1881 Vrijdag, 18 Februarij 7. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EE POLDER-BEL ANGEN GEWIJD. Twee-en-Twintigste Jaargang. :\\NA Prijs van het ALonnement: in het Prijs der A_dvertentieii van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12/t Cent. Hoofd-Agenten voor (lit Weekblad, te llaarlem: P. VAN CITTERT ZONEN. BURGERLIJKE STAND. Aangegeven ran 915 Febr. 1881. Punten van Beschrijving voor de 4lste Algemeene Vergadering der Ilollandsche Maatschappij van Landbouw. il A A11L E1M E R11E E15 Prys van een enkel Nommer 15 Cent. AXLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE'EN UITGAVE BETREFFENDE te adresseren aan VAN BONGA C°.te Amsterdam. WJlterHjH Woenadag.) Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. de Heeren Den 15 Februarij 1881 werd te Haarlem eene buitengewone vergadering gehouden van Hoofd-Ingelanden van den Ilaarlem- mermeerpolder, ter herdenking van het feit, dat op 15 Fe bruary 1856, alzoo vijf-en-twintig jareu geleden, de eerste vergadering van het Polderbestuur werd gehouden op den huize Zwanenburgte Houtrijk en Polanen. In de vergadering van het Dagelyksch Bestuur werd aan Mr. J. P. Amersfoordt door zijne mede-leden een zilveren lauwerkrans aangeboden, als blijk van waardeering voor al het- geen ZEd. in het belang van den Polder heeft gedaan. Deze lauwerkrans droeg het. volgende opschrift: „Aan Mr. J. P. Amersfoordt. Zijne mede-leden van het Dagelijksch Bestuur van den Haarlemmermeerpolder." En op de sierlijke etui staat 1856 15 Februarij 1881. Van de op den 15 Februarij 1856 alstoen aanwezige leden is Mr. J. P. Amersfoordt het nog eenig overgebleven lid van het Polderbestuur. In de gewone vergadering van de Amslerdamsche Afdeeling van de Vereeniging ter bevordering van fabrieks- en hand- werksnijverheidWoensdag avond in Eensgezindheidte Am sterdam, heeft de heer A. Elink Sterkuit Haarlem, een heldere, duidelijke en interessante voordragt gehouden over het waterbezwaar in polders, de oorzaken van die bezwaren, hetgeen er aanleiding toe geeft en wat alzoo van invloed is op die bezwaren, als daarzijn: regeukwel, verdamping van water en uitdamping van den grondom eindelijk aan te toonen dat het niet altijd te doen was den polder op een bepaald peil boven het water te houden, inaar dat dikwijls ook water in den polder moet gelaten worden en wel om verschillende oorzaken. Spreker deelde aangaande deze bezwaren en de opheffing er van vele helangrijke resultaten mede uit zijne rijke ervaring als waterbouwkundige van den Haarlemmermeerpolder geput, en vergeleek deze dikwijls met onderzoekingen naar verdamping enz. in andere deelen van ons land, waarbij hij tot de slotsom kwam dat de waterbezwaren en de opheffing er van hij ver schillende poldprs dikwijls zeer onderscheiden waren en dat het uiterst moeijelijk is voor alien een gelijke basis aan te nemen. Als eene groote bijzonderheid deelde spreker mede, dat in Januarij 1880 in den Haarlemmermeerpolder millioenen kub. meter water waren ingelaten, wat in deu zomer, bij felle droogte dikwijls geschiedt, maar hetgeen bij felle koude nog nimmer was voorgekomen. Na de vorst van November en December 1879 nl.verspreidde zich in den polder een vree- selijke onaangename lucht, zoodat het geneeskundig Staats- toezigt zich deze zaak aantrok. Bij onderzoek bleek, dat al de visch in den polder onder het ijs doodgevroren wasen dat de ongezonde lucht hieraan was toe te schrijven. Door het inlaten van water aan den eenen en het uitmalen aan den anderen kant, moest er aan tegemoet worden gekomen, om die stank niet nadeelig voor mensch en vee te doen zijn. Na een kort debat, waarbij enkele vragen tot den heer A. Elink Sterk werden gerigt, die hij dan dadelijk beantwoordde dankt de voorzitter den geachteu spreker voor zijn heldere uiteenzetting van deze belangrijke zaak. M De uitslag der loting voor de Nationale Militie is: voor Haarlemmermeer niet ongunstig. Vermoedelijk zal nr. 95 vrij zijn. Van 't getal lotelingen (155) wordt ongeveer een-derde dienstpligtig; door 85 lotelingen zijn redenen van vrijstelling opgegeven. Te Sloten zal vermoedelijk nr37 vrij zijn; het getal lotelingen bedraagt 61. Opgegeven vrijstellingen 35. Te Aalsmeer zal vermoedelijk nr. 21 vrij zijn. Het getal lotelingeu bedraagt 30. Opgegeven vrystellingen 17. -- J.l. Zondag is bij den heer Klapwijk, te Abbenes, een kalf ter wereld gekomen met twee koppenieder met twee goede oogen en een oor; een had eeu hazenlip. Het kalf is, na eenige