Laniouw.
Gemengfle Berigten.
Het Paard.
Art. 19. De scholen worden in de eerste helft van elke
maand bezocht door den daartoe aangewezen geneeskundige
die alsdan een onderzoek zal inatellen naar den gezondheids-
toeatand der leerlingen. In het bijzonder zal daarbij worden
gelet op huid-, klier en dergelijke ziekten. De geneesheer zal
tevens nazien of liet dririkwater voor de kinderen goed ia en of
in de privaten de noodige zuiveringsrniddeleu aanwezig zijn.
Art. 20. Van den uitalag van dat onderzoek wordt telkens
eene schriftelijke verklaring afgegeven aan het hoofd der school.
Het hoofd der school zendt die verklaring onmiddellijk aan
den Secretari3 der Plaaiselijke Schoolcommissie. Is een ge
neeskundige in gebreke gebleven het onderzoek te verrigten
dan geeft het hoofd der school daarvan eveneens kennis aan
den Secretaris der Plaatselijke Schoolcommissie.
Art. 21. Ingeval uit de geneeskundige verklaringen blijkt
dat er kinderen zijn die door huid-, klier- of andere ziek
ten zijn aangetaat, en daaruit nadeel zou kunnen ontslaan
voor andere kinderen worden zij onmiddellijk door het hoofd
der school van de school verwijderd. Op gelijke wijze wordt
gehandeld met kinderen die door besmettelijke ziekte, hetzij
van hen zelve of van hunue hnisgenootenandere kinderen
zouden kunnen benadeeleu. De aldus van de school verwij-
derde kinderen worden daarop niet wede.r toegelaten, dan na
overlegging van eene verklaring, afgegeven door den Genees
kundige hela«t met het geneeskundig toezigt over de school.
Uit die verklaring moet blijken dat de besmettiug hetft opge-
houden. Telkens wordt van de toepassing van dit artikel
door het hoofd der school mededeeling gedaan aan het lid
der Schoolcommissie dat met het toezicht over de school is
belast, en aan den Secretaris der Schoolcommissie bij de
toezending der verklaringen bedoeld in Art. 20.
Art. 22. Indien de Schoolcommissie het noodzakelijk mogt
achten om tusscheutijds eenig kind geneeskundig te onderzoe-
ken, wordt daarvan kennis gegeven aaa den geneesheer aan
wien het geneeskundig toezicht over de school is opgedragen.
Die geneesheer zal het kind alsdan, steeds zoo spoedig doen-
lijk, hetzij op de schoolbetzij aan huisonderzoeken en van
den uitslag de vereischte verklaring afgeven waarmede
wordt gehandeld als in Art. 20 is bepaald. Hangende dat
onderzoek kan, bij twijfel of een kind aan eene besmettelijke
huid- of andere ziekte lijdende is, zoodnnig kind voorloopig
van de school verwijderd worden.
Art. 23. De ouders of voogden mogen een kind de school
niet doen verlaten dan na voorafgaande keunisgeving aan het
hoofd der school.
Art. 25. De ouders of voogden mogen zonder vergunning
van het hoofd der schoolonder schooled de school niet
binuen treden. Zij moeten zich jegens de Onderwijzers met
bescheideriheid gedragen. Bij overtreding van deze bepaling,
kunnen de kinderen dier ouders van de school worden geweerd
door de schoolcommissie. Ingeval zij vermeenen klagten te
hebbenkunnen zij die indienen bij Burgemeester en Wet-
houders.
School?, aken
Art. 25. Het is den leerling niet geoorloofd om eenig
voorwerp toebehoorende aan de school, noch zijn eigen werk
medetenemeu dan met toestemming van het hoofd der school.
Belooningen.
Art. 26. Indien de Plaatselijke Schoolcommissie het noo-
dig oordeelt naar de vorderingeu der leerlingendie in de
termen vallen de school te verlaten, een onderzoek intestellen,
worden Burgemeester en Wethouders, eene Comtnissie uit
den Raad en de Arrondissements schoolopziener door haar
uitgenoodigd bij het ondezoek tegenwoordig te zijn.
