- 20 -
De temperatunr des bodems onder de sneeuw,
Amerikaanscli vet.
I
Zoologisch Botanisch Genootscbap Natura Artie Magistra te
Amsterdam. Toegang Plantage Middenlaan.
De onderwerpen le behandelen zijn:
I. Mededeeling der aanwezige afdeelingen en van het aan-
tal naraens haar uit te brengen stemmen, en van de tegen-
woordig zijnde leden der algemeene vergadering.
II. Voorstellen van bet Hoofdbestuur
a. Ilet Hoofdbestuur stelt voor, bet indienen van een adres
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaaltot ondersteuning
van bet ontwerp van wet op de regisiratie.
„Het concept-adres zal in bet maandblad van Maart worden
opgenomen."
b. Het Hoofdbestuur stelt voor eene som van hoogstens
3000 uit te trekken voor eene Nederlandsche inzending van
vee en zuivel op de internationale tentoonstelling dit jaar te
Birmingham te bouden.
,,Hierop had betrekking de circulaire van 't Hoofdbestuur
aan de afdeelingen, dd. 7 December 1880."
III. Voorstel der afdeeling Wormerveer en omstreken
Aangezien de bereiding van boter en kaas grootendeelsgescbiedt
door vrouwelijke personen, zoo stelt die afdeeling de vraag
Wat kan er gedaan worden om vrouwen en meisjes tbeo-
retisch en practisch op te leiden tot bekwame kaas en boter-
bereidsters
IV. Vaststelling der gewijzigde begrooting voor 1881.
Het Hoofdbestuur der
Eollandsche Maatschappij van Landbouw
LooeduinenC. J. van der Oudermeulen Voorzitter.
9 Pebruari 1881. P. P. L. Waldeck, Secretaru.
Moergestel. De boer alhier is zeer tegen de sneeuw
ingenoraen, maar ondertusschen zjjn door die sneeuw onze
graanvelden goed beschermd gebleven, want het graan komt
mooi voor. De weiden hebben hun groenen gloed ook be-
houden, de aanwezige koolplanten, die onder de sneeuw ge-
legen hebben, zijn behouden, doch die boven de sneeuw uit-
staken zijn weg. Verleden jaar was er niets in leven geble
ven, thans vindt men nog in de tuinen savooie-kool, boeren
krulkool, Brusselsche spruiten en brocoli.
Onder het opschrift:
zegt de Landbouw Courant het volgende
De vraag of eene sneeuwbedekking het indringen van de vorst
in den bodem en dus het bevriezen van het gezaaide verhindert, is
voor den landbouw van het boogste belang en toch heerscben daar-
omtrent nog dikwerf verkeerde denkbeelden. Verreweg de meeste
landbouwers meenen, dat als de winter hunne velden met eene
eenigermate dikke sneeuwlaag bedekt heeft, de ergste vorsten op het
onder deze beschuttende bekleeding verborgen gezaaide niets ver-
mogen. Becquerel, de beroemde Fransche natuurkundige, heeft door
belangrijke proefnemingen aangetoond, dat deze meening meer of
min op eene dwaling berust. Deze onderzoekingen werden met den
door hem uitgevonden electrischen thermometer verrigt.
»Becquerel heeft gevonden, dat de temperatuur des bodems, die
met eene 25 centimeter hooge sneeuwlaag bedekt was, 5 centimeter
onder de grondoppervlakte tusscben 1,4 en 0,8 graden onder nul
schommelde, en gedurende de geheele waarneming onder het vries-
punt bleef. Uit deze gegevens volgt dus klaarblij kelijkdat de ver-
schillen der uitwendige temperatuur zich tot op zekere diepte in
den bodem zelfs dan nog doen gevoelen, als deze met een dikke
sneeuwlaag overdekt is. De sneeuw beschut den bodem en het ge
zaaide (tenzij dit als het ware eene zode vormt) dus in geenen deele
tegen bevriezenzij verhindert alleen de warmte-uitstraling in
zekere mate.
//Geheel anders is het gelegen met een bodem, die met eene dikke
nerf is voorzien. Onder zulk eene zodeachtige bekleeding bleef de
temperatuur zoowel voor als na het vallen van sneeuw, zelfs ge
durende de sterkste vorst, op elke diepte boven het vriespunt.
Daaruit volgt, dat eene krachtige wortelontwikkeling een veel werk-
zamerbeschutting tegen het indringen van de vorst in den bodem
is dan sneeuw.
Get hier medegedeelde, dat wij in hoofdzaak aan het laatste nr.