oogenhlikken levens, gestorven. GEBORENPetronella, dochter van J. van Gellekom en C. Legierse. Adriana, dochter van J. Hoogkamer en A. van Els- weik. Leonardus, zoon van C. van der Meer en J. deRoode. Cornelia, dochter van H. C. Koorn en J. H. Bits. Hendrikus Wijnandus, zoon van H. Edelaar en A. van Graas. Susanna, dochter van A. Buijs en C. M. Kuijpers. Govert, zoon van A. van der Beek en E. Hak. Alrich, zoon van M. J. van der Colk en A. Recker. Teunis, zoon van K. Tanis en C. Breen. Dorothea, dochter van J. Roeland en S. van Duren. Gerritje, dochter van A. Paans en D. J. Schuilenburg. OVERLEDENCornelia Grisnigt, ond 21 jaren, gehuwd met L. de Fockert. Lubertus Klaassen, oud 61 jaren, gehuwd met C. van Rossen. Hendrik van Keijns, oud 70 jaren, ongehuwd. Meindert, oud 4 maanden, zoon van S. C. Kardol en A. van Krim- pen. Johanna, oud 4 maanden, dochter van J. Blokker en J. Varkevisser. Hendrik, oud 9 maanden, zoon van H. Zaalberg en E. van Leeuwen. Pieter Thomas, oud 10 maanden, zoon van T. Dijksman en M. de Leede. Jantje Koomen, oud 70 jaren, wed. van J. Koorn. Antje van Walen, oud 63 jaren, wed. van T. van der Knijff. ONDERTROUWD: J. van Woudenberg met P. van den Heuvel. GEHUWDgeene. Agenda voor de Vergadering van den Gemeenteraad van Haarlemmermeer, te houden op Donderdag den 24 Februari 1881, 's voormiddags 10 ure, in het Raadhuis. 1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Verzoek van J. A. Romers, om afschrijving weszens hoofdelijken om- slag 3, Verzoek van de hulponderwijzeres A. M. Wiering, om haar eervol ontslag te doen ingaan den IMaart.in plaats van 1 April. 4. Verzoek van den. heer A. Demmersom- hooger belooning voor de waarneming van een gedeelte der geneeskundige wijk Nr. 2. 5. Uitloting van aandeelen in geldleeningen. De volgende aanschrijving is door den Minister van Binnen- landsche Zaken aan de Commissarissen des Konings verzonden „In mijne circulaire van 22 October 1880 drukte ik het vertrouwen uit, dat de burgemeester geene verklariugen van herkomst van naar Pruisen uit te voeren rundvee zouden onderteekenentenzij zij volkomen zeker zijn, dat de inhoud geheel overeenkomstig de waarheid is. „Ik ben daarin teleurgesteld. De Prnissische regeering heeft de aandacht van Zr. Ms. gezant te Berlijn gevestigd op eene verklaring van den burgemeester van eene aanzienlijke gemeente, waarin deze onder eene verzekering van den belang- hebbende veehandelaardat het vee in de laatste zes maanden niet in de provincie Zuid-Holland is geweest en ook niet in den omtrek van 20 kilometer, alleen het volgende gevoegd heeft „De ondergeteekende verklaart, dat voor zoo ver hem be- kend is, bovenstaande verklaring naar waarheid is opgemaakt." ,,Zoodanige verklaring heeft geene waarde hoegenaamd. Iedereen kan verklaren dat, voor zoover hem bekend is, een ander geen onwaarheid spreekt, indien daarnaar geen onder zoek is gedaan. „De belanghebbende behoort de herkomst van het vee te bewijzen, ten genoege van den burgemeester, die de verklaring onderteekent. „Onvoldoende verklaringen als debovenvermelde zouden weldra sluiting van de Pruisische grens voor ons vee ten gevolge hebben ,,Ik verzoek U HEG. de burgemeesters in uwe provincie met den meesten nadtuk hierop te wijzen en hun te doen opraerkendat, wanneer het bewijs niet wordt geleverd door den belanghebbende zij de onderteekening behooren te weigeren." Een keurig programma van de tentoonstelling van tuinbouw- voortbrengselen door de afdeeling Amsterdam van de Neder- landsche Maatschappij voar Tuinbouw en Plantkunde van 1 tot 4 Julij a. s. in het Park te houdeo is in druk verschenen. De tentoonstelling zal, zooals daaruit blijkt, 7 afdeelingen omvatten en aan 126 verschillende nommers plaats geven. De afdeeling Planten is uit den aard der expositie de groot ste, en hier worden, evenals in de vorigeenkele gouden medailles, ten getale van 7 a 8, ter innerlijke waarde van 50, een groot aanlal verguld zilveren van/10, zilveren van /10 en bronzen van/5 uitgeloofd. Bovendien zullen nog getuigschriften worden uitgereikt voor prijswaardige in- zendingen. Volgens dit programma belooft de tentoonstelling schoon te zullen worden. Als eene bijzonderheid kan worden gemeld, dat van den landbouwer Sipke Kalma, te Hallum, twee varkeus zijn ge- slagt, die een gewigt haddeu van 690 en 671 kilogrammen en eene hoeveelheid smeer van 89 en 86 kilogrammen. Men berekent, zegt het Dagblad, de schadedoor de door- braak te Nieuwkuik veroorzaakt, zeer globaal