Art. 27. Aan de leerlingen die door trouw schoolbezoek,
door vlijt en gemaakte vorderingen uitmuntenkunnen door
de Plaatselijke Schoolcommissie, na bekomen inlichtingen van
het hoofd der school, belooniugen en eereblijken worden uit-
gereikt.
Art. 28. Dit reglement treedt in werking den 1 Januari
1881. Alsdan zijn alle vroegere te dezen aanzien gemaakte
bepalingen iDgetrokken.
Yastgesteld te Haarlemmermeer ter opeubare Raads-
vergadering van den 30 December 1880.
Lantzendokffer Voorzitter.
D. Eggink Secretaris
Hoiltrijk en Polaneu. Door onze afdeeling van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw is besloten in Sep
tember a. s. eene tentoonstelling te houden van landbouw-
producten en vee, in te zenden door de leden der afdeeling.
De ingezetenen geven van hunne ingenomenheid blijk door
ruime geldelijke bijdragen.
Leeuwai'den, 22 Juni. I)e heer D. Gabel wordt 30
Juni a. s. alhier verwachtom dan met den heer H. B.
Hijlkema jr., die geruimen tijd in Denemarken geweest is
om de methode van boterbereiden aldaar na te gaanin
Friesland die boerderijen te bezoeken, waarvan de bewoners
zich bereid verklaard hebben hunne inrichtingen door hem
te laten nagaan en van hem onderricht te ontvangen. De
heeren mr. E. JongsmaD. van Konijnenburg en Cuperus
zijn benoemd tot een commissie om den heer Gabel te ont
vangen, met hem het reisplan in deze provincie te regelen
zooals dit naar de verschillende plaatsen het meest geschikt
is en omgedurende den tijd dat de heer Gabel hier is
als het ware een permanent comite van het hoofdbestuur
der Eriesche maatschappij van landbouw uit te maken. Voor
loopig is bepaald dat de heer Gabel gedurende de maand
Juli hier zal rondreizen maar het is mogelijk dat, zoo
noodig, Augustus er bij aangeknoopt wordt.
Capelle (Langstraat) 22 Juni. De handel in leverantiehooi
staat tegenwoordig geheel stil, ofschoon er op verschillende
plaatsen nog meer of minder aanzienlijke partijtjes voorhanden
zijn. Met het inzamelen van het nieuwe gewas is men hier
en daar begonnen, en met het begin der volgende week wordt
in deze streek de zeis algemeen in het gras geslagen. Er zijn
in deze streek nog al enkele perceelen hooigras uit de hand
verhuurd, echter nog lang zooveel niet als in vorige jaren,
zoodat menig landeigenaar nog verlangend naar pachters uit-
ziet. Het verhuurde bragt naar kwaliteit van 60 tot 90
a f 95 per hektare op.
In kalf koeijen ging deze week veel omze werden door de
Belgische kooplieden vlug en tot verhoogde prijzen opgekocht.
Geidermalseil22 Junij. De alhier gehouden kersenver-
pachtingen hebben gemiddeld 5 cent per half kilogram op
stam opgebragt. Men rekent in deze streek op een tamelijk
goed gewiu.
Op de tentoonstelling bij gelegenheid van het Land-
huishoudkundig Congresdat thans te Enschedt) gehouden
wordt, is o. a. de groote gouden medaille, door Z. M. den
Koning geschonken, toegekend aan den heer J. C. van de
Bloc«juery Jr., te Haarlem.
Het heeft Z. M. den Koning, alsook Z. K. H. prins
Frederik, behaagd een blijk van belangstelling te geven, door
het schenken ieder van een gouden medaille in de bloemen-
tentoonstellingte houden in het Park te Amsterdam, van
14, Julij a. s.
Als een groote zeldzaamheid kan worden gemeld, dat bij
de wed. G. van Kleffens te Morrabij Dokkum, den kip 25
eijeren heeft uitgebroeden dat alle kuikens in leven zijn.