(van 6 Febr.) der Luxemburgsche Annalen ontleenen, is in recht-
streekschen strijd met hetgeen onlangs door Sempervirens (n°. 4,
22 Jan. 11.) als resultaat van proeven van prof. Wollny te Miinchen
medegedeeld is.
«Van reel belang mag het dan ook, naar onze meening, geacht
worden, dat het vraagstuk nader aan een nauwlettend onderzoek
wordt onderworpen, met al de nieuwere instrumenten, die daarvoor
door verschillende wetenschappelijke mannen aangegeven zijn. En
daar zulke proefnemingen eigenaardige bezwaren opleveren, en dus
veel oefening vereiscben, zoodat zij slechts onder het bereik van
enkelen vallen, schijnt het ons wenschelijk dat een onzer weten
schappelijke vereenigingen zich de zaak aantrekt en er bijv. eene
prijsvraag aan wijdt. Wij zullen bij een onzer vaderlandsehe instel-
lingen, waartoe wij de eer hebben te behooren, in dien zin een
voorstel doen, in de hoop, dat men zich met onze zienswijze zal
kunnen vereenigen."
Naar de N. R. Ct. uit goede bron verneemt, is het kasteel
te Gemert in Noord-Brabaut dezer dagen met twintig bectaren
omliggend land verkocht aan de uit Rijssel verdreven jezulteu.
Het voornemeu schijnt te bestaan aldaar een met Katwjjk
concurreerend seminarium op te richten.
Be pip der hoenders. De kenteekenen zijn bleeke kam en
witte tong; de oorzaken onvoldoende voedering en verpleging
benevens onreine hokken. In den regel hebben de dieren eene
soort van mijten op den kop, die door inwrijving van een
enkelen droppel vischtraan dadelijk gedood worden. Geregelde
wegneming van den mest en bestrooijing van den bodem met
zaagsel is zeer dienstig. Is het hoenderhok zeer verontreinigd
dan moet het met eenig zwavelzuur op een gloejjenden bak-
steen worden ontsmet. Het hok blijve dan tot den middag
goed gesloten, om bet tot den avond toe weder open te stel-
lenten einde den scherpen reuk te verwijderen.
storven dieren, van het land en de stedenaan, wantalleswat
in de stad gevallen is, als paarden ossen koeyen varkens
hondenkattenwordt hier verwerkt. Het daarvan getrokken
vet wordt andermaal door stoom gereinigd. Het overgebleven
vleesch wordt in de naburige fabrieken tot guano verarbeid
en om de waan, dat men het met echte guano te doen heeft,
gemakkelijk ingang te doen vinden worden er hoendervederen,
die men in de groote hotels gemakkelijker kanbekomen, tus
schen gemengd. De stank, die deze factorijen verspreiden,
is vreeselijk. De omgeving van Chicago is dan ook een en
al een stinknest.
De nieuwe briefkaartenthans in aanmaak, zijn iets langer
dan de tegeuwoordige. De adreszijde van de binnenlandsche
zal rose, die van de buitenlandsche groen getint zijn. De
binnenzijde van beide soorten is wit. Daar er nog een
goede voorraad van de tegenwoordige briefkaarten voorhanden
is, zullen de nieuwe eerst tegen April in cmloop worden gebracht.
Door wijlen mevrouw Vergroesen is bij testamentaire beschikking
haar geheele vermogen, dat, na aftrek der legaten, op f 25 000
berekend wordt, aan de R. K. armen te Venlo vermaakt.
Te Vlaardingen zijn twee kinderen, een meisje van 6 en een
knaapje van 3 jaar oud, van den landbouwer Moerman, terwijl deze
met vrouw en kneehts ter kerk waren en alleen een meid op de
woning gebleven was, in een onbewaakt oogenblik naar het ijs in
de sloot gegaan en verdronken bij de tehuiskomst waren de kin
deren, zoo gezond en frisch verlaten, lijkjes.
Te Oldenzaal leeft een Israelietisch ecktpaar dat te zamen 190
jaren teltde man is 99, de vrouw 91 jaar, en beiden genieten
eene volmaakte gezondheid. Zij zijn 74 jaar gehuwd.
Een slagter te Smilde, zekere Rodenhuis, borg dezer dagen/325
aan bankbiljetteu in een oude portefeuille, die hij op tafel liet liggen.
Zijn vrouw vond daar het in hare oogen waardelooze voorwerp en
wierp het in haar zucht tot opreddering op 't vuur. Toen R. bet
gebeurde bemerkte, waren de bankbiljetten reeds ten deele door het
vuur verteerd. Gelukkig moeten de nommers nog zigtbaar zijn.
