LanlSouw. Gemengfle Bergen. - 2 - Wolfaartsdijk27 December 1880. In het begin van dit jaar, toen eenige pachters van landerijen alhier,ten gevolge van den mislukten oogst in 1879 hunne verschuldigde pacht- som niet ten voile konden overbrengen, maar evenwel be- Een toestel, van groot belang voor onze trekdieren. De lupinnen-ziekte (lupinose) der schapen. Verordening tegen het klaauwzeer of rotkreupel onder de schapen. De Voorzitter zegt, dat hij het daaroratrent van de Afdeeling Haarlemmermeer der Hollandsche Maatschappij van Landbouio gevraagd advies eerst heden heeft ontvangen en stelt daarom voor deze zaak te verdagen tot de volgende Yergadering. Daartoe wordt bealoten. VIII. Wordt gelezen een verzoek van Jacob Overtoom, om vergunning tot het dempen van eene sloot langs zijn eigendom te Hoofddorpin Sectie J, kavel 30. Wordt bealoten de gevraagde vergunning te verleenen. IX. De Voorzitter sielt voor, om voor ditmaal de vast- stelling der Voorwaarden van aanbesteding van de Scbool- behoeften en van schrijf-en bureaubehoeften voor de Secretarie, over te laten aan Burgemeester en Wethouders ten einde de besteding spoediger zoude kunnen plaats hebben. Zulks wordt goedgekeurd. De Vergadering wordt daarna gealoten. Men schrijft aan de I. Ct. het volgendeRijnland heeft geruimen tijd den boezem op een lagen stand kunnen houden docli de menigvuldige regen en bijgevolg het malen der poldermolens hebben hem zeer doen zwellen. Hierbij kwam dat de wind dikwijls ongunstig was om te spuijen. Ofschoon er weinig val in den boezem is te bespeuren, blijft hij steeds onderpeil; eentoestand, die niet zorgzaam, veeleer bevredigend mag genoemd worden, hoogst gelukkig zelfs bij de schrikbarende berichten, die van elders over het water afkomen. Er is kans op, in het duin bloeijende viooltjes te plukken zooals Ilildebrand op een oudejaarsraorgen overkwam als hij spreekt van zachte winters, Zaterdags voor Paschen over den straatweg narde en de Meimaanden Novemberweer meSbrachten. Het narren met Paschen daargelaten, kon het voorjaar, zoo de winter zicli uitstelde, zelfs nog kouder dan November zijn. Nu bloeit reeds het zoogenaamde nieskruidde Helleborus in zijne verscheidenheid, met groote bloemen. Mooi als auders dit kruid in Februari zijne bloemen vertoont. Loopt het weer wat mee dan blijft het vastenavondzotje ook niet lang verscholen. Doorgaans komen zij anders bijna gezamenlijk de lente aan- kondigen. Wegens het uitbreken van het mond- en klauwzeer te Miilheim is de in- en uitvoer van rundvee, alsook de uitvoer van hooi, stroo en mest aldaar verboden. Veehandelaars, slaehters en onbevoegde personen mogen niet op het erf van besmette stallen komen. Tevens wordt gewaarschuwd tegen het gebruik van ongekookte melk van dieren in besmette stallen. De H. en N. D. Ct. schrijftDe buitengewoon zachte weer- gesteldheid doet in vele onzer tuinen boomen en planten ont- wikkelen. Hier en daar ziet men de rozenstruikendie hun eerste bladerendos nog niet verloren, opnieuw uitbotten. Primula veris hebben nog niet opgehouden huu lieve vrieudelijke bloempjes te vertoonen. In vele tuinen staan de herfstasters nog frisch groen en in vollen bloei. In den tuin van het Marine-Hospitaal blosit het leeuwenbekje en kooltje vuur als in de lente; de zoogenaamde Oost-Indische kers verheft zich daar, uit het afgevallen zaad, reeds een palm boven den grond. Men zou waarlijk niet zeggenals men dien met zooveel zorg onderhouden tnin voorbij wandelt, dat wij zoo Noordelijk liggen en reeds 1 Januari hebben. De Hoofdbesturen der Geldersche, Friesche en Hollandsche Maatschappijen van Landbouw