In de Arnli. Ct. sluit eene advertentie van de te Wageningen
op 27 dezer te openen tentoonstelling van „Wageningsche
nijverheid en kunst, provinciale kunst", met dit bericht
,,Door den heer Jongkindt Coninckdirecteur van 's Rijks
Landbouwschool, wordt den bezoekers van de tentoonstelling
de kostelooze gelegenheid aangeboden tot bezigtiging van de
gebouwen op Duivendal".
In het tijdperk van 15 Mei tot 11 Junij jl. zijn geene
ambtsberigten omtrent het voorkomen van longziekte onder het
rundvee ingekomen. In het daaraan voorafgaand tijdvak van
vier weken waren drie runderen door die ziekte aangetast.
Nadat men er in de laatste jaren geen spoor meer van had
ontdekt, is in Lancashire een plaag teruggekeerddie er
vroeger wel eeus meer is voorgekomen een inseclenplaag. In
den omtrek van Clitheroe zijn de huizen en velden letterlijk
ongenaakbaar door zwermen van iusecten, een soort van
muggen, die de grasvelden en alle tuineu geheel kaal vreten.
Door het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw is de volgende circulaire toegezonden aan lleereu
inzenders van vee en zuivel op de tentoonstelling van inelk-
nijverheid te houden door de Landbouw-Maatschappij van
Oostvlaanderen van 1014 Julij 1881, te Gent.
„Het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw outving van leden der Maatschappij, wonende in
verschillende Gewesten van ons Vaderland, opgaven van
inzending voor de tentoonstelling te Gent.
„Ten einde nu zorg te dragen dat die inzendingen behoor-
lijk en tijdig op die tentoonstelling worden aangevoerd
heeft het de eer Heeren inzenders van vee te verzoeken zorg
te dragen dat hun vee te Rotterdam aanwezig is op Donder-
dag den 7 Julij 1881, des uamiddigs ten 5 uuraan het
Spoorweg-Station „Delftsche Poori" te Rotterdam, en de ge-
leiders te voorzien van een door den Burgemeester hunner
woonplaats af te geven bewijs, dat op hunne hoeve geene
besmettelijke ziekte onder het vee heerscht.
„Heeren inzenders van kaas worden uitgenoodigd hunue
inzending, waarbij ook het exemplaar dat voor keu-
ring te Rotterdam bestemd is, franco in te zenden op
Dinsdag den 5 Julij 1881 voor des middags 12 uur, aan
het adres „Groote Schouwburg, Coolsingel 24 te Rotterdam
terwijl Heeren inzenders van boter worden verzocht mede aan
bovengenoemd adres hunne inzending, met het dubbele
voor de keuring, franco te doen bezorgen op Dinsdag den
5 Juli 1881, des avonds voor 8 uur. Inzenders die persoon-
lijk de boter wenschen te bezorgen aan voornoemd adres,
kunnen dit ook doen uiterlijk Woensdag 6 Julij 1881 voor
des morgens 7 uur. Adressen voor de verzending van het
zuivel worden hierbij gevoegd.
„Het hoofdbestuur maakt heeren inzenders indachtig, dat
de tijd van aankomst op de bepaalde plaatsen te Rotterdam
niet kan worden overschredendaar die tijdstippen in het
belang der inzendingen zoo laat mogelijk zijn gesteld.
„Den inzenders van boter geeft bet gaarne kennis dat het
ceslaagd is, om het vervoer der boter van Rotterdam tot op
de tentoonstelling te Geut te doen geschieden in behoorlijk
verkoelde wagens en vertrouwt het dat ook van hunne zijde
alles zal worden aangewend om hunne inzending behoorlijk
te Rotterdam te doen aankomen.
„Eindelijk noodigt het alien uit, omindien onverhoopt
eenige inzending niet mocht kunnen worden ingezonden
daarvan zoo spoedig mogelijk aan den secretaris der Maat
schappij, den heer P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, te
berichten."
Het Journal de Liege verzekertdat het Dingsdag 7 Juui,
omstreeks 3 ure te Theux gesneeuwd heeftal de wegen naar
het station geleidende waren met sueeuw bedekt. Uit andere
plaatsen van Belgie worden berigten van denzelfden aard ont
vangen.