Aan de werkplaats der Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij te
Haarlem heeft een treurig ongeluk plaats gebad. Een arbeider,
bezig met bet schuren van stangen aan de draaimacbiue, is door
eigen onvoorzichtigheid in aanraking gekomen met den drijfriem,
waardoor hij is medegesleept en tusschen de machine geraakt, die
hem verpletterde, zoodat zijn ligchaam als het ware aan striken
en brokken daaruit is verwijderd.
De burgemeester van Oisterwjjk heeft het ongeluk gehadvanhet
station komende te struikelen, waarbij de punt zijner parapluie hem
in het linkeroog drong. Hij is eenige uren daarua aan degevolgen
der verwonding overleden.
Volgens Engelsche opgaven zijn er thans over den aardbol 148
millioen exemptaren der Heilige Schrift verspreid.
Gemiddeld verwoont ieder Nederlander, groot en klein, f 13
's jaars huurwaarde, dus elk gezin ongeveer 65. Voor het geheele
rijk maakt dat 50,300,000 uit.
Het bedrag per »ziel" is in Limburg en Drentbe (gemiddeld)
het laagst, nl. 5, in Zuid- en Noord-Holland stijgt het tot 20
en 21.
In het //Advertentieblad voor Tiel en omstreken" komt eene
advertentie voor, waarbij zekere Maarten Geunissen de bevalling
zijner huisvrouw bekend maakt van het een-en-twintigste kiud,
zijnde een ferme jongen. Het P. S. luidtKraamvisites worden
n i e t, maar krachtige bouillon en versterkende middelen w e 1
afgewacht.
Een der nieuwste modes onder de Parijsche dames is de liefbebberij
voor groote honden. Dames uit de eerste standeu gaan tegenwoordig
over straat, vergezeld van deze dieren, die dan zoo galant zijn een
parapluie of een boek voor hun meesteressen te dragen. Honden,
en vooral Newfoundlandsche, zijn daardoor aanmerkelijk hooger in
prijs geworden. Hoe zonderling deze mode ook moge zijn, zij is
zeker goed voor de gezondheid der dames, want eigenaressen van
equipages, die vroeger nooit een voet op straat zetten, zietmennu
uren achtereen wandelen, alleen ter wille van haar Newfoundland-
schen vriend.
Te Czenstochau, in Polen, is een vrouwenklooster, waar dertig
nonnen leefden, dezer dagen een prooi der vlammen geworden. De
brand barstte uit in het midden van den nacbt en werd eerst gezien
toen het gansche gebouw in lichter laaie vlam stond. Drie nonnen
kwamen in de vlammen om, en twee andere, die door een venster
naar beneden sprongen, werden doodelijk gewond opgenomen.
Uit Chicago scbryft iemand aan een Duiisch blad: Het zal
u wel Diet bekend zijndat hier in de Factorijenstation
Globe bij Chicagoeen groote massa vet uit gestorvene dieren
geproduceerd wordt, waarvan veel naar Engelarid, Duitschland
en Holland gaat. Het heet, dat het verbruikt wordt als
smeerolie, maar wie staat er voor in, tot wat doel de hande-
Iaren het weder afzetten Het vet is bijna zoo wit als sneeuw
en reukelooshet wordt misschien door duizenden gegeteu,
die geen denkbeeld hebben van dezen tak van industrie. Dage-
lijks komen er twee treinen, met 10 tot 20 waggons vol ge-
Te Leeds staat een giftmengster teregt, zekere Marie Anne Wilmot,
een knappe jonge vrouw van zeven-en-twintig jaren, die dienst deed
als ziekenverpleegster en reeds aan verschillende pa'ienten vergif
heeft toegediend, met het doel om hen daarna te berooven. In
den huisgezin had ze reeds den zoon en de dochter vermoord; bij
de pogingen, om ook de moeder van kant te maken, kwam haar
misdaad en daarna ook vroegere misdaden aan het licht.
Op een der meren in de Pruissische provincie Posen heeft een
vreeselijk ongeluk plaats gehad. De dooi was reeds begonnen, toen
men uit Grzybin (district Tosten) een stoom-dorschmachine over het
ijs naar een boerderij ging vervoeren. Toen de zware vracht ongeveer
midden op het meer was, brak de ijskorstal de personen en de
15 paarden, die het werktuig voorttrokken, zijn verdronken.
Op een bal aan het hof te Berlijn liep Keizer Wilhelm door de
salon en ging een trap ophij struikelde en zou gevallen zijn
wanneer de hoofdeommissaris van politie Madai bem met tijdig had
gesteund. Lagchend zeide de Keizer daarop tot Madai //Men kan
waarlijk niet den geringsten misstap doen, of de politie is dadelijk
bij de hand."