hebben het volgende verzoek tot den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid gerigt: Excellentie Wij hebben met groot genoegen gezien dat eene subsidie van 5000 gulden is toegestaan aan de commissie, die in het afgeloopen jaar belast was met de inzending van vee en zuivel- producten op de tentoonstelling van de Dairy Society te Louden; met nog grooter genoegen hebben wij gezien den gunstigen indruk door de Nederlandsche inzending te weeg gebragt bij een deel van het Engelsche volk, en de tevredenheid daar- over in geheel Nederland. Ten gevolge van die gunstige uitkomst zijn wij in overleg getreden, of het niet nuttig en noodig zou zijn, om dien gedeelteliik gunstigen indruk niet weder te verliezenmaar om zooveel mogelijk onzen goeden naam in Engeland geheel te herwinnen, dat in het volgende jaar op de tentoonstelling te Birmingham van dezelfde Maatschappijen nogmaals voor eene goede inzending werd zorg gedragen. Onze uitspraak is bevestigenden wjj zijn tot het besluit gekomen dat het wenschelijk is, dat de drie groote Maat schappijen van Landbouw tot dat doel zullen zamenwerken, mits zij eene subsidie kunnen verkrjjgen van de Begering. Het is daarom dat wij Uwe Excellentie verzoeken voor het volgende jaar nogmaals eene subsidie toe te staan van 5000 gulden) en dat wel aan de hoofdbesturen van onze mhat- schappijen, opdat zij met gemeenschappelijk overleg eene Nederlandsche inzending van vee en zuivelproducten op de aanstaande tentoonstelling te Birmingham kunnen bevorderen. W'\j doen dit verzoek met vertrouwen, niettegenstaande de spaarzaamheiddie wij weten dat bij het gebruik van de Kijksmiddelen wordt in acht genomen, omdat hetgeen op de Rijksbegrooting is uitgetrokken ten voordeele van den land bouw niet in vergelijking is tot de belangrijkheid van den eersten tak van ons volksbestaan. Met het oog op den spoed dien de zaak vereischt, verzoe ken wij Uwe Excellentie beleefdelijk ons binnen den tijd van eene maand uw antwoord te doen kennen. Namens de Hoofdbesturenenz. Volgen de onderteekeningen. De Landbouw-Courant bevat het volgende uit: loofden het resterende later te zullen aanzuiveren, was de grondeigenares edelmoedig genoeg, niet slechts hun die rest kwijt te scheldenmaar ook nog een gedeelte van het be- taalde bedrag terug te geven. Thans heeft een voornaam grond- bezitter in deze gemeente zijne pachters op hoogst verblij- dende wijze verrast, door hun aan te zeggendat hij uit eigen beweging, als ten voile overtuigd van den onhoudbaren toestand, besloten had tot eene aanmerkelijke vermindering van de bedongen pachtsommen vermeenende aldus zoowel hun als zijn eigen belang te beoogen. Nu toch die pacht sommen alleszins biliijk gesteld zijn, kunnen zij die behoorlijk opbrengenen tevens het belang van den grondeigenaar met aangewakkerden ijver behartigen, door niet verder op zijne gronden den roofbouw toe te paseen, waartoe zij tothiertoe, van wcge de te hooge pachten als gedwongen waren maar intesrendeel die op zoodanige wijze te bebouwendat de pachtwaarde er van niet achteruitga en het grondkapitaal van den eigenaar alzoo niet vermindere. In het tijdperk van 28 November tot 25 December 1880 zijn geen ambtsberichten omtrent het voorkomen van gevallen van longziekte onder het rundvee ingekomen. In het daaraan voorafgaand tijdvak van vier weken waren evenmin gevallen dier ziekte bekend geworden StaatsCourant 7/8 November 1880, n°. 