- U2 - De 6taats—Courant bevat de volgende verslagen omtrent de verwachtingen van den oogst in 1880 in de provincien Noord-Holland. Z aid-Holland. Overijssel. Groningen. Zeelaiid. I imburg. en een van /15; 3e voor vier kanterkazen een van /30 en een van IB; 4e voor monsters van rogge, garst, tarwe, haver, koolzaad lijnzaad erwten en boonen vlas aardappelen, voor elk dezer producten een van /50 en een van 20.' Onder de voorwaarden behoort, dat de inzenders van monsters landbouw-producten op den dag der keuripg (24 September) van hun product naar het aangeboden monster 10 hectoliter binnen Leeuwarden afleverbaar moeten voorhanden hebben, uitgezonderd lijnzaad, wsarvan 5 hectoliter voldoende is, en vlas, waarvan 10 bundels aanwezig moeten zijn. Nooit is zooveel tarwe van Amerika naar Europa verscheept als de vorige week. Nadat in de daaraan voorafgaandc 550,000 qrs. werden verzondenbeliep dit cijf'er de vorige week 776,000. Daarnevens 240,000 qrs. mai's en 50,000 zakken meelin't geheel een waarde van 2,000,000 aan broodstoffen waarvan 2/3 naar Engeland. Blijkbaar heeft men hier met speculatie te doenen zoekt men in Amerika het opgehoopte graan kwijt te raken. Reeds daalde de prijs te Louden tot 43 en 42 sh., nadat hij in Junij en Julij 45 sh. is geweest. Daar reeds de nieuwe Engelsche tarwe ter markt komt, wordt verdere daling veawacht. Het toegezonden koren hoopt zich op. De deelneming aan het Friesch rundvee-stamboek blijft zich uitbreiden sedert de oprigting ten vorigen jare zijn thans 42 stieren en 235 koeijen ingeschreven. Het regtstreeksch stoffelijk voordeel der inschrijving begint meer aan het licht te komen nu men uit den vreemde stamboek-vee voor hooge prijzen tracht aan te koopen. Zoo zijn gisteren alhier onderscheidene stamboek-stieren en koeijen afgeleverd, alien aangekocht ter uitzending naar de Kaap de Goede Hoop. De eigenaars hebben daarvoor goede prijzen bedongenals voor twee stieren /540 en 420 en voor twee koeijen 375 en 325. Men schrijft aan de Leidsche Courant „Als ooit Augustus zich heeft doen kennen door ver- schroeijenden zonneschijn, zooals Oogstmaand altoos naam had, doch dien naam zoo vaak ontrouw werd, dan was het dit jaar. Onveranderlijk toch woei de oostewind en de uit het zuiden opkomende wolken verteerden onder de drooge atmosfeerwaardoor de hemel zich telkens weer in een smet- teloos blaauw verloor. Het goudgeel graan, dat de akker aan- bood, is onverstoord in schuur en tas geborgen en de hooi- berg is in top gerezen, beladen met een geurigen winter- voorraad. Menigeendie bezorgd was, is beschaamd gemaakt door een schoonen oogst. Nu wacht het rijp geworden ooft op den pluk des noesten gaardeniers. Doch de groote droogte heelt ook invloed gehad op het veldgewas, dat smachtend neerhangten op het weilanddat arm wordt aan gras, op gebloemte en groen, zoodat eeue milde regenvlaag allerwege verkwikking zou aanbrengen. Als een bewjjsdat goede fVuitboomgaarden veel geld kunnen opbrtngenwordt medegedeelddat te Tiel een appelenboom- gaard, groot twee hectaren, verpacht werd voor/ 2500. Een landbouwer te Gronsveld heeft een nest met hamsters uitgegravenwaarin zich 12 levende jongen bevonden, terwql te Moersel mede een nest met 18 jongen werd bemachtigd. In de voorraadschuur van het eerste vond men een en in die van het tweede nest anderhalf hectoliter tarwe. Als een bijzonderheid wordt gemeld, dat bij een landbouwer onder Boschkapelle reeds rapen zijn gerooid van aanzienlijke zwaarte; een had het niet onaardig gewicht van zeven en een half kilogram. Volgens de Tribune vloog een groote zwerm ooievaars, zeker 300 stuks, uit het noordwesten komende in groote kringen over Berlqn om hun winterkwartieren in het zuiden weder te gaan opzoeken. Laat ons hopen dat dit geen voorbode van een vroegen herfst zijn mag, daar we eigenlijk toch pas eerst sedert een paar weken ons in