1881.
Vrijdag, 13 Mei.
No. 19.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Twee-en-Twintigste Jaargang.
Prijs van het Abonnement:
in het Jaar. f 6.
Prijs der A_dvertentien
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12% Cent.
lloofd-Agenten voor (lit Weekblad, te Haarlem:
P. VAN CITTERT ZONEN.
BURGERLIJKE STAND.
Aangegeven ran 410 Mei 1881.
Beter zo6dan procedeeren
Het Salicijlzuur.
Eene bijdrage tot oplossing der vraag' aangaande de
vooruitbepaling van het geslacht by het rundvee.
.\VV\\VW\VV"\V\\Vn'
II AARLENMERMEER
Prijs van een enkel Nommeb 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONG A C°.te Amsterdam.
(tliterltfk Woenadag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
de Heeren
De in dit jaar aftredende leden van den Gemeenteraad zijn
de heeren: J. TensenG. B. 't Hooft, P. de Breuk, P.
Verkuijl en J. IJ. Ran.
De verkiezing zal plaats hebben den derden Dingsdag in
Julij, dus den 19den.
De beer K. E. van Rijstinge, hoofd-onderwijzer aan school
nr. 9 alhier, is benoemd tot hoofd-ondei wijzer te's Gravenhage.
GEBOREN Adriana, dochter van N. W. Roubos en A. de
Haan. Sija, dochter van H. den Engelse en M. Opperman.
Ariezoon van T. C. Eland en M. Kars. Cornells, zoon, en
Maria, dochter (tweel.) vanL. Janson en G. Berkbout. Johan
nes, zoon van A. van Gijlswijk en A. de Haan. Cornelia Hen-
drik, zoon van C. van Aken en H. Langbout. Peter, zoon van
J. Hulsbos en J. Wests tcyn. Elizabeth Johanna, dochter van
J. Burghout en P. Houtkooper. Micbieltje, dochter van A.
Boellaard en G. den Dekker. Willielmina, dochter van J. Bakker
en N. Kapteyn. Cornelia, dochter van H. de Vriesen J. Kaptein.
Herman, zoon van J. Meijer en R. van der Meide. Huibregt,
zoon van S. J. van Wijck en A. Ribbens.
LEVENLOOS GEBOREN1 Kind van A. van Rijswijk en
M. Koolhaas.
OVERLEDEN Cornelis, oud 4 jaren, zoon van J. A. Vermeulen
en N. van Andel. Cornelis, oud 4 dagen, zoon van L. Jansen
en G. Berkhout.
ONDERTROUWD H. Schuunnan met J. Voordendag. J.
J. Coule met J. van Markenstein. C. de Smit met C. C. Terlouw.
C. Nouwen met S. C. Thur. G. de Kwaasteniet met M. van der
Spruit. P. van Rijnswoude met W. C. Nibbering. J. Roo-
denburg met M. K. Kuiper. J. van Oijen (weduwn.) met K. Albers.
GEHUWD J. Homan met A. Hogerwerf. W. van Liempt met
M. P. Bijl. C. de Smit met A. M. Baaijens (wed.) P. Bes
met E. Kortekaas (wed). H. W. Groeneveld met M. Pruissen.
W. Trouwen met W. C. Kamp.
Onder het vee van W. van Wijk, nabij de Nieuwe brug,
zijn 5 stuks door mond- en klaauwzeer aangetast.
Capelle (Langstraat)11 Mei. De omstandigheden in
aanmerking nemende, waarin het weiland gedureude den
afgeloopen winter en het grootste gedeelte van 't voorjaar
verkeerde, ziet het er over 't algemeen in deze streken niet
slecht uit. Wei moet het gras nog komen maar de weilan-
den zijn goed bezet en de kleur is naar wensch. Men kan
dus ook aannemen dat het vee nagenoeg geheel de stallen
verlaten heeft. Ook de buitenpolders, die voor eenige weken
nog een barre zee gelekenvertoonen thans een geheel ander
aanzien. Geen vreemdeling zou toen bebben kunnen gelooven
dat, wat toen met water bedekt was en niet anders dan eene zee
geleek, nu diezelfde uitgestrektbeid is, welke over eenige
weken al het beroemde Langstraatsch hooi moet opleveren.