op: 60,000 aan vee, 200,000 aan huizen en 300,000 aan landerijen. Te Emden zijn den 7 dezer op de stadswaag gewogen 21 vette ossen, afkomstig van den landman Cohn, te Harsweg, die te zamen levend wogen 350 centenaarsd. i. gemiddeld per stuk 1700 pond. De dieren zijn naar Belgie verkocht en per spoor reeds derwaarts verzonden. In een der ruime bovenzalen van Natura Artis Magistra werden den 11 Februarij, des namiddag ten 3 uur, de bekroningen uitge reikt, toegekend aan de deelnemers in de collectieve Nederlandsche inzending op de Tentoonstelling van vee en zuivel, in October 1880 te Londen gehouden. Behalve door de bekroonden, werd deze plechtigbeid bijgewoond door den Minister van waterstaat, handel en nijverheid, die ook de bekroningen uitreikte, door onderscheidene landbouwers en vele anderen. De president der commissie, de heer Jongkindt Coninek, heette de aanwezigen welkom, en dankte den Minister voor zijn belangstelling in den landbouw door zijn tegenwoordigheid hier aan den dag gelegd. Het rapport van de commissie, te omvangrijk om thans te worden gelezen, zal in de Staats-Courant worden opgenomen. De heer C. J. van de Oudermeulen bracht namens de commissie, daartoe benoemd, rapport uit over de kosten van deze tentoonstelling, waarnit. bleek dat er voor ontvangen was 16,788.70), en dat de uitgaven 16,894.25 hadden bedragen, zoodat er een tekort was van 105.54), dat door de Friesche Maatschappij van landbouw zal worden gedekt. De Minister De Klerck hield hierna een korte toespraak, waarin hij zeide, al dadelijk, zoodra het plan voor de tentoonstelling hem bekend was geworden, daarin levendigst belang te hebben gesteld, en dan ook niet geaarzeld aan Z. M. voor te stellen daarvoor een subsidie uit de staatskas toe te staan. Hij bracht hulde aan alien die door hunne inzendingen de zaak bevorderlijk waren geweest, maar bovenal aan hen, die als overwinnaars uit dezen edelen strijd war en getreden, van wie ook de Engelsohe bladen met zooveel lof hadden gewaagd. Hij uitte aan 't slot de hoop dat het resultaat dezer ten toonstelling bevorderlijk mocht zijn voor de ontwikkeling van geheel den Nederlandschen landbouw. Nadat de medailles waren uitgereikt, bracht de Minister namens de Regeering zijn dank aan de Commissie, voor de zorg en toewijding waarmede zij deze zaak had ter hand genomen en ten einde gebracht aan de deelnemers voor de wijze waarop zij den roern van den Ne derlandschen landbouw hadden gehandhaafd, en voorts aan alien die door hunne tegenwoordigheid hier van hunne belangstelling in den landbouw blijk gaven. Een der bekroonden dankte den Minister voor zijn stenn aan de zaak verleend, waarbij zich de heer Jongkindt Coninek aansloot. Dienzelfden namiddag werd den Minister in de restauratie-zaal van Artis een diner aangeboden. Men schrijft aan de Leidsche CourantDe landbouwers zijn na den dooi op tweeerlei wyze beroofd geworden van het plan om met den veldarbeid begin te maken. Sneeuw en regen hebben op nieuw zooveel water gegeveu dat het wei- en bouwland niet kan bewerkt worden, behalve dat de winter daarop weer gevolgd is. Teleurgesteldbrengen de boeren alzoo hun vastenavond, die dit jaar laat eindigt, grootendeels bij den haard met de kaart door, terwijl de tuiniers gedwon- gen worden geduld te oefeneu. Februarij is niet altijd Sprokkelmaand, met open weer en den zingenden leeuwrik in het veld, zooals deze maand thans bewijst. De bonte kraai alleen zwerft, als wintervogel, nog over het naargeestig land- schap. Er staan tot ijs gestolte plassen in de bosschen en de weiden onder Delfland liggen gelijk of beneden het water. Op het veldijs onder Delfland wordt met schaatsen gereden. De toestand onder Rijnland is, wat het water betreft, zoo bezwarend niet. De boezem beeft bij kalm weer en gunstigen wind veel water aan zee kunnen afvoerenzoodat de polders, vooral die door stoomgemaal bediend worden, in een tamelijk voldoenden staat verkeeren. Zoo is o. a. de Haarlemmermeer bijna geheel van overtollig water bevrijd. Doch de winter houdt lang aan en dat belemmert de werkzaamheid met ploeg en spade. De kassen in de kweekerijen verschaffen wel wat bloemen voor bouquetten maar bet lenteachtigedat Februari anders daarin aanbiedt, ontbreekt nog. De 41 ste algemeene vergadgring der Ilollandsche Maatschappij van Landbouw zal gehouden worden op Dinsdag 15 Maart 1881, des namiddags ten uurin een der zalen van bet Koninklijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1881 | | pagina 1