- 90 - De trichine en de trichinose. min was het mij mogelijk de druiven voor hen te beschermen. Noch papieren zakken, noch netten waren in staat de zwarte lijsters te beletten mijn vruchten op te eten. „Tegen den winter vertoonden zij zich dikwijls in den tain en voor de ramen, doch aten slechts de stukjes vleeseh die nu en dan voor haar nedergelegd werdenzij weigerden zoowel vogeltjeszaad als broodkruimels te nuttigen. Zoodra de rnerels zich in den tuin lieten zien, verdwenen demusschen, en eerst als zij zich verwijderd hadden, durfden de laatsten zich weder te vertoonen. Een paar malen zagen wij hoe gretig de lijsters jonge musschen verslonden, die met de nesten door de leidekkers van het dak mijuer woning op den grond geworpen waren. Zeer in het oog vallend was het ookdat in den omtrekwaar lijsters huisden, nooit andere vogels hunne nesten bouwden. Een aantal door mij geplaatste broeikastjes bleven onbewoond sints een paar lijsters zich in de nabijheid hadden genesteld." Door dit en soortgelijk waargenomen gevallen is onzes inziens genoegzaam bewezendat de merel of zwarte lijsteronder de schadelijke vogels moet worden gerangscbikt. De heer Megnien, militair veearts, heeft onlangs in het Algerijusche Journal de medecine et de pharmacie eenige mede- deelingen gedaan omtrent de trichine en de trichinosewaar- aan het velgenda ontleend is. De trichinose, die verschrikkelijke ziekte door de trichine veroorzaakt, is niet meer tot Duitschland beperkt, waar ze gedurende een vijtfiental jaren zoo vele slagtoffers heeft ge- maakt, maar is, ten gevolge van het Amerikaansche varkens- vleesch, nu ook in Rusland, Oostenryk, Italie en Erankrijk geen onbekende. Om een vijand te bestryden en er zich voor te wachtenis het noodig hem goed te kennendaarom begint de heer M. met de trichine te beschrijven als een micros- copisch wormpje, parasiet, dat zijn verblijf zoekt in het spier- weefsel van eenige dieren en van den menschhet heeft een lengte van 0.7 tot 1 millimeter. Zijn kleine afmetingen hadden het langen tijd aan de waarneming onttrokken, maar nu is het volkomen bekend. In 1828 vond Peacock, bij het gereedmaken van een spier- weefsel voor een anatomische les aan het Guy-hospitaal te Londen, deze spieren doorweven met tal van trichineuse celletjes, die door kalkachtige zouten omringd waren maar men kende er toen noch den waren aard noch de oorzaak van. In 1836 was een Engelsch student zoo gelukkig in een van zulke celletjes een worm te vinden, dien bij aan den beroemden Engelschen naturalist Owert toonde. Dezen beschreef hem nauwkeurig en gaf er den naam trichina spiralis aan. (Trichine, wegens zijn draadvormige gedaante van tricos, haar, en spiralis, om den bijzonderen vorm aan te duiden, waaronder hjj zich in zijn schuilhoeken vertoont.) Toen men later in 1847 voor het eerst in een Amerikaansch varken de aanwezigheid van trichinen ontdekte en bespeurde, dat deze volmaakt gelijk waren aan die, welke in de men- schelijke spieren waren gevonden, begonnen verschillende natuuronderzoekers van naam, waaronder Leuckart, en Virchow, een ernsttge stndie over dit onderwerp en ontdektendoor aan honden voedsel te geven, waarin zich trichinen bevonden, dat deze in de ingewanden niet alleen in grootte toegenomen waren. maar daar ook den volwassen staat hadden bereikt. Tot op dit oogenblik hadden de studien over de trichine alleen ten doel een wetenschappelijke nieuwsgierigheid te be- vredigen men was zich nog volstrekt onbewust van de gevarendie deze parasiet kan teweegbrengen, en hield haar zelfs voor geheel onschadelijk. Eerst in 1860 nam de Duitsche geleerde Zenker haar overgang van bet eene lichaam in het andere waar en constateerde de ziekteverschijnselen die zij in staat is in het menschelijk organisme te veroorzaken. Een vrouw, die sinds Kerstijd 1859 een weinig ongesteld was, werd in het hospitaal te Dresden verpleegd wegens bijkomende typheuse koortsen. Ze bezweek spoedig daarna onder hevige pijnen in de