IniezonflBH.
Advertentien.
- 78 -
306di §taat§-LoterU,
Soja-koffie.
Hoe men voederen moet om smakelijke
boter te krijgen.
Nr. Prijs
Het nieuwe was saamgesteld als volgthooi een bosstroo
een halve bis; haver 4 kgr.ma'is 3,8 kgr.zemelen 1,25 kgr.
Mea heeft de ma'is gekookt en eenigzins gewikkeld (praline)
in de zemelen. Onder dezen vorm zijn de paarden er dol
op. Men gaat daarbjj op de volgende manier te werk:
Wanneer de mais gaar genoeg is doet men ze uit den ketel
en laat ze koud worden. Gewoonlijk wordt het graan gedaan
in eene groote, vierkante houtenkist, men voegt er de zemelen
geleidelijk bij. Daar de mais vochtig is hechten deze er zich
gemakkelijk aan vast en het werk is gedaan.
Men heeft geconstateerd dat, wanneer men de mais rauw
voert, grof gemalen en vermengd met haver, de paarden er
minder gauw aan wennen dan wanneer ze gekookt wordt;
oude paarden vooral hebben moeite om van haver tot mais
over te gaan; ten laatste echter vreten zij er van en honden
er zich goed bij.
In de stallen van eene andere vereeniging te Rouaan is
men begonnen met mais te voederen den lsten Julij 1875
en zij heeft de haver totaal verdrongen sedert den lsten Oc
tober 1876. Sedert dien tijd hebben de paarden geen korrel
haver meer gehad.
De mais wordt daar gansch aan de dieren toegediendver
mengd met kort gesneden hooi en strooi in de volgende ver-
houding: Mais 8 kgr.; hooi 4'/2 kgr.; stroo 3 kgr. Met dit
rantsoen blyven de paarden krachtig en goed in't vleeschen
men verkrijgt eene som aan arbeiddie niet kan overtroffen
worden, door uitsluitend haver te voeren.
Op Zon- en feestdagen leggen de paarden gemiddeld 24 tot
82 kilometer af. Door de week bedraagt het gemiddeld des
zomers 20, des winters slechts 18 kilom.
EeDe lange ervaring heeft dus geleerd, dat 't voederen van
paarden zonder haver zeer goed mogelijk is Ldb.-Kron
Er is in den laatsten tijd al heel wat geschreven en
getwist.... over de waarde der Soja hispida als cnltnurplant.
Wij hebben geen plan ons in dien twist te mengendat de
plant hier te lande aangekweekt kan worden met goed resul-
taat, weten*1 we bij eigen ondervindingdat een koude natte
zomer haar doen mislukken, weten we ook. Dat ze zeer pro-
ductief is en een verbazend aantal vruchten (peulen) voort-
brengt, daaromtreot is men het vrij wel eens en evenzoo be-
vestigen a.lle proefnemers het, dat die slechts betrekkelijk
weinig zaden bevattenhetwelk toch, de groote productie van
peulen in aanmerking genomen, nog al van beteekenis wordt.
Wat die zaden of boontjes zijn voor gewoon gebruikweten
we niet, want wij stelden er meer belang in te weten te komen,
wat er waar is van de bewering, dat ze een goede koffie kunnen
opleverenen bestemden dus de hoeveelheid door ons geoogste
boontjes voor dit doel.
Wij hoeden er ons wanneer we zoo iets nieuws vernemen>
steeds zooveel mogelijk voor, zoo min door een vooraf ge.
vestigd oordeel voor, als door een vooroordeel tegen de uit-
komst ingenomen te zijn. Wij nemen zulk een proef liefst zoo
goed mogelijk en wachten de uitkomst af.
De boontjes werden in de keuken, door een oude gerouti-
neerde keukenmeid gebrand, en wel in genoegzame hoeveelheid
om er behoorlijk, in een gewone filterkan koffie van te kunnen
trekken, geheel en al op dezelfde wijze als van echte koffie.
