnen worden gegeven.
Werd den practicus het verwijt gedaan, dat hij zich over
wetenschappelijke zaken, waarvan hem de noodige kennis werd
ontzegd, een uitspraak aanmatigde, ook van andere zijde kan
worden gezegd, dat de mau der wetensehap zich vermeette uit-
spraken te doen over de practijkdie weinig zakenkenais
verriedden. In onderscheiden bladen kwamen ons uitspraken
onder de oogendie deden zien dat de schryver niet met de
eischen der practijk vertrouwd was. De landbouwer moet
lezen; de oude sleur moet verdwijnen; de landbouwer moet
theoretisch worden ontwikkeld enz., enz., enz. Hierdoor ont-
stond van de zijde des landbouwers een wantrouweu en min-
achting in alles wat naar geleerdheid en schoolwetenschap
geleek. Tal van landbouwers worden nog gevonden, die de
meening voorstaandat langdurig schoolgaan en het beoefenen
der wetensehap ODgeschikt maakt en de lust uitdooft voor
werkzaamheden in de practijk. Zij achten een zoogenaamde
wetenschappelijke opleiding ongeschikt.
Bij een ander deel van den landbouwersstand werd echter
de behoefte aan meerdere wetenschappelijke ontwikkeling
levendig gevoeld. Er bestond bij hen het bewustzijn, dat er
bij meerdere wetenschappelijke opleiding in de uitoefening van
het bedrijf meer gebruik kon worden gemaakt van de natuur-
wetenschappen en dat er met betrekking tot handel en industrie
meer partij kon worden getrokken van de maatschappelijke
toestanden. Van die zijde werd dan ook steeds aangedrongen
op wetenschappelijkzoogenaamd theoretisch onderwijs.
Er is wel eens de opmerking gemaaktdat juist de prac
tische landbouwer (hij die 't minst bevoegd werd geacht er
over te oordeelen) het meest riep om wetenschappelijke opleiding.
De oorzaak hiervan is zeer verklaarbaar. Stond de practijk
dien landbouwers helder voor den geest, er bestond bij ben
tevens het onbestemd vermoeden, dat zij hooger opgevoerd
kon worden door uitgebreider kennis der natuur en handels-
wetensohappen. Dat juist de practische landbouwer minder
vroeg om gelegenheid tot practische oefeningmoet gezocht