264). De onderzoekingen aan het Rijks-proefstation te Wageningen zijn over 1880 zeker niet minder dan in 1879 terwijl de opbrengst daarover pi. m. /3700 bedraagt, tegen pi. m. 3000 in 1879. De landbouwers maken er dus meer en meer gebruik van. Van 1820 Maart zal er een zuiveltentoonstelling te Koningsbergen gehouden worden. In SemperVirens wordt de aandacht gevestigd op een nieuwe verscheidenheid, de zoogenaamde Brusselsche spruitkoolwelke in Engeland is aangewonnen. Zij wordt daar te lande zeer geroemd om haar voortreffelijken smaak, dewijl zij beter dan eenige andere verscheidenheid is bestand tegen de vorst en een grooter opbrengst levert, men kan ze gebruiken van October tot Maart. Het Journal of Horticulture van 18 Nov. jl. zegt, met het oog op deze nieuwe spruitkool, het volgende: volgens gedane proefneminzen door het Koninklijk Genootschap voor Tuinbouw, te Chiswick, met 39 verscheidenheden der Brus selsche spruitkool genomen, werd aan deze verscheidenheid van Aigburth de eerste rang toegekend. De stam of stengel dezer kool is, van boven tot aan den grond toe, dicht bezet met zeer vaste spruiten of kooltjes, die beter dan eenige andere dezer soort tegen vochtigheid bestand zijn. Wij kunnen bij deze mededeelingen van Semper Virens voegen dat die Aigburthsche Brusselsche spruitkool hier te lande reeds bekend is. O. a. kan men ze fier zien prijken aan den Over- veenschen weg bij Haarlem. Van bevoegde zijde verzoekt men de Maas- en Roerbode de landbouwers te waarschawen voor het gevaar van brand door broejjing van het graan, dat kan ontstaan in deschuren waar het water gestaan heeft. Schrijver van dit berigt heeft nu reeds, bij het bergen van de vruchten, bemerkt, dat ook die vruchten welke op de nat gewordene gestapeld waren geweest, veel aan hoedanigheid verloren hebben. Alles, zegt hij, is tot aan het dak toe zoo beet, dat het op broeijend hooi gelijkt en dus allicht brand kan ontstaan. En noglans zitten zijne vruchten op hout, niet op den grond zooals bij anderen het geval is. Het aan den gang brengen van zwaar beladen wagens en rijtuigen is wel het meest afmattende deel van het werk onzer trekpaarden. Men heeft dan ook reeds meermalen op middelen gezonnen om hen daarin tegeraoet te komen. Thans is door een Amerikaan, Mr. Hansell, te Philadelphia, patent aangevraagd voor een uitvinding, die, als zij doelmatig blijkt, zeker weldra algemeen in gebruik zal komen, als een ware weldaad voor onze viervoetige vrienden. Die uitvinding bestaat in een toestel, welke door een veer den stilstaanden wagen in beweging brengt, zoodat die, als de paarden beginnen te trekken, onmiddellijk een goed eind voorwaarts wordt gedrevenen de dieren zich niet behoeven af te matten om het zware voertuig in beweging te krijgen. De uitvinder verdient een standbeeld, als zijn toestel een- voudig en goedkoop is. ProvNbr. Ct.) Eene belangrijke mededeeling vau Prof. Br. Julius Kiihn te Halle. Talrijke aan het Landbouw-instituut te Halle gedane vragen betrekkelijk de oorzaken van de lupinen-ziekte der schapen gaven aanleiding tot het doen van proeven welke de assistent Dr. Liebscher op zich nam. Over de resultaten dezer onder zoekingen komt eene uitvoerige mededeeling voor in de 2e afl. der „Berichte des landw. Institute der Uuiversitat Halle" welke binnen kort in den boekhandel van G. Schonfeld te Dresden verschijnt. Het al ver gevorderd jaargetijde brengt mij er toe, reeds nu een voorloopig berigt van de behaalde uitkomsten te geven, met bijvoeging van een verzoek aan die landbouwers, die in hunne boerderijen tot heden geregelde schade door de lupinen-ziekte der schapen geleden hebben. De in het Landbouw-instituut verrigte onderzoekingen hebben bewezen, dat het door rijkelijke toediening van de in de lu- pinen-zaden voorkomende alcalo'iden wel mogelijk