De Protestantsche kerk te Stedum is gerestaureerd doeh er
is een klein gebrek aan blijven bestaan het gebouw is zoo duister,
dat de predikant bij dag kaarslicht op den kansel noodig heeft om
zijn preek te kunnen lezen.
Een ongetrouwd heer, die dikwijls een gibus of klaphoed droeg,
had zijn nichtje geleerd dit mechaniek hoofddeksel open endichtte
doen. Op zekeren dag komt oom met een fonkelnieuwen gewonen
cylinder en zet dien zorgvuldig op een stoel neer. Maar een oogenblik
later ziet hij zijn nichtje naar hem toekomen, met zijn kostelijk
hoofddeksel, vervormd tot een soort van harmonica, in de hand.
»0, oom", zei ze, //die gaat al heel moeijelijk. Ik heb er op moeten
gaan zitten en kon hem nog maar half dicht krijgen."
Een verschrikkelijke misdaad, die bij haar bedrijvers een onge-
loofelijke mate van barbaarscbheid verraadt, is te Caudry (Nord)
gepleegd. Een meisje van 13 jaren ging dagelijks naar Carnieres
om er naaijen te leeren. Zaturdag passeerde zij den weg van Beauvais
naar Caudry, toen twee personen zich op haar wierpen, haar toe-
roependeJe beurs of leven Het arme kind wierp haar portemonnaie
met ongeveer 8 francs weg en nam de vlugt. Vijftig meter verder
hield zij hijgende stil, toen weer een der ellendelingen voor haar
stond en baar toenep Waar gaat gij heen? Stamelende antwoordde
zijdat zij naar bet bureau van politie liepwaarop de beide
monsters - de andere was ondertusschen ook aan komen loopen -
haar aangrepen en met haar eigen sehaar de oogen uitboorden.
u ,v-re i met, ?eze gruwzame mishandeling, pleegden zij het
schandelijkste geweld aan het ongelukkige meisje, dat den volgenden
dag, na een vreeselijk lijden, overleed. Door de voorbijgangers die
haar op den weg vonden, werd zij naar huis gebragt; zij had nog
de kracht om voor haar sterven deze verschrikkelijke bijzonderheden
mede te deelen.
Een bijzonder geval deed zich, volgens de »N. R. Ct.", dezer
dagen op de Vondelkade te Amsterdam voor. l.aat op den avoDd
hield voor de deur van een geacht ingezetene, aldaar woonachtig
een njtuig stil en werd terstond daarop aangescheld. Eeu uit dat
rijtuig komend heer overhandigde de dienstbode, welke de deur
lad opengedaan, een pakje, stapte dadelijk weder in het rijtuig
en ging verder Verwonderd over dit geval, zag men het pakje na
en bevond het geadresseerd te zijn aan diezelfde dienstmaagd, die
het aan de deur in ontvangst had genomen. Toen zij in tegen-
woordigheid van haren heer het pakje opende, bevonden zij dat de
inboud bestond uit eenige duizenden gulden, met de weinme rebels
dat een broeder van de geadresseerde dit aan baar toezond, omdat
hij bij den dood hunner ouders de kleine erfenis had aanvaard
zonder met zijne zuster afrekening te doen. Alle renten tot op dien
dag toe waren er bijgevoegd. Verder bevatte het berigt noch het
een noch het ander omtrent het verblijf van den broeder, die zulk
eene aanzienlijke gift aan zijne eenige zuster zond.
Een kleine anecdote. Een pas geworven recruut is zoo ver
afgeexerceerddat hij voor 't eerst zal meedoen aan 't schiif-
scbieten. Zijne beurt komt, hij schiet in het hart. Bloot toeval
zeker. Maar zyne beurt komt weer, en hij schiet weer in't hart
En zooveel patronen als de man te verschieten heeft gekregen niet
een heeft een minder resultaat. Nu is 't geen bloot toeval maar
tooverij. Kerel hebt gij al meer gediend? Neen, luitenant!
Wat ben jy dan gewecst? Van jougs af, met mijn vader -
s'rooper, luitenant. 't Wonder was verklaard, en men kon hem
van t schijfschieten wel excuseeren.
Volgens een Fransch geleerdede heer Armengandheeft
de uitvinding van den photophoon, een werktuig, zooals men
weet, om het gesproken woord door lichtstralen over te bren
gen, de deskundigen op bet spoor gebragt van een nieuwe,
nog belangrijker uitvinding, die, door het overbrengen van
lichtstralenons in staat zou stellen de verst verwijderde voor-
werpen te zien.