Bij eenigzins gunstig weder kan ook daar alles terecht
komenwant in de meeste gevallen is het water voor de
buitenpolders zeer heilzaam. Yeel ongedierte wordt gedood
en het vloedwater laat gewoonlijk een vet slib achterwaar-
door het hooiland gemest wordt.
Zwolle10 Mei. Op de heden alhier gehouden paarden-
markt waren pi. m. 200 stuks aangevoerd meest werkpaarden of
bestemd voor de slagtbank. De handel was middelmatig.
Men besteedde voor: werkpaarden le soort 375 a 475;
2e soort /200 a 350; 3e soort /100 a 190; aftandsche
dito/60 a 90; voor de slachtbank 20 a 35; poneys/75
a/150; enters /125 a 215; veulens /85 a 130.
Zevenhuizen. Hoewel het weder tot beden toe guur
en nat was, staan de bouwakkers toch redelijk wel. Zomer-
zoowel als wintergranen staan boven den grond en zouden
den landman een goed jaar voorspellen, bijaldien er tevens
niet zooveel muizen waren. De Iandlieden vreezen weder
een „muizenjaar" te zullen beleven. Karwei en koolzaad staan
in bloei. Gras is er nog weinig; daarbij heeft het vee, dat
om de schaarschte van het hooi buiten gebragt is, veel van
de weSrsgesteldheid te lijden. Overigens is de veestapel
gezond. Enkele boeren zijn reeds met het kaaswringen begonnen.
De heer J. H. Krelage, te Haarlemis door het „Gartenbau-
verein" te Jena (Saksen-Weimar) in de vergadering, op 26
April 11. gehoudenmet algemeene stemmen benoemd tot
eerelid dier Vereeniging.
De bouwman heeft, meldt men aan de leidsche Cow ant
zijn grasboter aan de klanten gebrachtmaar hij klaagt dat
de koeijen op het kale weiland loopen. Mei is anders de
beste maand om te trekken voor de zuivelbereiding. Het
heeft een paar nachten gevroren gisteren namiddag heeft het
gesneeuwd en de lucht ziet zoo grimmig als of er niets dan
sneeuw, hagel en vorst te wachten is. Nu bloeijen kersen
morellen en peren met vele bloesems, maar de noordooslen-
wind jaagt door het jong gebladerte, rukt er van af en spaart
daarbij den teederen bloesem niet.
Naar Tubantia verneemthebben de Minister van binnen-
landsche zaken, de Minister van waterstaat en de eere-voor-
zitter mr. B. W. A. E. baron Sloet tot Oldkuis, reeds kennis
gegeven dat zij het 34e Nederlandsche Laudhuishoudkundig
Congres in Juni te houden zullen bijwonen.
Onlangs werd in het weekblad De Huisvrouio de wensche-
lijkheid betoogddat in Nederland, ook aan vrouwen ondcr-
wijs werd gegeven opdat zij in de zorg voor melkerijmoezerij
pluimgedierte euz.^ een eerlijk en onafhankelijk middel van
bestaan zouden kunnen vindeo.
De heel' mr. Amersfoordt heeft er op gewezendat het bij-
eenbrengen van de daartoe noodige fondsen eene taak zou
zijn voor Nederlandsche vrouweu, daar toeh zij het zullen
zijn, die vooral van zulke inrigtiug nut kunnen trekken. Hij
schatte de som, voorloopig tot dat doel benoodigdop
100,000. Mevrouw de wed. Storm, geb. van der Chijs,
bood daartoe de eerste f 100 aan; een onbekende voegde
daar/25 bij. Men heeft de opmerking gemaakt dat de ge-
vraagde som te hoog zou zijn.