warm zomerweder verheugen mogen, Om het schimmelen van ingemaakte augurken en komkommers te voorkomenis het voldoende een zakje, waarin zich 2 decagram zwart mosterdzaad bevinden, bij de augurken te voegen. Er zal zich dan .noch schimmelnoch kaan op de azijn vertoonen. Een botanicus, die reeds vergeefsche moeite had aangewend ter verdrijving van insecten (voornameljjk wandluizen) in zijn vertrekken, heeft toevalligerwijze een uitstekend verdelgings- middel dezer dieren ontdekt. Hij had eenige exemplaren van het zoogen. peperkruid Saturicaiu een zijner kamers laten liggenen toen hij na eenige dagen terugkwamvond hij duizenden wandluizen bijna alle gedood op de bladereu en Stengels. De toepassing der wetten, regelende het Veeartsenijkundig staatstoezigt en de daarmede in verband staande koninklijke beslniten ook op het spoelingdistrict in Zuid-Holland, blijkt al meer en meer hoogst gunstige resultaten op te leveren. Buiten het afgeslolen spoelingdistrict kwara in de laatste zeven weken geen enkel geval van longziekte onder het rundvee meer voor. Binnen den afgesloten kring is die ziekte zoozeer afnemende, dat te Delfshaven in geen twee maanden en te Overschie in geen vijf weken gevallen zijn voorgekomen, terwijl in de jongst- verloopen week in het geheele spoelingdistrict geen enkel geval is waargenomen, z(jnde een toestand, die de laatste veertig jaar aldaar ongekend is (10 Aug. 1880). De laatste berigten uit Ierland luiden beter; de gunstige verwachtingen omtrent den aanstaanden oogst brengen er veel toe bij om de overspannen gemoederen tot kalmte te stemmen. Heden is het juist 16 dagen geleden schrijft men uit Londen sinds hier, zoowel als in 't grootste deel van EngelandSchotland en Ierlandgeen droppel regen gevallen is en de zon met krachtige stralen de vruchten stooft en de zaden tot rijpheid brecgt. Reeds is in de midden en zuidelijke graafschappen een groot deel van den oogst binnen gehaald, en 't is een wezenlijk geluk voor het nu sinds drie jaren door slechte oogsten bezochte land, dat de opbrengst de ver- Wachting van voor weinige weken nog overtreft. Nog slechts 14 dagen goed weer en we zullen een gemiddelden tarwe-oogst en een zeer voordeeligen van gerst en haver hebben. De eerste mislukte hooi-oogst zal door de tweede snede worden goed- gemaakt en ging er ook al van het knolvoer veel verloren zoo belooft toch de aardappel een opbrengst als we sedert jaren niet gekend hebben. Als een paard 9 jaren oud is krijgt het ooglid eenrimpel, welke vervolgens elk jaar met eenen rimpel vermeerderd wordt. Als een paard twee jaren oud is, dan zijn zijne voorste pooten zoolang als zij worden kunnen en dewijl de voorste pooten en schouders bij een volwassen paard juist even lang zijn, zoo zal een paard van twee jaren nog juist zooveel wassen als de schouders tot op den hals aan de manen korter zijn dan de pooten. Donradi beveelt voorzichtigheid aan bij het voederen met mai's. Zoowel de korrels sis de bladereu van die plant worden vaak door de maisroest aangetast. De sporen er van werken schadelijk op de gezondheid der dieren. In Baden werden paarden ziekdie met zulke mais gevoerd waren. Hasselbach nam in elf gevallen het verwerpen van het kalf waar, na het gebruik van roestige mais door de moederdieren. Van de gedroogde schimmelmassa's gaf hij aan 2 vrouwelijke honden en maakte zoo abortus. Men dient dus bij het voederen met mais goed toe te zien op den toestand van het voeder. In den historischenop 18 Aug. 1.1. te Brussel gehouden optogt waren tal van wagens. Die van den laudbouw (zoo schrijft de Midd. Courdoor 24 pronk-ossen uit verschillende deelen des lands getrokkenwelke door een reusachtigen herder geleid werden, was de schoonste. Jonge vrouwen, in boerinnengewaadla gen er in de schaduw van korenschoven op gelegerdterwijl eenige boeren er op aan 't werk waren. De langdurige drooge en