In theorie is het vraagstuk opgelost, „alleen ontbreekt nog
maar het werktuig, waardoor men de uitvinding practisch kan
toepassen." En de geleerden zijn zoo zeker van ook dit te
zullen vinden, dat zij het werktuig reeds den naam gegeven
hebben, nl.telescroscoop.
Men zal dan mettertjjd te Amsterdam iemanddie zich bijv.
te New-York bevindt, door den telephoon kunnen hooren
spreken en hem door den telestroscoop kunnen zien. Prachtig
vooruitzicht, waarbij alleen de rederjjen en de postadministraticn
een leelijk gezicht zullen trekken Er ontbreekt nog maar aan
dat we elkaar over den Oceaan een handdruk kunnen geven
maar dat zal ook nog wel uitgevonden worden. Endandekus!
Onlangs stond te Londen een 24 jarig jongman terecht,
die beschuldigd was van inbraak bij zekere mrs. Stockley."
De bestolene was in persoon opgekomenen gaf het volgende
verhaal van de toedracht der zaak:
,,In den nacht vaD den 6 op 7 Januari werd ik plotseling
w'akker en zag den beschuldigde, die met een dievenlantaren
in de hand voor mijn schrijftafel stond en in de laden snnffelde.
Doodelijk verschrikt ging ik overeind zitten, en riep hem toe:
„„Wat doet gij daar?"" „„Houd u maar bedaard"", was
het antwoord, „„maak u niet ongerust."" „„Dat is ge
makkelijk gezegd"zeide ik, „„maar gij hebt daar mijn
beurs in de hand, met 5 pond er in."" „„I3 dat al het
geld'? Waar zijn uw horloge en ketting?"" vroeg by.
„Het horloge is niet veel waardop zijn hoogst 5 pond"
antwoordde ik, ,,daarenboven zijn er dierbare berinneringen
voor mij aan verbondengij zult zeker niet zoo gemeen wezen
van mij dat ook af te nemen',"De indringer lachte
en zei: „„Maak u daarover niet bezorgd; ik zal bet epkel
maar beleenen en u morgen het pandbriefje sturen. Wie slaapt
in de kamer hiernaast?"" „„Mijn moeder; ik smeek u,
val haar niet lastig. Zij is ziek, en zou zoo vreeselijk schrik-
ken.""
„,,Goed, wees gij dan zoo vriendelijk, op te staan en het
geld te halen dat in de kamer ligt.",,Ik verzeker u
dat er niets is."" „„Ik geloof u"", zei de dief, maakte
een buiging en vertrok. Ik moet zeggendat de man zich
voortdurend zeer beleefd en fatsoenlijk gedragen heeft. Hij
zond mij ook den volgenden morgen het bank-van-leeningbrielje
voor het horloge.""
De bestolene gaf den volgenden dag de zaak bij de politie
aan, en deze nam den beschuldigde, wiens voorkomeD met
haar beschrijving overeenkwamin hechtenis. De patroon en
de huisheer van den jongen man legden zulk een gunstigge-
tuigenis af omtrent zijn fatsoenlijkheid en beleefdbeid, dat
men hem wel voor den geDtleman-inbreker had kunnen houdeD.
Maar de rechtbank sprak hem wegens gebrek aan bewijzen vrij.
Men deelt aan de Amsterdamsche Courant het volgende mede
Waar werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter wercld ooit gevonden
Deze waarheid is in onze verlichte negentiende eeuw nog
even gangbaar als vroeger. Ten bewyze hiervan diene het
volgende. Toen een paar weken geleden de vinnige sneeuw-
storm iedereen en alles in de war bracht, had een heer in
den morgen, van dien dag zich voor beroepsbezigheden naar
Haarlem begeven. De storm belette den trein hem 's avonds
huiswaarts te voeren; de telegraaf weigerde den dienst om
zijne vrouw van deze verhindering kennis te geven. Deze echter
geraakte door het niet wederkeeren van haren man en het
uitblijven van bericht in hevige onrust. Den daarop volgenden
morgen omstreeks 6 uur werd de storm getrotseerd en op
weg naar het spoorstation. De trein zou niet vertrekken. Naar
haar man moest zij. Dan per rijtuig. O, jammer! geen enkel
koetsier was genegen zijn paarden en rijtuig te leenen om de
reis naar Haarlem te wagen. Niets weerhield haar! Wie stelt
der liefde perken? Dan per voet op wegl Doodelijk afgemat