Te Allytt in Perthshire (Schotland) heeft het op Woensdag-
morgen 8 Junij jl. 7 gr. Fahr. gevroren. Al de slooten en
vijvers waren met een ijslaag bedekt.
Te Amsterdam worden groote hoeveelheden nieuwe aardap-
pelen uit Italie aangevoerd deze zijn zeer zuiver blank en fijn
van schil, de kwaliteit is zeer goed, ze zijn kruimig en lekker
van smaak. Voorloopig zijn ze verkieslijk boven de inlandsche
nieuwe aardappelen.
Be Rug. De rug heet het bovenste deel van het paard
tusschen de schoft en den buik. Deze moet sterk gespierd zijn
wat men aan eene kleine goot in het midden erkent.
De rug moet regt zijn; is bij benedenwaarts gebogen, zoo
heet hij een holle rugin een hoogen graadeen zink-rug.
Zulke paarden hebben een voor den rijder aangenamen gang
maar kunnen ligt door den zadel gedrukt wordendaar deze
op hen niet vast ligt. De oorzaak van dit gebrek is een te vroeg
berijden der jonge paarden, of eene te menigvuldige dragt
der merrien. Voor het overige is zulk een paard altijd zwaken
evenzoo ook een zoodanig paard, waarbij de rug in de hoogte
getrokken is, bij welken vorm-de zadel insgelijks niet vast
ligt. Is de rug zeer hoog, zoo heet hij een kameelsrug. De
oorzaak hiervan is eene te vroege inspanning door trekken.
Beide gebreken bedekt de behendige paardenkooper door het
opleggen van een deken, den zinkrug ook daardoordat hij
het paard peper of gember steekt in de plaats waar de vaste
uitwerpselen hun uitweg vinden.
Door jhr. J. W. C. Fabricius van Leyenburgoverleden aan de
Biltis bij testamentaire beschikking vermaakt aan de diakonie-
armen van Heukelom de som van f 3000in te schrijven op een
der Grootboeken Nationale Schuld, rentende 4 pet., vrij van alle
successie- en andere kosten.
Door wijlen mevr. A. C. Lappe wed. van den heer C. A. J.
Whitman Elpers is een legaat van f 3000 vermaakt aan het R.
C. Oude Vrouwen- en Mannenhuis St. Jacob te Amsterdam.
Vrijdag avond jl.ten 7 uren, is door Z. K. H. Alexander der
NederlandenPrins van Oranje, een bezoek gebragt aan den
Koninklijken grafkelder te Delft. Z. K. H. legde ter herinueriug
aan den geboortedag zijner moeder een krans op haar graf.
Dezer dagen kwam te Schiedam met den spoorweg een jonge-
dochter uit Deventer aan om bij eene barer kennissen te logeeren.
Volgens afspraak zou zij aan het station worden afgehaald doch
er verscheen niemand en de reizigster wist het gezinwaar ze
hare tenten zou opslaan, niet uit te vinden. Zij wist alleen dat
haar vriendin »Kaatje" heette en dat de man van Kaatje branders-
knecht wasop deze aanduiding was niemand in staat haar te regt
te wijzen eu na lang wachten besloot de jonge dochter om maar
weer naar Deventer terug te keereu.
F.r is sprake van dat een Berlijnsche maatschappij een eleetri-
schen spoorweg zal aanleggen van het station te Zantvoort tot het
groote badhuis dat is over een afstand van een kwartier gaans.
Hoezeer men zichook 's zoinersin aeht moet nemeu voor togt
in spoorwegrijtuigen bleek dezer dagen op nieuw. Een man te
Eilenburg had hard geloopen om den trein naar Leipzig nog te halen
en ging, zoo bezweet als hij was, voor een open raampje van den
waggon zitlen om wat af te koelen. Spoedig echter gevoelde hij
een stekende pyn in de oogen en te Leipzig aangekomen, moest
hij terstond de hulp van een geneesheer inroependie slechts weinig
hoop kon geven op het behoud van zijn gezigt.