is, het leven der schapen in gevaar te brengenmaar dat echter op zulke wijs ziek geworden of gestorven schapen van niet het geringste spoor der voor de „tupinose" kenmerkende geelzucht blijk geven. Daarentegen werd gevonden, dat een door glycerine uittrekbare stof in zulk lupinen-voeder voorkomtdat krachtens ondervinding lupinose veroorzaakt en ook bij de hier gedane proeven het sterven van dieren met alle symptomen van geel zucht ten gevolge had. Over de geaardheid van deze stof moeten nadere onderzoekingen nog verdere toelichting geven maar thans reeds is een voor de praktijk uiterst belangrijk resultaat behaaldde invloed van die schadelijke stof wordt door het stoomen der lupinen weggenomen. Deze bewerking is met lupinen-zaden gemakkelijk uitvoerbaar, maar kan niet wel gebruikt worden bij de groote massa's welke als lupinen-hooi of als halfrijpe lupinen-planten gebezigd worden. Hiervoor meen ik nu een, naar t mij toeschijnt, veel beteekenend voor- stel te kunnen doen en dit voor zoo ruim mogelijk onderzoek te moeten aanbevelen. De verderfelijk werkende waarschijnlijk tot de fermenten behoorende stof, zal, gelijk door stoomen, ook wel door het zelfverhittings-proces vernietigd worden, het- welk bij de bereiding van bruinhooi plaats heeft. Daarom is het in hooge mate gewenscht, dat in die boerderijen, waar tot heden de lupinose geregeld waargenomen werd, proeven gedaan worden met deze wijze van oogsten, zij 't dan ook slechts in beperkte mate. Worden de overige lupineu op de gewone wijze behaudelddan kan men later bij eene afdeeling der kudde gemakkelijk nagaan, of het bruinhooi zich bete" verhoudtdan het op de gewone wijze geoogste lupinen-voeder. Bij het doen van zulk eene proef moet men in het oog houden, dat de bruinhooi-bereiding niet altyd gemakkelijk te doen is, daar het slagen der bewerking afhangt van den be- hoorlijken vochtigheidstoestand waarin het voeder bijeengebragt wordt en deze eerst door ondervinding gezocht moet worden. En daarbij is het noodig in het onderhavige geval een zoo innig mogelijk verhitting te bewerken't welk bij nog onvol- doende ervaring ligtelijk in stede van een gewoon ontledings- proces een verkoolen of misschien wel een verhranden der massa ten gevolge kan hebben. Maar deze bedenkingen mcren bij de aanzienlijke beteekenis der zaak van het doen van zulke proeven niet terughouden. Slaagt de bewerking, dan zullen ook wel spoedig de regelen bekend wordendoor welker opvolging eene grootere zekerheid voor het welslagen der lupinen-bruinhooi-bereiding bereikt wordt. Als voorloopige vingerwijzingen mogen de volgende voorschriften voldoende zijn. Men late de lupinen in de ontwikkeling der peulen niet te ver voortgaan; zij zullen het best gemaaid worden, als het tweede schot zoo juist heeft uitgebloeid. Men late ze in het zwad liggen, totdat na berhaald keeren de blaadjes sterk verwelkt, maar nog geenszins dor zijn. De Stengels en sterkere lakken zijn dan nog overvloedig van vegetatiewater voorzien. In dezen toestand worden de lupinen, na volledig afdroogen van alle vocht van regen of dauwop een voldoend grooten cijlindrischen hoop gebragt Voor geschikte afmetingen kan worden aangegeven6 meter middellijn en 6 meter hoogte. De lupinen worden in dunne lagen uitgespreid en vastgetreden. Bij lupinen met zeer sterk ontwikkelde Stengels is het geraden de oppervlakte voor het vasttreden met goed gescherpte spaden te besteken. Het vasttreden moet op alle puntenin het midden even goed als aan de randenzoo gelijkmatig mogelijk en met kracht geshieden. Heeft de hoop de behoorlijke hoogte bereikt, dan wordt hij geheel