spieren en gewrichten, gepaard met verstijving van de knieen en dijen, die de zieke niet bij machte was uit te strekkenalles vergezeld door verschijnselen van longaan- doening, van aanhoudend weeklagen en kermen. Zenker, bekend met de onderzoekingen van Leuckart en Virchowvernam dat den 21 December in het huis der vrouw een varken was geslagten nu bleek uit een onderzoek van het overgebleven vleeseh dat het doorweven was met trichinen. Ook vernam hij, dat alle personen uit dat gezin ziek waren geweest, sommige lijdende aan zenuwpijn, die voor rhumatiek was aangezienandere aan maagpijnen kwam daardoor op den oorsprong der ziekte bij den mensch het gebruik van varkensvleeschwaarin trichinen aanwezig zijn. Zooals reeds is opgemerkt, is de trichine een draadvormige worm, zoo fijn als een haar; haar lichaam is nagenoeg cylin- drisch bij den kop wat dunner dan aan het andere uiteinde. Ze is voorzien van een taai en buigzaam buitenbekleedsel van een witachtige doorscbijnende kleur, met dwarsloopende strepen, evenals bij een bloedzuigcr. Ze heeft ademhalingswerktuigen en in den volwassen staat geslachtsorganenhet wijfje brengt levende vruchten voort, waarvan het aantal verbazend groot is en door Leuckart op 10,000 geschat wordt. Bij de vogels en de gewervelde dieren met koud bloed, kruipende dieren en visschen, schijnt de trichine te sterven alvorens de gevreesde ziekte veroorzaakt te hebben en alleen bij de zoogdieren gaat ze uit het spijsverteringskanaal in het spierweefsel over. Hoewel verschillende dierendie ons tot voeding dienen trichinen kunnen bevattenwordt dc ziekte toch in verreweg de meeste gevallen veroorzaakt door het gebruik van ongaar of onvoldoende gezouten en gerookt varkensvleesch. Het is daarom van belang dat alles aangewend worde om het ontstaan der trichine bij deze beesten te voorkomenen mocht het kwaad reeds aanwezig zijn, dat men weet boe te handelen, om het gebruik van het vleeseh onschadelyk te maken. Om het eerste doel te bereiken moeten zij, die varkens mesten deze voortdurend in het hok houden dit moet steeds zindelijk zijn en vrij van rattenmuizen en andere alles ver- slindende beesten. Verder moet er voor gezorgd worden dat niet op de mesthoopen of de velden overblijfselen van dieren gevonden worden, die trichinen zouden kunnen bevatten en die de varkens dikwijls verslindenterwijl men moet verhin- deren dat ze zich van uitwerpselen van andere varkens of van menschen meester maken. Plantaardig voedsel zou hun eenige voeding moeten uitmaken. Dat verder een nauwkeurig microscopisch onderzoek van ingevoerd vleesehvooral van dat uit besmette landen, zooals in Italie en Duitschland plaats heeft, zeer aan te raden is, behoeft nauwelijks vermeld te worden; op die wijze wordt althans het al of niet aanwezig zijn van trichinen geconstateerd men kan dan de noodige maatregelen nemen om het gevaar, aan het gebruik verbonden te doen verdwijoen, hierin bestaande dat men het volkomen gaar kookt, zo<5 dat zelfs de binnenste deelen een temperatuur van 70 gr. verkregen hebbenhetgeeu ruimschoots voldoende is om de trichine te doodendaar onderzoekingen hebben aangetoond dat deze bij een warmtegraad van 48 gr. sterft. Ook door voldoende rooken en zouten wordt het gebruik van besmet vleeseh onschadelijk; het zout moet in alle deelen doorgetrokken en de rook moet warm zijn, daar koude rook de wormen niet doodt. Ongetwijfeld is de grootste waakzaamheid aan te bevelen, vooral nu uit Amerika groote bezendingen vleeseh in allerlei vorm ter markt gebracht worden. H. M. de Koningin wenscht, volgens het »llaagsche Dagblad", haar verjaardag (2 Augustus) op het Lootevieren. Het zal evenwel de vraag zijn, of de toestand der Koningin zal toelatenzoo lang op het Koninklijk landgoed te blijven. De Nederlandsche Centraal-spoorwegmaatsehappij zal, naar de »Zw. Ct." verneemt, beproeven haar personenverkeer te ontwik- kelen, door vermindering van het lokaal tarief. Zij wil namelijk reizigers over hare lijn op Zondag