Het resultaat overtrof inderdaad onze verwachting verre. Geur
en smaak zijn die van koffie, ofschoon toch ook iets anders
nu zou alleen de vraag maar zijn, of dit andere in het voor-
dan wel in het nadeel der Soja-koffie is.
Dit valt echter niet gemakkelijk uit te maken. Zooveel is
zeker, dat wij meermalen echte koffie dronken, die bij deze
ver achterstond.
Men vergete niet dat de Soja-koffie iets anders is dan onze
gewone koffieen hij, die volstrekt geen verschil toelaatzou
zeker, zachtst gesproken, een onnoozelen eisch stellen.
Wat ons betreft, wij houden het er voor, dat men in een
paar wekenby dagelyksch gebruik, er volkomen aan zou
gewennen, en zich met de Soja-koffie zeer goed zou kunnen
tevreden stellen.
Of daar nu over 't algemeen behoefte aan bestaat, laten
wij daar, ofschoon wij gelooven dat menig arme drommel, als
hij wist hoe gemakkeljjk hij zelf koffie kan kweekeu, mooi
in zijn nopjes zou wezen.
Nog merken wij op, dat bij branding in goed gesloten
trommels de geur gewis sterker moet zijndan nu er bij de
branding zeker veel van moest verloren gaan.
Ook elders (in Frankryk) nam men dergelijke proeven, met
dezelfde uitkomsten. Daar wil men de Soja met gewone koffie
vermengen. Dit achten wij minder verkieslijk. Hoe het zijdat
Soja-boontjes voor koffie-surrogaat kunnen dienen, is blijkens
onze eigen ervaring, volkomen waar. Silboldia
In de laatste tijden heeft men zich speciaal op het be-
reiden van boter toegelegd; als gevolg daarvan werden meer
doelmatige gereedschappen en werktuigen voor afrooming en
boterbereiding vervaardigd. Maar toch is er nog een punt,
dat de wetenschap en de techniek nog niet heeft kunnen be-
reiken en vermoedelijk vooreerst nog niet bereiken zal, nl.
een middel te vinden, om ten alien tijde het heerlijke aroma
in de boter te hebbendat men alleen in het voorjaar heeft,
wanneer het nieuwe gras ontspruit en dat blijft voortduren
tot dat de heete dagen aanbreken.
Ieder landbouwer weet, dat in dit gedeelte van het jaargety,
de jonge grasscheutjes snel opgroeijen en tegelijkertijd de
eigenschappen bezitten om aan de melk dien aangenamen
smaak te gevenwaarnaar vooral in deze tijden zoo verlangd
wordt. Onderzoekt men echter de oorzaken van dit verschijnsel
naderbij, dot nl. juist in dien tijd het gras zulk een aroma-
tischen smaak aan de melk geeft, dan zijn de gronden niet
zoo moeijelijk op te sporen.
Tijdens dat tydperk zijn namelijk alle soorten van onkruid
en andere plantendie voor de melk nadeelig zijn en die
men zoo dikwerf in groote hoeveelheid op weidegronden aan-
treft, nog niet genoegzaam ontwikkeld en gerijpt, om hun
nadeeligen invloed op de melk te kunnen uitoefenen. Vooral
de zware daauw in de maanden Mei en Junij dragen er veel
toe bij om de groeikracht en den geur van het gras te ont-
wikkelen. Het op deze wijze ontstane aroma gaat in de melk
over. In de maanden Julij en Augustus daarentegen worden
de weiden gewoonlijk kort en droog; de grasscheutjes, die
dan nog moeten rijpen, beginnen te verdorren; het onkruid
komt in dien tijd tot voile ontwikkeling, hetgeen, vereenigd
met de aanhoudende hitte en de lastige vliegenvoor de
beesten zeer onaangenaam wordt. In den herfst worden de
weiden spaarzamer in hare plantontwikkeling; het onkruid en
bet gras staan dan zoodanig, dat de beesten beiden afvreten,
terwijl de daauw dan ook niet meer in staat is het zoete
aroma aan te brengen. Is het gras uitgedroogd, dan is ook
het grootste gedeelte van het aroma verloren. En juist dit is
het element, wat door niets kan verholpen worden, zelfs het
voederen van granen en planten kan slechts voor een klein
deel vergoeding aanbrengen.