koude weersgesteldheid in het voorjaar werkte op den groei van alle producten zeer nadeelig. De warmte en milde regens der laatste weken hebben evenwel veel ten goede gekeerd, zoodat er in het algemeen uitzicht bestaat op een goeden oogst. Rogge. gerst en tarwe staan, even als haver en boekweit, zeer goed en beloven eene ruime opbrengst. Karwei- en mosterdzaad zullen vermoedelijk, even als het vorige jaar, eene redelijke opbrengst geven. Erwten en boonen staan uitmuntend en beloven eene veel betere opbrengst dan in het vorig jaar. Van het vlas zijn de goede verwachtingen reeds verwezenlijkt. De aardappelen beloven eene ruime opbrengst. Door de langdurige koude en droogte in het voorjaar was de hooibouw, zoowel wat, quantiteit als qualiteit betrof, niet gunstig- de weilanden staan echter thans zeergoed. De appel- en perenboomen zijn ten gevolge van de late nacht vorsten weder zeer achterlijk. De appelboomen beloven niettemin eene vrij goede opbrengst, die der perenboomen zal daarentegen ver moedelijk zeer gering zijn. Het blqembollengewas is zeer goed, hoewel het gehalte iets minder was dan in het vorige jaar. Graansoorten. De berichten hieromtrent luiden over het algemeen zeer bevredigend. Tarwe, rogge, gerst en haver staan in het Westland best te velde, de aren zijn goed geladen, het stroo is echter niet lang. Aldaar mogen gunstige uitkomsten worden verwacht. Ook in de Vijf-Heerenlanden staan deze gewassen redelijk te velde. De langdurige droogte in het voorjaar is evenwel oorzaak dat zij aldaar op sommige stukken eenigszins dun staan. Dit was mede het geval op Goedereede en Overflakkee, doch daar is het gewas na de latere regens z66 uitgestoeld, dat nog eene uitmuntende opbrengst wordt verwacht. In den Alblasserwaard zijn ditmaal weinig graan soorten verbouwd, doch wat er is staat zeer bevredigend. Ook in den Hoekschen Waard is vooral de tarwe zeer goed uitgevallen een ruim beschot wordt daarvan aldaar te gemnet gezien. Mede wordt de puike qualiteit geroemd van de tarwe die op Voorne en Putten is geteeld; rogge is aldaar weinig verbouwd, doch wat er is staat goed, terwijl de wintergerst, die door den streBgen winter zeer had geleden, zich flink hersteld en een redelijk beschot, zoo van graan als van stroo opgeleverd heeft. Vlas. De mededeelingen omtrent dit gewas zijn van den meest bevredigenden aard. In het Westland, op Goedereede en Overflakkee, in den Hoekschen Waard en op Voorne en Putten wordt ruim beschot 1 erwacht de qualiteit is zeer goed in vele jaren stond het niet zoo uitmuntend te velde, en overal wordt op eene ruime opbrengst van lijnzaad gerekend. Koolzaad. Door den strengen winter was dit product meestal uitgeploegd. Het overgeblevene beloofde op Voorne en Putten een voldoend beschot, doch in den Hoekschen Waard was het als geheel mislukt te beschouwen. Hennep. Deze stond in den Alblasserwaard zelden zoo schoon te velde en deed eene buitengewone schoof verwachten. In de Vijf- Heerenlanden was de verwaehting minder gunstig. Aardappelen. Zeer gunstig luiden mede de mededeelingen omtrent deze aardvrucht. In het Westland werd een goed beschot verkregen en vinden de goede soorten gretig koopers tot redelijke prijzen in de V ijf-Heerenlanden staan ze praehtig te velde, en werd vooral van de vroege soorten uitstekende qualiteit verkregen. Ook op Goedereede en Overflakkee was de opbrengst ruim in den Alblasserwaard stonden ze vol in den grond, werd eene menigte uitgepoot, viel qualiteit en quantiteit te roemen en werd vooral van de latere soorten een uitmuntend gewas verwacht. In den Hoekschen Waard beloofde dit product mede veel op Voorne en Putten werden eveneens gunstige verwachtingen gekoes- terd. Van de bekende ziekte werd tot dusverre weinig vernomen daar waar zij zich vertoonde, heeft zij tot nu bijna uitsluitend slcchts het loof aangetast. Erwten en boonen. Algemeen