Iemand kwam na een 20-jarig verblijf in Amerikadezer dagen
des avonds te Groningen aan. Op zekeren morgen wandelde hij de
Had eens door en trad een winkel binuen om iets te koopen. Bij
het uitgaan wilde juist eeue oude vrouw dien winkel binnentreden
zij keek den vreemdeliug aan en viel eensklaps bewusteloos neer.
Verschrikt boog de man zich om haar te helpenbeschouwde haar
wat oplettender eu herkende.... zijne moeder. De tachtigjarige
vrouw, die te A. woontwas bij toeval dien dag in de stad ge-
komen en had met een oogopslag in den vreemdeling haren zoou
herkenddie zijne moeder reeds lang dood waande.
Bij nader onderzoek omtrent de oude munten, het zilveren bord
en den stamper van gelijk metaaldie de twee ansjovisvangers,
De Boer en Tuipin de Zuiderzee opgevischt hebben blijkt dat
de vondst niet zoo belangrijk is als eerst werd vermoed. Het zijn
zilveren munten ducatonszilveren rijders enz.die als oudheden
geen bijzondere waarde hebben. Bovendien zijn het bord en de
stamper, die beiden als van zilver waren opgegeven, resp. van
tin en van koper. Al de muntstukkeu zaten tegen een zijde van
een driehoekig stuk zwaar verteerd ijzer, dat, stuk geslagen den
vermelden stamper en 1 stuk geld inhield. De muntstukken hebben
geen meerdere waarde dan die van oud zilver; maar.... 'tis altijd
toeh een aardig vischje geweest.
Misverstand. Jan Barendrechtlandbouwer van beroepging
per spoor van Rotterdam naar Antwerpen. Eensklaps toen de
trein aan een klein station gekomen was, hoorde hij aan de por-
tiereu roepen Barendrecht, uitstappen De man sprong
den wagon uit en vroeg den couducteurwat dat te beduiden had.
Een bouwopzigter te Overveen kocht dezer dagen le Haarlem
een paar roode sokken die blijkhaar met een giftige stof ge-
kleurd waren. De man kreeg althans na ze eeuigen tijd ge
dragen te hebben, gezwollen voeten. De geneesheer heeft vol-
strekte rust bevolen daar het geringste schrampje of wondje
bloedvergiftiging ten gevolge zou kunnen hebben. Men zij dus
voorzigtig met gekleurde wol.
In een Amerikaansch blad leest men de volgende aankondi-
ging „Een onbekend heer is in den afgeloopen nacht in mijn
woning gekomen zonder zich aan mij te laten voorstellen.
Na zijn vertrek heb ik bevonden dat mijn beurs en de
juweelen mijner vrouw waren verdwenen. Als de onbekende
mij den ring met dien turkoois, waaraan ik bijzonder gehecht
ben wil terugbezorgen zal ik hem aan het bureel van dit blad
een som van 2 5 doen uitbetalen, zonder hem met een enkele
onbescheiden vraag lastig te vallen."
Verscheidene Italiaansche bladen wijzen thans op een voor-
spelling van Leonardo Aretino die in de veertiende eeuw te
Arezzo b^ Florence leefde en die in het vijfde deel van zijn
bekend werk ..Aquila volante" (de vliegende adelaar) het
volgende zeide
De ondergang der wereld zal 15 November 1881 aan-
vangen en voile vijftien dagen duren. Op den eersten dag zal
de zee buiten haar grenzen tredeu en den tweeden dag zal
zij tot in het binnenste der aarde doordringen. Den derden
dag sterven alle riviervisschen; den vierden ook alle zee-
visschenden vijfden alle vogels. Den zesden dag storten
alle huizen in; den zevenden splijten de rotsen; den achtsten
groote aardbevingen en den uegenden instorting van alle ber-
aen. Den tienden dag worden alle menschen stomden elfden
openen zich de gravenden twaalfdeu en den dertienden
sterven alle menschen den veertienden verbranden hemel en
aarde en eindelijk den vijftienden dag volgt de opstanding
en het jongste gericht!
Wat dienstboden besparen kunnen. In een dorp in Lotha-