Het beste middel, waarmede zich de landbouwer moet
tevreden stellen om wintervoeder te hebben, dat de eigen
schappen bezit van het begeerde aroma in de melk te houden,
is en blijft het maaijen der weiden wanneer het eerste gras
aan het blooijen is.
Alsdau blijft in het afgemaaide gras een groot gedeelte van
het aromadat aan de boter niet alleen de vereischte kleur,
maar ook den begeerden smaak geeft. Nog moet vooral worden
bijgevoegd, dat speciaal die boter rijk aan aroma is, die
verkregen wordt uit melk van koeijen, die geweid zijn op
veldenwaar het tweede maaisel van roode klaver weer in
bloei is. Deze klaverbloemen en bladen geven een bijzonder
aangenamen smaak aan den melk. Het aroma in de klaver
bloemen is zoo doordringenddat men den geur, al is men
op eenigen afstand van het veld, duidelyk ruikt. Dat voeder
heeft echter later zijne schaduwzijde. De boter namelijk, die
in dien tyd bereid wordt, heeft niet de vastheid als die,
welke van het Mei- en Junij-gras afkomstig is. De klaver
bloemen geven verder de boter wel een aromatiscben en
zoeten smaak, maar de noodige duurzaamheid, vastheid en
kleur ontbreekt er aan; menigmaal heeft zij e'en laffenolie-
achtigen smaak, die met de in Junij bereide boter niet in
vergelijking kan komen.
Sedert eenigen tijd is het Hongaarsche gras en digt opeen
geplante ma'isstruiken als voeder in zwang gekomen. Dit voer
moest nog veel meer algemeen worden, te meer, omdat op
een naar evenredigheid klein stuk land, bij beboorlijke voor-
bereiding van den grondeen groote hoeveelheid voer kan
gewonnen worden. Hoe groener deze voerplanten gedroogd en
binnengehaald worden, des te voordeeliger is het voor de
boterbereiding.
De lijd van maaijen is de beste, wanneer de planten haar
voile sapontwikkeling en grootste groeikracht hebben; in dit
geval wordt het aroma bijna geheel bewaard. Wil men dit
voer alleen voor drooge koejjen gebruikendan is het tijdstip
van maaijen niet van overwegend belang.
Weitenzemels is bijna het beste voer. Maismeel en gekneusde
haver in kleine hoeveelheden toegediend is ook aan te bevelen.
De korrels van die granen geven aan de koe datgene, wat
zij noodig heeft om hare kracht te behouden. De boter ver
krijgt door dit voedsel een aangenamen smaak, die Junij-boter
zeer nabij komt. De zemelen werken op de vermeerdering der
melkproductie. Ieder soort meel werkt gunstig op de vastheid
der boter; wortels en mangelwortels geven haar daarentegen
weer een zoeten smaak, doch oefenen geen invloed op het
aroma uit.
Altijd zal men voordeel hebben, wanneer men een goede
koe telkens bij het melken een zekere hoeveelheid maismeel
en zemelen geeft, al loopt zij ook in de weide. Niet alleen
de boterproductie, maar ook de spijsvertering wordt er door
bevorderd. Men kan er zeker van zijn, dat het opgegeven
voedsel goede rente zal afwerpen.
Wanneer eindelijk de landbouwers nu nog maar een middel
vonden, om in het voedsel, dat zij aan hunne beesten geven,
de daarin voorhanden zijnde vlugtige olien op den bepaalden
tijd van hare ontwikkeling in de planten te houdendan zou
zeker een groote vooruitgang met betrekking tot de kwaliteit
der boter in het verschiet zjjn. Tot nu toe is echter nog
niets ontdekt, wat met het Voorjaarsgras kan gelijk gesteld
worden. Dit is echter waar, zijn die vlugtige olien eenmaal
verloren, dan helpt geen kneuzen, breken, stoomen of koken
meer. En juist deze olien zijn het, welke aan de boter de
zoo heerlijke goudgele kleur verschaft. Wel heeft men die
kleur door kunstmatig kleursel trachten na te bootsen doch
de smaak wordt daardoor niet verkregen. De boter eindelijk
van een goede koe, die met vroeg gemaaid hooi, met ver-
schillende meelsoorten en mais gevoerd wordt, zal steeds
duurzamer en smakelijker zijn dan met ander voedsel.