beloven deze eene uitstekende opbrengst. In alle deelen der provincie werd een goede oogst ver wacht; in zeer vele jaren stonden vooral paarden- en duivenboonen niet zoo gul te velde de erwten beloofden overal veel stroo en waren overvloedig met peulen bezet. Boomvruchten. Appel- en perenboomen zijn niet zwaar geladen, terwijl ook de steen- en struikvrucht.en geringen pluk opleverden alleen bestonden in het Westland voor den druivenpluk gunstige verwachtingen. Hooi- en weilanden. Door het koude en drooge voorjaar heeft op Voorne en Putten veel weiland, dat bestemd was om gehooid te worden, moeten worden afgeweid. Na den regen kwam er meer gras en kon er dientengevolge weer meer als hooiland blijven liggen. Hierdoor is de hooibouw vrij algemeen ruim 14 dagen later dan gewoonlijk geweest, en is de opbrengst, hoewel beter dan het zich in den beginne liet aanzien, niet groot, zelfs slechts tamelijk te noemen. De gras- en klaverlanden geven na den regen voldoende voor den veestapel. Ook voor andere deelen der provincie is het bovengemelde van toepassing te beschouwen, ofschoon vrij algemeen de weilanden later goed zijn aangekomen, doch de hooi- landen niet overvloedig opleveren. Veestapel. De toestand van den veestapel is hoogst voldoende de zuivelprodueten zijn van goede qualiteit en prijshoudend. Algemeen overzigt. De verwachtingen van den oogst in de provincie Zuid-Holland waren in vele jaren niet zoo gunstig als thans het geval is; vele gewassen beloven meer dan middelmatige, bijna uitstekende uitkomsten. De verwachtingen omtrent den te velde staanden oogst in deze provincie kunnen in t algemeen niet ongunstig genoemd worden van enkele gewassen wordt zelfs een ruime oogst verwacht. Rogge belodft een goede opbrengsthet stroo is tamelijk lang en de aren goed beladen. Gerst staat zeer goed te velde, zoodat een ruim beschot kan worden te gemoet gezien. Haver. Ook deze belooft een goeden oogst. Boekweit. Hieromtrent kan niets met zekerheid worden gezegd de strenge nachtvorsten hebben aan de vroeg gezaaide veel scliade veroorzaaktde later gezaaide staat zeer gunstig. Aardappelen. Van dit hoofdvoedsel kan gezegd worden, dat zij uitmuntend te velde staan. Hoewel zij door de strenge nachtvorsten in Mei en Juni veel geleden hebben, herstelden zij zich goed en beloven een ruime opbrengst, indien niet de bekende ziekte, die zich op vele plaatsen vertoont, daarop een ongunstigen invloed uit- oefent. Boonen. Deze staan in 't algemeen niet gunstig, zoodat slechts eene matige opbrengst verwacht wordt. Erwten staan goed en brengen veel op. Vlas. Het vroeg gezaaide is meest bevroren van het latere vleit men zich met eene tamelijk goede opbrengst. De vruckthoomen leveren, met uitzondering van enkele peren, oijna niets op, terwijl ook de fijnere fruit geen noemenswaardige opbrengst beloofd. Wortelge wassen. De zaden dezer gewassen zijn in het algemeen slecht opgegaan, ten gevolge der drooge, schrale weersgesteldheid in Mei, zoodat de meeste soorten, vooral op Iichte zandgronden, ten tweedenmale moesten gezaaid worden. Koolzaad staat zeer goed, terwijl van klaver slechts eene middel matige opbrengst wordt verkregen. Gras. In 't algemeen is de opbrengst van het gras niet boven bet middelmatige, hetgeen lioofdzakelijk wordt toegesckreven aan de droogte in Junidientengevolge is de eerste snede van het hooi ook niet, meegevallen, hoewel de lioedaniglieid veel be'er is dan in het vorige jaar. In sommige gemeenten dezer provincie brachten de verliuringen der hooilanden meer dan bet dubbel op van die in 1879. Riet en biezen laten zich goed aanzien. De aanhoudende koude en droogte in het voorjaar, gepaard met late en strenge nachtvorsten, hebben op dete ^elde staande gewassen een nadeeligen invloed uitgeoefend. Wei heeft het daarop gevolgde gunstige weder de gewassen iu niet geringe mate doen hersteJlen, doch de