been en terug vervoeren tegen de vracht van een enkele reis, In het laatst der vorige week vmien aan de Schotsche kusten en de Oostkust van Engcland zware hagel- en regenbuijen op som mige plaatsen vergezeld van donder en bliksem. In de nabijheid van het kasteel Nijenbeek, niet ver van Deventer, is in de rivier de IJsel, door den visscher G. Sonnenberg, een steur gevangen, die een gewigt had van ruim 100 kilo. Een zonderlinge advertentie. In »Het Huisgezin" wordt gevraagd een R. K. «bovenmeid", geschikt om met drie kinderen waarvan het jongste vier jaren oud is om te gaan, ken in de beginselen van den godsdienst op te leiden, terwijl zij ook moet kunnen tafeldienen. Bij het fort Everdingen is de dijk ingezakt toen eene locomobiel, bespannen met 4 paarden, daarover vervoerd werd. De paarden gera^kten onder de locomobiel in het water en zijn omgekomen. Men schrijft uit Opsterland, dat een regenbak aldaar, die gedu rende 59 jaren onafgebroken water leverde, nu droog is. Te Belaja, een Russisch stadje, heeft men onlangs in den vroegen morgeu de lijken van tien burgers op straat gevonden, die alien klaarblijkelijk des nachts gewelddadig vermoord waren, en op wier voorhoofd het woord »spion" geschreven stond. De geheele stad verkeert in groote ongemstheid door deze geheimzinnige misdaad. Voor vijftien studenten in de medicijnen aan eene der Nederlandsche Universiteiten bestaat de gelegenheid om, tusschen het tijdperk van 1°. Augustus 1880 tot ultimo Julij 1881, onder genot eener subsidie van f 8000, in opleiding te worden genomen voor de betrekking van officier van gezondheid 2e kl. bij het leger in Nederl.-Indie. Aangifte bij het Departement van Kolonien. Te Glasgow heeft een predikant de ruiten van een tramwagen ingeslagen, omdat hij op Zondag reed. Niets billijker dan dat hij zelf gestraft werd, omdat hij op Zondag ruiten inslaat. Te Hantum bij Dokkum verloor onlangs een achtenswaardig arbeider zijne koe. Een paar vrienden, bewogen met het lot van dien man, kwamen overeen, om een lijst bij de vrienden aan te bieden. Allen waren gewillighet geld was bij elkaar en de koe gekocht, zonder dat de man iets wist. In den nacht werd de koe op stal gebragt, zonder dat de arbeider of zijne huisgenooten iets gewaar werden. Men kan zich de blijdschap en de dankbaarheid van den man voorstellentoen hij des morgens zijn stal weder met eene koe zag verrijkt. Niet minder dan tien brandberichten leest men in het ,,Hbl," o. a. van een sehouwburg te Lyon, die pas drie jaar geleden was heropend na in 1871 ook al door het vuur te zijn vernield. Dit- maal zou de brand ontstaan zijn in het lokaal van de brandweer. Studenten die niet zoo heel jong meer zijn, vindt men aan alle hoogescholen, maar zoo oud als in China worden zij zeker nergens elders gevonden. De Gouv. - Gen. van Min Cheto en die van Honau hebben dezer dagen een verzoeksckrift tot den keizer van China gericht, waarin zij hem voorstelden een aantal studenten, wier eerste jeugd voorbij is, en wie het niet is mogen gclukken den een of anderen graad te verwerven, honoris causa een titel te verleenen. Van dfie studenten, zes en twintig in getal, zijn acht boven de negentig en achttien ruim tachtig jaren oud. De keizer heeft het verzoeksckrift naar den betrokken minister verwezen. Een dame, met erg mooie »hoogehakjes," dochter van den fa- brikant L. uit Wurtemberg, te Berlijn iogeerende, stapte uit het rijtuig, waarin zij met gezelschap naar Charlottenburg gereden was, raakte met haar ohakjes" in de opening der trede vast, viel en brak haar dijbeen. - Helpen zal 't wel niet, maar we willen het toch nog eens weer meedeelen, zegt het weeekblad Het Nieuws. BurgemeeesteruUwe excellence zal er zich zeker over ver- heugen, dat haar zulk eene sehitterende ovatie wordt gebracht? Zie eens welk een massa menschen elkaar verdringen om uwe exeel- lentie te zien Minister „Och neen, dat laat me geheel koud want als ik opgehangen werd, zouden er nog meer menschen elkaar