Door wijlen mej. A. C. Wessels te 's Hertogenbosch is aan het
R. K. kerkbestuur van den H. Jakobus de Meerdere (Parochie
van St. Jacob) aldaar 1000 besproken.
De onlangs te Zwolle overleden beer N. Pruimers, chef der
firma Dover Pruimers, die aan verschillende liefdadige instel-
lingen belangrijke legaten vermaakte, heeft ook zijn dienstdoend
personeel goed bedachtaan een der dienstboden heeft hij 2000,
benevens levenslang een weekgeld van 10 vermaakt. Zelfs de
barbier is niet vergeten. De boekhouder en de meesterknecht der
firma ontvingen elk /1200 en de 16 pakhuisknechten elk /100.
Volgens de uZutph. Ct. is door wijlen mevr. de weduwe G.
Wolters, geboren Bisschop, gelegateerd aan het Nederl. Zendeling-
genootschap 3000aan net Bijbelgenootschap 1000 aan de
Waldenzen 300 te Zutphen aan de her v. diaconie 3000aan
de kerkvoogdij 2000 aan de roomsche diaconie 300aan de
luthersche diaconie 300 aan de israelitische diaconie 300aan
het Predikantsfonds 2000aan het Gebr. Bakkers-weeshuis
f 1000en verder aan het gasthuis voor ooglijders te Utrecht
300 aan het doofstommen-instituut te Groningen 300aan
het blinden-instituut te Amsterdam 300aan het diaconessenhuis
te Utrecht/ 300; aan de ziekenverplemng te Amsterdam /300;
terwijl zij in de laatste jaren van haar leven aan de laatstgenoemde
zeven en aan meer andere nuttige instellingen belangrijke sommen
heeft doen toekomen.
Dezer dagen heeft een onbekendedoor tusschenkomst van den
heer C. Swalue, predikant bij de Nederd. Herv. gem. te Zandvoort
aan het badhuis voor minvermogenden aldaar de kapitale som van
2000 geschonken.
Onder de de reszigers die zich Zaterdag uit den Haag per
Hollandsche trein van 11.45 naar Amsterdam begavenwas ook
een »Pransehman" ter grootte van een 2-jarig kind die onder
't rooken van zijn sigarettezeer druk en op een mannelijk'en toon
over de uitnemende inrichting van de 2e kl. en over de schoonhe-
den van ons land sprak. De beschaafde jonge man is 24 jaar oud
en evenredig gevormd.
Te Leer zond een vader zijn driejarig zoontje om jenever te
halen. Het kind dronk onder weg de flesch ledigviel op straat
bewusteloos neer en was spoedig dood.
Te Weenen is bij de illuminatie een dame in den letterlijken
zin dood gedrukt. Het gedrang was zoo groot, dat zij niet op
den grond kon vallenmaar een onbekende aan de borst zonk
die haar met behulp van omstanders uit het gewoel hielp. Alle
pogingen om de levensgeesten bij haar op te wekken waren vergeefs.
Dezer dagen stierf te Utrecht in het ziekenhuis eene vrouw
die een gewicht had van 135 kilo en over de borst gemeten 69
centimeter breed was. De timmerman die de doodkist voor haar
maaktemoest dit voor zijne woning doen, omdat anders de kist
door haar collossalen omvang niet naar buiten kon gebracht worden.
Een der beide onlangs door den Prins van Wales aan de dier-
gaarde te Berlijn geschonken oliefanten heeft een boosaardigen grap
uitgehaalddoor zijn oppassertoen deze zijn stal verlieteen der
slagtanden door de borst te sototenzoodat de punt door den rug
heenstak.