De Engelsche Agricultural Gazette, Mai 2 1881, bevat
een prospectus van eene leening voor eene Dairy-School"
waarvoor juist twaalfmaal zooveel (100,000 p. st) zal geleend
wordhn. Nederland zorge dat Engeland het in de melkerij
niet voorbij streve I
De meening is meermalen in landbouwvergaderingen uitge-
sprokendat het oefenen van merriepaarden in het harddraven
van nadeeligen invloed zou zijn op de fokkerij.
Die meening schijnt op geen goeden grond te berusten
want bij de Gebroeders Oonincx, aan bet speelhui9, nabij
de gemeente Breda heeft de merrie, die bij gelegenheid
der proviuciale harddraverij te Oosterhoutin September 1880,
den eersten prijs behaalde, biunen het jaar twee veulens ter
wereld gebragt, die uitmunten door zeldzame schoonheid.
De grasverpachting van de dijken en binnenbermen van de
verschillende polders der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij
heeft bijna 20 pet. meer opgebragt dan verleden jaar.
De .Amsterdamsche Harddraverij-Vereeniging" zalmet mede-
werking van het bestuur van de afdeeling Amsterdam der
„Hollandsche Maatschappij van Landbouw", op Dinsdag 24
Mei a. s. eene harddraverij met paard en sjees houden op
gewone baauwaarbij voor de drie laatst aanblijvende paar-
den wordt uitgeloofd als: le prijs 500 en /50 voor
den berijder van den prijswinner, le premie /200 2e premie
/B0.
De voorwaarden zijn de volgende: 1° De harddraverij zal
gehouden worden op de Stadhouderskade te Amsterdam voormid-
dags ten elf ure precies. 2°. De inschrijving voor deze
Harddraverij zal moeten geschieden voor of op Maandag 23
Mei a. s.bij den heer N. Wafelbakker te Amsterdam.
3°. De paarden moeten van zessen klaar en precies te acht
uren aan den stal van den heer H. Walker, in de van der
Helststraat (Stadhouderskade) voor de keuring en loting aan-
wezig zijn. 4° De keuring der paarden zoomede de toewijzing
der prjjzen, zal geschieden door den daartoe uitgenoodigde
jury, waarvan de uitspraak zoo voor eigenaars als rijders
onherroepelijk verbindend is. 5°. Ter waardeering en opluis-
tering dezer Harddraverij wordt eene nette uitrusting drin-
gend aanbevolen.
De boer (met z(jn advocaat bij de nieuwe afrastering van
zijn tuin staande): „Ziet gij mijnheer! nu heeft de buurman
de afrastering, waarover zoo gekibbeld is, toeh laten maken.
Gij weet, dat door de vorige slechte afsluiting altijd zijne
hoenders in mijn tuin kwamen, eu daar den grond omwoel-
den" Advocaat: ,,En thans hebt ge hem zoover gebracht,
dat hij een nieuwe heining maakte, zonder hem te hebben
aangeklaagdgelijk ik u had geraden, zoo maar zonder pro-
ces?"De boer: ,,Ja 't kost mij noch gerechtskostennoch
vergoeding, alleen maar drie dozijn eijeren. Want nadat
mijn buurman met mijne klachteu over zijne hoenders den
draak gestoken had, heb ik hem eenige dagen daarna een
dozijn eijeren gezonden, met de boodschap, dat zijne hoenders
die eieren in mijn tuin gelegd badden. Dat heb ik nog twee
malen herhaald. Acht dagen daarna liet hij aan de omheining
beginuen. Ik dank u voor verdere hulp. Landbouw-Courant
Het salicijlzuur wordt door bijna alle buitenlandsche bladen
ten zeerste aanbevolenniet alleeu ter conservering van levens-
middelenmaar ook voor bet genezen van vele ziekten bij
de dierenzoo wordt onder anderen gezegddat volgens de
in den laat9ten tijd opgedane ondervindingende oorzaak van
vele veeziekten te zoeken is in kleine schimmelplantjesdie
voor het bloote oog onzigtbaar door het dierlijk orga-
nisme worden opgenomen en in het bloed overgaan. Zoo zou
b. v. het ontstaan van miltvuur in zjjne verschillende vormen
eveneens aan infectie door schimmelplantjes, zijn toe te schrij-
ven. Vele gedane proeven hadden bewezendat die ziekte
voorkomende bij het rundvee en varkens, door salicijlzuur
was genezen.