effen afgewerkt. Daatop breidt men er ter dikte van 0.8 1 meter los uiteengesehud stroo overheen uit, dat eveneens laagsgewijs zoo vast mogelijk moet getreden worden en in een effen vlnk eindigt. De aldus ge- maaktevan boven geheel platte en aan de zijden loodregte hoop blijft dan aan zich zelven overgelaten. Na ongeveer 6 weken is het verhittingsproces geeindigd. Het is zaak, zulk een brandhoop zoo spoedig mogelijk te voltooijenen men bezige dus voldoend arbeiderspersoneel. Welligt kan de vernietigiug der schadelijke stof ook door het inzuren van lupinen geschieden, en het schijnt geraden, om ook in dezen zin proeven te doen. Het zekerst gevolg zal echter eene goed in het werk gestelde bruinhooi-bereiding opleveren. Zeer dankbaar zal ik voor mededeeling van de resultaten van proeven zijn. Halle a/SProf. Dr. Julius KiiHN. Door wijlen mevrouw de wed. Sienes, geb. A. Levert, onlangs te Hoorn overleden, zijn onder meer de navolgende legaten vermaakt, als te Hoorn: aan de armen der Nederduitsche Hervormde diaconie f 1000, aan de algemeene armen f 1000, aan het Protestantsche Weeshuis /1000; te Schermerhorn aan de armen der Nederduitsch Hervormde diaconie f 1000, aan de algemeene armen /1000; te Hoogwoud aan de armen der Nederduitsch Hervormde diaconie f 1000, aan de algemeene armen 1000; aan het Instituut voor Doofstommen te Groningen f 1000 aan het Institunt voor Jeugdige Blinden te Amsterdam /1000, voor Volwassen Blinden /1000; aan de Maatschappij van Weldadigheid/500; aan het Nederlandsche Zendelinggenootschap te Rotterdam f 500 al deze legaten zijn vrij van successierechten te Medemblik nan de armen der Nederduitsch Hervormde diaconie f 8000 en aan het Armhuis aldaar f 2000 dit laatste onder den last van vruohtgebruik. Naar men aan de »Friesche Courant" uit Ooststellingwerf schrijft, is bij den voorzitter der Prins-Hcndrik-stichting, ds. A. van Laer te Makkinga, in een onaangeteekenden brief van een onbekende ontvangeu de som van f 3000, ten behoeve van bedoelde stichting. Volgens een Franseh blad hebben de koning en de koningin van Spanje onlangs den inval gehad om een lot in de staatsloterij te nemen de Spaansche namelijk, want ook Spanje is zulk een instelling rijk en hebben zij elk een prijs van f 5000 getrokken. Niemana zal zich er over verwonderen, dat HH. MM. de winst aan de armen hebben afgestaan. Nu 't Panorama te Amsterdam ons 't bele» van Haarlem zoo aanschouwelijk voor oogen stelt en ons in de verbeelding drie eeuwen terugvoert, kwam ons bij den Nieuwjaarsdag de volgende bijzonderheid weder in de gedachten, medegedeeld in »De Oude Tijd", 1873, door J. ter Gouw, uitgave van A. C. KruSeman, bladz. 26. Zij luidt aldus: j,Op den Nieuwjaarsmorgen van 1573 preekte ds. Simon Simonsz. in de Groote Kerk te Haarlem onder den donder van 't gescbut, en nimmer wellicht is er treffender nieuwjaarspredikatie gedaan dan daar op dien dag. En den nacht te voren hadden de Haarlemmers n't Oude en Nieuwe" gehouden met een wakkeren uitval te doen buiten de Zijlpoort, van waar zij terugkeerden met eenige krijgs- gevangenen en een zoetelaarswagen als buit". Aan den Burg te Texel wonen 4 weduwnaars en een weduwe, welke te zamen 325 jaren tellen, de jongste is 80 en de oudste 92 jaren, alien nog levenslustig. In Amerika en vooral in de Vereenigde Staten heerscht sedert eenigen tijd een buitengewoon strenge koude, die zich sedert het midden der vorige week steeds verder oostwaarts verspreidde. In de zuidelijke staten herinnert men zich niet ooit vroeger zulk een koude beleefd te hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1881 | | pagina 2