verdringen, om het genoegen te hebben mij te zien." ,,Maar Frans, waarom draagt ge toch altijd een kiespijndoek Hebt ge dan altijd kiespijn ulk kiespijn goddank nietmaar ik draag een pruik, en opdat ik dien niet zou verliezen, bind ik hem met den doek vast. Een bijenhouder te Schildau, die sedert twee jaren doof was, werd dezer dagen door een bij boven het oog, in de nabijheid van de slaap, gestoken. De man legde, om de pijn te doen bedaren, aarde en water op de ontstoken plek, vie! daarop in slaap, en bleek bij zijn ontwakeu door den bijensteek volkomen van zijn doofkeid genezen te zijn. Ostende drijft een belangrijken handel in konijnen met Engeland. Niet minder dan 2 millioen van die diertjes werden sedert December van het vorige jaar het kanaal overgezonden. Toch verzekert men, dat de vraag in Engeland nog grooter was, doch dat de kooplieden niet meer konden leveren. De Noord-Amerikaansche schatkist heeft een voordeelig saldo van 100 millioen dollars. Overal heerscht welvaart. Een geestelijke te Marbonedie op de catechisatieom den kinderen zindelijkheid te leerenhen met een ouden boender in het aangezigt schrobde en hen danig bezeerde, is door de regtbank te Chateaudun om die hardhandige reinigingsmethode tot een geldboete van 100 fr. veroordeeld. Een winkelier te Balk (Friesland) schijnt begrepen te hebben, dat de gelegenheden om sterken drank te bekomen in ons gezegend vaderland nog niet talrijk genoeg zijn, en vooral dat het voor de jeugd nog te moeijelijk is zoo gaauw mogelijk tot de aan drank ver- slaafden te behooren. Hij heeft in deze behoefte voorzien door sterken drank verkrijgbaar te stellen per lepel vol, tegen betaling van 1 cent. Werkelijk schijnt deze brave winkelier veel zegen op zijn werk te ondervinden. Gemoedelijk gesprek. Een student, die bij een der profes- sqren op de thee gevraagd is, versehijnt daar met een paar groote rijlaarzen aan. //Zijn zulke laarzen mode geworden?" vraagt de professor bits. *Ja, professor." „Maar kan men daarmedeook bij fatsoeulijke menschen op visite komen?" „Neen, professor." Een hu ismidd eltj e. »Wat! gij, een vijand van het rooken, met een sigaar in den mond?" „Ja, voor vijf minuten, om geen al te roerend afscheid van mijne schoonmoeder te moeten nemen. Mijne regterhand reik ik haar, in mijn linker neem ik mijn koffer, als ik dan een sigaar in mijn mond heb, behoef ik haar geen kus te geven. P a r ij s c h e jeugd. Hoever de lieve jeugd in Parijs het gebragt heeft in de kennis en verhouding der moderne zeden en gewoonten, blijkt uit het volgend discourse, onlangs tusschen twee meisjes van acht en negen jaar gevoerd, die te zamen uit de school kwamen. De eene: je denkt al aan tronwen? Och, och, 't zal wat worden. Je bent niet rijk zoo als ik, je bent arm, en daarom zal je nooit een man krijgen! De andere: Maar ik ben zoo leelijk niet als jij, ik ben mooi en lief en daarom zal jou man mijn min- naar en geliefde zijn In de drie eerste maanden van dit jaar zijn op de verschillende spoorweglijnen in Engeland (Groot-Brittannie en lerland) niet minder dan 287 personen gedood en 1596 verwond. De helft der dooden en het derde deel der gewonden wordt gevormd door ambtenaren van de maatschappijen. Men leest in de //Nieuwe Gorinchemsche Courant": Dateenvoer- man voor zijn paard bezorgd kan zijn bleek dezer dagen uit het volgende. Bij een ingezetene alhier werd door een voerman een pianino opgeladen, die naar eene andere plaats moest worden vervoerd. loen het instrument goed in orde op den wagen stond, vroeg de voerman leukwegMeneer, de toonen staan immers goed vast, want as dat ding van zelf onderweg gaat spenlen, zou mijn paard schrikken. Toen de goede mau was gerust gesteld, ving hij zijn togt aan. Uit Weststellingwerf meldt men aan de »Asser Courant", dat een predikant tegen zijne meid een aanklagt heeft ingediend wegens aiefstal van 12 cts., die zij, volgens zijn zeggen, van hem hadge- kaapt, door geringe hoeveelheden winkelwaren duurder aan te geven dan