Verder wordt het ook met gnnstig gevolg aaugewend bij
het rundvee, dat aan mond- en klaauwzeer leedalsmedc bij
de outsteking der uijers.
Even als zoo vele audere stoffen wordt ook dit zuur ver-
valscht aangetroffenwaarvan dan of geen, of een slecht ge
volg is te verwachten.
Het echte preparaat is een wit kristallijn, reukeloos poeder,
zoetachtig van smaak en ouschadelijk voor de gezoudheid;
weshalve proefnemiogen niet ongewenscht zouden zijn.
Ofschoon men reeds, van de vroegste tijden af, zicb heeft
bezig gehouden, om licht te verkrijgen nopens het ontstaan
der geslachten zoo als reeds ten tijde van Hippocrates
eu Galenus is het tot heden toe nog niet gelukt, dien
sluier op te heffen; en moeten de beroemdste veefokkers van
den tegenwoordigen tijd op dit gebied bun onkunde bekenuen.
Het schijnt bijna als of het tot instandhouding der soort
noodzakelijk is, dat dit geheim niet opgelost wordt.
De voordeelen echter, die de veefokker uit de vooruitbe-
paling van het geslacbt zou kunnen behalenzijn zoo aau-
zienlijkdat de pogingenom op dit gebied licht te ver
krijgen gewaardeerd moeten worden, wijl de mogelijkheid
toch bestaat, dat het gelukken zal, geslachtsbestemmiug ter
eenigen tijd te erlangen.
Zekere Amerikaan Fignet in den staat Texas heeft in
dien geest proeven geuomen en men deelt daaromtrent
het volgende mede. Die praktische veefokker deed de waar-
neming, dat in alle gevallen, waar een krachtige, hartstoch-
telijke stier en een hartstochtelijke koe tot paring kwamen
regelmatig de vrouwelijke geboorten het getal der mannelijken
verre overtroffen en omgekeerd. Om dit ervaringsgeval voor
de fokkerij in practijk te brengen, ligt het denkbeeld voor,
de verpleging zoo interichten, dat bij het eene dier de ge-
slachtsdrift opgewekt en bij het andere onderdrukt wordt.
Fignet volgde bij zijne proeven den vaslen regel, dat hij nooit
eene koe terstond bij het eerste maal tochtig worden, tot
den stier toeliet. Hij liet echter zorgvuldig dien dag opschrij-
venom nauwkcurig te wetenwanneer de koe de sprong
weder verlangde en om ter voorbereiding de des betreffende
middelen te kunnen aanwenden.
Het toeval wilde, dat eene waardvolle melkkoe waarvan
hij een stierkalf verlangdehet eerst toehtig werden op
grond dat bij de paring het overwegende geslachthet toe-
komstige geslacht bepaalt, echter jnist in tegenovergestelden
zinbegon hij dadelijk de koe rijkelijk te voederen, Hij
bracht haar tot dit einde gedurende twee en een halve week
op zijn zwaarste weideland en liet haar daarenboven nog zulk
voeder toereikendat volgens de ondervinding de geslachts-
drift prikkelt. De laatste halve week voor het weder toehtig
worden werd de koe gestald en ruim van voeder voorzien.
Wat den stier betrofdeze werd in die drie weken tusschen-
tijd, op schrale lichte weide gebracht.
Toen nu de tijd daar was, vertoonde de koe een buiten-
gewoon sterke paringsdrift, terwijl de stier slechts een zeer
matigen springlu9t aan den dag legde. De paring volgde en
de verwachting werd niet teleurgesteld, daar de koe een fraai
stierkalf wierp. Daar het echter den fokker er voornamelijk