TWEEDE KLASSE.
Prijzen van 100.en daarboven.
Nr. Prijs
2211100.
29071500.
6694100.
6985v 100.
Nr. Prys
238200.
1228100.
8290400.
3532100.
Nr. Prij9
2153100.
3572200.
4331u 1500.
4820200.
Nr. Prijs
1547100.
Eerste Ljjst.
Nr. Prijs
78741000.
12181400.
128691000.
14463200.
Tweede Lijst.
Nr. Prijs
12208100.
13411100.
13438100.
Derde Lijst.
Nr. Prijs
7529200.
9225100.
9341v 100.
11493100.
Vierde Lijst.
Nr. Prijs
137851000.
Nr. Pry's
15621400.
18307200.
188351000.
Nr. Prjjs
1947620000.
20107400.
20238100.
119955000.
132282000.
146481000.
Nr. Prijs
15749400.
NABETRACIITING.
Zeer zeker zal ieder, die in den landbouwals een der
hoofdbronnen van ons volksbestaaDbelang stelt, zich ver-
heugd hebben over de eervolle onderscheidingenaan het
Nederlandsche rnndvee op de laatste Londensche veetentoon-
stelling ten deel gevallen. Ik verheug mij daar dubbel over,
omdat hetnaar myn inzien tevens een sprekend bewijs is
dat ons iDlandsch rundveeras deugdzaam is en geen veredeling
door kruising met vreemde rassen behoeft, maar wel verbete-
riug in zich zelf, door eene meer beredeneerde aanfokking;
een gevoelen dat ik altijd omhelsd en meer dan eens geuit heb.
Immers men mag met grond aannemendat het toen ten-
toongestelde rundvee van zuiver inlandsch ras, geen gekruist
geweest is; was het ander9, dan zouden de onderscheidingen
veel van hare waarde verliezen en de copie het origineel
overtroffen hebbenwant het is toch meest met Engelsche
rassen, dat hier te lande gekruist wordt.
Daarom dan nu ook niet stil gezeten en op de behaalde
lauweren ingedommeld, maar bij de aanfokking vooral gelet
op den ligebaamsbouw, den leeftijd het doel (melkgeving of
vetweiding) cnz.en niet minder ook op de bloedverwantschap
der fokdieren onderling, iets wat maar al te vaak over het
hoofd gezien wordt en dat toch, naar mijne meeningeene
der voornaamste oorzaken is van den teruggang van ons rund
vee, waarover in de laatste jaren geklaagd werd. Als een
veehouder toch ieder jaar zijn rijstier zelf aanfokt, dan is
het getal van tantes en nichten, van oud-tantes en achter-
nichten, waarmede zoo'n stier in naauwe gemeenschap komt,
groot; gezwegen nog van zijne moeder en zusters en soms
ook van zijne eigen dochters.
Zulk een vergrijp tegen de wetten der natuur blijft niet
ongestraft, maar wordt vroeg of laat achtervolgd door toe-
nemende verzwakking, ontaarding en onvruchtbaarheid der
nakomeling9chap.
Daartegeo waakten de huweljjkswettendoor Mozes gege-
ven; en daarom bestaan er iD Kerk en Staat nog altijd be-
palingen, die het huwen in te naauwen graad van bloedver
wantschap verbieden.
Men neemt teregt vreemd zaaikoren, geen dat men zelf
gewonnen heeft; waarom dan ook niet een vreemden rijstier
genomen? Het is eene en dezelfde zaak.
NieuwveenBloeimaand '81. D. van Hdlst.
fSetrouwtl
WIELEM VAN DEN BERG
en
SOPHIA HEYNSIUS.
Amsterdam, 19 Mei 1881.
De Heer en Mevrouw VAN DEN BERGHEYNSIUS
betuigen, ook namens hunne wederzijdsche Eamilie, hunnen
(lank, voor de vele bewijzen van belangstelling by hun
Huweljjk ondervonden.
Amsterdam, 19 Mei 1881.