zij werkelijk waren. Yoor eenige dagen werd te Croisset het stoffelijk overschot van. Gustave Flaubert ter aarde besteld. Een aantal der Parijsehe schrij- vers hadden zich voor die plechtigheid in het kleine dorp vereenigd. Alvorens naar Parijs terug terug te keeren, wilde een deel der Parijzenaars te Rouen het naaste spoorwegstation dineren toen men aan tafel zat, ontdekte men, dat het gezelschap uit 13 personen bestond, waaronder Theodore de Banville, Francois Coppee, Theophjle Gautier en anderen. Nu heeft echter Banville een onoverwinnelijkeu afkeer om met dertien personen aan tafel te zitten; zijne vrienden, die dat weten, waren er op bedacht zulks te voor komen. De een wilde zich verwijderen, ten einde er sleehts twaalf overblevendaartegen werd echter geprotesteerd en nu verzocht men eindelijk den waard, iemand als veertiende op te scharrelen. Deze ging de straat op en ontmoette daar een hem onbekend soldaat. »Hebt gij reeds gedineerd Necuwaarom vraagt gij dat?" //Gij kunt met dertien Parijsehe beroemdheden spijzen." »Ik ben bereid." De soldaat wordt uitgenoodigd, Banville is voldaan en de //veertiende" krijgt een uitstekend dine, zonder te weten, hoe hij er aankomt. Professor Duncan te Aberdeen in Schotland had de hand eener dame gevraagd, maar een weigerend antwoora bekomen. Eenigen tijd later ontmoetten zij elkander toevallig weer. .Herinnert gij u nog," sprak de dame, »wat gij mij den vorigen keer gevraagd hebt?" De professor zei, dat hij het nog heel goed wist. En herinnert gij u mijn antwoord nog? »0, zeker," zei de pro fessor. i Welnu, mijnheer Duncan," vervolgde zij, »ik heb mij voorgenomen om op mijn besluit terug te komen." »Ik ook", zei de professor, en werkelijk is hij zijn leven lang ongehuwd gebleven. Yerblijdende hoop. Doehter//Ziet u wel, moeder, 't gnat al weer veel beter met uU zult zien dat u ons allemaal nog overleeft." Moeder: //I)at geve de Hemel, mijn kind! De mislukte a p p e 1 f 1 a a u w t e. Dokter En ten ge volge van de opschuddingdie in de zaal ontstond, viel u flaauw Bleef u lang in onrnagt?" Freule »Ach neen, dokter; daarer geen heer bij de hand was, die zich met mij kon bezighouden, moest ik van zelve weer bijkomen Een cadeautje in de luijermand. De zuster van den heer James Gordon Bennett, den beroemden eigenaar van »the New-York Herald", is moeder geworden van een zoontje. Zij kreeg als pillegift voor haar jongen van haar broeder niets meer of minder dan 100 billetjes elk van duizend gulden. Een uitstekende proefneming. Een dierentemmer vertoonde een krokodil en deed het belangstellend publiek opmerken, dat dit dier de grootste lasten der wereld dragen kan. Een man, die er met zijn dierbare wederhelft was, zeide tot haar: »Zeg, dan moest jij er maar eens op gaan staan want - je zult mij ten goede houden - ik ken geen grooter last op de wereld dan jou." De heidebrand, die in de omstreken van Apeldoorn woedde, heeft het Soerensche bosch aaugetast. Het gedeelte, bekend onder den naam van Sehrevenhout, ligt in de asch en de buurtschap Hoog Soeren werd bedreigd. Den 27Mei, laat in den namiddag, maakte het vuur snelle vorderingen. De bouw- hoeve by de halte Asselt was toen reeds afgebrand en in den Nieuwen Eng een huis aangetast. Over een uitgestrektheid van ongeveer drie uur vernielden de vlammen honderden bun ders dennen- en akkermaalshoutheiturf en schilhout. De vlammen naderden de gemeente Apeldoorn. Het reeds be- dreigde station is gespaard. Een groote oppervlakte bosch- grond van het kroondomein en van de heeren de Ileus en Vidal, benevens het huis van dezen laatsten, zijn in de asch gelegd. Te 10 uur is de brand gestuit. De schade is aanzienlijk. Onder Eerbeek en in de heerlijkheid Rozendaal hebben ook heidebranden gewoed. Ook in den Weerdingerwaard heeft een felle brand gewoed. Meer dan honderd huizen liggen in de asch. Ook brandt het veen in de Roswinkelsche Marke. Men is beducht voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1880 | | pagina 2