latere zware regens hebben hier en daar veel scl.ade gedaau' Tarwe en haver beloven over het algemeen een goede opbrengst. De winterrogge heeft door de nachtvorsten veel geleden, zoodat men flaarvan slechts een geringe opbrengst kan verwachten. De gerst, waarvan men groote verwaehting had, schijnt hier en daar niet meer dan eene matige ophrengst te zullen geven. De aan houdende slagregens hebben. dit gewas benadeeld. In de gemeente Ulrum, waar men vodr die regens de opbrengst sckatte op 60 a 70 hectoliter per hectare, met een gewicht van 60 kilo of meer, ver wacht men thans niet meer dan 46 hectoliter, met een gewicht van p. m. 58 kilo in enkele gemeenten echter sohat men de opbrengst hooger. Yan het kanariezaad ziet men geen ruime opbrengst te gemoet. Boekweit schijnt vrij goed te zullen slagen. Erwten hebben veel van de nachtvorsten geleden, zoodat men op sommige plaatsen daarvan slechts eene geringe, en op andere eene matige opbrengst verwacht. Paardeboonen schijnen over het algemeen niet meer dan eene matige opbrengst te zullen geven. Aardappelen. Ofschoon de vroeye aardappelen van de vorst hebben geleden, leverden zij toch een ruim beschot op. De late aardappelen, wanneer zij van ziekte versehoond blijven, beloven eene goede opbrengst. Koolzaad. Dit gewas, hetwelk grootendeels is afgedorscht, leverde over het algemeen geen ruim beschot op in het Oldambt, was de ophrengst zelfs zeer gering. De vorst heeft aan dit gewas veel schade gedaan, vooral in den bloeitijd. V las heeft door de veelvuldige regen veel geleden, zoodat de ver waehting daarvan met groot is; ook van het lijnzaad verwacht men geen ruime opbrengst. De gras- en klaverlanden leveren zoo aan weide als aan hooi een vrij goed beschot op. De inoogsting van het hooi geschiedde echter niet altijd onder gunstig weder. De wintergranen, tarwe, rogge en gerst, hoewel niet dicht van stand, zijn krachtig opgegroeid en vertoonen een schooneaar. Daar echter reeds vroeg legering werd opgemerkt., zal de opbrengst en vooral de heedanigheid van den korrel meer dan gewoonlijk afhan- gen van droog weder bij de verdere aanrijping en den oogst. Dit laatste geldt minder van zomergerst en haver, die - vooral de laatste - zeer schoon te velde staan. Boekweit, slechts in een klein gedeelte der provincie verbouwd, staat gunstig. De paardeboonen zijn meestal goed opgegroeid en flink bezetde gewone insectenplaag schijnt nog slechts bij uitzondering voor te komen. Stamboontjes geven een zeer ongelijk gewas vooral de witte laten geen groot beschot verwachten. De erwten staan zeer gunstig en belooven eene ruime opbrengst, die echter door de sterke ontwikkeling der plant geheel van droog en warm weder afhankelijk is. De aardappelen zijn bijzonder krachtig gegroeidqualiteit en quantiteit zijn beter en ruimer dan iu verscheiden jaren het geval is geweest; doch de ziekte begint zich algemeen te vertoonen. Het koolzaad leed in enkele streken door den winter, zoodat daar weinig is overgeblevenmeer algemeen wordt de uitkomst echter hoogst voordeelig geacht. De vlasteelt wordt in het grootste gedeelte der provincie als zeer goed gelukt beschouwd hier en daar, vooral in Schouwen, minder. Over het geheel echter verkreeg men een schoon en goed betaald gewas- Karweizaad is goed uitgevallen kanariezaad matig. Suikerbieten, mangelwortels en paardepeen hebben in de opkomst zooveel geleden, dat daarvan over het geheel slechts eene matige opbrengst is te verwachten. Klaver, lucerne en wikken, door de voorjaarsdroogte eerst zeer schraal, gaven later eene overvloedige opbrengst. De stand der weilanden is in de laatste maanden buitengewoon gunstigde hooisnede is middelmatig van grootte, doch uitmuntend van hoedanigheid. Tarwe staat op verscheiden plaatsen goed, op vele andere echter slechts middelmatig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1880 | | pagina 2